Ik kwam al in aanraking met
kunsteducatie. Ten eerste werd er binnen de schooluren tijd vrijgemaakt om in
contact te komen met kunst en cultuur. Een voorbeeld hiervan gaat over podiumvoorstellingen.
Hierbij kwam ik eerder op een reflectieve manier in aanraking met
kunsteducatie. Ik dacht na over mijn eigen levensstijl en op welke manier ik
dit positief kon beïnvloeden. In een voorstelling over vervuiling, dacht ik na
hoe ik mijn houding hier tegenover kon wijzigen. In de jeugdbeweging en
speelpleinwerking kon ik ook monteren en deelnemen aan toneelstukken. Dit is
ook een vorm van educatie, omdat ik kennis kreeg over podiumtechnieken.
Mijn uitdagingen om kunsteducatie
te begeleiden liggen vooral bij de expertise in de kunsten. Ik zal regelmatiger
moeten deelnemen aan verschillenden kunst educatieve activiteiten. Ik bezoek af
en toe eens een museum. Bij het bezoeken van een museum leg ik te weinig focus
op het verdiepend proces zoals reflecteren. Ook zou ik in de toekomst meer
podium- en jazzvoorstellingen willen meevolgen, omdat ik het een meerwaarde
vond. Ik reflecteerde meer over mezelf en de samenleving.
Stel dat ik aangeworven zou
worden binnen de kunst educatieve werking van een museum dan zou ik het
belangrijk vinden dat het museum voor iedereen toegankelijk is. Ik zou rekening
houden met kortingen voor kansengroepen zoals studenten, mindervaliden,
senioren en maatschappelijk kwetsbare doelgroepen. Om het museum aantrekkelijk
te maken bij laaggeschoolden zou ik ook flyeren bij maatschappelijk kwetsbare
wijken. Ik zou bijvoorbeeld speciale acties laten doorgaan waarbij deze
doelgroep gratis een deel van het museum kunnen bezichtigen of een gratis
drankje krijgen na de rondleiding. Het gratis kunnen bezichtigen van een museum
kan een drempel zijn op financieel vlak, vandaar dat ik voorstelde om in plaats
daarvan een gratis drankje aan te bieden. Deze actie kan één maal per jaar
doorgaan, zodat het budget het toelaat. Aan de andere kant kunnen
maatschappelijk kwetsbare mensen geprikkeld worden van deze soort kunstvormen
en meer participeren. De uitleg op een laagdrempelige manier laten doorgaan met
meer visuele accenten bijvoorbeeld het gebruiken van een videofragment en geen
moeilijk woorden gebruiken tijdens de rondleiding. Eén van de domeinen van de
waarde van cultuur ging over het effect op het sociaal weefsel. Indien er
acties zouden opgestart worden voor deze specifieke doelgroep, kan men
aansluiting vinden bij elkaar. Dit kan de sociale samenhang bevorderen en
motiveren om terug te komen. Naast het toegankelijk maken voor iedereen, zou ik
ook het accent leggen op kinderen en jongeren. In de theorie werd benadrukt hoe
belangrijk het is om op jonge leeftijd al in contact te komen met cultuur en
kunst. Dit wil ik ook bewerkstelligen door rondleidingen te laten doorgaan op
kinder- en jongerenniveau. Hierbij houd ik rekening met de grote van een groep.
Ik opteer een kleine groep, zodat de kwaliteit boven de kwantiteit geplaatst
wordt. Er is dan ook meer ruimte om na te denken over reflectieve vragen en te
luisteren naar de inbreng van hen. Ik zou het ook belangrijk vinden om een
aangepaste rondleiding te bieden aan kinderen en jongeren, meer op het niveau
van hen. Het doel zou zijn om kunst en cultuur te zien als een ontspanningsmoment
en dat men geprikkeld wordt om terug te komen.
