Het was weer eens maandagmorgen, de wekkerradio sprong veel te vroeg aan. Met de bromfiets ('Slapen' 03/03) bracht mijn papa me naar een schoolkameraad. Diens vader reed ons dan met de auto tot waar onze schoolbus zou stoppen.
Ik vertrok op maandagmorgen en zou pas 's vrijdags in de late namiddag weer thuis zijn. Inderdaad, de bus reed me naar het internaat.
Zes jaar lang had ik in zo'n klein gemeenteschooltje gezeten. Plots kwam ik nu in een -in mijn jonge en naïeve ogen- reuzeschool terecht waar dan ook nog eens alle Vlaamse provincies vertegenwoordigd waren. Ik werd leerling aan het Montfortaans Seminarie in Rotselaar.
In het zesde studiejaar voelde ik me dé man, want ik hoorde bij de oudsten van de school. Nu zat ik in het eerste middelbaar en ik was de jongste. Het verschil tussen een 12- en een 18-jarige is écht wel groot.
Wanneer ik geen les had, zat ik aan een klein bureautje in de studiezaal. Opnieuw een totáál nieuwe ervaring, want ten eerste moest ik studeren (in de lagere school..., tja) en ten tweede moest ik dit doen sámen met nog een 40-tal andere jongens terwijl een pater toezicht hield.
De refter. Elke plaats aan de tafel had een schuifje, elke tafel een 'chef', een 'tafelchef'. In dat schuifje kon ik mijn bestek en een handdoek kwijt. Het bestek afwassen moest ik zélf doen, al stelde dat echt niet méér voor dan mes, vork en lepel even in lauw water ronddraaien.
Geslapen werd er in chambrettes. Vleermuizen vlogen er over onze bedden heen. Wanneer ik in mijn bed lag, kwam de verantwoordelijke pater me 's avonds een kusje en een kruisje geven. Neen, ik stelde me er toen geen vragen bij.
Op woensdagnamiddag kon ik me aansluiten bij de KSA of de natuurvrienden. Ik koos voor die laatsten. We gingen dan bv. wandelen in het Kloosterbos aan de overkant en trokken er de paaltjes uit die voor de aanleg van de geplande autosnelweg (A2 - E314) in de grond geklopt waren. We waren rebels.
Ik trok de natuur in, behalve wanneer ik, samen met een tiental andere jongens, onder het alziende oog van pater Berghs verplicht klusjes moest opknappen. 'Werkbeurt' werd het genoemd.
Allemaal waren we intern. Niemand mocht naar huis, zelfs niet de jongens die net naast of achter de school woonden. Iedereen gelijk voor de wet.
Nu is de school omgedoopt tot 'Montfortcollege' (of bestond die naam toen ook al?), lopen er heel wat meisjes rond en zijn er veel meer ex- dan internen. Eigenlijk vond ik het goed dat wanneer ík er was, iedereen binnen het domein moest blijven, dag en nacht. Het was écht niet altijd even gemakkelijk om 's maandags afscheid te moeten nemen van je huis en thuis. Zeker dat eerste jaar niet. Ik zou het dan ook verdomd moeilijk gehad hebben, mochten sommige van mijn vriendjes 's avonds wél naar hun mama en papa terug zijn gegaan.
Intern zijn. Ik had er zelf voor gekozen, omdat ik 'iets anders' wilde dan de anderen. Maar voor die keuze heb ik nadien héél wat traantjes gelaten. Toch heb ik er geen spijt van en zou ik opnieuw hetzelfde doen. Een weekje was ik weg van mijn vertrouwde en veilige omgeving. Had ik een probleem, moest ik het zélf oplossen want mama en papa waren er niet. Ruzies moesten zo snel mogelijk worden bijgelegd, want mekaar ontlopen lukte niet. Ik leefde 24 uur op 24 samen met iedereen.
Het internaat heeft me geleerd om op mijn eigen benen te staan, het internaat heeft me geleerd om alleen te kunnen zijn. Heel wat mensen rondom mij hebben een probleem met dat laatste. Ik ben gráág eens alleen.
Maar dat wil niet zeggen dat ik niet van andere mensen zou houden, zij zijn belangrijk voor mij.
Net zoals jullie dat zijn!
Tot morgen.
Link afbeelding: www.freedigitalphotos.net/images/Education_g314-Back_To_School_p49009.html
07-03-2014 om 10:45
geschreven door deorleanstorenaar
Gisteren heb ik voor de eerste keer dit jaar het gras afgereden. De grassprietjes waren (door de te zachte winter) al flink gegroeid en maakten dat de tuin er ongewild slordig bijlag.
Eigenlijk ben ik best wel fier op mijn gazonnetje. Ik vind dat het de donkere wintermaanden goed is doorgekomen. In oktober had ik er wat kalk overheen gestrooid ('haag' 01/03) en dat heeft zijn vruchten afgeworpen.
Eens temeer blijkt dat je niets voor niets krijgt. Wanneer je graag iets wil, bv. een diepgroen gazon, dan moet je er ook wat voor over hebben.
Net zoals voor het hebben van een goeie en duurzame relatie. Ook hieraan moet je wérken, ook hier wordt het geluk je niet zomaar in je schoot geworpen.
Of je gezondheid. Wanneer je alles maar laat aanmodderen en nooit naar een dokter gaat (wíl gaan), kan dit op den duur nefast zijn. 'Voorzichtigheid is de moeder van de porseleinenkast.'
De siergrassen heb ik gesnoeid, net zoals de bolacacia's. Ik vind het elk jaar een vreemde gebeurtenis die me laat nadenken. Want deze plantjes en bomen hebben een héél jaar lang erg hun best gedaan om mooie takken te ontwikkelen en tóch knip ik ze élk jaar weer af. Maar eigenlijk is dit de essentie van het leven, toch? Voor elke tak die ik afsnijd, komt er een nieuwe, frisse tak tevoorschijn. Net zoals dit gebeurt bij ons, mensen. Het is vertrouwen op de toekomst, vertrouwen op het feit dat er tegen de zomer opnieuw een gezonde en mooie struik bloeit en er dan opnieuw een mooie bol op de stam staat.
Dúrven. Je moet dúrven beslissingen te nemen. Ik geef toe dat ik daar geen held in ben ('Zondag' 09/02). Je moet dúrven snoeien opdat er nieuw leven zou kunnen ontstaan.
Het zonnetje gaat weer schijnen vandaag. Oh, ik verheug me erop om de tuinmeubeltjes uit hun winterslaap te halen en terug op het terras te zetten. Ik verheug me erop om kleurige en blije bloempjes in de bloembakken van het balkon te planten. Ik verheug me erop om 's avonds samen met de buren een glaasje te drinken... in mijn tuinmeubelen op het terras.
De dagen worden langer en het lijkt alsof ook ík voor een stuk heropleef. De 'winter' is achter de rug (of toch zo goed als), de lente laat zich horen, ruiken en voelen. Er wordt weer buiten geleefd. Iedereen komt uit z'n veilige nestje en de wereld beperkt zich niet langer tot vier muren.
'Het gras is altijd groener aan de overkant.' Ik doe mijn best opdat het níet zo zou zijn.
Link afbeelding: www.freedigitalphotos.net/images/green-grass-photo-p225240
06-03-2014 om 07:58
geschreven door deorleanstorenaar
Eergisteren heb ik nog eens een appelcake met rozijnen en kaneel gebakken. Ik had er zin in en het was lang geleden.
