Het grootste deel van de dag hebben we besteed aan het bezoek van het museum van de kathedraal.
In het museum kan men het ontstaan en de uitbouw van de kathedraal bekijjken met bijhorende audio.
Vooral de uitleg over de "Portico of glory" is bijzonder. Alhoewel sinds de verbouwing die reeds 4 jaar aan de gang is, kan men betreffend beeldenwerk niet volledig bewonderen. Alles staat in de steigers, en ook bij aankomst kunnen de pelgrims sindsdien hun hand op de centrale zuil niet leggen. Een tradidie sinds eeuwen. Sommigen leggen hun hand dan maar aan de achterkant van de zuil, op het hoofd van maestro Mateo.
Tijdens ons bezoek aan het museum, konden we voor de 3e keer het botafumeiro zien zwierenzwaaien. Het blijft een sensatie om te zien.
In het museum zijn ook prachtig geweven tapijten en houtwerk te zien. De Vlaamse inbreng is duidelijk te zien en te lezen, o.a. enkele tapijten waarvoor Rubens de tekening had gemaakt.
Het is eveneens de moeite de trappen te nemen om een zicht te hebben over Santiago. De stad heeft veel parken en nog veel omringend groen.
Op deze 1e dag verkenning van Santiago hebben we 2 hoogtepunten beleefd.
Om 12 u namen we deel aan de mis waarbij een zuster sommige liederen en teksten zong. Om kippevel van te krijgen. De mis werd afgesloten met de symbolische botafumeiro. Alles staat op video.
Om 19 u hebben het avondmaal gegeten in het parador hostal dos reis catolicos. Dit is een peperduur hotel maar die om 9u, 12u en 19 u telkens de eerste 10 pelgrims die zich aanbieden, gratis eten geven . We zaten dan wel een zaaltje voor de pelgrims, maar de er omgeving en inrichting van de parador waren echt de moeite.
Morgen gaan we andermaal naar de zondagsmis. We hebben immers beloofd om voor veel mensen van thuis en onderweg te bidden.
- in de voormiddag naar het museum van de geschiedenis van de peregrinos geweest. Heel interessant.
- op de middag naar de zondagsmis. Het bonafumeiro was echter niet te zien.
- in de namiddag de stadwandeling van de toerische dienst gedaan. Veel leuke plaatsjes hier in Santiago.
- in de late namiddag het museum van moderne kunst. Was totaal iets anders.
- om de dag te beeindigen met wat te slenteren in de stad. Ook de Spanjaarden kunnen serieus paraderen in deze stad.
Tussentijd hebben we natuurlijk ons steentje bijgedragen tot de lokale horeca. De verdwenen kilo's gaan toch niet terugkomen zeker ?
Dit alles in een korte broek en een T-shirt. Een mens begint ervan te twijfelen om naar huis te gaan.
Geregeld komen we bekende gezichten tegen. Pelgrims van de laatste stapdagen maar ook bijvoorbeeld nog een Duitse juffrouw die ik in het beging van de camino heb gezien.
Een andere pelgrim had een pakkend besluit van zijn pelgrimstocht: DIT IS GEEN EINDE VAN DE CAMINO, MAAR IK KAN NU EEN NIEUW EN ANDER LEVEN AANVATTEN.
Het doet wat met een mens zo'n tocht.
En is alles dan verlopen zoals initieel gewenst ? - Om dank u te zeggen voor het mooie leven. - Om te denken en te bidden voor overleden vrienden en familie. - Om te (be)rusten. We laten al onze ervaringen nu eerst nog bezinken en rijpen.
Als de eindstreep in zicht is, begingen de beentjes vanzelf sneller te gaan. Of is dit slechts een indruk ?
We hadden op de middag goesting om verder te stappen dan voorzien. Maar de warmte van de zon heeft ons toch op andere gedachten gebracht.
De albergue "Porta de Santiago" is heel modern en proper.
Met een mooie binnenkoer.
En veel jong volk. Van de camino kan men alleen maar jonger (van geest) worden.
Volgens de huidige weersvoorspellingen kunnen we de camino uitlopen zonder regen (de 10 regendruppels op 2 bewolkte voormiddagen niet meegerekend).