Veranderingen binnen het kunstenlandschap beginnen bij de makers, de
kunstenaars. Een schouwburg vervult enkel de rol van presentatieplek. Ik
ben niet volledig akkoord met deze stelling. Ten eerste draagt iedereen een
steentje bij in het veranderingsproces en niet alleen de makers/kunstenaars.
Het veranderingsproces kan wel aangewakkerd worden door deze personen. De
houding van het publiek moet ook enigszins in deze richting gestuurd zijn en
dit moet stapsgewijs gebeuren. Dit kan bewerkstelligd worden door al op jonge
leeftijd deze houding aan te reiken tijdens culturele activiteiten in
schoolverband. Ten tweede legt men de nadruk op de rol dat een schouwburg
bevat. Ik vind dat een schouwburg meer doet dan enkel de rol hebben van een
presentatieplek. Deze plek kan ook invloed uitoefenen op de verandering. De
positie van het decor en de stoelen kan een bepaalde weergave bieden van hoe de
samenleving in elkaar zit. Zo zijn er plaatsen waar mensen meer voor betalen en
ze krijgen dan ook een beter uitzicht. Dit toont ook de hiërarchie en de
ongelijkheid in de zaal aan. Ook de materialen kunnen voor een bepaalde
interpretatie zorgen. Zijn het dure materialen of eerder goedkopere materialen.
De voorstelling werd gestart met een
introductie over de voorstelling zelf. De acteurs vertelden ons waarom ze voor
bepaalde zaken hadden gekozen in de voorstelling. Zo kozen ze voor de
voorstelling te laten doorgaan in deze zaal, met deze stoelen, met deze
stoelenschikking. Ze stonden ook stil bij de attributen die ze zouden
gebruiken. Ze kozen voor weinig attributen voor het decor, omdat men weinig wou
uitgeven hieraan. Enkel een rood doek, een doek om te projecteren en
muziekinstrumenten werden gebruikt. Ook bij hun kledij werd stilgestaan. Men wou
ons duidelijk maken dat de mens op allerlei manieren keuzes kan maken in het
leven. Dat de mens bijvoorbeeld ook koos om in een kapitalistische samenleving
te leven. De mens geeft als het ware vorm aan de samenleving.
De acteurs vertelden over een
idee dat ze hadden een jaar geleden. De vier acteurs hadden het idee om een
reis te maken van Antwerpen naar Groenland en dit via Denemarken en Ijsland.
Tijdens hun reis wilden de acteurs een lied maken van relikwieën met hun
muziekinstrumenten. Ze hadden verschillende strijk- slag- en blaasinstrumenten
bij. Het doel van de reis was vooral vragen stellen naar de zin van het leven.
Ze vermoeden dat er in Denemarken, Ijsland en Groenland inspiratie ligt voor de
toekomst van de onze. Ook vermoeden ze dat Groenland een plek is om afscheid te
nemen van het verleden of de toekomst.
Tijdens de voorstelling werd hun
reisroute geprojecteerd en tegelijkertijd speelden de acteurs op hun muziekinstrumenten.
Door deze combinatie leek het alsof ik er middenin zat. Gedurende hun reis
stelden ze vragen aan verschillende mensen en dit werd ook geprojecteerd. Zo
stelde men vragen aan een voormalige bankier, een man met een hondenslee, een
poolreisonderzoeker en de directeur van Legoland. Er werden vragen gesteld over
onze kapitalistische samenleving. Is deze samenleving goed of slecht? De
directeur antwoordde hierop dat het zijn voor- en nadelen bevat. Hij vermoedt
dat het kapitalisme invloed heeft op het al dan niet ontstaan van een oorlog.
Bijna de hele wereld handelt goederen met elkaar en meer dan ooit zijn de
werelddelen van elkaar afhankelijk. Ze hebben elkaar nodig om handel te drijven
en om geld binnen te krijgen in hun land. De verschillende werelddelen hebben
teveel te verliezen bij een oorlog, terwijl dit vroeger minder aan de orde was.