De geur, de smaak: het deed me denken aan al die après-skis met mijn rug heel dicht tegen zo'n gezellige, typisch Oostenrijkse haard.. Ein Apfelstrudl, ein Tee mit Rum: es heisst geniessen!
Ik schreef al in het stukje 'Stanzach' dat de Oostenrijkse bergen een trouw decor vormden voor elke vakantie. In de winter betekende dat: skilatten, -schoenen en -stokken uitkiezen in het 'skikot', een skipas betalen (gelukkig betaalden mijn ouders dit) en weg was ik naar de 2000 meter, naar Warth en Schröcken.
Weer of geen weer, zon of sneeuwstorm, elke dag stapte ik de bus op om een uurtje later in het gewemel aan de lift aan te schuiven.
Dat was nog zo'n ankerlift, voor beginnende skiërs een eerste hindernis wanneer ze heelhuids boven wilden aankomen.
Soms deelde ik het anker met toffe mensen en waren we boven voor we er erg in hadden. Op andere momenten kon ik de latten over de sneeuw horen glijden en werd er geen woord gezegd. Zo leer je óók mensen kennen en ontdek je dat er toch wel een verschil is tussen de verschillende nationaliteiten. Clichés blijken soms tóch wel te kloppen.
Eigenlijk was ik toen nogal roekeloos. Gevaar bestond niet en ik voelde me 'onaantastbaar'. Halsbrekende toeren heb ik uitgehaald op die latten. 'k Zou het nu in ieder geval niet meer riskeren.
Stanzach, 31 december, jaren '70. Feest, Fest, Fête! De kinderen van de medewerkers kwamen allemaal samen in 'Villa Mit' (zo genoemd omdat juffrouw Mit er altijd logeerde). Elk jaar weer maakte ze voor ons een héél speciaal 'peperkoeken huisje'. Uiteindelijk wist ik natuurlijk wel dat dit opnieuw als 'verrassing' bijgehaald zou worden, maar toch keek ik er naar uit. En hoe!
Het waren mooie momenten.
Zo ook wanneer op één van die mooie zomeravonden Mauriceke -al dan niet rond het kampvuur- zijn gitaar bovenhaalde en zong. Iedereen probeerde naar best vermogen zijn/haar steentje bij te dragen. Er werd gelachen, er werd gedronken, er werd gehouden van de vriendschap voor mekaar.
Computers, internet of spelconsoles waren er nog niet. Mensen waren er wél. En die mensen waren graag samen, die mensen genoten ervan om uren samen te kletsen, samen te zingen, samen moppen te tappen.
Ligt het aan mij wanneer ik nu het idee heb dat kinderen, maar ook volwassenen, zich méér en méér op zichzelf bezighouden en minder contact zoeken (of 'willen') met anderen?
In ieder geval bracht ik eergisteren opnieuw een stukje Tirol naar Aarschot in de vorm van een appelcake met rozijnen en kaneel. Linda had een dagje vrij. Niets moest, alles mocht. Gewoon je zin doen. Dat doet eens deugd.
En de cake? Wel, hij smaakte.
Link afbeelding: www.freedigitalphotos.net/images/Breads_Cakes_and_Coo_g268-Pie_With_Apples_And_Cinnamon_p165781.html
05-03-2014 om 07:40
geschreven door deorleanstorenaar
Een plaatselijk conflict of is ook de rest van de wereld hierbij betrokken? Komt er opnieuw een wereldoorlog, zoals ik hier en daar hoor beweren?
Gelukkig behoor ik tot de generatie die een oorlog niet aan den lijven heeft moeten meemaken. Maar ik herinner me de verhalen van mijn ouders, nonkels of tantes. Hoe ze met heel hun hebben en houden (althans wat ze konden vervoeren), de kinderen op de bagagedrager van de fiets, moesten vluchten en hun huis achterlaten. Het doel was onzeker. Ook onzeker was het antwoord op de vraag of ze veilig zouden arriveren.
Soms ging de tocht zelfs naar een ander land. Niet alleen materiële dingen moesten achtergelaten worden, ook de vele vriendjes en vriendinnetjes. Of men hen later nog zou terugzien?
Oekraïne. Mijn papa en ik reden in 1989 of 1990 (ik wil ervan af zijn) met een oude, vierkante Lada 2105 volgeladen met gedragen schoenen voor een plaatselijk weeshuis, vanuit België naar Lviv in Oekraïne. 'De Muur' was net gevallen, maar de oude gebruiken en gewoonten waren nog heel erg ingebakken in het dagelijkse leven. We reden door héél Duitsland (even voordien was een deel ervan nog de DDR) en haalden er puffende Trabantjes in. Eén keer in Polen, reden we (allemaal dezelfde dag nog) zolang mogelijk verder. Dit ondanks de schrale verlichting en de vele putten. Maar uiteindelijk werden we toch te moe en zetten we de auto langs de kant. Even slapen. Het zou inderdaad maar 'even' worden, want mijn papa hoorde plots gerammel aan de auto en maakte me wakker. Gelukkig had hij iets gemerkt, want anders stond 's morgens het benzinemetertje op 'empty'.
Grens Polen-Oekraïne. De goeie ouwe USSR op z'n best: úren hebben we in de file gestaan, úren hebben we gewacht. Al die schoenen in de auto, ja dát was natuurlijk verdacht! Maar hé! Hieraan hadden we gedacht en na enkele pakjes sigaretten daargelaten te hebben, mochten we doorrijden. Lviv: here we come!
Oekraïne dus, nu bijna(?) in oorlog. Tijden veranderen.
Volgend academiejaar zou mijn zoon Alexander, samen met zijn vriendin Ruth, vijf maanden naar Moskou gaan om er te studeren. Dit op voorwaarde dat de situatie tegen september niet geëscaleerd is en alles zal kunnen doorgaan zoals voorzien.
Ik hoop dat de rede snel doordringt bij hen bij wie dit nodig is, zodat zij inzien dat op de lange termijn met wapens niets bereikt wordt.
Link afbeelding: www.freedigitalphotos.net/images/warfare_g316-Artillery_Gun_In_Wartime_p58495.html
04-03-2014 om 07:16
geschreven door deorleanstorenaar
Wanneer ik 's avonds in de zetel tv zit te kijken, hoe vaak val ik dan niet in slaap? En da's lastig want dan doet mijn rug pijn en uiteindelijk moet ik dan toch zo naar boven sukkelen. Op dat moment ben ik kwaad op mezelf. 'Kon ik nu niet vroeger op dat idee komen om naar boven te gaan?' En toch gebeurt bijna elke dag hetzelfde.
Wanneer ik mijn ogen dichtdoe en slaap, lijken alle zorgen, lijkt alle pijn even van de aardbol verdwenen. Maar ja, dit houdt dan ook wel in dat je kúnt slapen. Want hoe erg is het niet wanneer je 's nachts ligt te woelen, je je gek piekert, elk kwartier ziet voorbijgaan. Je wéét dat er nog zoveel uren voor je liggen vooraleer je mag opstaan. Om gek van te worden!
Een droom die 's nachts vaak door mijn hoofd waait, is dat ik als klein jongetje op de bagagedrager van de Mobylette van onze papa zit en eraf val bij het vertrekken. Of nog dat ik in de klas zit met mijn pyjama aan. Gewoon vergeten uit te doen.