Zelfs hier in de streek is men verbaasd van dit schitterend weder.
Vandaag hebben we een echtpaar van Puurs tegengekomen en in de albergue een koppel van Geel. !5 weken zien we praktisch geen belgen, en nu 20 km voor onze aankomst plots 2 koppels.
De laatste 100 km hebben we heel wat eucaliptusbomen gezien. Ruikt bijzonder.
Ongelooflijk hoe in de ochtend telkens die zon de mist en de koude
wegdrumt, en dan nu ook in de namiddag een temperatuur vam rond de 26
graden geeft.
Gisteren 12 oktober was het nationale feestdag in Spanje, met te Arzua de nodige optredens en Spaanse fiesta. We worden stilaan verliefd op Spanje.
Na om 8u te zijn vertrokken te Melide, moesten we na 1 u onze pulls uittrekken: het is veel beter te stappen met enkel maar een lichte T-shirt aan.
De verplaatsing naar Arzua was beperkt in afstand, namelijk 13,5 km, en om 12u30 hadden we een nieuwe refuge geboekt om te overnachten. De weg was weer wat stijgen en dalen, gekruid met kleine buurtschappen die nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn. De camino loopt op weg naar de eindstreep over allerlei soorten terrein.
In de middeleeuwen zorgde een nu vervallen augustijnenklooster voor de noden van de pelgrims. Nu zijn hier enkel nog bars, cafes, restauranten en refugios.
Ons resterend programma is nu: morgen donderdag 13 oktober: stappen naar O Pedrouzo 19 km vrijdag verder naar Monte do Gozo: 15,5 km zaterdag dan aankomen in Santiago na 4,5 km stappen.
Na een korte etappe van 15 km zijn we op de middag gestopt te Melinde. Melinde is een klein stadje waar ook weer de pulvo of inktvis overal op de menu staat in de pulveria. Veel pelgrims passeren echter gewoon de stad en stormen door naar Arzua.
De temperatuur net na de middag was 29 graden. Zalig. Morgen is andermaal een korte etappe voorzien om waarschijnlijk zaterdag ten laatste in Santiago aan te komen.
Vroeger rustten de pelgrims hier uit om te bekomen en gezamelijk het laatste deel van de camino te ondernemen. Nu is het echter een dorp zoals een ander, en vele pelgrims lopen door naar bijvoorbeeld Melide. Wij gaan hier echter ook uitrusten en overnachten in een prive refugio. Nog 64,5 km tot Santiago. En het is hier nog steeds iedere dag zonning. Vandaag zelfs terug ook warmer. Niet te geloven.
Ook in Spanje is de herfst zichtbaar: we lopen op een tapijt van beuken-,
okker-, ... noten.
Op de middag hebben we in Portomarin inktvis gegeten.
Lekker. Dit is een lokale specialiteit en op de lokale markt verkochten ze die
inkvis. Met een stuk brood en een wijntje.
Ik heb momenteel war
problemen om foto's door te sturen en op de blog te zetten. Geduld.
Op deze dag 100 zijn we na de middag voorbij de km-paal van de resterende 100 km
gestapt. Reden genoeg vandaag om na 15 km ermee te stoppen en hier in
Morgade in een 2-persoonskamer te overnachten. Morgade is een klein
gehucht tussen Sarria en Portomatin. Het is zelfs zo klein dat het in onze gids
niet is vermeld. We lopen andermaal in een schitterende natuur en in een
prachtig zonnetje van ongeveer 23 graden. Ons initieel idee om vandaag
enkel tot Sarria te gaan was snel opgeborgen. Sarria heeft naast veel herbergen
en auberges, ook de kerk van el Salvador en het klooster van La Madalena.
Na de regen van deze nacht, zijn we deze ochtend in de mist om 8u vertrokken te
Fonfria. Enkele km verder hebben we in Triacastella gekozen om de camino
frances te volgen. Men kan immers te Triacastela ook langs de alternatieve weg
via Samos gaan. Velen doen dit om on het monasterio van Samos te overnachten.
