Er zijn opvallende gelijkenissen
tussen zorg voor cultuur en zorg voor de natuur. Het zijn broze domeinen. Zowel
bij natuur als cultuur kan een hoge intrinsieke waarde van toepassing zijn. Niet
de kwantiteit maar de kwaliteit is belangrijk. Er zijn twee verschillende
discoursen namelijk het discours over de kunsten en het discours over de
participatie. Deze discoursen hebben geen interactie met elkaar. De
ontwikkeling van de vrijetijdsbesteding kenmerkt zich met individualisering en
democratisering. Individualisering door het streven naar privacy, maar ook door
de opkomst van de private amusementsvoorziening. Met democratisering bedoelt
men de trend van mondialisering. Deze trends staan tegenstrijdig tegenover
elkaar. Men tracht kunst voor iedereen toegankelijk te maken via
cultuurspreiding. Er bestaan horizontale en verticale cultuurspreiding. Bij het
eerste investeert men in gebouwen. Verticale cultuurspreiding is nauw verbonden
met kennis en gewoonte. Er zijn een aantal redenen om cultuur te spreiden. Er
is sprake van een democratische drijfveer en cultuur is een voorwaarde voor
andere waarden en het zorgt ook voor de dialoog tussen de samenleving en de
kunstwereld.
De overheid draagt verantwoordelijkheid voor het welzijn van de
burgers, waar cultuur een onderdeel van is. Ook het interveniëren in de
ongelijke cultuurdeelname. Bourdieu benoemt het belang van primaire en
secundaire socialisatiemilieu. Het eerste begrip gaat over de opvoeding en het
ander begrip betekent school en opleiding. Er bestaan zeven drempels namelijk:
fysieke beperkingen, tijdsgebrek, informatie-, sociale-, geografische-,
financiële- en motivatiedrempel. Ook zijn er verschillende doelgroepen te
onderscheiden namelijk: de hoogopgeleiden, de belangstellende deelnemers (gaan
meerdere keren per jaar) en de incidentele deelnemers (weinig intrinsiek belang).
Vroeger sprak men over cultuurspreiding, nu wordt de term cultuurparticipatie
belicht. Dit gaat over de maximalisatie van de keuzemogelijkheden. Het gaat
over een keuze. Bij deze term staat men ook stil bij verbreding, verdieping en
vernieuwing. Verbreding stelt als doel om een ruimer en een ander publiek te
bereiken. Bij verdieping verhoogt men de belevingswaarde door aan diverse
artistieke activiteiten deel te nemen. Bij vernieuwing bedoelt men de verhoging
van culturele competentie.
Er bestaan een aantal participatiestrategieën. Ten
eerste het richten op de positieve vrijheid, dus oog voor de mogelijkheden en
talenten van de mens. Vervolgens mag participatie niet reduceren. Ten derde
moet participatie gebeuren in een context. Als vierde aspect moet geïnvesteerd
worden in de culturele habitus en vooral beginnen tijdens de kinderjaren. Vervolgens
heeft een gebrek aan participatie altijd te maken met uitsluitingsmechanismen.
Een bemiddelaar zorgt dat de kunst in contact komt met het publiek. Op vlak van
cultuureducatie wordt er tijdens de kleutertijd veel aandacht besteed aan
cultuur, maar vanaf het eerste leerjaar vervaagd dat. Cultuurcommunicatie
is een vaak onderschat aspect en men pleit dus voor meer aandacht op de
openbare omroep.
Ik sta ook stil bij de verschillende misverstanden rond
cultuurparticipatie. Ten eerste is het niet omdat er een hoge
cultuurparticipatie is, dat het artistieke niveau verlaagt. Vervolgens moet men
de lat op artistiek niveau niet lager leggen voor meer publiek. Ten derde moet
niet iedereen naar een theater gaan, enkel als het een bewuste keuze is. Vervolgens
is kunst voor iedereen die dat wil en dus niet verplicht. Kunstinstellingen
gebruiken vaak moeilijk begrijpbare taal. Ten zesde mag er een onderscheidt
gemaakt worden tussen hoge en lage cultuur, terwijl men eerder het
tegenovergestelde denkt. Vervolgens moet er eerst een intrinsieke motivatie
zijn vooraleer er gedacht wordt aan materiële en financiële drempels.
Sociaal-artistiek werk is niet volledig bedoeld om cultuurparticipatie te
verhogen. Ook heeft de media een invloedrijke impact voor het waarden- en
normenkader van mensen. Als tiende aspect wil de artiest ook aandacht krijgen
voor zijn werk en dus niet voor een lege zaal optreden. Ook zijn de regels niet
voor iedereen duidelijk. Tot slot bereikt men niet iedereen via het beleid en
cultuurspreiding.
Referentie: Cultuurparticipatie: kwestie van kunnen kiezen
|