De voorstelling werd gestart met een
introductie over de voorstelling zelf. De acteurs vertelden ons waarom ze voor
bepaalde zaken hadden gekozen in de voorstelling. Zo kozen ze voor de
voorstelling te laten doorgaan in deze zaal, met deze stoelen, met deze
stoelenschikking. Ze stonden ook stil bij de attributen die ze zouden
gebruiken. Ze kozen voor weinig attributen voor het decor, omdat men weinig wou
uitgeven hieraan. Enkel een rood doek, een doek om te projecteren en
muziekinstrumenten werden gebruikt. Ook bij hun kledij werd stilgestaan. Men wou
ons duidelijk maken dat de mens op allerlei manieren keuzes kan maken in het
leven. Dat de mens bijvoorbeeld ook koos om in een kapitalistische samenleving
te leven. De mens geeft als het ware vorm aan de samenleving.
De acteurs vertelden over een
idee dat ze hadden een jaar geleden. De vier acteurs hadden het idee om een
reis te maken van Antwerpen naar Groenland en dit via Denemarken en Ijsland.
Tijdens hun reis wilden de acteurs een lied maken van relikwieën met hun
muziekinstrumenten. Ze hadden verschillende strijk- slag- en blaasinstrumenten
bij. Het doel van de reis was vooral vragen stellen naar de zin van het leven.
Ze vermoeden dat er in Denemarken, Ijsland en Groenland inspiratie ligt voor de
toekomst van de onze. Ook vermoeden ze dat Groenland een plek is om afscheid te
nemen van het verleden of de toekomst.
Tijdens de voorstelling werd hun
reisroute geprojecteerd en tegelijkertijd speelden de acteurs op hun muziekinstrumenten.
Door deze combinatie leek het alsof ik er middenin zat. Gedurende hun reis
stelden ze vragen aan verschillende mensen en dit werd ook geprojecteerd. Zo
stelde men vragen aan een voormalige bankier, een man met een hondenslee, een
poolreisonderzoeker en de directeur van Legoland. Er werden vragen gesteld over
onze kapitalistische samenleving. Is deze samenleving goed of slecht? De
directeur antwoordde hierop dat het zijn voor- en nadelen bevat. Hij vermoedt
dat het kapitalisme invloed heeft op het al dan niet ontstaan van een oorlog.
Bijna de hele wereld handelt goederen met elkaar en meer dan ooit zijn de
werelddelen van elkaar afhankelijk. Ze hebben elkaar nodig om handel te drijven
en om geld binnen te krijgen in hun land. De verschillende werelddelen hebben
teveel te verliezen bij een oorlog, terwijl dit vroeger minder aan de orde was.
Men stelde ook de vraag hoe ze tegenover de klimaatsverandering staan. De
poolreisonderzoeker antwoordde hierop dat de opwarming ook voor- en nadelen
biedt voor de Noordpool. Door de verwarming smelt het ijs, waardoor de onderste
laag vrijkomt. De aarde kan men gebruiken om landbouw te verrichten. Ook het
feit dat de inwoners minder kou zullen vatten. Een nadeel daaraan is het
wegvallen van de gletsjers en ijsbergen. De natuurlandschappen zouden vergaan,
maar ook diersoorten zouden uitsterven. Tijdens het rondreizen belanden de
vier acteurs op een bepaald moment in een cruise. Ze varen door het water.
Opeens ziet Suzanne door het mistig weer een walvis zwemmen. Ze riep, maar de
anderen zagen de walvis niet. Eenmaal de vier acteurs terug op land waren,
zagen de acteurs een aangespoelde walvis. Hij was alleen en verdwaald. Ze namen
afscheid van het dier. De acteurs wilden hiermee duidelijk maken dat ook dieren
uitsterven door de klimaatsverandering.
Eenmaal toegekomen in Groenland,
spelen ze nog voor een laatste keer op hun muziekinstrumenten tussen de
ijsblokken en in de vrieskoude. De acteurs bootsten het noorderlicht na met een
plastic zakje. Ze wilden ons laten genieten van de stilte en het geluid van het
zakje.
Educatieve activiteit 1: The Beckett Boulevard; Cie De Koe
De voorstelling werd gestart met
een verhaal over een ondergrondse parking. Peter, Natali en Willem bezochten
een museum. Na het bezoek keerden ze allen terug naar de ondergrondse parking.
Ze praten over het centraal gemiddelde. Door de gezellige sfeer waren ze niet
geconcentreerd. Ze zochten een betaalautomaat, maar vonden het niet. Ze kwamen
terecht op een plaats dat voor hen onbekend leek. Ogenschijnlijk namen ze een
verkeerde trap, dus keerde men terug. Er waren allerlei gangen en de gelijkenissen
waren voor treffend. Door deze gelijkenissen ontstond er een verwarring. Opeens
viel het licht uit, waardoor Peter dacht dat hij in een nachtmerrie zat
verstrengeld. De drie acteurs hadden het gevoel dat ze één persoon waren, die
hetzelfde dacht en voelde.
Het eerste deel ging over een
restaurantbezoek. Peter en Natali gingen uit eten in een restaurant. Peter was
de ex-partner van Natali en Willem speelde een ober. Natali had het gevoel hem
te kennen, maar ze had geen idee vanwaar. In het gesprek tussen Natali en Willem
kwam naar voor dat Natali wou stoppen met acteren en een politicus wou worden.
Ze wou een andere wending geven aan haar leven. Willem reageerde
ongeloofwaardig.
Peter had een plasprobleem,
waardoor hij regelmatig naar het toilet stapte. Willem vertelde aan Natali wie
hij echt was. Vroeger was Willem een acteur en vandaar kende Natali hem. Hij
wou veranderen van baan en koos om ober te zijn. Wat later herkende ook Peter
hem. Natali vertelde aan Willem over Peter zijn plasprobleem. Hij was namelijk
verslaafd aan het toilet. Hij kon daar uren over praten, vooral over zijn
uitwerpselen en riolen. Peter vond het absurd dat zijn uitwerpselen verenigd
werden met anderen hun uitwerpselen, omdat het iets van hem was. Hij stelde ook
een ander bizarre vraag. Waarom het toilet water gescheiden werd van het gewoon
water. Natali vertelde dat beiden terug herenigd werden in de zee en dat zorgde
voor een geruststelling bij Peter. Peter verkleedde zich ook als ober, maar
niemand zag het verschil.
Gedurende het leven veranderen
mensen voortdurend, zonder dat men er bewust bij stilstaat. Niet alleen de
stijl, de handeling maar ook de gedachten veranderen. De baanwissel was hier een
voorbeeld van. Vroeger had hij nooit gedacht dat hij ooit een ober zou worden.
Een mens leefde in een wereld dat voortdurend veranderde, maar ook de identiteit
van de persoon kon veranderen.
Op het einde van het verhaal is
er een discussie waarbij Willem niet geloofde dat Natali en Peter hem niet
herkenden. Hij dacht dat het eerder was omdat ze hem niet wilden herkennen. In de inleiding
was er een gesprek over het centraal gemiddelde. De mens staat ook centraal in
het leven. Er is nooit echt een einde. Het leven blijft doorgaan, ook na de
dood. Ook de verscheidene discussies tijdens de toneelvoorstelling hadden geen
einde, maar bleven in het midden staan. Iedereen zocht naar het midden, maar
ook het midden verdwijnt in de massa. Een voorbeeld in de voorstelling gaat
over de politiek. De meerderheid stemt op de middenpartij, waardoor het
individu verdwijnt tussen de massa.
In de theorie werd er stilgestaan
bij vijf domeinen over de waarde van cultuur. Het domein of effect waarvan ik
het meeste overtuigd ben is het effect op het sociale weefsel. Het gaat over de
sociale cohesie die ontstaat door het participeren aan cultuur. Ik koos
hiervoor, omdat ik er zelf vaak mee geconfronteerd werd. Onlangs bezocht ik een
podiumvoorstelling namelijk Heimat 2. Toen er gepraat werd over de
klimaatsveranderingen en onze manier van leven, dan merkte ik dat ik dezelfde
mening deelde. Ze vertrokken op rondreis naar een ander land om meer te weten
over hun manier van leven. Het bleef mij bij dat het gras niet per definitie
groener is aan de andere kant. Om terug te komen op het effect, voelde ik een
band aan met het publiek. De mensen lachten over dezelfde zaken, het applaudisseren
gebeurde met de volledige groep. Ook het beëindigen van het applaus gebeurde op
een opvallende manier. De mensen bleven applaudisseren, waardoor niemand een
idee had wanneer het applaus zou eindigen. Mensen spraken elkaar aan na de
voorstelling. Men krijgt het gevoel erbij te horen. Ook tijdens de voorstelling
over Cie De Koe merkte ik dat de houding van de acteurs overeenkwam met mijn
houding. Mensen veranderen voortdurend en ook ik stond stil bij mijn eigen
leven. Dat schept een band met de culturele activiteit.