Men stelde ook de vraag hoe ze tegenover de klimaatsverandering staan. De
poolreisonderzoeker antwoordde hierop dat de opwarming ook voor- en nadelen
biedt voor de Noordpool. Door de verwarming smelt het ijs, waardoor de onderste
laag vrijkomt. De aarde kan men gebruiken om landbouw te verrichten. Ook het
feit dat de inwoners minder kou zullen vatten. Een nadeel daaraan is het
wegvallen van de gletsjers en ijsbergen. De natuurlandschappen zouden vergaan,
maar ook diersoorten zouden uitsterven. Tijdens het rondreizen belanden de
vier acteurs op een bepaald moment in een cruise. Ze varen door het water.
Opeens ziet Suzanne door het mistig weer een walvis zwemmen. Ze riep, maar de
anderen zagen de walvis niet. Eenmaal de vier acteurs terug op land waren,
zagen de acteurs een aangespoelde walvis. Hij was alleen en verdwaald. Ze namen
afscheid van het dier. De acteurs wilden hiermee duidelijk maken dat ook dieren
uitsterven door de klimaatsverandering.
Eenmaal toegekomen in Groenland,
spelen ze nog voor een laatste keer op hun muziekinstrumenten tussen de
ijsblokken en in de vrieskoude. De acteurs bootsten het noorderlicht na met een
plastic zakje. Ze wilden ons laten genieten van de stilte en het geluid van het
zakje.
Educatieve activiteit 1: The Beckett Boulevard; Cie De Koe
De voorstelling werd gestart met
een verhaal over een ondergrondse parking. Peter, Natali en Willem bezochten
een museum. Na het bezoek keerden ze allen terug naar de ondergrondse parking.
Ze praten over het centraal gemiddelde. Door de gezellige sfeer waren ze niet
geconcentreerd. Ze zochten een betaalautomaat, maar vonden het niet. Ze kwamen
terecht op een plaats dat voor hen onbekend leek. Ogenschijnlijk namen ze een
verkeerde trap, dus keerde men terug. Er waren allerlei gangen en de gelijkenissen
waren voor treffend. Door deze gelijkenissen ontstond er een verwarring. Opeens
viel het licht uit, waardoor Peter dacht dat hij in een nachtmerrie zat
verstrengeld. De drie acteurs hadden het gevoel dat ze één persoon waren, die
hetzelfde dacht en voelde.
Het eerste deel ging over een
restaurantbezoek. Peter en Natali gingen uit eten in een restaurant. Peter was
de ex-partner van Natali en Willem speelde een ober. Natali had het gevoel hem
te kennen, maar ze had geen idee vanwaar. In het gesprek tussen Natali en Willem
kwam naar voor dat Natali wou stoppen met acteren en een politicus wou worden.
Ze wou een andere wending geven aan haar leven. Willem reageerde
ongeloofwaardig.
Peter had een plasprobleem,
waardoor hij regelmatig naar het toilet stapte. Willem vertelde aan Natali wie
hij echt was. Vroeger was Willem een acteur en vandaar kende Natali hem. Hij
wou veranderen van baan en koos om ober te zijn. Wat later herkende ook Peter
hem. Natali vertelde aan Willem over Peter zijn plasprobleem. Hij was namelijk
verslaafd aan het toilet. Hij kon daar uren over praten, vooral over zijn
uitwerpselen en riolen. Peter vond het absurd dat zijn uitwerpselen verenigd
werden met anderen hun uitwerpselen, omdat het iets van hem was. Hij stelde ook
een ander bizarre vraag. Waarom het toilet water gescheiden werd van het gewoon
water. Natali vertelde dat beiden terug herenigd werden in de zee en dat zorgde
voor een geruststelling bij Peter. Peter verkleedde zich ook als ober, maar
niemand zag het verschil.