Wij hebben echter steeds ons voorgenomen om de oorspronkelijke camino frances te
volgen. Na 23 km overnachten we nu in een prive refugio net voor Sarria.
De etappe van vandaag verliep langs erg rustige landwegen en ging
eigenlijk van boerderij naar boerderij. Vanaf de middag was de zon daar,
maar wel met een stevig windje.
Vandaag hebben we 2 bijzonderheden van de camino kunnen bekijken: O Cebreiro en de St Jacques op de Alto de San Roque.
Tijdens de beklimming van de O Cebreiro passeerden we langs heel wat dorpjes, met typisch kenmerken:
soms slechts enkele huizen, meestal wel een bar - restaurant, met veel boerderijen, verscholen in de natuur, ... heel mooi.
Het klimmen zelf duurt toch ongeveer 6 km dat men stevig op de benen moet duwen. Ook de armen duwen mee daar we beiden over Nordic Walking stokken beschikken. En niet vergeten te drinken, een ook wat te eten. Op O Cebreiro staat een kapelletje met heel wat moois, o.a. deze kleine St Jacques. Na O Cebreiro komt men al weldra op de Alto de San Roque waar die erg grote pelgrim staat:
Ondertussen zijn we dus nu ook in Galicie:
Vanaf km 151,5 staat er nu iedere halve km een stenen km-paal met de resterende km tot Santiago. Vandaag nog 138,5 km. We schieten goed op.
De weg van Villafranca del Bierzo naar Vega de Valcarce herkende ik nog van de pelgrimstocht op de fiets met Jelle in 2000: een erg lange strook naast de autosnelweg met continu veel wind.
Voortdurend loop men onder de autostrade.
En om de haverklap steekt men de rio Valcarce over.
In 2000 met de fiets konden we toen niet goed volgen en waren we een beetje verbaasd van de maier waarop hier autostrades worden aangelegd.
De zon was opnieuw een ganse dag daar. Iedereen, ook de lokale bevolking, is erom verbaasd.
De wegen zijn dan ook erg stofferig.
Nog steeds zien ze allerlei verwijzingen en afbeeldingen van St Jacques onderweg.
Ook de resterende aantal km tot Santiago is meer en meer vermeld.
De voorziene etappe hebben we een stukje uitgebreid met2 extra km Ruitelan: eigenlijk de eerste 2 km van de beklimming naar O Cebreiro.
De natuur is hier nog niet uitgebloeid: geregeld zien ze mooi plantjes in bloem staan:
De plik van de druiven is hier volop bezig. In een peipklein dorpje konden we in de schuur een boer vinden die de druiven aan het persen was.
We zijn verder opgeschoten tot aan Villafranca del Bierzo: 23 km gestapt in andermaal een zonnige en zelfs op de middag erg warme dag Bij aankomst in dit dorp stuit men direkt op de Santiagokerk en zijn schitterende portada del perdon ( poort van de vergiffenis): een privilege voor zieke of kreupele pelgrims, die vroeger hier dezelfde aflaat en gunsten kregen alsof ze in Santiago zouden aankomen. Wij moeten dus doorstappen naar Santiago.
Villafranca ligt ook aan de oevers van de rio de Valcarce, eigenlijk een natuurlijke weg uit de El Bierzostreek waar iedereen langs moet die van Castilie naar Galicie wil.
Het stappen verloopt nog steeds naar wens, onder andere door de zelf gebreien kousen van de moeder van schoonzoon kurt. Dankuwel moeke voor deze kousen.
Na de beklimming van de Cruz de Ferro (Hoogste punt van de camino) , de lange afdeling erna naar dorpjes die tot enkele jaren geleden zo goed als onbewoond waren, zijn we gestopt na 20 km klimmen en dalen.
De cruz de Ferro is een karakteristiek punt waar pelgrims een steen neerleggen op de "milladoiro" om bescherming te vragen op hun reis, een gewoonte die de maaiers uit Galicië al hadden op hun reis.
De voet van het kruis lijkt ondertussen echter wel een stortveld te zijn omdat er vanalles is achtergelaten: kapotte schoenen, aanstekers, sjerpjes, papieren boodschappen, keien in allerlei formaten en diverse versieringen, ... noem het maar en het ligt er wel ergens.