Ik zal in dit deeltje kort
stilstaan bij mijn eigen cultuur kapitaal en op welke manier ik hierin werd
beïnvloed.Tijdens mijn jeugdjaren in de
basisschool engageerde ik mij in de tekenacademie. Ik was ook lid van een
jeugdbeweging. Ik leerde daar sociale vaardigheden en ik leerde ook deelnemen aan culturele activiteiten bijvoorbeeld het maken van kunst. Zo was het
de traditie in mijn scouts om tijdens elk kamp een kunstwerk te maken van
groenten. Ook het creatief zijn met natuurelementen en daarmee muziekgeluiden
produceren is hier een voorbeeld van.
Tijdens mijn jeugdjaren vertoefde
ik vaak in het jeugdhuis in mijn buurt. Daar nam ik deel aan verscheidene activiteiten,
maar ook het samenzijn met leeftijdsgenoten was voor mij belangrijk. Zo werden
er filmavonden georganiseerd. Ik nam ook deel aan verschillende festivals om
naar mijn favoriete bands te kijken. Dit was ook een manier om mijn identiteit
vorm te geven.
In het lessenpakket van de school
werden er podiumvoorstellingen aangeboden. Tijdens mijn middelbaar maakte ik al
eens kennis met "De Werf". In de lessen rond plastische opvoeding werden er op talrijke
manieren aangeboden om creatief om te gaan met materialen. Ik bezochte ook al
verscheidene musea en een theatervoorstelling via het schoolverband. Ook het
regelmatig bezoeken van bibliotheken en het lezen van boeken was één van de
culturele activiteiten in schoolverband.
Door mijn ouders kwam ik, tijdens
het reizen, in aanraking met musea. Ik ga regelmatig op reis, waardoor ik ook
in aanraking kwam met de cultuur van andere landen en in welke zin deze
verschillend is met de cultuur van mijn herkomst. Zo merkte ik dat
Zuid-Afrikanen heel gastvrij waren.
Door het regelmatig reizen werd
ik vaak geconfronteerd met verschillende omgangsvormen en andere waarden en
normen. Op dat vlak was ik meer bezig met de cultuur in brede zin. Op reis
bezochten we ook musea, waardoor ik ook in aanraking kwam met de cultuur in
smalle zin. Op vlak van religie, heb ik weinig handvaten meegekregen van thuis
uit. In mijn gezin van herkomst was religie niet belangrijk. Ook het bezoeken
van kerken werd amper gedaan. Tijdens het reizen bezochten we regelmatig
kerken, maar dit had geen religieuze betekenis. Ook de impact van de
samenleving speelt hierin een rol. Vroeger werd er meer teruggevallen op de
religie.
Ik merk dat ik amper bibliotheken
bezocht, omdat mijn ouders weinig vertoefden naar deze locatie. Ik denk dat de
drempel hier vooral ligt, doordat ik het voorbeeld niet zag bij mijn ouders. Tijdens
mijn jeugdjaren las ik enkel wanneer het op school werd aanbevolen. Ook in mijn
vriendenkring las men zelden boeken. Door mijn vrienden bezocht ik vaak het
lokale jeugdhuis. Dit is ook een vorm van participeren. Hierbij bezocht ik
enkel deze locatie. Ik ging met andere woorden niet actief deelnemen door bijvoorbeeld
activiteiten mee te organiseren. Ik kan hieruit concluderen dat ik eerder
passief deelnam aan de verschillende cultuurvormen.
Participatie toegepast op een jeugdmuziekatelier in Sint-Andries
Als tweede culturele organisatie
koos ik voor een jeugdmuziekatelier in Sint-Andries. Dit is een muziekschool
voor zowel de jeugd als de volwassenen. Kinderen kunnen vanaf het eerste
leerjaar deelnemen aan deze culturele activiteiten. Het is belangrijk om kinderen
zo vroeg mogelijk bloot te stellen aan culturele activiteiten. Dit is ook de
reden waarom men voorbereidende groepslessen opstart voor jonge kinderen. Ze
leren omgaan met ritme en muziek. Er is een mogelijkheid om klassikale cursussen,
individuele cursussen of drama en expressie te volgen.
Ik koos voor dit jeugdmuziekatelier,
omdat deze organisatie nauw samenwerkt met een school, namelijk
Sint-Lodewijkscollege. De lessen gaan door in deze school. Ik vind het goed dat
deze organisatie nauw samenwerkt met een school, omdat het laagdrempelig werkt.
Kinderen en jongeren van het Sint-Lodewijkscollege zullen sneller de weg vinden
naar deze muziekschool. Klasgenoten die al deelnemen aan dit jeugdmuziekatelier
kunnen hierover vertellen op school en andere kinderen kunnen hierdoor
gestimuleerd worden om hier ook aan deel te nemen. Er is ook een mogelijkheid
om zich in groep in te schrijven in de groepslessen. Ook dit werkt
drempelverlagend. De jeugd kan zich ook alleen in groep inschrijven, waardoor
men nieuwe sociale contacten aangaan.
De organisatie richt zich niet
alleen op kinderen en jongeren, maar men staat ook open om volwassenen te begeleiden.
Op die manier kunnen jongeren ook tijdens hun volwassen leeftijd doorgroeien in
het bespelen van muziekinstrumenten. Ook de vrijheid dat jongeren hebben om een
keuze te maken welke muziekinstrument men wilt bespelen.
Er worden ook kortingen
aangeboden, namelijk AXI-bonnen. Deze bonnen bieden korting voor hun
inschrijvingsgeld. Op het aankopen van muziekinstrumenten is er geen korting,
maar men kan altijd een instrument huren. Ouders die het financieel moeilijk
hebben en voldoen aan de voorwaarden, kunnen per kind 50 euro aan AXI-bonnen
krijgen.
Individualisering wordt een
centrale categorie in de moderniteit en dit merkt men ook in de kunstsector. Zo
worden in deze organisatie ook individuele lessen aangeboden en wordt er ook
huiswerk meegegeven aan de deelnemers.
Participeren in de cultuur is een
belangrijk gegeven. Ik zal de manier waarop geparticipeerd kan worden binnen de
kunstsector illustreren aan de hand van de organisatie De Werf.
Deze
organisatie heeft een breed waaier aan voorstellingen. Er wordt op die manier
rekening gehouden met diverse themas. Zo worden er voorstellingen gegeven over
jeugdpsychiatrie, over de zin van het leven, euthanasie, enzoverder. Het is
belangrijk om ook themas te bespreken waar er nog een taboe over heerst. Dit
helpt om het taboe te doorbreken en open hierover te kunnen praten. Euthanasie
is hier een voorbeeld van. Er zijn ook twee diverse vormen van voorstellingen,
namelijk de podiumvoorstellingen en jazzvoorstellingen. De Werf probeert ook om
zich niet alleen te richten op een selecte groep. Men probeert niet alleen
volwassenen aan te spreken. Er is bijvoorbeeld ook een project voor jonge
makers opgericht. Dit project probeert net afgestudeerden van de KASK de kans
te bieden om hun theatertalenten uit te voeren.
Er worden ook verschillende
kortingen aangeboden bijvoorbeeld voor jongeren, werkzoekenden, senioren en
studenten jonger dan 26 jaar. De Werf organiseert ook voorstellingen op maat
van studenten, waarbij scholen zich verplaatsen naar De Werf. Theoretische
gezien is het belangrijk om kinderen op jonge leeftijd in aanraking te laten
brengen met kunst en cultuur. Door jongeren te laten proeven van podium- en
jazzvoorstellingen wordt hier bewust aandacht aan besteed. Sinds kort bestaat
er ook een residentenfestival. Op die manier toont de organisatie ook aan dat
ze vernieuwend werken, omdat het sinds kort werd opgestart. Op dit festival
wordt er teruggeblikt op het voorbije jaar. Men wil het publiek laten
deelnemen, door hen aan te tonen wat er dagelijks achter het scherm gebeurt. Op
die manier wordt het publiek op een andere manier betrokken met de kunstsector.