Gedurende het leven veranderen
mensen voortdurend, zonder dat men er bewust bij stilstaat. Niet alleen de
stijl, de handeling maar ook de gedachten veranderen. De baanwissel was hier een
voorbeeld van. Vroeger had hij nooit gedacht dat hij ooit een ober zou worden.
Een mens leefde in een wereld dat voortdurend veranderde, maar ook de identiteit
van de persoon kon veranderen.
Op het einde van het verhaal is
er een discussie waarbij Willem niet geloofde dat Natali en Peter hem niet
herkenden. Hij dacht dat het eerder was omdat ze hem niet wilden herkennen. In de inleiding
was er een gesprek over het centraal gemiddelde. De mens staat ook centraal in
het leven. Er is nooit echt een einde. Het leven blijft doorgaan, ook na de
dood. Ook de verscheidene discussies tijdens de toneelvoorstelling hadden geen
einde, maar bleven in het midden staan. Iedereen zocht naar het midden, maar
ook het midden verdwijnt in de massa. Een voorbeeld in de voorstelling gaat
over de politiek. De meerderheid stemt op de middenpartij, waardoor het
individu verdwijnt tussen de massa.
In de theorie werd er stilgestaan
bij vijf domeinen over de waarde van cultuur. Het domein of effect waarvan ik
het meeste overtuigd ben is het effect op het sociale weefsel. Het gaat over de
sociale cohesie die ontstaat door het participeren aan cultuur. Ik koos
hiervoor, omdat ik er zelf vaak mee geconfronteerd werd. Onlangs bezocht ik een
podiumvoorstelling namelijk Heimat 2. Toen er gepraat werd over de
klimaatsveranderingen en onze manier van leven, dan merkte ik dat ik dezelfde
mening deelde. Ze vertrokken op rondreis naar een ander land om meer te weten
over hun manier van leven. Het bleef mij bij dat het gras niet per definitie
groener is aan de andere kant. Om terug te komen op het effect, voelde ik een
band aan met het publiek. De mensen lachten over dezelfde zaken, het applaudisseren
gebeurde met de volledige groep. Ook het beëindigen van het applaus gebeurde op
een opvallende manier. De mensen bleven applaudisseren, waardoor niemand een
idee had wanneer het applaus zou eindigen. Mensen spraken elkaar aan na de
voorstelling. Men krijgt het gevoel erbij te horen. Ook tijdens de voorstelling
over Cie De Koe merkte ik dat de houding van de acteurs overeenkwam met mijn
houding. Mensen veranderen voortdurend en ook ik stond stil bij mijn eigen
leven. Dat schept een band met de culturele activiteit.
Ik zal in dit deeltje kort
stilstaan bij mijn eigen cultuur kapitaal en op welke manier ik hierin werd
beïnvloed.Tijdens mijn jeugdjaren in de
basisschool engageerde ik mij in de tekenacademie. Ik was ook lid van een
jeugdbeweging. Ik leerde daar sociale vaardigheden en ik leerde ook deelnemen aan culturele activiteiten bijvoorbeeld het maken van kunst. Zo was het
de traditie in mijn scouts om tijdens elk kamp een kunstwerk te maken van
groenten. Ook het creatief zijn met natuurelementen en daarmee muziekgeluiden
produceren is hier een voorbeeld van.
Tijdens mijn jeugdjaren vertoefde
ik vaak in het jeugdhuis in mijn buurt. Daar nam ik deel aan verscheidene activiteiten,
maar ook het samenzijn met leeftijdsgenoten was voor mij belangrijk. Zo werden
er filmavonden georganiseerd. Ik nam ook deel aan verschillende festivals om
naar mijn favoriete bands te kijken. Dit was ook een manier om mijn identiteit
vorm te geven.
In het lessenpakket van de school
werden er podiumvoorstellingen aangeboden. Tijdens mijn middelbaar maakte ik al
eens kennis met "De Werf". In de lessen rond plastische opvoeding werden er op talrijke
manieren aangeboden om creatief om te gaan met materialen. Ik bezochte ook al
verscheidene musea en een theatervoorstelling via het schoolverband. Ook het
regelmatig bezoeken van bibliotheken en het lezen van boeken was één van de
culturele activiteiten in schoolverband.
