Maandag, 10 januari t.e.m. vrijdag 14 januari 2011
Op maandag zijn we met een nieuw thema gestart nl. 'Ondergronds'. In dit thema gaan we op zoek naar Martijn Coens, die verdwenen is. Door middel van een opsporingsbericht krijgen we een idee over wie Martijn is, hij is voor het laatst in het park 'De Warande' gezien door Fabio, zijn beste vriend. Werd hij ontvoerd, is hij in de vijver gevallen of in de diepe kuil?
Samen met Fabio gaan we op zoek naar Martijn. We nemen een kijkje bij de kuil en horen daar een vreemd stemmetje, het blijkt het stemmetje van een aardmannetje te zijn. Van de aardmannetjes mogen we een kijkje onder de grond nemen , maar dan moeten we eerst een opdracht uitvoeren. We moeten enkele dieren onder de grond beter leren kennen zodat we niet zouden schrikken als we ze onder de grond ontmoeten.
In duo's gaan we aan de slag, we maken kennis met de mier, de mol, de regenworm, de meikeverlarve en de ijsvogel. In elk tekstje gaan we op zoek naar wat het dier eet, wie zijn vijand is, waarmee hij graaft en wat er bijzonder is aan het dier.
De aardmannetjes feliciteren ons met onze opdracht en we mogen onze tocht onder de grond verder zetten. Daar staan we voor een volgend probleem. We moeten door een deurtje dat veel te klein is voor ons. Gelukkig vinden we een recept van een verkleiningsdrankje. We noteren wat we nodig hebben voor het recept en hoe we het moeten maken. Vervolgens brouwen we het toverdrankje en drinken het samen op, en ja hoor, we worden steeds kleiner en kleiner zodat we door het deurtje kunnen.
We rommelen wat aan de deurknop en ineens zwaait de deur open. Maar wat is dat voor kabaal, we horen een oorverdovend gehuil van mierenbaby's. De grote mieren zijn boos en eisen dat we de mierenbaby's terug in slaap laten vallen door een verhaaltje te vertellen, zoals Martijn. Om een idee te krijgen welk verhaal de mierenbaby's leuk vinden, lezen we het verhaal dat Martijn verteld heeft. Maar de woorden van elke zin staan door elkaar. We knippen per twee een zin in zinsdelen en maken er een mooie zin van.
Zo, nu we een idee hebben over welk verhaal de mierenbaby's leuk vinden, gaan we zelf op zoek naar een geschikt verhaal. Per twee kiezen we een tekst in ons tekstboek en bereiden deze tekst voor. Daarna lezen we de tekst in groepjes aan elkaar voor en kiezen we het geschiktste verhaal.