Mensen kunnen daardoor gestimuleerd en gemotiveerd worden om ook een bijdrage te
leveren aan de kunstsector en wordt men niet verplicht. Men staat ook stil bij
de verschillende theatermakers en er wordt ook ruimte gecreëerd om te
reflecteren over de voorstellingen, bij zichzelf en over het belang van
creatieplekken. Met dit project wil ik aantonen dat De Werf een dynamisch
gegeven is en niet stilstaat, maar voortdurend onderhevig is voor nieuwe
impulsen van zowel binnen de theatermakers als het doelpubliek. Cultureel
ondernemerschap en innovatie zijn twee kerndoelstellingen in de missie van De
Werf.
Ook vrijetijdsbesteding wordt in vele opzichten gezien als participeren
aan de cultuur. Vrijetijdsbesteding kenmerkt zich, meer dan vroeger, door de
individualisering. Mensen zullen zich meer bezighouden met private
amusementsvoorzieningen. Ik merk op de website dat men daar ook op inspeelt. Zo
staat er op de website videos van kunstenaars en theatermakers, waarbij mensen
al een kijk kunnen nemen over hoe de voorstelling eruit kan zien. Mensen kunnen
op die manier ook thuis het initiatief nemen om informatie over een bepaalde
voorstelling op te zoeken.
Dit is een museum in Brugge en
biedt ook een bijdrage aan de culturele functie. Ten eerste wordt in dit museum
de geschiedenis van de Belgische beeldende kunst weergegeven. Er wordt
betekenis gegeven aan de geschiedenis en men probeert deze geschiedenis
levendig te houden. De cultuur, waaronder de waarden en normen worden belicht.
Het Groeningemuseum benadert
cultuur eerder smal, omdat er goed afgebakende cultuurproducten aanwezig zijn.
Men richt zich op de Belgische beeldende kunst en dit wordt dan ook
tentoonstelt. Men wil de mens vooral kennis en inzicht geven over de
geschiedenis hiervan, maar het kan ook een bijdrage leveren aan de
persoonsvorming. Dit omdat sommige mensen geïnspireerd raken van deze soort
kunst en zelf beeldende kunst maken.
Bij het Groeningemuseum gaat de
aandacht naar cultuur als product. Daarbij kan een onderscheidt gemaakt worden
tussen materiële en immateriële cultuur. In dit geval kan het materiële, de
beeldende kunst zijn. Het immateriële gaat dan over de waarden die heersten in
deze periode. Wat als een ideaalbeeld werd gezien ten opzichte van beeldende
kunst in vroegere periodes.
Er wordt aandacht gegeven aan de
functie van cultuurbewaring. De cultuur van vroeger wordt belicht en
doorgegeven aan de huidige generatie, dat op zijn beurt wordt doorgegeven aan
de volgende generatie. Zo blijft de geschiedenis van de Belgische beeldende
kunst levendig.
Er is ook sprake van
cultuurspreiding. Men wil de geschiedenis van de Belgische beeldende kunst
verspreiden. Ook wil men nagaan welke impact deze geschiedenis heeft op de beeldende
kunst in het heden.
Men werkt ook aan de cultuurbemiddeling.
Er is gratis toegang voor Kinderen t.e.m. 11 jaar. Zo wordt de kloof kleiner om
hun kinderen thuis te laten tijdens een museumbezoek. Jongeren en 65 plussers
krijgen een toegangskorting. Ook zijn er verschillende passen waarbij mensen
gratis het museum kunnen bezoeken met bijvoorbeeld een museumpas. Er wordt ook
rekening gehouden met de toegankelijkheid van het museum. Zo is het museum en
de toiletten van het museum toegankelijk voor mindervaliden. Er is ook
toegankelijkheid voor kinderwagens.
Ook cultuurbeleving komt aan de
orde in het Groeningemuseum. Het museum biedt de mogelijkheden om de Belgische
beeldende kunsten van vroeger te herbeleven. De kunst van vroeger kan nog
altijd een invloed hebben op de hedendaagse kunst. Deze verschillen en gelijkenissen
komen aanbod. De accenten van vroeger bepaalden ook hoe de culturele context
eruit zag. Ook de kunst van vroeger heeft bepaalde typische accenten en dat
vormt ook een weerspiegeling van de culturele context.
Er zijn drie sociaal-culturele
interventiestrategieën, maar ik zal een strategie kiezen die het meest naar
voorkomt voor het Groeningemuseum. Het organiseren van cultuurconsumptie komt
op de voorgrond. Ten eerste gaat het in deze strategie om deelnemen aan
cultuur. Het feit dat mensen de stap zetten om meer kennis te hebben over de
Belgische beeldende kunst. De mensen worden begeleidt om de cultuuruitingen te lezen
en te verstaan. De andere strategieën zijn diepgaander terwijl deze culturele
werkveld eerder vaag blijft en zich niet bezighoudt met een standpunt in nemen
of hen ook niet stimuleert om zelf beeldende kunstwerken te maken.
De betekenis van de culturele functie zal
duidelijk worden door het toe te passen op een bestaande organisatie of
project. De Werf is een project in Brugge die zich bezighoudt met jazz en
podiumkunsten.
Er heerst ook een culturele
functie in dit project. In het project heersen er waarden en normen die al
bestonden voor we geboren werden. Het project richt zich op een open en loyale
houding, maar ook op duurzaamheid. Er is openheid omdat men diverse themas
durft aanpakken, maar ook omdat iedereen welkom is. Cultureel ondernemerschap
en innovatie zijn ook belangrijke aspecten van dit project. Ze vinden nieuwe
input belangrijk, ook omdat de samenleving voortdurend in verandering is. Men
wil als project mee participeren met deze dynamiek. De Werf bestaat al 30 jaar
en door de jaren heen werd er samengewerkt met verschillende cultuurhuizen.
Door deze samenwerking ontstond de Werf. Dit project werd opgestart voor jazz en podiumkunsten
te presenteren, wat nog altijd merkbaar is. Het project bouwt ook een brug
tussen de kunst, kunstenaar en de samenleving. Door deze brug bereikt kunst ook
onze samenleving, ondanks de onderwaardering van kunst in de samenleving. De
brug is ook belangrijk voor het maatschappelijk engagement. De kunstenaar dat
recht heeft op een publiek. Door dit engagement kunnen mensen kiezen om te
participeren. De Werf wordt ook zichtbaar in de samenleving door open te staan
voor studenten. Er wordt rekening gehouden met hun beperkte budget door studentenkortingen
aan te bieden. De Werf biedt ook voorstellingen aan op maat van studenten. Zo
kunnen scholen mee engageren en de studenten krijgen voeling met dit gegeven.
Dit project benadert cultuur
eerder breed. In hun voorstellingen probeert men de samenhang en verhouding tussen
individuen, groepen en gemeenschappen naar voor te brengen. Zo belicht men
maatschappelijke trends bijvoorbeeld door de komst van vele vluchtelingen en dit wordt in
een podiumvoorstelling gebruikt of het proberen verbreken van taboes rond
holebis, Zo bekeek ik een voorstelling waarin de focus lag op de
veranderingen dat mensen meemaken doorheen hun leven. Dit zet mensen aan tot
denken over hun eigen leven, maar ook de relationele verhoudingen met anderen
en in het leven. Het gaat verder dan enkel de afgebakende cultuurproductie. Men
wil meer dan enkel het belichten van kunst, maar mensen ook laten nadenken. Projecten
die vroeger een weerspiegeling waren van de samenleving, zijn nu bijvoorbeeld
amper bruikbaar en dit door de dynamiek van het leven.
Dit project richt zich vooral op
cultuur als proces, omdat men de focus legt op het samenhangend en dynamisch
geheel van cultuurbeleving. Een podiumvoorstelling belicht bijvoorbeeld bepaalde
waarden of trends vanuit de samenleving. Men wil niet alleen het onderwerp
belichten, maar men wil ook dat mensen aandacht hebben voor de beleving
hierover. Het zet mensen aan tot nadenken over zichzelf, maar ook over de
samenleving. Zo kan een voorstelling gaan over verschillende culturen, waardoor
mensen worden aangezet tot denken om verdraagzaam te zijn tegenover andere
culturen. Het is een proces dat in gang wordt gezet.