Door mijn ouders kwam ik, tijdens
het reizen, in aanraking met musea. Ik ga regelmatig op reis, waardoor ik ook
in aanraking kwam met de cultuur van andere landen en in welke zin deze
verschillend is met de cultuur van mijn herkomst. Zo merkte ik dat
Zuid-Afrikanen heel gastvrij waren.
Door het regelmatig reizen werd
ik vaak geconfronteerd met verschillende omgangsvormen en andere waarden en
normen. Op dat vlak was ik meer bezig met de cultuur in brede zin. Op reis
bezochten we ook musea, waardoor ik ook in aanraking kwam met de cultuur in
smalle zin. Op vlak van religie, heb ik weinig handvaten meegekregen van thuis
uit. In mijn gezin van herkomst was religie niet belangrijk. Ook het bezoeken
van kerken werd amper gedaan. Tijdens het reizen bezochten we regelmatig
kerken, maar dit had geen religieuze betekenis. Ook de impact van de
samenleving speelt hierin een rol. Vroeger werd er meer teruggevallen op de
religie.
Ik merk dat ik amper bibliotheken
bezocht, omdat mijn ouders weinig vertoefden naar deze locatie. Ik denk dat de
drempel hier vooral ligt, doordat ik het voorbeeld niet zag bij mijn ouders. Tijdens
mijn jeugdjaren las ik enkel wanneer het op school werd aanbevolen. Ook in mijn
vriendenkring las men zelden boeken. Door mijn vrienden bezocht ik vaak het
lokale jeugdhuis. Dit is ook een vorm van participeren. Hierbij bezocht ik
enkel deze locatie. Ik ging met andere woorden niet actief deelnemen door bijvoorbeeld
activiteiten mee te organiseren. Ik kan hieruit concluderen dat ik eerder
passief deelnam aan de verschillende cultuurvormen.
Participatie toegepast op een jeugdmuziekatelier in Sint-Andries
Als tweede culturele organisatie
koos ik voor een jeugdmuziekatelier in Sint-Andries. Dit is een muziekschool
voor zowel de jeugd als de volwassenen. Kinderen kunnen vanaf het eerste
leerjaar deelnemen aan deze culturele activiteiten. Het is belangrijk om kinderen
zo vroeg mogelijk bloot te stellen aan culturele activiteiten. Dit is ook de
reden waarom men voorbereidende groepslessen opstart voor jonge kinderen. Ze
leren omgaan met ritme en muziek. Er is een mogelijkheid om klassikale cursussen,
individuele cursussen of drama en expressie te volgen.
Ik koos voor dit jeugdmuziekatelier,
omdat deze organisatie nauw samenwerkt met een school, namelijk
Sint-Lodewijkscollege. De lessen gaan door in deze school. Ik vind het goed dat
deze organisatie nauw samenwerkt met een school, omdat het laagdrempelig werkt.
Kinderen en jongeren van het Sint-Lodewijkscollege zullen sneller de weg vinden
naar deze muziekschool. Klasgenoten die al deelnemen aan dit jeugdmuziekatelier
kunnen hierover vertellen op school en andere kinderen kunnen hierdoor
gestimuleerd worden om hier ook aan deel te nemen. Er is ook een mogelijkheid
om zich in groep in te schrijven in de groepslessen. Ook dit werkt
drempelverlagend. De jeugd kan zich ook alleen in groep inschrijven, waardoor
men nieuwe sociale contacten aangaan.
De organisatie richt zich niet
alleen op kinderen en jongeren, maar men staat ook open om volwassenen te begeleiden.
Op die manier kunnen jongeren ook tijdens hun volwassen leeftijd doorgroeien in
het bespelen van muziekinstrumenten. Ook de vrijheid dat jongeren hebben om een
keuze te maken welke muziekinstrument men wilt bespelen.