Ik stel me dan de vraag wát deze dromen zouden betekenen? En óf ze iets betekenen? Wil dat zeggen dat er een zekere angst in mij schuilgaat? 'k Weet het echt niet.
Ja, slapen... Het lijkt zó vanzelfsprekend. Wanneer het me echter niet lukt om de slaap te vatten, lijkt ook dít slechts een droom. 'Oh, ik zou zó graag diep willen slapen! Aan één stuk door, zonder wakker te worden!' Ik vermoed dat jullie dat gevoel allemaal wel kennen.
Zijn jullie nog wakker?
Link afbeelding: www.freedigitalphotos.net/images/other_g374-Portrait_Of_Sleeping_Young_Man_p90620.html
03-03-2014 om 09:53
geschreven door deorleanstorenaar
'Heb je je nu al eens bevraagd i.v.m. een sociale woning?' Ik hoor het mijn papa nog vragen. Toch wel. Ik had dat jaren geleden al eens een keertje gedaan, maar toen werd me dat geweigerd omdat mijn inkomen te hoog zou zijn geweest. Euh? Pardon???? Te hóóg??? Tja, er zat niets anders op dan te wachten. Nu liggen die dingen blijkbaar anders.
Niet dat ik dit toen zo erg vond. De toemalige directeur van de sociale bouwmaatschappij leek me -door de telefoon althans- een onbeschofte boer te zijn met wie ik liefst zo weinig mogelijk te maken wilde hebben. Sorry voor sommige Aarschotse politieke vrienden.
Januari 2010. Een brief van de sociale bouwmaatschappij. Mijn dossier was goedgekeurd. Begin februari zou er een vergadering met de nieuwe bewoners doorgaan waarin ons alle rechten en plichten zouden worden uitgelegd.
17 februari 2010. Joepie! We kregen de sleutel! De huisjes stonden al een drietal jaren leeg als gevolg van een juridisch geschil tussen bouwmaatschappij enerzijds en aannemer anderzijds. Gevolg was dat er héél wat mankementen waren. Uiteindelijk werden wat zaken verholpen, maar zonder slag of stoot ging dat allemaal niet. De aannemer werkte niet echt mee en uiteindelijk moesten we zelfs de Vlaamse Ombudsdienst inschakelen. Maar kom, ik wil hier geen oude koeien uit de gracht halen. De Aarschotse bouwmaatschappij gaf ons hun volledige steun en daar ben ik hen nog altijd dankbaar voor.
Mijn huisje was nog nooit bewoond geweest. Dat betekende een héle uitdaging, want ik mocht -voor de eerste keer in mijn leven- alles écht alleen aankleden zonder rekening te moeten houden met de smaak van een andere persoon. Ettelijke keren ben ik naar de meubelwinkel gereden. Het samenraapsel van meubelen dat ik vroeger had, zette ik op Kapaza. Het zou écht een nieuwe start worden!
En dat wérd het ook. Zoals ik in eerdere blogs schreef, kwam ik hier terecht tussen erg lieve en behulpzame mensen. Ik geef het toe, ik was wat bang om te verhuizen. Je weet immers nooit in welke buurt je belandt. Maar dat viel dus reuze mee.
Ook van de tuin was eerder een zand- en moddervlakte gemaakt dan dat het ooit een mooi gazonnetje zou beloven te worden. Een woestijn van stenen , mokken, bierflesjes, enz. Niet echt een ideale ondergrond om gras te laten groeien. De tuindraad was gewoon doorgeknipt om met de Bobcat van de éne tuin naar de andere te kunnen rijden. Nadien was deze snel weer 'rechtgezet' en 'vastgemaakt'. Een sleutel van het tuinpoortje heb ik nog altijd niet. Ach, ik wil niet vallen over details...
Het was écht fijn! Alles was maagdelijk wit, alles was kaal. IK werd de binnenhuisarchitect. En óók de tuinarchitect. Ik nam een stoel, zette me in een uithoek van de tuin en dacht na over hoe ik deze zou inrichten. Het nadenken, opzoeken en plannetjes tekenen op zich was al een deel van het plezier. Ik wilde een gezellig huisje en een gezellige tuin. Een huis en tuin waar Linda en ik onze oude dag in zouden kunnen doorbrengen.
Ik ben blij dat ik hier mag wonen. En ik ben al vier jaar lang blij met al die fantastische mensen om me heen!
02-03-2014 om 08:10
geschreven door deorleanstorenaar
'Hey! Word nu toch eens wakker wakker!'', schreeuwde het éne buxusplantje tegen het andere. 'De vogeltjes fluiten al zenne!' Maar er zat geen leven meer in, het was dood...
Daarom ook dat ik gisteren in een boomkwekerij zowel een nieuw buxusplantje alsook een nieuwe struik voor de beukenhaag gekocht en geplant heb.
Wie had er ooit gedacht dat ik groene vingers zou krijgen en hagen ging planten? Ik alvast niet!
Wanneer ik klein was, zag het gras bij mijn nonkel er altijd diepgroen uit en ja, ik was er een beetje jaloers op. Maar hij had een grondwaterput en de sproeier deed onophoudelijk z'n werk. Meststoffen, kalk,... het werd er allemaal opgegooid. Niet voor niets, blijkbaar. Ons 'grasveldje' zag ook wel groen, maar buiten de sporadische grassprietjes groeiden er vooral allerlei andere dingen.
'Wanneer ik later zélf een tuin heb, wil ik dat mijn gras óók zo groen is!' Ik hoor het mezelf nog zeggen.
Nu woon ik híer in dit huisje en buiten het verzorgen van de twee hagen, loop ik rond met kalk en meststoffen. Of hoe de geschiedenis zich blijkbaar herhaalt.
De lente komt eraan. Ik zie het aan het gras, ik zie het aan de planten, ja ik zie het ook aan het onkruid. 'Onkruid vergaat niet.' Neen, jammer genoeg niet, neen...
Weet je, wanneer ik gisteren die nieuwe plantjes in de grond stak, overviel me ineens een toch wel eigenaardig gevoel. Ik vond het 'erg' voor die dode struikjes. Want zij zorgden er toch verschillende jaren voor dat ik van hen mocht genieten?
Meteen legde ik de link naar ons, mensen. Ook mensen moeten we 'afgeven' wanneer ze dood zijn. Maar ook van hén hebben we (véle) jaren kunnen genieten, ook van hén hebben we (véle) jaren MOGEN genieten.
Voor mij is dit een vorm van troost: ik heb hen mógen kennen, ze zitten mee in m'n valies die ik altijd bij me draag en altijd bij me zál dragen. Ik heb mogen genieten van hun aanwezigheid. Ze hebben me gelukkig gemaakt.
Net zoals de struikjes van de buxus- en beukenhaag.
Link afbeelding: www.freedigitalphotos.net/images/Garden_and_Exterior_g157-Pair_of_shears_p59603.html
01-03-2014 om 06:29
geschreven door deorleanstorenaar
Gisteren voelde ik me niet goed en was vooral ook moe. Resultaat was dan ook een dagje zetel en tv.
Televisie. Op de lagere school was het een feest wanneer we naar een aflevering van de schooltelevisie mochten kijken. Ik vergeet nooit hoe een naakte man en een naakte vrouw als pilaren op een verhoogje stonden en ons door de -eveneens stijve (foei, Joris! )- presentator het verschil tussen man en vrouw én de voortplanting werd uitgelegd. Erg abstract allemaal! De huidige generatie kinderen zou er nu waarschijnlijk eens goed om lachen.