Er worden verschillende culturele
functies uitgeoefend met dit project. Er is sprake van cultuuroverdracht, omdat
er zich een boodschap schuilhoudt achter de podiumkunsten en deze boodschap
zorgt ervoor dat mensen dit proberen te verinnerlijken. Na de voorstelling
praten mensen onderling over de inhoud, men heeft ook een oordeel hierover. Dit
oordeel kan onderling gedeeld worden met elkaar. Mensen praten met de ruime omgeving
hierover.
Cultuurbewaring is geen
kerndoelstelling, maar onbewust worden deze culturele elementen doorgegeven aan
een volgende generatie. Ouders die vaak deelnemen aan culturele activiteiten,
zullen hun kinderen warm maken om hetzelfde te doen.
Dit project werkt ook aan
cultuurspreiding, omdat men zorgt voor reclamefolders aan de ingang. Op de
website staan de verscheidene culturele activiteiten beschreven. Daarnaast
wordt niet iedereen bereikt met dit project. Je moet weten dat het bestaat en
sommige kansengroepen weten dat niet. De activiteiten zijn veelal niet aangepast
aan de verschillende sociale klassen. Er is cultuurspreiding, maar veelal
binnen dezelfde sociale klassen.
Met cultuurbemiddeling doelt men op
de brug tussen kunst, kunstenaar en samenleving. Er is aandacht voor
maatschappelijke actuele themas, zodat mensen zich ertoe aangetrokken voelen. Men
stimuleert ook studenten om voorstellingen te bezichtigen door
studentenkortingen aan te bieden. Deze functie is indirect aan de orde.
Cultuurbeleving is een belangrijke
functie in dit project. Mensen worden aangespoord om voorstellingen bij te
wonen en om cultuur in hun leven te laten bestaan. Ook voor ontspanning en
identiteitsvorming gaan mensen deelnemen.
Er zijn ook drie
sociaal-culturele interventiestrategieën. De verschillende strategieën kunnen
toegepast worden, maar toch springt er één strategie op de voorgrond. Het faciliteren
van cultuurkritiek is de interventiestrategie dat het beste overeenkomt met de
Werf. Deze strategie richt zich op het deel zijn van een cultuur. Ik heb
daarvoor gekozen omdat de deelnemers tot onderwerp van reflectie worden
gemaakt. De deelnemers moeten nadenken over de dominante waarden, normen en
gewoonten in de hedendaagse samenleving en wat hun positie hierin is. Deze bewustwording is een eerste stap
om te veranderen naar een gewenst streefdoel. Zowel zullen de deelnemers
kennismaken met de gangbare cultuur, maar ze zullen ook de cultuur maken door
een standpunt in te nemen.
Er zijn opvallende gelijkenissen
tussen zorg voor cultuur en zorg voor de natuur. Het zijn broze domeinen. Zowel
bij natuur als cultuur kan een hoge intrinsieke waarde van toepassing zijn. Niet
de kwantiteit maar de kwaliteit is belangrijk. Er zijn twee verschillende
discoursen namelijk het discours over de kunsten en het discours over de
participatie. Deze discoursen hebben geen interactie met elkaar. De
ontwikkeling van de vrijetijdsbesteding kenmerkt zich met individualisering en
democratisering. Individualisering door het streven naar privacy, maar ook door
de opkomst van de private amusementsvoorziening. Met democratisering bedoelt
men de trend van mondialisering. Deze trends staan tegenstrijdig tegenover
elkaar. Men tracht kunst voor iedereen toegankelijk te maken via
cultuurspreiding. Er bestaan horizontale en verticale cultuurspreiding. Bij het
eerste investeert men in gebouwen. Verticale cultuurspreiding is nauw verbonden
met kennis en gewoonte. Er zijn een aantal redenen om cultuur te spreiden. Er
is sprake van een democratische drijfveer en cultuur is een voorwaarde voor
andere waarden en het zorgt ook voor de dialoog tussen de samenleving en de
kunstwereld.
De overheid draagt verantwoordelijkheid voor het welzijn van de
burgers, waar cultuur een onderdeel van is. Ook het interveniëren in de
ongelijke cultuurdeelname. Bourdieu benoemt het belang van primaire en
secundaire socialisatiemilieu. Het eerste begrip gaat over de opvoeding en het
ander begrip betekent school en opleiding. Er bestaan zeven drempels namelijk:
fysieke beperkingen, tijdsgebrek, informatie-, sociale-, geografische-,
financiële- en motivatiedrempel. Ook zijn er verschillende doelgroepen te
onderscheiden namelijk: de hoogopgeleiden, de belangstellende deelnemers (gaan
meerdere keren per jaar) en de incidentele deelnemers (weinig intrinsiek belang).
Vroeger sprak men over cultuurspreiding, nu wordt de term cultuurparticipatie
belicht. Dit gaat over de maximalisatie van de keuzemogelijkheden. Het gaat
over een keuze. Bij deze term staat men ook stil bij verbreding, verdieping en
vernieuwing. Verbreding stelt als doel om een ruimer en een ander publiek te
bereiken. Bij verdieping verhoogt men de belevingswaarde door aan diverse
artistieke activiteiten deel te nemen. Bij vernieuwing bedoelt men de verhoging
van culturele competentie.
Er bestaan een aantal participatiestrategieën. Ten
eerste het richten op de positieve vrijheid, dus oog voor de mogelijkheden en
talenten van de mens. Vervolgens mag participatie niet reduceren. Ten derde
moet participatie gebeuren in een context. Als vierde aspect moet geïnvesteerd
worden in de culturele habitus en vooral beginnen tijdens de kinderjaren. Vervolgens
heeft een gebrek aan participatie altijd te maken met uitsluitingsmechanismen.
Een bemiddelaar zorgt dat de kunst in contact komt met het publiek. Op vlak van
cultuureducatie wordt er tijdens de kleutertijd veel aandacht besteed aan
cultuur, maar vanaf het eerste leerjaar vervaagd dat. Cultuurcommunicatie
is een vaak onderschat aspect en men pleit dus voor meer aandacht op de
openbare omroep.
Ik sta ook stil bij de verschillende misverstanden rond
cultuurparticipatie. Ten eerste is het niet omdat er een hoge
cultuurparticipatie is, dat het artistieke niveau verlaagt. Vervolgens moet men
de lat op artistiek niveau niet lager leggen voor meer publiek. Ten derde moet
niet iedereen naar een theater gaan, enkel als het een bewuste keuze is. Vervolgens
is kunst voor iedereen die dat wil en dus niet verplicht. Kunstinstellingen
gebruiken vaak moeilijk begrijpbare taal. Ten zesde mag er een onderscheidt
gemaakt worden tussen hoge en lage cultuur, terwijl men eerder het
tegenovergestelde denkt. Vervolgens moet er eerst een intrinsieke motivatie
zijn vooraleer er gedacht wordt aan materiële en financiële drempels.
Sociaal-artistiek werk is niet volledig bedoeld om cultuurparticipatie te
verhogen. Ook heeft de media een invloedrijke impact voor het waarden- en
normenkader van mensen. Als tiende aspect wil de artiest ook aandacht krijgen
voor zijn werk en dus niet voor een lege zaal optreden. Ook zijn de regels niet
voor iedereen duidelijk. Tot slot bereikt men niet iedereen via het beleid en
cultuurspreiding.
Referentie: Cultuurparticipatie: kwestie van kunnen kiezen
Het belang van kunst gaat over de
omgang van de kunst zelf. Kunst vormt zowel een extrinsieke als intrinsieke
waarde, dat in het verlengde van elkaar ligt. Men stelt dat intrinsieke waarde
belangrijk is voor de ontwikkeling van individuen en de samenleving.
Het begrip intrinsieke waarde biedt
geen eenduidige betekenis omdat er niet of nauwelijks een objectief onderzoek
is. In een publicatie beschrijft men dat kunstbeleving iets waardevols toevoegt
aan mensen. De aandacht richt zich tot de subjectieve ervaring. Men benoemt
kunst ook als een specifieke vorm van communicatie.