Er worden ook kortingen
aangeboden, namelijk AXI-bonnen. Deze bonnen bieden korting voor hun
inschrijvingsgeld. Op het aankopen van muziekinstrumenten is er geen korting,
maar men kan altijd een instrument huren. Ouders die het financieel moeilijk
hebben en voldoen aan de voorwaarden, kunnen per kind 50 euro aan AXI-bonnen
krijgen.
Individualisering wordt een
centrale categorie in de moderniteit en dit merkt men ook in de kunstsector. Zo
worden in deze organisatie ook individuele lessen aangeboden en wordt er ook
huiswerk meegegeven aan de deelnemers.
Participeren in de cultuur is een
belangrijk gegeven. Ik zal de manier waarop geparticipeerd kan worden binnen de
kunstsector illustreren aan de hand van de organisatie De Werf.
Deze
organisatie heeft een breed waaier aan voorstellingen. Er wordt op die manier
rekening gehouden met diverse themas. Zo worden er voorstellingen gegeven over
jeugdpsychiatrie, over de zin van het leven, euthanasie, enzoverder. Het is
belangrijk om ook themas te bespreken waar er nog een taboe over heerst. Dit
helpt om het taboe te doorbreken en open hierover te kunnen praten. Euthanasie
is hier een voorbeeld van. Er zijn ook twee diverse vormen van voorstellingen,
namelijk de podiumvoorstellingen en jazzvoorstellingen. De Werf probeert ook om
zich niet alleen te richten op een selecte groep. Men probeert niet alleen
volwassenen aan te spreken. Er is bijvoorbeeld ook een project voor jonge
makers opgericht. Dit project probeert net afgestudeerden van de KASK de kans
te bieden om hun theatertalenten uit te voeren.
Er worden ook verschillende
kortingen aangeboden bijvoorbeeld voor jongeren, werkzoekenden, senioren en
studenten jonger dan 26 jaar. De Werf organiseert ook voorstellingen op maat
van studenten, waarbij scholen zich verplaatsen naar De Werf. Theoretische
gezien is het belangrijk om kinderen op jonge leeftijd in aanraking te laten
brengen met kunst en cultuur. Door jongeren te laten proeven van podium- en
jazzvoorstellingen wordt hier bewust aandacht aan besteed. Sinds kort bestaat
er ook een residentenfestival. Op die manier toont de organisatie ook aan dat
ze vernieuwend werken, omdat het sinds kort werd opgestart. Op dit festival
wordt er teruggeblikt op het voorbije jaar. Men wil het publiek laten
deelnemen, door hen aan te tonen wat er dagelijks achter het scherm gebeurt. Op
die manier wordt het publiek op een andere manier betrokken met de kunstsector.
Mensen kunnen daardoor gestimuleerd en gemotiveerd worden om ook een bijdrage te
leveren aan de kunstsector en wordt men niet verplicht. Men staat ook stil bij
de verschillende theatermakers en er wordt ook ruimte gecreëerd om te
reflecteren over de voorstellingen, bij zichzelf en over het belang van
creatieplekken. Met dit project wil ik aantonen dat De Werf een dynamisch
gegeven is en niet stilstaat, maar voortdurend onderhevig is voor nieuwe
impulsen van zowel binnen de theatermakers als het doelpubliek. Cultureel
ondernemerschap en innovatie zijn twee kerndoelstellingen in de missie van De
Werf.
Ook vrijetijdsbesteding wordt in vele opzichten gezien als participeren
aan de cultuur. Vrijetijdsbesteding kenmerkt zich, meer dan vroeger, door de
individualisering. Mensen zullen zich meer bezighouden met private
amusementsvoorzieningen. Ik merk op de website dat men daar ook op inspeelt. Zo
staat er op de website videos van kunstenaars en theatermakers, waarbij mensen
al een kijk kunnen nemen over hoe de voorstelling eruit kan zien. Mensen kunnen
op die manier ook thuis het initiatief nemen om informatie over een bepaalde
voorstelling op te zoeken.