Mams heeft een kleine bruine kei neergelegd met de namen van de kinderen en kleinkinderen. En ook oma.
Paps heeft een steentje naast het kruis gelegd voor onze overleden familie en vrienden.
Na de beklimming komt men nadien in pitoreske dorpjes die door heel wat buitenlandse reizen is bezocht. Toen wij door het dorp Acebo liepen, was net het bus Jappanners afgezet. Mams had al snel kontakt met een japanner.
In het dorpje Riego de Ambros waar we overnachten, belichtte de avondzon het dorp heel typisch met die echte Spaanse zon.
Ponferrada is de belangrijkste stad in de regio El Bierzo. De naam van de stad komt door de ijzeren brug die de rivier de Sil oversteekt: pons ferrata betekent ijzeren brug.
De stad werd al sinds de romeinen bewoond door de overvloed aan goudmijnen in de omgeving.
Bovendien heeft men hier heel wat verwijzingen naar de astrologie en een prachtig kasteel.
Wij overnachten in een mooi gebouw van de parochie met een leuke binnenkoer en kamertjes met 4 bedden. Alles donativo. We liggen bij een Frans echtpaar dat we al een tijdje tegenkomen en waarmee we al een keer zijn gaan eten.
De meeste pelgrims houden zelf bij hoeveel kilometers er zijn gestapt en hoeveel kms erover blijven.
Voor de pelgrims die zich daar niet met bezighouden, is er hier op de binnenkoer een duidelijke aanduiding.
Nog 202,5 km te stappen.
Op de camino zijn er spijtig genoeg mensen die op de weg zelf sterven: tijdens het wandelen of tijdens het fietsen. Vandaag heb ik de 4e keer een verwijzing gezien naar een overleden pelgrim.
Alhoewel het niet overdreven warm was, is de zon nog steeds elke dag daar: hier net voor Ponferrada rond 11u.
Op de binnenkoer van deze vrij grote refugio (210 bedden) staat nog een kapelletje waar iedere dag om 19u30 een dienst voor de pelgrims doorgaat.
Te Astorga hebben we in ons eigen 2-persoons kamertje heerlijk geslapen.
Geen snurkers. Geen personen die midden in de nacht opstaan. Geen personen die onverwacht het licht aansteken. Geen personen die telaat in bed is.
Enkel Andre en Helly in een 2-persoons stapelbed.
Met ruimte genoeg om de rugzakken uit te pakken en alles bij de hand te hebben.
Met zelfs zicht op de omgeving van Astorga.
Ook de buitenkant van onze refugio te Astorga was niet mis: zie hiernaast met Helly in de deuropening.
Net vandaag is Andre sinds 1 juli 3 maanden aan het stappen: de teller van het aantal afgelegde km staat nu op 2010,5 km. Het hoofd is nog fris, de benen worden al wat sneller moe, de voeten al wat meer pijn. Maar met Helly erbij zijn de etappes toch sneller achter de rug.
Normaal vanaf morgen nog 10 etappes, wat betekent dat we kunnen aankomen op 11 oktober. En gezien het gunstig verloop momenteel, heeft Andre een redelijk goedkope nachtvlucht geboekt bij Vueling op dinsdag 18 oktober. Vertrekken te Santiago op dinsdag om 22:55u en na een (lange) overstap te Barcelona is de aankomst te Brussel gepland om 8u50 op woensdag 19 oktober.
De volgende 5 etappes tot ongeveer O Cebreiro zullen we dus lopen zoals voorzien. Daarna gaan we de etappes wat inkorten zodat we zouden aankomen te Santiago op zaterdag 15 oktober. Dan kunnen we zondag de pelgrimsmis meedoen. Maandag dan Santiago bezoeken en dinsdag hebben we voldoende tijd om in te pakken en naar de luchthaven te rijden.
Onderweg te El Ganso hebben we nogmaals een kerktoren gezien met een ooievaarsnest.
Na Astorga te hebben verlaten, kwamen we een klein kerkje tegen waar een vrijwiller de pelgrims verwelkomde:
De pracht van Astorga en het Gaudi huis ligt nu achter ons: morgen wacht ons het Cruz de Ferro.
