Wat er aan de wedstrijd vooraf ging.
Een kloteweek. Ik weet het. Nogal ferm uitgedrukt. Maar het was wel zo. Alles wat verkeerd kon gaan, ging ook verkeerd. Vervelend. Dus ja, gewoon het hoofdje proberen leegmaken was de boodschap. En het was eigenlijk ook de enige.
De plaats van het gebeuren.
Perfect. Subliem. Beter kan nauwelijks. Ik heb geen idee wat ik zou moeten citeren als te verbeteren punt. De inschrijving, de kleedkamers, de douches, het opvangpunt voor de bagage, enzovoort. Alles heel dicht bij elkaar. Ook alles netjes aangeduid. Alles proper. En via de ondergrondse gang onder de sporen van de spoorlijn kwam je bij het startpunt.
De inschrijving.
Ik had opnieuw op voorhand ingeschreven. Dus geen probleem. Het ging uitermate vlot. Ik was zoals steeds ook goed op tijd aangekomen.
De eerste ronde.
Weinig opgewarmd. Het weer was goed. Zo'n 24°. En de te lopen afstand vrij lang. Dus neen, een uitermate snelle start hoefde niet. Daardoor kon de opwarming ook beperkt blijven. Ik wou wel wat sneller starten dan vorige week. Meer dan vijf minuten over een kilometer vind ik wel wat te gortig. Nu kwam ik uit op 4.11. Dat is goed voor een 10 mijl. De eerste vijf kilometer in 22:29. Nog een paar honderden meters en we beginnen aan de tweede ronde.
De tweede ronde.
Telkens wanneer er verschillende ronden moeten afgelegd worden in het ingaan van een volgende ronde altijd een gelegenheid om een en ander te overzien. Hoe staat het ermee. Redelijk goed vind ik nu. Het was vanzelfsprekend warm. Maar daar hou ik in principe wel van. En het parcours is vrij pittig. Maar, en dat is toch belangrijk, er waren enkel de gewone fysieke ongemakken. Deze die inherent zijn aan vermoeidheid zeg maar. Voor de rest is alles ok. Ik verwachtte ergens dat er tot om en bij de elf kilometer weinig problemen zouden zijn. Die afstand kan ik best aan. Kilometer zes tot elf gingen ook best snel in 20:54. Maar opletten maar, de wedstrijd is hier nog niet gedaan. Kilometer elf maakt de tweede ronde ook af.
De derde ronde.
Nog een keer rond dus. Kijken wat er nog in de tank zit. En dat er trachten uit te halen. Maar opletten voor blessures. Twee atleten die ik daar net voorbij was gelopen halen me terug in en lossen mij op de berg naar de molen toe. Het schijnt dat zo'n molen altijd op het hoogste punt staat. Maar hier is dat dus duidelijk niet het geval. Er is nog een stuk vals plat. Ik zit zowaar met mijn gedachten bij een of andere wielerronde waar dat ook wel eens voorkomt. De col boven en dan nog zo'n vervelend stuk. Maar hier in Zwalm is er één groot voordeel. Ik ben hier ongeveer halfweg de ronde en kan nu beginnen dalen naar de finish toe. In de open vlakte heb ik ook eens achterom gekeken en niemand direct na mij gezien. Dus deze plaats kon en moest ik zien te behouden. Kilometer elf tot vijftien in 21:17. En de eerste vijftien kilometer in 1:02:40. Nog iets meer dan een kilometer. Nog een sprintje naar het einde. Neen, dat zit er niet echt meer in. Ik loop alleen. De posities kunnen niet meer veranderen. Relatief relax die laatste honderden meters langsheen de spoorlijn afleggen en aankomen.
Conclusie.
Heel goed georganiseerde wedstrijd. Na dertig keer verwacht je dat ook wel ergens natuurlijk. Als er al een minpuntje zou zijn dan is dat het feit dat er rondjes moeten gelopen worden en dat het niet een grote ronde is van zestien kilometer. Maar ik begrijp best dat dit natuurlijk veel moeilijker te organiseren is. Voor de toeschouwers is dit natuurlijk ook interessanter. Voor de rest kan het parcours als zwaar aangemerkt worden maar toch best te doen. Helemaal niet te vergelijken met wat we bijvoorbeeld in Brakel voorgeschoteld kregen. Dus een bravo voor de organisatie. Flink gedaan.
|