Dit is een museum in Brugge en
biedt ook een bijdrage aan de culturele functie. Ten eerste wordt in dit museum
de geschiedenis van de Belgische beeldende kunst weergegeven. Er wordt
betekenis gegeven aan de geschiedenis en men probeert deze geschiedenis
levendig te houden. De cultuur, waaronder de waarden en normen worden belicht.
Het Groeningemuseum benadert
cultuur eerder smal, omdat er goed afgebakende cultuurproducten aanwezig zijn.
Men richt zich op de Belgische beeldende kunst en dit wordt dan ook
tentoonstelt. Men wil de mens vooral kennis en inzicht geven over de
geschiedenis hiervan, maar het kan ook een bijdrage leveren aan de
persoonsvorming. Dit omdat sommige mensen geïnspireerd raken van deze soort
kunst en zelf beeldende kunst maken.
Bij het Groeningemuseum gaat de
aandacht naar cultuur als product. Daarbij kan een onderscheidt gemaakt worden
tussen materiële en immateriële cultuur. In dit geval kan het materiële, de
beeldende kunst zijn. Het immateriële gaat dan over de waarden die heersten in
deze periode. Wat als een ideaalbeeld werd gezien ten opzichte van beeldende
kunst in vroegere periodes.
Er wordt aandacht gegeven aan de
functie van cultuurbewaring. De cultuur van vroeger wordt belicht en
doorgegeven aan de huidige generatie, dat op zijn beurt wordt doorgegeven aan
de volgende generatie. Zo blijft de geschiedenis van de Belgische beeldende
kunst levendig.
Er is ook sprake van
cultuurspreiding. Men wil de geschiedenis van de Belgische beeldende kunst
verspreiden. Ook wil men nagaan welke impact deze geschiedenis heeft op de beeldende
kunst in het heden.
Men werkt ook aan de cultuurbemiddeling.
Er is gratis toegang voor Kinderen t.e.m. 11 jaar. Zo wordt de kloof kleiner om
hun kinderen thuis te laten tijdens een museumbezoek. Jongeren en 65 plussers
krijgen een toegangskorting. Ook zijn er verschillende passen waarbij mensen
gratis het museum kunnen bezoeken met bijvoorbeeld een museumpas. Er wordt ook
rekening gehouden met de toegankelijkheid van het museum. Zo is het museum en
de toiletten van het museum toegankelijk voor mindervaliden. Er is ook
toegankelijkheid voor kinderwagens.
Ook cultuurbeleving komt aan de
orde in het Groeningemuseum. Het museum biedt de mogelijkheden om de Belgische
beeldende kunsten van vroeger te herbeleven. De kunst van vroeger kan nog
altijd een invloed hebben op de hedendaagse kunst. Deze verschillen en gelijkenissen
komen aanbod. De accenten van vroeger bepaalden ook hoe de culturele context
eruit zag. Ook de kunst van vroeger heeft bepaalde typische accenten en dat
vormt ook een weerspiegeling van de culturele context.
Er zijn drie sociaal-culturele
interventiestrategieën, maar ik zal een strategie kiezen die het meest naar
voorkomt voor het Groeningemuseum. Het organiseren van cultuurconsumptie komt
op de voorgrond. Ten eerste gaat het in deze strategie om deelnemen aan
cultuur. Het feit dat mensen de stap zetten om meer kennis te hebben over de
Belgische beeldende kunst. De mensen worden begeleidt om de cultuuruitingen te lezen
en te verstaan. De andere strategieën zijn diepgaander terwijl deze culturele
werkveld eerder vaag blijft en zich niet bezighoudt met een standpunt in nemen
of hen ook niet stimuleert om zelf beeldende kunstwerken te maken.