Kunst betekent het verkennen van
het onbekende. Men verlegt de grenzen en verruimt de horizon. Door kunstwerken
kan men ervaring opdoen die in het leven niet voorhanden zijn. Ook meer
realistische kunst verlegt grenzen. Mensen worden meegezogen in de
belevingswereld van de personages. Door contact te hebben met verscheidene
ervaringen van het personage, kan de mens dit eigen maken en dit leidt tot
nieuwe inzichten.
Door kunst kan een wens tot
vervulling komen, door tegemoetkoming van de beperkingen in het leven. De mens
gaat op verkenning, ontdekking en avontuur. Kunst zorgt ook voor een bepaalde
aantrekkingskracht. Een kind zal zich bijvoorbeeld identificeren met een
personage, iets wat hij wil zijn. Kunst opent zijn deuren voor individuen en de
samenleving. Men bekleedt deze wereld op een andere manier dan de werkelijke
wereld. Ook wordt het inlevingsvermogen van mensen vergroot door kunst.
Kunst biedt een inkijk in een
innerlijke wereld en heeft ook af in kleur en vorm. Het beeldt iets uit van de
uiterlijke zichtbare wereld, waar onze angsten en wensen liggen. Men zocht een
antwoordt op de vraag welke bijzondere eigenschappen een kunstwerk bezit. Het
menselijk leven roept voortdurend spanningen op en dat op allerlei niveaus. Het
emotioneel leven is daar een belangrijk aspect van. Dit kan bijvoorbeeld gaan
over onopgeloste frustraties. Kunst zou een bevrijdende werking bezitten. Deze
spanningen gaan samen met lustgevoelens, namelijk de esthetische beleving. Deze
beleving zorgt voor een oplossing waar de realiteit in tekortschiet. Kunst
fungeert als klankbord, uitlaatklep en het slaat een brug tussen de innerlijke
wereld en de buitenwereld.
Kunst lijkt een luxe verschijnsel
in onze samenleving, maar het doel reikt verder. Een leven zonder kunst is
ondenkbaar. Zelfs in de prehistorie bestond er kunst, weliswaar in de brede
zin. Kunst is verbonden met het menselijk bestaan.
Referentie: Twaalfhoven, A. (2008). Het raadsel rond de intrinsieke waarde.
In deze tekst wordt onderzoek
verricht naar de term kunsteducatie. Educatie benadrukt dat men het kan leren,
iets van kunst leren en daarvoor is er een educatieve aanpak nodig. Hillaert
benadrukt vier verschillende types van organisatie die deelnemen aan
cultuureducatie: jeugdorganisaties, educatieve diensten, deeltijds
kunstonderwijs en kunst educatieve organisaties gesubsidieerd door het
Kunstendecreet. Deze types vergelijkt hij met elkaar en hij vindt dat iedere
organisatie zijn eigen stek moet vinden, ondanks de verwantschap. De
vergelijking van Hillaert mist complexiteit. Er wordt onbewust of bewust de
vele nuances tussen deze instellingen genegeerd. Naast de verschillen tussen de
organisatietypes, zijn er ook gelijkenissen. De vergelijking blijft onvolledig
doordat Hillaert zich beperkt tot vier types. Naast de kunsteducatie over de
vrije tijd, wordt er ook binnen het leerplichtonderwijs stilgestaan bij kunst.
Binnen de schooluren komen kinderen vaak in contact met kunst en cultuur.
Bij kunsteducatie buiten de
schoolmuren zijn er ook verschillen. Hillaert stelt dat binnen het
kunstendecreet meer kunstenaars en professionals aangewezen worden om
kunsteducatie te bepalen dan andere kunstorganisaties.
Kunst moet zorgen voor een
betekenis. Men richt zich niet zomaar over het kunstwerk met zijn intrinsieke
kenmerken, maar ook wat er zich afspeelt tussen het kunstwerk en de omgeving,
context, publiek en individu. Dat proces noemt men een leerproces.
Hillaert heeft het blijkbaar niet
zo voor de term educatie. Hij gebruikt vaak synoniemen van educatie. Het
ontwijken van educatie staat gelijk met de tijdsgeest. Men focust zich meer
op het individuele standpunt en minder op het institutionele standpunt. Op die
manier wijst men het individu aan tot verantwoordelijkheid. Kunst educatief
proces in scholen en culturele organisaties gaan gepaard met risicos, wanneer
men teveel focust op het aanbod en weinig oog heeft voor de lerende.
Hillaert ziet kunsteducatie als
een wit blad. Hij stelt dat men steeds vertrekt vanuit een wit blad, een
sprong in het onbekende, maar dat zou tijdrovend zijn. Men stelt de vraag of
het aangewezen is om een begeleider aan te stellen zonder kennis of ervaring. Iedereen
wil toch een begeleider die een planning kan voorleggen en weet hoe men een
opdracht succesvol kan bereiken?
Cultuureducatie wordt als
vernieuwde term gebruikt voor kunsteducatie. Onder meer omdat kunsteducatie
zich enkel richt op de kunsten zelf. Cultuureducatie is een breder pad.
Kunsteducatie mag zich ten slotte
niet terugtrekken op een eiland, maar moet in de wereld staan. Dit wil zeggen
dat men moet nagaan welke vaardigheden er ook buiten een artistieke context
bruikbaar kan zijn. Ook legt men de nadruk op de fundamentele betekenis van het
leren met en over kunst. Kunsteducatie is namelijk belangrijk voor het omgaan
met de kunst zelf. Daarnaast is kunst ook een deel van de samenleving.
Referentie: Vermeersch, L. (2013). Kunsteducatie: het dubbele van de helft. Rekto verso, 57.
Macs is een unieke
tentoonstelling op maat van kinderen. Men wil niet alleen kinderen prikkelen,
maar ook kritisch nadenken over de kwaliteit van kunsteducatie in musea. Art
Basics for Children (ABC) confronteert kinderen met kunst, door een ruime en
rustige architectuur te gebruiken. Deze richting richt zich niet alleen op
kinderen, maar op iedereen.
In de blik toont men
een video van zes minuten waarin Ruth, in het bijzijn van haar klasgenoten, een
schilderij natekent. De gelaatsuitdrukkingen van Ruth worden ook gezien als een
manier van kunst. Zoals Ruth tonen kinderen hoe men op een speelse manier kunst
kan voorstellen.
Deze blik komt in vele musea vaak
niet aanbod, omdat er meer gericht wordt naar massaconsumptie. ABC werkt in
kleine groepen, ook met minder assertieve kinderen. Men heeft een interactieve
bibliotheek waarin kinderen zelf onderzoek kunnen verrichten. ABC richt zich op
de kwaliteit van kunst.
Kunst is divers en maakt deel uit
van de wereld. De verschillende kunstvoorwerpen vragen telkens om een andere
verkenning. Kunst zorgt, volgens Martha Nussbaum, ook voor een manier van leren
omgaan met kwetsbaarheid.
Mac wil dat elke museumbezoeker
kunst bekijkt via een esthetische ervaring en via een nieuwsgierige verkenning.
Elke museumbezoeker mag met andere woorden kijken naar kunst en vrije
associaties maken, waardoor kunst extra toegankelijk wordt. Musea gaan vaak in
overproductie, daardoor verliest cultuurbeleving aan intensiteit.
Tot slot verdedigt MAC
creativiteit als attitude van alledag. Primair wil men inzicht bieden in de
manier waarop je leert omgaan met kunst en diversiteit. Kunstwerken staan niet
los van het leven en zorgen voor diverse wereldbeelden.
Referentie: Viaene, T. Hillaert, W. (2012). Skip de gids, neem een kind. Rekto verso: tijdschrift voor cultuur en kritiek, 52.
De waarde van cultuur; een onderzoek naar het meetbare en onmeetbare
Sociaal-culturele organisaties organiseren
projecten om de latente behoeften in het oog van de burgers te brengen. Zo
werkte een organisatie over het omgaan met diversiteit, terwijl een ander
project dementie belichtte. Mensen die samenleven delen iets en dit zorgt voor
een betekenis. Een cultuur leert ons deze gangbare betekenissen aan. Cultuur
socialiseert, omdat er verbondenheid heerst en we er thuis in voelen. Veel van
deze dagelijkse betekenissen zijn we niet van bewust, maar moeten we ons bewust
van worden. Deze bewustwording gebeurt door confrontatie met andere culturen.
De culturele sector wil deze betekenissen bespreekbaar maken.