Eerst nog een 6 km naast de regionale weg, en daarna tussen de velden en door typische Spaanse dorpen naar Astorga.
De 23,5 km werden wel in de benen gevoeld. Na enkele etappen was dit immers opnieuw een etappe met wat heuvelend terrein.
Onderweg hebben we heel wat gezien.
Zowel de pelgrims als de lokale bevolking zijn erg creatief.
In een tuin zagen we enkele zelf gemaakte stukken, waaronder afgebeeld vliegtuig.
In Hopital worden jaarlijks nog riddersspelen gehouden naast een erg grote en erg mooie brug. Hier moesten vroeger de ridders zich bewijzen tegen de ridders van Hopital om de brug te mogen oversteken.
Op de meest onmogelijke plaatsen zijn door de tijden heen, allerlei herkenbare plaatsen ontstaan waaronder deze, een beetje eigenaardige figuur, waarop en waarnaast pelgrims allerlei eigen aandenkens achter laten.
Ook midden een redelijk groot bos, stond een Spaans echtpaar. Zij deed maasage en hij hield een standje met fruit, dranksjes, koekjes, ... allemaal donativo. Hun idealen waren terplaatse te lezen.
Aangezien de camino continu van het oosten naar het westen gaat, moet men in de ochtend geregeld achter zich kijken. Wat een kleuren.
Vandaag zijn we vertrokken uit Leon: een prachtige stad en een nog mooiere kathedraal. Wat een glasramen.
De 26,5 km die we liepen, waren bijna allen naast de regionale weg. We hadden het gevoel een hele tijd op de Belgische A12 tussen Boom en Aartselaar te vertoeven. Het is hier wel warmer, zelfs met enige regendruppels vanmorgen. Nu om 18 u schijnt de zon weer.
Voeten en benen zijn (bijna) dik in orde. Houden zo.
Morgen gaan we naar Astorga. Ook weer de moeite om te bezoeken. Dus niet telaat vertrekken (de weg zoeken hoeft niet gedurende de eerste 6 km, want het blijft nog even gewoon rechtdoor).
We slapen in de albergue Santa Ana: pas vernieuwd, en met ook kamertjes voor 2. Joepie zegt mams want vorige nacht bij de zusters moesten de oordoppen in. Seffens om 19u eten: menu del peregrino. Morgen vanaf 6u30 ontbijt: desayyuno. Alles voor de totale prijs van 38 euro: joepie zegt paps.
Na 20 km eigenlijk continu naast N-601 te hebben gestapt, zullen we overnachten
in de "Albergue del Monasterio de las Benedictinas": een vrij groot klooster dat
nog steeds door zusters is bewoond.
De getrouwde koppels slapen hier
in 1 slaapzaal, de andere meisjes in een zaal uitsluitend voor de meisjes, en de
resterende jongens slapen in een zaal voor jongens.
Bijkomend willen de
zusters hier iedereen een ontbijt aanbieden tussen 6u30 en 7u30. Perfect voor
ons want wij staan normaal iedere dag op om 6u15.
Alles is hier
"Donativo" : de pelgrim beslist zelf hoeveel hij wil bijdragen voor zijn
verblijf. Waarschijnlijk zal ik 10 euro per persoon geven.
Er resteren
ons nu nog 13 stapdagen tot Santiago: - eerst 4 stapdagen om de 4e dag de
"Cruz de Ferro" te zien op ongeveer 1500 m hoogte - dan 4 stapdagen om El
Cebreiro en de "Alto de Poyo" op 1300 m te lopen - en tenslotte 5 stapdagen
om via Portomatin, Palas del Rey, ... Santiago te bereiken. Nog 306
km.
Gisteren en vandaag was het in de voormiddag wat bewolkt, maar de zon
is toch nog genoeg aanwezig. Warm genoeg hier.
Op heel wat kerktorens
hebben we onderweg ooievaarsnesten gezien. Telkens denken we dan aan onze buren
van Willebroek en we nemen meestal ook een foto van de lege nesten.