Ik zie een jonge Marijn Devalck nog rondlopen als assistent van nonkel Bob in één of ander jeugdprogramma ('Wiedoewa?')(?) of Pol Ricour en Ronny Waterschoot hun typetjes spelen in 'De Opkopers' en later in 'Merlina'. Hoe vaak droomde ik als puber 's nachts niet van Mieke Bouve, die het nichtje Ann speelde...
's Avonds kroop ik lekker tegen mijn mama aan en genoot ik van 'All creatures great and small' of 'Upstairs, Downstairs'.
Wanneer mijn papa een nieuwe jeugdkamer voor mij gemaakt had, was ik érg blij dat hij hierin ook een plaats had voorzien voor een draagbaar zwart-wit tv'tje. En hoe blij was ik niet wanneer ik zonder al te veel storingen BRT-programma's kon ontvangen met die uitschuifbare antenne.
In de living hadden we een groter exemplaar én de beelden waren zowaar in kleur!! Het was ook érg duidelijk waarnaar het woord 'beeldbuis' verwees, want voor ons stond een zware vierkante kast met een implodeerbare inhoud. Een afstandsbediening was er niet. Ik heb dan ook verschillende pyjama's stuk gekropen wanneer mijn ouders van 'post' wilden veranderen of de tv te luid/te stil stond... De antenne stond op het dak en moest -naargelang de gekozen zender- subtiel gedraaid worden. Gelukkig moest ik niet op dat dak en volstond het om -na opnieuw te kruipen op m'n knieën- wat aan die draaiknop te prutsen. Een afstandsbediening was er ook hier niet.
De tv. Wanneer ik er over nadenk, hebben verschillende tv-programma's mijn jonge leven toch wat beïnvloed. En net als nu, was het ook ontspannend, kon ik mijn hersenen even op non-actief zetten.
Ja, Linda, dit stukje gaat alweer over het verleden.
Tot morgen.
Link afbeelding: www.freedigitalphotos.net/images/Television_video_and_g178-Classic_Television_p65452.html
28-02-2014 om 08:31
geschreven door deorleanstorenaar
Vrouwen. Ik zou echt niet zonder hen willen of kunnen leven! Maar soms wordt het leven mij als man niet altijd gemakkelijk gemaakt. 'Neen, je moet vandaag écht niet komen.' moet ik dan verstaan als: 'Ik verwacht wél dat je komt vandaag.' Vermoeiend.
'Vrouwen' houdt voor mij echter ook in: 'verliefdheid' en 'liefde'.
Ik herinner het me als was het gisteren: mijn eerste kus. Ik was 14, zij 18. 'Joris, ik ben verliefd op jou.' 'Euh, ik ook op jou, denk ik??' Ik wist écht niet wat mij overkwam. Nooit eerder werden deze gevoelens bij mij opgeroepen. Of verplichtte ik mezelf op dat moment om 'verliefd' te zijn? Eigenlijk wist ik (nog) niet goed wat deze woorden inhielden. Zij was een vriendin van de dochter van een andere medewerker en kwam die zomer helpen in de jeugdherberg van mijn papa (blogje 'Stanzach'). Natuurlijk was ik zo fier als een gieter dat mijn 'lief' al 18 jaar oud was!!! Iedereen mocht (MOEST) dat weten, zeker mijn klasgenoten bij het begin van het nieuwe schooljaar! Ik moest toch kunnen 'stoefen'? Enfin, deze eerste ervaring zou de voorloper worden van verschillende -kortstondige- verliefdheden aan de voet van de Oostenrijkse bergen. Vakantieliefdes of hoe noemt men dit?
Met het ouder worden, werden deze verliefde gevoelens dieper en ook ernstiger. In mijn studententijd bv. (blog 'Studententijd') had ik mijn hart verloren aan Françoise, zij het hare aan mij. Dan weet je het wel: tijdens de lessen schreven we onophoudelijk briefjes naar mekaar en de prof die vooraan stond, vergaten we compleet.
Om als student iets bij te verdienen, werkte ik als zaterdaghulp bij Hey-mode (nu WE) in de Nieuwstraat. Ja, dáár leerde ik Hilde kennen. Met haar zou ik 12 jaar lief en leed delen, door haar beleefde ik de twee gelukkigste momenten van mijn leven: de geboorte van Alexander en die van An-Sofie.
Maar er kwam een einde aan dat 'delen van lief en leed'. 'Ach, binnen zes maanden woon ik opnieuw samen met iemand.', dacht ik... We zijn nu 12 jaar verder, en... inderdaad: ik woon hier nog steeds alleen. Niet dat het onze wil zou zijn (Linda en ik kennen mekaar al meer dan zeven jaar), maar er rest ons geen andere keuze. Door samen te wonen zouden we uiteindelijk financieel té veel verliezen.
Maar dit belet niet dat het ontmoeten, leren kennen en omgaan van/met vrouwen het beste is, na de geboorte van mijn kinderen, wat me ooit is overkomen.
Link afbeelding: www.freedigitalphotos.net/images/Fashion_g377-Fashion_Girls_Silhouettes_p124399.html
27-02-2014 om 07:41
geschreven door deorleanstorenaar
Vorig jaar verkocht ik mijn ouwe trouwe auto (BMW) en ja, dat bleek achteraf een foute beslissing. Na een maandje met de toch wel oude Clio van onze papa gereden te hebben, keek ik uit naar iets 'veiligers'. Waauw. Vanaf het moment dat ik hem zag, was ik verliefd! Voor mij stond een witte Volvo C30 met donker getinte ruiten achtereaan, R-design uitvoering (sportonderstel en -interieur) . Klassebak, vond ik. Maar deze wordt nu -met moeilijker te been te worden- wel erg laag. Op de koop toe is hij dan ook nog eens KEIhard.
Maar kom, gedane zaken nemen geen keer.
Een andere auto zal het dus worden. Niet dat ik dit 'wil', maar ik kan niet anders. Een 'andere' (tweedehands dus), want het geld dat ik op mijn spaarboekje heb staan, wil ik liever houden voor de momenten er iets dringenders gekocht moet worden (bv. een nieuwe wasmachine). Het is nu ook niet zo dat de mutualiteit elke maand een riante som op mijn rekening stort.
7 oktober 1985. Joepie!! Ik werd 18 jaar!! Omdat auto's me altijd al erg fascineerden, kon ik niet wachten om mijn theoretisch examen af te leggen. Mijn ouders hadden geen auto (jaja, dat bestond ook) en Guillaume (blogje 'Stanzach') werd mijn begeleider. Dagen hebben we tussen Zelem (waar ik woonde - dank je voor de publiciteit, Koen en Tom) en Hasselt rondgereden, uren hebben we gesleten op het plaatselijke oefenterrein om te leren parkeren of om door een smalle doorgang te rijden (die voor de gelegenheid wel éxtra smal gemaakt was). Een servostuur had de Renault 18 niet, dus behalve rijden was het dan ook nog eens een keertje een fitnessoefening.
17 januari 1986. 'k Was toch wel niet geslaagd zeker? En dit ondanks een 'nurk' van een examinator. Hoera!! Maar ja, wij hadden geen auto... Gelukkig kon en mócht ik van elke gelegenheid gebruik maken om met de auto van mijn tante, neef of nicht de straten onveilig te maken.
Dit alles om je maar te vertellen dat ik altijd graag met de auto gereden heb. 'k Vind het dan ook moeilijk om te aanvaarden dat dit nu heel wat meer moeite kost en niet echt een plezier meer is.
