Maandag, 17 januari t.e.m. vrijdag, 21 januari 2011
We zetten onze zoektocht naar Martijn onder de grond verder. Onder de grond horen we opeens een zacht geluid, het is een klein dasje dat huilt. Het kleine dasje heeft schrik van de vossen die in hun dassen-burcht wonen, aan ons om de vossen te verjagen. In duo's wijzen we elkaar de weg op een plannetje en verjagen zo de vossen. Wat een avontuur!
"Bonjour!" horen we plots zoemend in onze oren, het is de prachtige Franse kever, Louis. Hij kan al heel goed Nederlands, maar hij heeft een probleem met het schrijven van onze taal. Dus leren wij Louis zonder fouten schrijven, wij leren hem drie regels: - hoor je op het einde van een woord een oo, aa of uu dan schrijven we deze kort, nl. o, a, u (zo, ga, nu). - de verdubbelingsregel: ik hoor een korte klinker, gevolgd door 1 medeklinker, ik schrijf de medeklinker dubbel. (bij meerdere klankgroepen) - de verenkelingsregel: ik hoor een lange klinker, gevolgd door 1 medeklinker, ik schrijf de lange klinker enkel. (bij meerder klankgroepen)
We gaan verder op pad en ontmoeten het groentemannetje, hij vraagt of we Maja willen helpen met haar groentetuin, ze heeft er een rommeltje van gemaakt: alle groenten staan door elkaar. Als we goed naar het groentemannetje luisteren krijgt alles netjes een goede plaats in de tuin en weten we ook welk tuingereedschap we nodig hebben om Maja te helpen.
Ook het groentemannetje heeft wat opgeruimd en heeft een brief gevonden van Martijn. In de brief schrijft Martijn dat hij bij de Vereniging voor Grotten en Tunnels op Fabio en ons zal wachten. We kunnen hier niet snel genoeg weg zijn en hollen snel door de gang naar de Vereniging. Maar plots kunnen we niet verder, een enorme afvalberg verspert de weg, de moed zakt ons in de schoenen, nu moeten we die afvalberg eerst nog opruimen, zo geraken we nooit op tijd bij de Vereniging. Een enorm vuil mannetje vraagt of wij willen helpen met het sorteren van het afval. We leren de verwijswoorden te gebruiken bij het sorteren. Deze fles hoort in die container. Dit blikje hoort in deze container. Dat doosje hoort in die container. ...
Eindelijk is de afvalberg opgeruimd, we zetten onze tocht verder, plotseling struikelen we over een draad, er loeit een sirene. Het postmannetje houdt ons tegen en geeft ons een brief van de mama van Fabio, zij is erg ongerust, voor we verder mogen, moeten we eerst een brief terug schrijven aan de mama van Fabio.
Als we de brief geschreven hebben nemen we snel afscheid van het postmannetje, eindelijk zien we een bordje waarop staat: Vereniging voor Grotten en Tunnels. Nu Martijn nog vinden. In de grond vinden we twee openingen, welke moeten we nemen? Op goed geluk nemen we de rechtse, we komen bij de Grot van Toen. Een groep kleine mannetjes zit rond een grote bak met vreemde voorwerpen. Het zijn de graafmannetjes en ze spelen een raadspel. "We laten jullie niet gaan, vooraleer jullie ons superleuke spel gespeeld hebben," zeggen ze. Net als de graafmannetjes spelen we een raadspel. We beschrijven een voorwerp dat we onder de grond vinden en wie het eerst het voorwerp raadt, wint het kaartje. Wie verzamelt de meeste kaartjes?