Vroeger was er een Europese
cultuur als heersende discours, maar door de toegenomen globalisering en
verstedelijking werd er afgeweken van dit discours. Cultuur als beschaving betekent
dat men vaardigheden en kennis eigen maakt, omdat men erbij wil horen. Een
cultuur kwalificeert ook door te rangschikken en ordenen. Cultuur construeert
ook wat er hoort en niet hoort binnen de cultuur. Cultuur is subjectief, want
er kunnen veranderingen plaatsvinden in de bestaande sociale orde en
hiërarchieën. Individuen kunnen er zich een houding tegenover aanmeten. Cultuur
probeert ook dingen uit en houdt rekening met wat past binnen de samenleving.
Creativiteit is de brandstof van kunst, maar kunst is iets anders dan creatieve
industrie. Want daar geldt de economische maat.
Onderzoek naar de effecten en de
werkzaamheid van cultuur heeft ook grote beperkingen, omdat alles meetbaar moet
zijn. Er wordt ook invloed uitgeoefend door andere sectoren. In dit onderzoek
belicht men vijf domeinen. Het eerste domein gaat over de effecten op cognitief
vlak. Actief en passief bezig zijn met cultuur zorgt voor meer zelf reflectieve
kennis over zichzelf en de samenleving. Cultuur is een collectief instrument.
Het tweede domein benadrukt de effecten op de gezondheid. Culturele
betrokkenheid verhoogd ons welzijnsgevoel en tevredenheid, maar heeft ook
invloed op onze beleving, over onze gezondheid en het leven. Het derde domein
zoekt op welke manier ervaringswaarden de cultuur realiseert. Er bestaan zowel
intrinsieke als extrinsieke waarden en deze zijn vaak nauw verbonden met
elkaar. Het commerciële aanbod fungeert eerder als vermaak. Ook populaire
kunst- en cultuurvormen kunnen een kunst intrinsieke waarde bevatten. De
betekenis van boeken richt zich eerder op cognitieve waarden en gezondheid.
Anderen vinden de sociale dimensie uiterst belangrijk. Als vierde domein
onderzoekt men de effecten op de economie. Er zijn vier soorten effecten. Ten
eerste zorgt de georganiseerde cultuur voor directe en indirecte
werkgelegenheid en voor economische activiteiten. Vervolgens is cultuur de
motor voor de heropleving van steden. Ten derde zorgt cultuur voor
aantrekkelijkheid van een stad om er te wonen. Ook hangt cultuur nauw samen met
creativiteit. Het vijfde domein gaat over de effecten op het sociaal weefsel. Deelnemen
aan een sociaal-culturele organisatie is grotendeels een sociale en educatieve
aangelegenheid. Amateurkunstenaars hebben minder te maken met sociale desoriëntatie,
minder sociaal isolement en meer sociale activiteit. Er is ook een verband
tussen actief of passief participeren aan kunst. Men komt vaak samen en er is
een bindende sociale cohesie.
Er is een interne samenhang tussen gemeenschap
en cultuur. Politiek bepaald het leven. Er zijn twee grote modellen namelijk
het Rijnlandse kapitalisme en het Angelsaksisch model. Cultuur blijft afwezig
in deze modellen. Er is een toenemende afhankelijkheid van cultuur tegenover
andere culturen bijvoorbeeld op vlak van onderwijs, economie, politiek, democratie en de druk op
creativiteit. Toch wil kunst autonoom zijn. Daarnaast zorgt de gemeenschap
ervoor dat een individu individuele vrijheid krijgt. In de EU ontbreekt er een
draagvlak, dat komt omdat er nauwelijks een Europese gemeenschap is. Er zijn
amper gemeenschappelijke waarden en cultuur.
Referentie: De Rynck, P. (2014). De waarde van cultuur een onderzoek naar het meetbare en onmeetbare. Brussel: SoCius.
Sociaal-cultureel volwassenenwerk en de culturele functie
In de visietekst staat men stil
bij de culturele functie. Men doelt om klaarheid in het geheel te brengen. Men
staat stil bij het begrip cultuur door middel van de drie verschillende
benaderingswijzen, namelijk factor, facet en sector.
Cultuur als factor heeft te maken
met een drijvende kracht, namelijk de waarden, normen en betekenissen dat al
voor we geboren werden bestonden. Het behoort tot de traditie en is empirisch
waarneembaar. Cultuur heeft dus te maken met het ideologisch, gedragsmatig en
het materieel niveau. De mens wordt ingeleid in een cultuur door enculturatie
(ingroeien in instituties) en processen van identificatie.
Cultuur als facet betekent een
aspect van de sociale werkelijkheid. Er zijn hierbij twee focussen. Ten eerste
cultuur als product en proces. Ten tweede een enge en brede benadering van
cultuur. Bij cultuur als product kan er een onderscheidt gemaakt worden tussen
materiële (bijvoorbeeld boeken) en immateriële cultuur (bijvoorbeeld waarden) en dit wordt gebruikt
tot onderwerp in ons denken, praten en handelen. De cultuur als proces legt de
focus op het samenhangend en dynamisch geheel van cultuur zowel bij individu
als samenleving. Bij de enge benadering of aspectuele benadering is de focus
smal. Dit betekent goed afgebakende cultuurproducten (bijvoorbeeld kunstwerken). Deze
benadering heeft twee effecten op het niveau van het individu. De instrumentele
effecten dragen bij tot de persoonsvorming door participatie. De intrinsieke
effecten leidt tot kennis en inzicht over kunst. Bij een brede of holistische
benadering is alles omvattend. Aandacht voor het geheel van de samenhang.
Sociaal-culturele organisaties moeten zich bewust zijn hiervan en normatieve
keuzes maken.
Cultuur als sector betekent
beleidsmatige en organisatorische aandacht voor cultuur. De taken en opdrachten
bestaan uit cultuuroverdracht, cultuurbewaring, cultuurspreiding,
cultuurbemiddeling, cultuurschepping en cultuurbeleving. Er wordt ook een onderscheidt
gemaakt tussen cultuur smaken (deelnemen aan) en maken (een bijdrage leveren).
Het is belangrijk om bij deze cultuurbenadering te balanceren tussen
democratisering van cultuur (bestaande cultuurelementen) en culturele
democratie (rekening houden met de waarden en normen van een bepaalde groep
tegenover de dominante cultuur).
Er zijn drie sociaal-culturele
interventiestrategieën om de culturele functie vorm te geven. Bij het
organiseren van cultuurconsumptie richt men zich op het deelnemen aan cultuur.
Ten tweede het realiseren van cultuurproductie. Dit betekent het deel hebben
aan cultuur (bijdragen tot cultuur). Vervolgens het faciliteren van
cultuurkritiek richt zich op het deel zijn van cultuur (reflectie van de
dominante cultuur, in dialoog gaan). Men gaat over tot reflectie en in dialoog
gaan. Deze strategieën hebben op individueel beleidsniveau te maken met cultuur
consumeren, produceren en bekritiseren.
Er bestaan verschillende
karakters voor de culturele functie namelijk een sociaal-constructionistische
visie faciliterend-, participatief-, kritisch-, normatieve-, sociale- en een
multifunctioneel karakter. Een sociaal-cultureel werker kan niet minder zijn
dan een bewaker en facilitator.
Ten slotte staat men stil bij de zichtbaarheid
van de culturele functie. Cultuur als sector zichtbaar maken bij organisaties
gaat over het aantonen van geleverde inspanningen en de gerealiseerde effecten.
Cultuur als facet zichtbaar maken in organisaties gaat over de mate van zich
bewust en zich verantwoorden door de missie, doelstellingen, enzovoort. Cultuur als
factor zichtbaar maken door de organisaties, gaat over de aanwezigheid in de
samenleving.
Referentie: Cockx, F. (2009). Sociaal-cultureel volwassenenwerk en de culturele functie. Brussel: SoCius.
Rudiger Safranski linkt
verwarring met een globaliseringsproces. Verwarring ziet hij als verdwaald zijn
in een bos. Er zijn dan drie opties. Hij kan terugkeren en zoeken wat er
misging. Ten tweede kan hij verder wandelen. Safranski beveelt eerder de derde
optie namelijk: hij kan gaan zitten en om zich heen een open plek maken om
beter na te denken. Er ontstaat een paradigma wissel van de kunsten in de
samenleving. De individualisering wordt een centrale categorie van de
moderniteit. De mens is een geïsoleerd wezen geworden. Kunst maakt zich los van
iedere dienstbaarheid aan kerk, adel of burgerij. De moderne kunst is niet
langer verbonden met een bepaald wereldbeeld. Autonomie is de harde kern van
het functioneren van kunst geworden. Als individu zijn we een knooppunt
geworden, niet alleen in onze relaties maar ook door de opkomst van de media.