Komt daarbij dat ik met deze Volvo élk bultje en élk kuiltje voel. Ja, dat ik zelfs zou kunnen zeggen of een muntstuk met de kop of met de munt naar boven op de straat ligt.
Autorijden. Vroeger was het leuk en ik wil dat het opnieuw een leuke ervaring wordt. Misschien helpt die 'andere' auto me hier een beetje bij.
Link afbeelding: www.freedigitalphotos.net/images/car-photo-p212770
26-02-2014 om 12:14
geschreven door deorleanstorenaar
Waarom ik hiermee begonnen ben? Zoals ik eerder al schreef in mijn tweede blogje (04/02) was het Gert (ja, en ook Noëlla) die mij ertoe aanzetten om ook eens te proberen hier wat te neer te schrijven.
Eigenlijk was het al van in mijn humaniora-tijd geleden dat ik nog opstellen en later verhandelingen schreef. Dit is 'anders', maar toch laat het me er aan denken.
Het eerste blogje schreef ik eigenlijk alleen voor Linda, Gert en Noëlla. Maar als snel bleek dat heel wat méér mensen hier iets aan hadden en/of dit graag lazen. Neen, dit had ik absoluut niet verwacht. Et voilà, zo zijn we vandaag al begonnen aan mijn 23ste stukje! Het doet deugd wanneer ik positieve reacties krijg: mensen die er 's morgens naar uitkijken of mensen die er naar eigen zeggen 'verslaafd' aan zijn, mensen die me aanmoedigen om vooral vérder te doen.
Dit lijkt een blogje te zijn waarin alleen maar woorden geschreven worden om het blad te vullen, niet?
Wanneer ik pás begon te werken (nog niet bij American Express) was alles nieuw voor mij: telefoon, moeilijke klanten, administratief werk... Ik herinner me nog goed dat ik een keertje met de verantwoordelijke aan het praten was en hij/zij me vroeg 'wat ik ervan vond'. Ik vertelde dat ik het wel fijn vond, maar dat ik niet wist of ik eigenlijk wel goed bezig was? 'Jamaar, wanneer ik NIKS zeg, betekent dit dat het goed is.' Later heb ik onvervonden dat dit een totaal foute instelling is, want ook positieve commentaar is uiterst nuttig voor mij. Wanneer ik bv. hoorde dat men tevreden was, deed me dat nog hárder werken! Ik wilde zéker niet teleurstellen! Net zoals ik dit ook niet wil bij het schrijven van deze stukjes. Psychologie?
Linda merkt soms op dat het élke keer over het verleden gaat. Is dit niet net de bedóeling van een dagboek? In ieder geval heb ik de waarzegger in mezelf nog niet ontdekt en vind ik het dan ook onmogelijk om al te schrijven wat ik in de toekomst zal meemaken.
Bloggen. Ja, het is een fijne ervaring.
Link afbeelding: www.freedigitalphotos.net/images/Internet_g170-Blog_Computer_Key_For_Blogger_Website_p109829.html
25-02-2014 om 11:32
geschreven door deorleanstorenaar
Ja, ik ben een échte man. Althans, dat werd toen toch zo gezegd. Want alleen zij die naar het leger waren gegaan, mochten zich échte mannen noemen.
Zomer 1990. Ik hielp bij Sint-Paulusjeugdkampen (zie blogje 'Stanzach' 20 /02) met de bevoorrading van de verschillende huizen in de Gorges du Tarn (Frankrijk). Joepie, er was post voor mij!! Maar het lachen zou me snel vergaan, want het was een oproepingsbevel. Leo Delcroix zou 10(D)of 12(B) maanden mijn grote baas spelen: ik werd soldaat-milicien in Duitsland! 'Miljaar, dat betekent dat ik erg veel van huis zal zijn!'... Omdat ik er sowieso aan dacht om te trouwen, planden Hilde en ik dit dan maar een beetje vroeger te doen. Op die manier zou de sociale dienst van het leger er wel voor zorgen dat ik dichter bij huis gekazerneerd werd? Zo gezegd, zo gedaan en na ondanks alles toch twee weken in Duitsland te hebben 'gelegen', riep de korpscommandant me bij zich. 'Ik heb bericht gekregen van de sociale dienst in Brussel dat je getrouwd bent. Je wordt gekazerneerd in België. Je mag kiezen waar je naartoe wil gaan.' Nu, ik was milicien bij de medische dienst en omdat ik al zoveel 'goeds' gehoord had over het Militair Hospitaal in Neder-Over-Heembeek, koos ik hiervoor.
Ik meldde me aan, en ze hoorden het in Keulen donderen. 'Hoe, jij komt HIER je legerdienst doen?? Wij weten van niks!!'... Na véél vijven en zessen, kreeg ik de keuze uit twee diensten: spoed of epidemiologie. Euh, op de spoed zag ik me al helemáál niet staan, epidemiologie dan maar! Ik wist bij god niet wat dit ook maar zou kúnnen betekenen!
Enfin, ik naar de dienst 'epidemiologie'. Onderweg had ik dit woord een heel aantal keren bij mezelf geoefend, want ik kreeg het maar niet uitgesproken. Het diensthoofd bleek een luitenant-kolonel te zijn. Ik begon al te bibberen en te beven. Ik had nog NOOIT een kolonel gezien, laat staan gesproken. Bleek dat dit een héél gewone man was, een cardioloog, de vriendelijkheid zelve. Mijn vrees was dus voor niks geweest. Gelukkig.
Een van onze taken was het begeleiden van beroepsmilitairen uit de kazerne van Heverlee (landmacht) bij het fitnessen. Dit in het kader van een NAVO-project. Mijn kolonel was écht de slechtste niet wanneer hij zei dat ik toch niet éérst vanuit Aarschot naar Neder-Over-Heembeek moest komen om dan van daaruit met een legerjeep naar Heverlee te rijden? 'Neen, kom jij maar rechtstreeks naar Heverlee! Da's toch véél gemakkelijker!' Euh... ja, toch wel! Nu moet je weten dat die trainingen pas begonnen om 14 uur en al gedaan waren rond 16 uur. Joepie!
Volkswagen Iltis, de legerjeep... In de Leopoldkazerne van Gent heb ik een opleiding tot chauffeur (rijbewijs C) gekregen. De eerste keer dat ik in zo'n reusachtige M.A.N. (vrachtwagen dus) mocht klimmen, was op het vliegveldje van Ursel. Drie kwartier rondjes draaien, stoppen, vertrekken en... ik was -volgens hen!- klaar om Gent onveilig te maken! Nu dat 'onveilig maken' mag je ook wel letterlijk nemen. Gent heeft écht wel van die smalle straatjes met links én rechts geparkeerde auto's of trams die kriskras door de stad rijden. Voordeel was wél dat er in koeien van letters 'RIJSCHOOL' vooraan op de bumper stond. Iedereen ging héél ver uit de weg of wachtte liever even. De trams stopten zelfs wanneer ze weer zo'n camion zagen afkomen...
Ach, het leger. Soms denk ik met weemoed terug aan die tijd. Wanneer ik nu jongeren hoor praten tegen hun ouders/meerderen/gezagsdragers, dan denk ik dat het toch wel goed zou zijn, mochten deze jongeren eens even naar het leger gaan. Ze zouden leren wat 'respect' betekent, ze zouden leren dat je soms dingen móet doen waarvan je nu het nut (nog?) niet inziet. Gewoon maar DOEN omdat het je wordt opgedragen. Pas op, soms waren er ook wel echt onnozele dingen bij. Zoals bijvoorbeeld drie keer per dag de gang poetsen. Met water en dweil! Maar ja, hoe noemen ze dat? Gehoorzaamheid?
