De voorstelling werd gestart met
een verhaal over een ondergrondse parking. Peter, Natali en Willem bezochten
een museum. Na het bezoek keerden ze allen terug naar de ondergrondse parking.
Ze praten over het centraal gemiddelde. Door de gezellige sfeer waren ze niet
geconcentreerd. Ze zochten een betaalautomaat, maar vonden het niet. Ze kwamen
terecht op een plaats dat voor hen onbekend leek. Ogenschijnlijk namen ze een
verkeerde trap, dus keerde men terug. Er waren allerlei gangen en de gelijkenissen
waren voor treffend. Door deze gelijkenissen ontstond er een verwarring. Opeens
viel het licht uit, waardoor Peter dacht dat hij in een nachtmerrie zat
verstrengeld. De drie acteurs hadden het gevoel dat ze één persoon waren, die
hetzelfde dacht en voelde.
Het eerste deel ging over een
restaurantbezoek. Peter en Natali gingen uit eten in een restaurant. Peter was
de ex-partner van Natali en Willem speelde een ober. Natali had het gevoel hem
te kennen, maar ze had geen idee vanwaar. In het gesprek tussen Natali en Willem
kwam naar voor dat Natali wou stoppen met acteren en een politicus wou worden.
Ze wou een andere wending geven aan haar leven. Willem reageerde
ongeloofwaardig.
Peter had een plasprobleem,
waardoor hij regelmatig naar het toilet stapte. Willem vertelde aan Natali wie
hij echt was. Vroeger was Willem een acteur en vandaar kende Natali hem. Hij
wou veranderen van baan en koos om ober te zijn. Wat later herkende ook Peter
hem. Natali vertelde aan Willem over Peter zijn plasprobleem. Hij was namelijk
verslaafd aan het toilet. Hij kon daar uren over praten, vooral over zijn
uitwerpselen en riolen. Peter vond het absurd dat zijn uitwerpselen verenigd
werden met anderen hun uitwerpselen, omdat het iets van hem was. Hij stelde ook
een ander bizarre vraag. Waarom het toilet water gescheiden werd van het gewoon
water. Natali vertelde dat beiden terug herenigd werden in de zee en dat zorgde
voor een geruststelling bij Peter. Peter verkleedde zich ook als ober, maar
niemand zag het verschil.
Gedurende het leven veranderen
mensen voortdurend, zonder dat men er bewust bij stilstaat. Niet alleen de
stijl, de handeling maar ook de gedachten veranderen. De baanwissel was hier een
voorbeeld van. Vroeger had hij nooit gedacht dat hij ooit een ober zou worden.
Een mens leefde in een wereld dat voortdurend veranderde, maar ook de identiteit
van de persoon kon veranderen.
Op het einde van het verhaal is
er een discussie waarbij Willem niet geloofde dat Natali en Peter hem niet
herkenden. Hij dacht dat het eerder was omdat ze hem niet wilden herkennen. In de inleiding
was er een gesprek over het centraal gemiddelde. De mens staat ook centraal in
het leven. Er is nooit echt een einde. Het leven blijft doorgaan, ook na de
dood. Ook de verscheidene discussies tijdens de toneelvoorstelling hadden geen
einde, maar bleven in het midden staan. Iedereen zocht naar het midden, maar
ook het midden verdwijnt in de massa. Een voorbeeld in de voorstelling gaat
over de politiek. De meerderheid stemt op de middenpartij, waardoor het
individu verdwijnt tussen de massa.
Referentie: De Werf, Brugge
|