We zitten verstrengeld in netwerken. We zijn in de knoop. Deze verwarring,
namelijk de vernetwerking tast ook de kunstwereld aan. Kunst moet zijn
kwaliteit van on-maat behouden. Men moet de maat van cultuur steeds opnieuw
bevragen en uitdagen. Het zoeken naar nieuwe verhoudingen tussen kunst en
samenleving, maar ook een onderscheid maken tussen een individuele kunstenaar en
de artistieke instellingen. Tim Etchells stelt dat men niet meer verplicht
wordt om zich vast te houden aan iets wat geen nut meer heeft. Een theater
staat open voor nieuwe impulsen van binnenuit en van buitenaf, zowel artistieke
als maatschappelijke. Geëngageerde autonomie ziet Charles Esche als een gegeven
dat zich losmaakt van het kunstobject en de kwaliteit interactief verbindt met
de context en de toeschouwer. Kunst wordt een vorm van gedrag. Joseph Beuys
zegt dat onze denkbare samenleving uitgaat van creativiteit als basisdynamiek.
Hij toont dit aan door 7000 eiken te planten en dit een vorm van kunst
nabootst. Er is ook een verhouding tussen kunst en openbare ruimte. Kunst als
openbare ruimte is het concept waarin het creatieve proces en participatie
centraal staat. Men gebruikt de openbare ruimte als kunst.
De kunstenpraktijk staat niet
langer naast of tegenover de samenleving maar zit erin verweven. Henk
Oosterling gebruikt de term inter-esse hiervoor. Inter koos hij in plaats van
multi voor de relationele aspecten. Interesse heeft hierin dezelfde betekenis
als participatie. Bij interesse worden de verschillende contexten in de
kunstenpraktijk betrokken. Artistieke instellingen moeten een grote interesse
ontwikkelen voor de wereld. Bepaalde wijken, publieken dreigen te ontsnappen
aan de artistieke instellingen, doordat ze niet vertegenwoordigd worden.
Erisilia is een verdwenen stad,
maar werd wel zichtbaar door de relaties die ze hadden, met andere woorden de
inter-esse. Belangrijk is om na te denken over participatie op stedelijk of
regionaal niveau, met sociologische analyses. Het knooppunt en de betrokkenheid
met een groter netwerk. In het boek Resetting the Stage werkt men
participatie en interesse uit. Men wil podiumkunsten aanzetten tot eigen
programmatie. Hij roept op tot een kritische en creatieve doorlichting van alle
niveaus dat er overal vernieuwingen mogelijk is. Klaic wil in thematische
clusters werken zodat men meer publiek aantrekt, zowel het jonge als oudere
publiek.
Cultuur is een speelruimte en
geeft vorm aan onze identiteit. Met spel doelt men op de mogelijkheid dat het
spelen vergroot wordt. We hebben multiculturele steden, dit zijn contactzones
van de wereld. Kunst is socialiserend omdat kunst zorgt voor publiek. Kunst zorgt
voor een ademruimte, maar te vaak worden bepaalde groepen buiten spel gehouden.
Participatie is een begrip van
meerdere lagen bijvoorbeeld op politiek, economisch, sociaal en cultureel vlak. Problemen
bij participatie worden gekaderd door sociale ongelijkheid. De toename van
sociale ongelijkheid kan gelinkt worden met de groeiende ongelijke toegang tot
publieke besluitvorming. Laaggeschoolden worden niet betrokken in de politieke
vormgeving van onze samenleving. Ten tweede is er ook sprake van een dominante
economische sfeer. Niet alleen de structurele beperkingen, maar ook culturele
beperkingen. Ten derde vindt er zich op cultureel niveau geen verandering
plaats. Men blijft zich richten op een selecte groep, meer bepaald de
middenklasse. Er zijn ook twee participatiedilemmas. Ten eerste stelt men zich
de vraag in hoeverre men een persoon kan inwijden in een cultuur, zonder zijn
vrijheid aan te tasten. In een tweede dilemma stelt men de vraag in welke mate
het gerechtvaardigd wordt om de voorkeuren van mensen te verwerpen. Er is ook
een spanning tussen cultuuridealisme en cultuurrelativisme. Met
Cultuuridealisme wil men de hoge cultuur dichter bij het volk brengen, daardoor
ontstaat er één gedeelde cultuur. Cultuurrelativisme benadrukt een gelijke
cultuurvisie, waarbij alles als kunst kan gezien worden. Vanuit de dilemmas en
de spanningen is men het eens dat de ongelijke cultuurdeelname moet aangepakt
worden via de positieve vrijheid. Deze vrijheid zorgt ervoor dat de
mogelijkheden van mensen vergroot worden, zodat ze zelf hun cultuurvormen
kunnen kiezen.
Door Kunst en cultuur ontstaat er
ook een oordelende openbaarheid. Freire en Habermas willen via machtsvrije
dialoog de openbaarheid herorganiseren, naar een model van emancipatiegerichte
openbaarheid. Maar hier wordt de vraag gesteld of men macht los kan zien van
cultuurparticipatie?
Men kan zich richten op een
herverdeling van macht. Dit impliceert een verandering in structuren en hier
bevindt zich weerstand. Structuren zijn conservatief ingericht en gericht op
eigen voortbestaan. Cultuur vertrekt en eindigt bij de middengroep, waardoor
het aanbod eenzijdig is. Bij een herverdeling zou men ook de groepen aan het
woord moeten laten die niet kunnen spreken.
Vanuit deze kennis vloeiden een aantal
participatiestrategieën voort. Deze strategieën moeten aan een aantal criteria
voldoen namelijk: het vergroten van de positieve vrijheid, participatie moet
steeds deel uitmaken van een breder geheel, participeren gebeurt in een
context, er moet geïnvesteerd worden vanaf de kind- en jeugdjaren en als
laatste mag een gebrek aan participatie niet los gezien worden van hiërarchieën
in een cultuur. Een eerste participatiestrategie gaat over kunstinteractie.
Kansengroepen actief laten participeren om artistieke symbolen te maken. Lokale
trajecten is een tweede strategie. Visies en aansluitende praktijken worden dan
op lokaal niveau gedeeld. Bij een derde strategie wordt er transversaal
gehandeld. Vanuit dit handelen zal men samenwerken met verschillende domeinen
en zorgen tot beïnvloeding en verrijking. Deze verschillende
participatiestrategieën hebben vitale condities gemeen. Dit wil zeggen dat een
veranderende samenleving moet zorgen voor een bijstelling van het
participatiebeleid op verschillende domeinen. Er moet een dialogische relatie
zijn tussen het beleid en de burgermaatschappij.
Tot slot is participatie een
gedeelde verantwoordelijkheid van de sector en de overheid. Men moet evolueren
naar een niet-normatieve cultuurbeleving.
Referentie: Demeyer, Barbara: Janssens, Ivo & Van Looveren. Marie (2002). Cultuurparticipatie en sociaal-artistieke projecten as elementen van maatschappelijke integratie in Jan Vranken Armoede en sociale uitsluiting. Jaarboek 2002. Acco, Leuven/Leusden
Mijn blog is nog in aanmaak, maar ik geef jullie alvast een voorproef van mijn blog. Ik wil de cultuur in de samenleving terug onder de aandacht brengen van de mensen.
Door het drukke leven in de samenleving, wordt cultuur vaak opzij geschoven. Veel voorkomende reacties zijn dan: te weinig tijd, een druk leven of men ziet het nut niet in om cultuur in hun leven te verwelkomen. Ook in de maatschappij wordt er weinig tijd in geïnvesteerd. We leven dan ook in een prestatiesamenleving. Ik wil ook stilstaan bij de betekenis van cultuur, want daar is er ook vaak onduidelijkheid over. Ook benadruk ik de impact van de sociale klasse op de aard van cultuuractiviteiten. Daarnaast sta ik stil in welke mate mensen kunnen participeren in de cultuurwereld en in welke mate kansengroepen ook benadert worden.