Je moest er élke meerdere groeten. Wanneer je een gewone soldaat was, betekende dit dat je de korporaal met evenveel egards moest groeten als de kapitein-commandant. Hoe groot was dan ook mijn verbazing wanneer ik het jaar nadien ging werken bij American Express en ik samen met de vice-president ik in de lift stond. 'Noem me gerust Frans, Joris.' Neen, niet de Frans van Wendy (blogje 'Wie wordt de man van...' 14/2). Ik, net begonnen, gewoon 'Frans' zeggen tegen de grote baas?? Soit, vanaf toen zei ik: 'Goeiemorgen, Frans!'
En tegen jullie zeg ik: 'Om te groeten... OET'. Tot morgen.
Link afbeelding: www.freedigitalphotos.net/images/portrait-of-a-patriotic-soldier-saluting-photo-p183887
24-02-2014 om 09:30
geschreven door deorleanstorenaar
1986. Met mijn humiora afgerond, stond ik nu voor de keuze die de rest van mijn verdere leven zou bepalen.
Talen interesseerden me wel, dus leek het me logisch om iets in die richting verder te doen. Germaanse of misschien vertaler-tolk? Het zou uiteindelijk dat laatste worden omdat een wetenschappelijke richting me toch wat té theoretisch leek.
'Het' VLEKHO, oftewel de VLaamse EKonomische HOgeschool in de Ginestestraat in het Brusselse Noordkwartier. Het ganse jaar door was het net Kerstmis. Je weet wel, gekleurde lichtjes schenen overal! Na enkele weken (ik wandelde altijd van en naar het station door de Aarschotstraat), begon ik er zelfs al verschillende mensen te herkennen en... vice versa.
Een verwelkoming door toemalig directeur Vandenhoeck, die erop hamerde dat we absoluut Nederlands in Brussel moesten praten. Was hij een flamingant? 'k Weet het niet.
Enkele weken later: de doop. Jaja, ik bén gedoopt. En hoe! We kwamen samen bij de 'bar', zoals ze werd genoemd. Onze fakbar, eigenlijk. Met de nodige portie eieren, ketchup, bloem en bier in mijn haren, werd ik richting bewoonde wereld geduwd. 's Avonds moest ik dan zó naar Leuven, naar mijn kot. Wat betekende dat ik stinkend en vuil de trein opmoest. De bijbehorende hilariteit moet ik je niet schetsen, denk ik.
Wanneer je, net als ik, 7 jaar op internaat gezeten hebt, was het studentenleven één groot feest. Maar ook een feest waarop gewérkt moest worden! Daar waar voordien het studeren van 20 bladzijden een héle opgave was, werd dit vanaf nu slechts een peulschil.
Gelukkig wist ik toen nog niet wat ik nu wél weet. Misschien had ik dan een andere keuze gemaakt, misschien ook niet. Niet dat het veel zou hebben uitgemaakt, want een professionele carrière uitbouwen zat er, tegen wil en dank, voor mij niet in.
VLEKHO. Drie jaar zou ik daar blijven, drie onvergetelijke jaren. Want buiten hard studeren, maakte ik er ook vrienden. Vrienden die nu, bijna 28 jaar later, nog altijd een belangrijke plaats in mijn leven innemen. Want buiten het opdoen van intellectuele rijkdom, leerde ik er het échte leven kennen: vriendschap, liefde, ja ook de straatmadeliefjes...
Vandaar dat ik het zo moeilijk had om 'levenslessen' te krijgen van 18-jarigen die recht van bij mama en papa, de veilige muren van de abdij opzochten.
Mijn studententijd. Het is een tijd die ik écht niet gemist zou willen hebben.
Link afbeelding: www.freedigitalphotos.net/images/learning_g376-Teenage_Students_Holding_Hands_p107939.html
23-02-2014 om 10:00
geschreven door deorleanstorenaar
Eten maken. Het is een dagelijkse 'opdracht' zonder bijgevoegde instructies of benodigdheden. Dit wil dus zeggen dat ik me elke dag opnieuw de vraag stel wat ik nú weer zal maken?... Jeroen Meus, Piet Huysentruyt, Jamie Oliver, allemaal geven ze me tips, maar uiteindelijk ben IK het die het moet doen, nietwaar? Laat kiezen dan al niet mijn sterkste punt zijn (zie blogje van 9 februari (Zondag)), ik moet er toch voor zorgen dat er iets op mijn bord (en vooral op dat van mijn kinderen) komt?
Schooljaar 2010-2011. Ik was het beu om altijd maar opwarmlasagnes in de oven te steken of supereenvoudige gerechtjes (worst, groenten en aardappelen) te maken. Dus wilde ik me echt wel eens inschrijven voor een kookcursus, eentje die doorging in de schoolgebouwen vlakbij. Ik wist niet of het me zou lukken om élke week te gaan, maar proberen wilde ik het!
Of ik goed kon koken, vroeg men mij... Euh, is dit een grap of zo? Ik heb er altijd al een hékel aan gehad om in de potten te roeren!! Ik kwam net die cursus volgen om te LEREN koken, remember?
Zo gezegd, zo gedaan. Na de eerste les kon ik al een eenvoudig driegangenmenu maken en kreeg ik zowaar de smaak te pakken (koken - smaak ). Met de weken die voorbij gingen, groeide niet alleen de liefde voor het lekker bereiden van eten, maar ook voor het mooi presenteren van zowel tafel als bord. Wat ik echter vooral geleerd heb, is het DURVEN. Eindelijk DURFDE ik de tips van Jeroen of Piet uitproberen. De basistechnieken had ik onder de knie, dus...
2014. We zijn bijna drie jaar later. Regelmatig zoek ik een recept op het internet (inderdaad, blogje van gisteren) om dit dan zélf eens uit te proberen. Vroeger zou dat niet eens in mij opgekomen zijn!
De handige tips (bv. hoe schil ik gemakkelijk een ajuin) zitten maar al te goed in mijn achterhoofd en ik maak er dan ook zeer regelmatig gebruik van.
Maar -zoals ik hier eerder al schreef- sindsdien kook ik gráág! Ik houd ervan om ingrediënten te gaan uitkiezen in de winkel, ik houd ervan om te grasduinen in de verschillende kookboeken, ik houd ervan om mensen te verrassen!
'Het oog wil ook wat', zegt men en hoe juist is dit. Mooie tafels en mooie borden dóen eten. Het is niet alleen de bereiding op zich, ook de afwerking en presentatie blijken erg belangrijk. En hoe je het ook draait of keert, ik vind dit op deze manier heel wat gezelliger.
Maar kom, mijn blogje is geschreven en ik weet nog altijd niet wat ik vanavond ga klaarmaken...
Link tekening: www.facebook.com/bitstrips
22-02-2014 om 10:19
geschreven door deorleanstorenaar
Gisteren ben ik de gereserveerde smartphone van mijn dochter in de plaatselijke Mobistarwinkel gaan afhalen.
