Gelopen
16 km; chrono 1u24'49; km.tijd 5'14; gestart om 15 u; temperatuur -2�; vandaag hebben ze de Finse piste wat onder handen genomen door ze aan te vullen met boomschors; dit mocht gerust reeds wat eerder zijn gebeurd want zoals ze er de vorige maanden bijlag was ze zelfs voor de vorst- en sneeuwperiode slecht beloopbaar en kon men er bij intensief gebruik wel blessures opdoen; misschien was het feit dat de plaatselijke voetbalploeg SK Lo gisteren de looppiste diende te gebruiken om haar training af te werken (wegens onbespeelbaarheid van het terrein) wel de aanleiding tot het herstel; hoe dan ook zal een en ander voor een ferme verbetering zorgen en kunnen we terug van de piste gebruik maken zonder gevaar voor kwetsuren
Gekocht
nieuwe schoenen Nike Air max moto+ 7 9 - 141 in Runners service lab Antwerpsesteenweg 192 te Gent 9040 (prijs 120 euro); we zijn terug goed voor zes tot acht maanden; vanaf morgen neem ik ze in gebruik (wel af en toe nog eens afwisselen met mijn vorige)
Gelezen
100 meter
Snelheid heeft voor de gemiddelde loper een magische klank. Zonder snelheidstraining is de loper immers gedoemd te blijven steken bij hetzelfde rondje van 10 km, dezelfde tussentijden en geen verdere prestatieverbetering. Maar trainen op snelheid roept vlug het beeld op van eindeloze tempolopen op een atletiekbaan, ronde na ronde op een hard en saai parcours van slechts 400 meter. Maar kan het niet anders?
Jazeker, er zijn voldoende trainingen te bedenken die gericht zijn op het verbeteren van tijden op 5 km, 10 km, en zelfs op de marathon.
Zoek daarom een parcours in een rustige omgeving. Ik denk hierbij aan bossen, landweggetjes, recreatiegebieden, ... Als je een goede locatie hebt ontdekt kan je verschillende trainingen combineren, naargelang het gevoel en de conditie van de dag.
1� versnellingen: zoek op uw looproute gemakkelijke markeringspunten, zoals bijvoorbeeld lantaarnpalen, bomen, kruispunten, en dergelijke. Loop in uw normale tempo en verhoog dit van af het ene tot het andere markeringspunt. Loop daarna weer in uw normaal tempo tot de volgende versnelling. Het idee achter deze training is het lopen in een hoger tempo, om daarna weer in staat te zijn naar het basistempo terug te keren. Voorbeeld: start de training in het basistempo; gebruikmakend van de markeringspunten wordt het tempo verhoogd, waarna u in het normale tempo verdergaat; herhaal deze versnellingen drie tot tien keer, afhankelijk van de afstanden tussen de markeringspunten
2� sprintjes: na een rustige looptraining doen veel atleten sprintjes. Zij doen geen spurten in het maximum tempo, maar lopen vooral in een hoger, pittiger tempo dan zij deden tijdens de training zelf. Voorbeeld: doe na een rustige trainingsloop rekoefeningen; loop daarna 5 tot 10 keer een spurt van 100 tot 150 m; sprint niet zo hard u kunt, maar leg de nadruk op de beweging van de benen; neem een minuutje rust na elke sprint; be�indig de training met rekoefeningen
3� snelle duurloop: voelt u iets voor een duurloop van zo'n 20 minuten dan is deze training iets voor u. Let wel op: de training moet tenminste 20 minuten duren om de conditie van het hart-longsysteem te verbeteren. Voorbeeld: loop gedurende 20 minuten in een verhoogd tempo; vervolg met 10 minuten joggen als cooling down; sluit af met rekoefeningen; u kunt deze training herhalen maar loop in totaal niet meer dan 40 minuten in dit tempo; de bedoeling van deze training is dat u zich na deze training nog redelijk fris voelt in plaats van uitgeput
4� fartlek: dit is een Zweedse term en betekent zoveel als vaartspel. Het is een combinatie van verschillende trainingsvormen. Kies voor de fartlek een heuvelachtig crossterrein. Tijdens een loop van zeg maar 15 km versnelt u enkele malen 2 tot 8 minuten, en dit telkens met een minuut herstel. Een fartlek kan 2 tot 3 maal op het programma staan. Het belangrijkste bij fartlek is het vari�ren van de snelheid. Opgelet u moet zich aan het eind nog redelijk fris voelen en niet uitgeput. Fartlek is tenslotte een 'spel'.
5� wedstrijden: deze kunnen heel goed uw snelheid bevorderen als u ze puur ziet als training; sommige atleten die zich voorbereiden op een marathon lopen wedstrijden van 10 km tot een halve marathon. Deze wedstrijden legt men dan ag in een iets sneller tempo dan het marathontempo. Voorbeeld: loop een wedstrijd van 5 of 10 km in een iets langzamer tempo dan in een normale, pittige wedstrijd over die afstanden; de snelheid is vrij hoog, maar beheerst; vergeet in geen geval dat het slechts een training is.
Opmerking die geldt voor alle trainingen: doe een warming-up en een cooling-down van 10 tot 15 minuten, met daarna steeds enkele rekoefeningen.
|