In deze blog schrijf ik een samenvatting van enkele cultuurteksten neer en integreer deze teksten. Naast deze teksten zal ik ook deelnemen aan twee kunst educatieve bezoeken. Hierbij probeer ik ook de theorie van de teksten te linken met de bezoeken.
We hebben om te starten ook al een reeks extra's toegevoegd aan uw blog, zodat u dit zelf niet meer hoeft te doen. Zo is er een archief, gastenboek, zoekfunctie, enz. toegevoegd geworden. U kan ze nu op uw blog zien langs de linker en rechter kant.
U kan dit zelf helemaal aanpassen. Surf naar http://www.bloggen.be/ en log vervolgens daar in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Klik vervolgens op 'personaliseer'. Daar kan u zien welke functies reeds toegevoegd zijn, ze van volgorde wijzigen, aanpassen, ze verwijderen en nog een hele reeks andere mogelijkheden toevoegen.
Om berichten toe te voegen, doet u dit als volgt. Surf naar http://www.bloggen.be/ en log vervolgens in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Druk vervolgens op 'Toevoegen'. U kan nu de titel en het bericht ingeven.
Om een bericht te verwijderen, zoals dit bericht (dit bericht hoeft hier niet op te blijven staan), klikt u in plaats van op 'Toevoegen' op 'Wijzigen'. Vervolgens klikt u op de knop 'Verwijderen' die achter dit bericht staat (achter de titel 'Proficiat!'). Nog even bevestigen dat u dit bericht wenst te verwijderen en het bericht is verwijderd. U kan dit op dezelfde manier in de toekomst berichten wijzigen of verwijderen.
Er zijn nog een hele reeks extra mogelijkheden en functionaliteiten die u kan gebruiken voor uw blog. Log in op http://www.bloggen.be/ en geef uw gebruikersnaam en wachtwoord op. Klik vervolgens op 'Instellingen'. Daar kan u een hele reeks zaken aanpassen, extra functies toevoegen, enz.
WAT IS CONCREET DE BEDOELING??
De bedoeling is dat u op regelmatige basis een bericht toevoegt op uw blog. U kan hierin zetten wat u zelf wenst.
- Bijvoorbeeld: u heeft een blog gemaakt voor gedichten. Dan kan u bvb. elke dag een gedicht toevoegen op uw blog. U geeft de titel in van het gedicht en daaronder in het bericht het gedicht zelf. Zo kunnen uw bezoekers dagelijks terugkomen om uw laatste nieuw gedicht te lezen. Indien u meerdere gedichten wenst toe te voegen op eenzelfde dag, voegt u deze toe als afzonderlijke berichten, dus niet in één bericht.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken over de actualiteit. Dan kan u bvb. dagelijks een bericht plaatsen met uw mening over iets uit de actualiteit. Bvb. over een bepaalde ramp, ongeval, uitspraak, voorval,... U geeft bvb. in de titel het onderwerp waarover u het gaat hebben en in het bericht plaatst u uw mening over dat onderwerp. Zo kan u bvb. meedelen dat de media voor de zoveelste keer het fout heeft, of waarom ze nu dat weer in de actualiteit brengen,... Of u kan ook meer diepgaande artikels plaatsen en meer informatie over een bepaald onderwerp opzoeken en dit op uw blog plaatsen. Indien u over meerdere zaken iets wil zeggen op die dag, plaatst u deze als afzonderlijke berichten, zo is dit het meest duidelijk voor uw bezoekers.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken als dagboek. Dagelijks maakt u een bericht aan met wat u er wenst in te plaatsen, zoals u anders in een dagboek zou plaatsen. Dit kan zijn over wat u vandaag hebt gedaan, wat u vandaag heeft gehoord, wat u van plan bent, enz. Maak een titel en typ het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks naar uw blog komen om uw laatste nieuwe bericht te lezen en mee uw dagboek te lezen.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met plaatselijk nieuws. Met uw eigen blog kan u zo zelfs journalist zijn. U kan op uw blog het plaatselijk nieuws vertellen. Telkens u iets nieuw hebt, plaats u een bericht: u geeft een titel op en typt wat u weet over het nieuws. Dit kan zijn over een feest in de buurt, een verkeersongeval in de streek, een nieuwe baan die men gaat aanleggen, een nieuwe regeling, verkiezingen, een staking, een nieuwe winkel, enz. Afhankelijk van het nieuws plaatst u iedere keer een nieuw bericht. Indien u veel nieuws heeft, kan u zo dagelijks vele berichten plaatsen met wat u te weten bent gekomen over uw regio. Zorg ervoor dat u telkens een nieuw bericht ingeeft per onderwerp, en niet zaken samen plaatst. Indien u wat minder nieuws kan bijeen sprokkelen is uiteraard 1 bericht per dag of 2 berichten per week ook goed. Probeer op een regelmatige basis een berichtje te plaatsen, zo komen uw bezoekers telkens terug.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met een reisverslag. U kan een bericht aanmaken per dag van uw reis. Zo kan u in de titel opgeven over welke dag u het gaat hebben, en in het bericht plaatst u dan het verslag van die dag. Zo komen alle berichten onder elkaar te staan, netjes gescheiden per dag. U kan dus op éénzelfde dag meerdere berichten ingeven van uw reisverslag.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken met tips op. Dan maakt u telkens u een tip heeft een nieuw bericht aan. In de titel zet u waarover uw tip zal gaan. In het bericht geeft u dan de hele tip in. Probeer zo op regelmatige basis nieuwe tips toe te voegen, zodat bezoekers telkens terug komen naar uw blog. Probeer bvb. 1 keer per dag, of 2 keer per week een nieuwe tip zo toe te voegen. Indien u heel enthousiast bent, kan u natuurlijk ook meerdere tips op een dag ingeven. Let er dan op dat het meest duidelijk is indien u pér tip een nieuw bericht aanmaakt. Zo kan u dus bvb. wel 20 berichten aanmaken op een dag indien u 20 tips heeft voor uw bezoekers.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken dat uw activiteiten weerspiegelt. U bent bvb. actief in een bedrijf, vereniging of organisatie en maakt elke dag wel eens iets mee. Dan kan je al deze belevenissen op uw blog plaatsen. Het komt dan neer op een soort van dagboek. Dan kan u dagelijks, of eventueel meerdere keren per dag, een bericht plaatsen op uw blog om uw belevenissen te vertellen. Geef een titel op dat zeer kort uw belevenis beschrijft en typ daarna alles in wat u maar wenst in het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks of meermaals per dag terugkomen naar uw blog om uw laatste belevenissen te lezen.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken uw hobby. U kan dan op regelmatige basis, bvb. dagelijks, een bericht toevoegen op uw blog over uw hobby. Dit kan gaan dat u vandaag een nieuwe postzegel bij uw verzameling heeft, een nieuwe bierkaart, een grote vis heeft gevangen, enz. Vertel erover en misschien kan je er zelfs een foto bij plaatsen. Zo kunnen anderen die ook dezelfde hobby hebben dagelijks mee lezen. Als u bvb. zeer actief bent in uw hobby, kan u dagelijks uiteraard meerdere berichtjes plaatsen, met bvb. de laatste nieuwtjes. Zo trek je veel bezoekers aan.
WAT ZIJN DIE "REACTIES"?
Een bezoeker kan op een bericht van u een reactie plaatsen. Een bezoeker kan dus zelf géén bericht plaatsen op uw blog zelf, wel een reactie. Het verschil is dat de reactie niet komt op de beginpagina, maar enkel bij een bericht hoort. Het is dus zo dat een reactie enkel gaat over een reactie bij een bericht. Indien u bvb. een gedicht heeft geschreven, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze het heel mooi vond. Of bvb. indien u plaatselijk nieuws brengt, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze nog iets meer over de feiten weet (bvb. exacte uur van het ongeval, het juiste locatie van het evenement,...). Of bvb. indien uw blog een dagboek is, kan men reageren op het bericht van die dag, zo kan men meeleven met u, u een vraag stellen, enz. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.
WAT IS DE "WAARDERING"?
Een bezoeker kan een bepaald bericht een waardering geven. Dit is om aan te geven of men dit bericht goed vindt of niet. Het kan bvb. gaan over een bericht, hoe goed men dat vond. Het kan ook gaan over een ander bericht, bvb. een tip, die men wel of niet bruikbaar vond. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.
Het Bloggen.be-team wenst u veel succes met uw gloednieuwe blog!