Ik kan me bijna niet meer voorstellen hoe we vroeger in contact konden blijven met mekaar. Een gsm of smartphone hadden we niet (moest eerst nog uitgevonden worden), 'internet' en 'e-mail' waren woorden die we niet kenden, 'GPS' al evenmin. En toch lukte het ons ook. We schreven brieven naar mekaar en keken uit naar een antwoord. Als het er snel was, kregen we dat enkele dagen later al. Ik herinner me dat wanneer ik op internaat zat, ik élke voormiddag reikhalzend uitkeek naar de prefect die de dagelijkse lading brieven kwam ronddragen.
Of hoe ik me kon ergeren aan dat éne telefoonhokje dat wéér maar eens stuk was en ik dus niemand kon bereiken. Met als gevolg dat, wanneer de trein vertraging had, ik één uur op de volgende bus moest wachten. Ook al was het station maar een goeie vijf kilometer van huis...
Ik weet het, het klinkt misschien als een cliché, maar het leven leek me vroeger rustiger. Nu loopt iedereen met een gsm of smartphone in zijn zak rond en wordt er van je verwacht dat je altijd, overal en meteen bereikbaar bent. Of men vindt het raar wanneer er niet onmiddellijk een antwoord komt op het verstuurde mailtje. Of nog, wanneer ik vroeger met de auto naar een vreemd dorpje of een mij onbekende stad reed, waren wegenkaarten écht wel onmisbaar. Hoe gemákkelijk was het niet om maar op een knopje te moeten drukken (en niet aan zo'n hendel te moeten sleuren) om het passagiersraam te openen en aan een passant de weg te vragen? Word ik nu oud of had het toch zijn charmes?
Pas op, ik zou het wereldwijde web niet meer kunnen/willen missen! Wilde je vroeger iets opzoeken voor school, dan was je bijna verplicht om naar een bibliotheek te gaan. Wanneer je dan, zoals ik, in een afgelegen dorpje woonde, betekende dat dus eerst drie kwartier op de bus naar Hasselt zitten. Nu google je het even en... voilà, je hebt wat je zoekt.
Waren we in Oostenrijk (zie mijn blogje van gisteren), dan waren we écht ver verwijderd van het thuisfront. Er was wel de telefoon, maar omdat dit zo duur was, gebruikte je die maar sporadisch. Nu volstaat het om even Skype op te zetten en je ziet en hoort je nichtje in Singapore. Fantastisch, toch?
Wanneer ik vroeger op kot zat, had ik absoluut geen enkel contact met mijn ouders. Behalve wanneer ik hen ZELF opbelde. Ja, weer vanuit zo'n telefoonhokje. Nu zitten mijn kinderen ook op kot en we mailen, chatten, bellen (ja inderdaad, met een gsm of smartphone) vaak met mekaar.
De wereld is opnieuw een stukje kleiner geworden. Da's een goeie zaak, want Amerika en Madagascar zijn maar een druk op de entertoets verwijderd. Nietwaar Veerle, nietwaar Kathleen?
Link foto: www.freedigitalphotos.net/images/smartphone-with-social-media-icons-photo-p211245
21-02-2014 om 04:36
geschreven door deorleanstorenaar
1970. Mijn papa werd gevraagd om vrijwillig medewerker te worden van de V.Z.W. Sint-Paulusjeugdkampen. Dit hield in dat Stanzach dan élke vakantie even mijn thuis zou zijn. De bergen, de sneeuw, de Tiroolse sfeer... Maar ook: mijn kindertijd, mijn jeugd, mijn jong-volwassen leven. Het doet me allemaal weer dromen van al die mooie momenten (al waren er natuurlijk ook minder mooie, zoals bijvoorbeeld liefdesverdriet (wat er op puberleeftijd nu eenmaal bijhoort, niet?)), van het leren skiën, maar ook van al die mensen (Tirolers en mederwerkers) die ik ginder heb gekend en die er nu niet meer zijn: Guillaume, meneer Mattheussen ('k weet niet of ik het correct schrijf, Kristel?), de nonkel, de respectievelijke echtgenotes, Tony, meneer Borginon, Yolanda, Peter, meter, mevrouw Cruysberghs, Willy, Gertrud, Marcus, Martha, ... Ach, het zijn er intussen al zovelen.
Wanneer ik bij mijn mama voor de boekenkast sta en doorheen de verschillende fotoalbums blader, word ik echt knalhard geconfronteerd met de vergankelijkheid van het leven (zware kost hé?). Ik zie jonge, vitale mensen die lachen, zwanzen, een sigaret roken, kortom: genieten van het leven. En nu... zijn ze er niet meer. Bijna niet te geloven.
Zomer 1981. 'k Was bijna 14 jaar. 's Morgens reed ik mee met Firmin om wat te kisten te helpen dragen bij de bevoorrading van de verschillende huizen (hemen). Omdat de zon al de héle voormiddag flink van de partij was geweest, vond ik het een verfrissend idee om 's namiddags een lekkere douche te nemen. Nu ja, 'verfrissend' werd het niet echt. Ik weet niet of je je er iets bij kunt voorstellen, maar het was nog zo'n ouderwetse kraan met vier lange hendels per knop. Ja, je ziet het al aankomen. Ik probeerde de douche bovenaan vast te maken, maar... de darm bleef hangen achter zo'n hendeltje van de warmwaterknop (neen, een mengkraan hadden we niet) met als gevolg dat er bijna kokend heet water uit de knop spoot. Hóe dat weet ik niet meer, maar op de één of de andere manier is het me toch gelukt om de kraan dicht te draaien. Ik had net nieuwe lakens opgelegd (en die waren lekker fris), dus kroop ik snel onder de lakens omdat die toch enigszins afkoeling brachten. Een koude douche is toen niet bij me opgekomen, misschien omdat ik 'bang' was geworden van die éne plaats? Even later (het begon méér en méér pijn te doen), nam ik de fiets en reed ik zo snel ik kon tot bij het huis waar mijn papa samen met andere medewerkers een tasje koffie aan het drinken was. Vanaf dat moment ging alles héél erg snel. De vrouw van Tony (medewerker), Mia, was/is(?) verpleegster en onmiddellijk kreeg ik opgeklopt eiwit over me heen. Tony startte zijn Citroën CX (jaja) en 'vloog' me naar Doktor Reiger in Weissenbach. Enfin, om een lang verhaal kort te maken: ik had nét geen derdegraads brandwonden. Enkele weken zou mijn bedje een véél te trouwe bondgenoot moeten zijn. Maar nog geen twee weken later hing ik -met andere kinderen van medewerkers en een internationaal gezelschap- goed vastgesnoerd aan rotswanden te bengelen. Ach ja, ik was jong hé!
Zo'n 'Kletterkurs' (want zo heette het) heeft me wél geleerd om andere mensen blind te vertrouwen. Dat MOEST ook wel want anderen hadden je leven LETTERLIJK in handen.
Oostenrijk, Tirol, Stanzach... Het waren mooie tijden. Tijden die voorgoed voorbij zijn, herinneringen die herinneringen zullen (en misschien ook wel 'moeten') blijven. Maar kom, DAT kan men mij alvast NIET meer afnemen!
20-02-2014 om 09:19
geschreven door deorleanstorenaar
Gisterenmorgen pikkelde ik naar het station hier in Aarschot om de trein via Brussel naar Namen te nemen.
Nathalie, je weet wel, m'n goeie vriendin, wachtte me ginder op en mijn ontdekkingstocht(je) kon beginnen. Nooit eerder was ik in deze stad, vandaar.
De croque italienne smaakte me. Of ik zin had om een museum te bezoeken? Waarom niet? Dus wij haar auto in en weg waren we. Bleek nu toch wel dat er renovatiewerken bezig waren en dat dat ene museum bijgevolg gesloten was? Geen nood, in de buurt lieten zich ook schilderijen van Jean Delville bewonderen, wat we dan ook deden. Toch wel ongelooflijk hoe die mensen landschappen en portretten konden schilderen, bijna alsof het foto's zijn!
Wat ook ongelooflijk is, is hoe vriendschap na 30 jaar complete rust, kan heropleven. Maar vriendschap mag je niet verwarren met liefde voor je partner. Deze liefde gaat namelijk vérder en andere gevoelens komen hierbij kijken.
Tja, en een hele namiddag Frans praten en denken, ben ik ook niet meer gewoon zenne! Maar beetje bij beetje komt -gelukkig- heel wat terug.
Probleem is dat zo'n uitstap enorm vermoeiend blijkt, voor mij alleszins. Vandaar ook dat dit blogje erg kort is. Maar het was absoluut een fijne dag! Bedankt, Nathalie!
Morgen meer. Beloofd!
19-02-2014 om 09:16
geschreven door deorleanstorenaar
'Ik kan toch niet met lége handen binnengaan?' 'Oh ja, toch wel hoor! Je gaat op bezoek omdat die persoon je nauw aan het hart ligt, omdat je geïnteresseerd bent in diegene die in dat ziekenhuisbed ligt en je gaat NIET om bloemen of pralines af te geven!' Wanneer ik dit durf zeggen, voel ik me soms net alsof ik van een andere planeet kom. Hoe vaak heb ik me niet geërgerd aan mensen die - absoluut met goede bedoelingen- me kwamen bezoeken. Erg hé?
'Hoe gaat het met je?' Uit beleefdheid wordt die vraag wel gesteld, maar twee minuten later wordt er van JOU, de zieke nota bene, verwacht dat je naar HUN problemen en naar alles wat HEN is overkomen, zou luisteren. 'Wanneer we dan op bezoek zijn, mogen we toch niet na tien minuutjes al vertrekken?', hoor je hen denken en dus blijven ze toch wel minstens een half uur. Bezoek weg, een kwartiertje later, de volgende. 'Hoe gaat het met je?' ''Wanneer we dan op bezoek zijn, mogen we toch niet na tien minuutjes al vertrekken?'... En zo gaat dat de hele namiddag door. Of je ziet mensen die je anders NOOIT ziet. Wat zég je dan in godsnaam?? Let wel, het kan uiteraard ook anders zijn.
1999, lang geleden dus. Ik had een héél goeie vriend, Didier, écht wel mijn allerbeste vriend. Hij had ook een tumor in zijn hoofd, zij het op een andere plaats en bij hem was deze -jammer genoeg- kwaadaardig. Wel, Didier kwam vanuit De Pinte, niet uit de buurt van Leuven dus. Hij moest eerst een stukje wandelen, dan de trein nemen naar Gent, daar overstappen op de trein naar Leuven en dan de bus nemen naar Gasthuisberg. Hij was toen al erg ziek (twee maanden later gebeurde wat ik absoluut niet wilde) en TOCH kwam hij tot bij mij. Ik heb dat ALTIJD enorm gewaardeerd. Chapeau! Hij bleef een half uurtje en ik denk niet dat we vijf zinnen gezegd hebben. Maar dat hoefde ook helemaal niet. We verstonden mekaar als geen ander, net omdat we in een soortgelijke situatie zaten. Awel, daar had ik dus véél meer aan dan aan een ongeïnteresseerde bezoeker die zijn/haar mond niet kan houden.
Ziekenhuisbezoek. Pas op, ik wil zéker niemand voor het hoofd stoten. Iedereen komt echt wel met de béste bedoelingen. Alleen is het zo dat niet iedereen de situatie een plaats kan geven, dat niet iedereen weet hoe hij/zij in zo'n situatie moet reageren. Ook ik heb het heiligmakende antwoord niet. Maar -en hiermee kom ik terug op wat ik schreef in een eerdere blog- 'luisteren', 'actief luisteren' speelt hier -naar mijn aanvoelen- een erg belangrijke rol!
Met Didier en Tina in het achterhoofd, besef ik eens te meer dat ik moet houden van het leven. Zij deden dat ook. En zij hielden van hen die een plaats mochten hebben in hun hart. Ik ben zo blij dat ik daar één van was.
Met bijzondere dank aan de familie van Didier dat ik zijn naam en herinnering hier mocht gebruiken.
18-02-2014 om 07:57
geschreven door deorleanstorenaar
Ik schreef het eerder al: ik heb hier fantastisch goeie buren! Of hoe zeggen ze dat ook alweer? 'Beter een goede buur dan een verre vriend.' Je kunt het niet beter verwoorden!
Begin 2010, ik was opgenomen in het ziekenhuis. Op een namiddag stapt er een mij totaal onbekend vrouwtje binnen en vraagt of ik Joris Colin ben? 'Euh, ja? Ken ik u?' 'Neen', zegt ze, 'maar ik ben je toekomstige buurvrouw!'. ????? Ik wist even niet wat ik hoorde! Hoe wist zij in godsnaam mijn naam en -nog straffer- hoe wist ze dat ik HIER was??? Ze vertelde me dat ze hiervoor effekes was gaan piepen op de brievenbus (waarop ik mijn naam al had gehangen, ook al woonde ik er nog niet en waren we nog volop aan het werken). 'Op facebook heb ik je opgezocht en zo heb ik gezien dat je in Gasthuisberg lag!' ??? Euh??? Hoe groot was mijn ongeloof, hoe groot was mijn verbazing, maar ook hoe groot was mijn blijdschap!!! Want DIT had ik NOOIT eerder meegemaakt! Ja, het was Tina. Tina met wie ik de jaren nadien een héél nauwe band had tot wanneer ik in december 2012 aan haar ziekenbed afscheid heb moeten nemen.
Mijn buren. Nu is het 'winter' (alhoewel) en iedereen zit lekker binnen. Het weer leent er zich niet toe om veel buiten te komen. Maar wanneer de vogeltjes beginnen te fluiten en de blaadjes aan de bomen beginnen te groeien, dan gaan ook alle deuren open en wordt er meestal 'op straat' geleefd. 'Oh, dat heb je tof gedaan in je tuin! Mag ik je kruiwagen even lenen?' Het zijn hier dagdagelijkse dingen, maar zéker niet evident!
Het is zo fijn goeie buren te hebben! Maar dat houdt ook in dat er vertrouwen bestaat in mekaar. Wanneer buurvrouw, buurman en de kinderen in de zomer met vakantie gaan, brengen ze steevast de sleutel tot bij mij. Wanneer ik naar het ziekenhuis moet, maakt buurman de brievenbus leeg. 'Good neighbourship'. Of wanneer ik vier jaar geleden op maandagmorgen naar de kookles probeerde te gaan, stak ik 's morgens mijn huissleutel in Tina's brievenbus en zij liet dan de poetshulp binnen. Nooit was/is hier iets teveel, alles wordt met de glimlach gedaan voor mekaar. Het is zoals het zijn moet.
Het blogje van vandaag is niet zo lang, maar daarom niet minder vervuld van vriendschap en liefde voor mekaar. Dank je, lieve buren, dat jullie er zijn.
17-02-2014 om 07:18
geschreven door deorleanstorenaar