Bij vragen over mijn verhalen: mail me gerust. Klik hieronder op 'E-Mail mij!'
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
CL's wereld
10-01-2014
Deel 2 - De zoektocht naar werk!
Nu over mijn ervaringen van het zoeken naar een job in het jaar 2003. Toen was ik 19 à 20 jaar. Na mijn nare ervaringen bij mijn vorige school schreef ik me in bij de VDAB. Het was raar voor mij, noodgedwongen van school gaan en je dan inschrijven om werk te zoeken. Ik had zelfs geen ervaring om een deftige CV op te maken, laat staan een sollicitatiebrief. Het is ook logisch: als je dit nooit geleerd hebt of je weet het niet, zal je het ook nooit doen. Toch moest ik alles zelf uitzoeken via allerlei bronnen (gelukkig dat er bijvoorbeeld al internet bestond!). Ik kwam steeds terug bij dezelfde vraag: moet ik vermelden op mijn CV dat ik doof ben of niet? Ja of nee? Is het relevant? Zal de baas mij direct afwijzen als hij zoiets leest? En zo gaan we verder. Toen dacht ik van: ja, je moet het vermelden. Zo niet, hou je naar mijn aanvoelen informatie achter. De baas zal zich bedrogen voelen als je aanklopt, ziet dat je doof bent en in een ongemakkelijke situatie terechtkomt. Eerlijkheid duurt het langst. Dus ik heb CVs gestuurd naar fabrieken, maar ofwel kreeg ik geen antwoord ofwel was het een njet(1).
Na een maand of 3 had ik nog steeds geen succes en ik besloot om een opleiding te volgen bij de VDAB in Veurne. Welke opleiding? Lassen natuurlijk, dit was het enige dat ik goed kon. Ik ben ook opgegroeid in een arbeidersgezin. Mijn moeder ging werken als naaister (en later dienstbode) als ze 14 jaar oud was en mijn vader werkte vanaf circa 15 jaar oud eerst als arbeider en later als heftruckchauffeur. Ik heb dus eigenlijk ook een werkersmentaliteit meegekregen. Deze opleiding heb ik ongeveer zes maanden gedaan. Voor de examens moest ik naar Antwerpen. Het schema voor het examen was als volgt: vier dagen lassen om te oefenen en op de vijfde dag komt er een examinator kijken hoe je het doet en hoe het gelaste materiaal oogt. En nog iets: Poperinge Antwerpen met de trein, wat een gedoe zeg. Ik herinner me dat ik zeer vroeg op moest en s avonds zeer laat thuis kwam. Ik was geslaagd voor deze twee examens. Maar gedurende de ganse opleiding had ik opnieuw hetzelfde probleem: de sociale context was moeilijk. Individuele situaties lukken wel maar groepsgesprekken waren moeilijk. En het begrijpen van Antwerps was ook al moeilijk voor me. Er waren ook anderstaligen aanwezig (bv Frans of Engels) en ook met hen kon ik niet communiceren.
Toch heb ik een positieve anekdote die ik nooit zal vergeten. De eerste dagen dat ik naar Antwerpen ging, keken ze een beetje neer op mij. Ik had het gevoel dat ze me maar een jochie vonden die doof was. Dit is natuurlijk mijn eigen interpretatie. Er kunnen allerlei redenen zijn: was het omdat ik jong was? Of was het omdat ik doof was? Of een combinatie? Maar goed, eens ik mijn gelaste stukken toonde aan het bureau van de leraar, was diens reactie (met een boterham in zijn hand en eten in zijn mond): Heb jij dat gelast? En dat stuk heb je nog boven je hoofd gelast?? Maar wat ben jij verd*mme een goeie lasser zeg. Zou jij later willen meedoen aan de gouden elektrode? (De gouden elektrode is een wedstrijd om de beste lasser in België).(2)
Na zes maanden heb ik deze opleiding zelf stopgezet, want ik kon toch niet blijven oefenstukken lassen om weer te beginnen met een nieuwe module van het lassen. Ik had mezelf al zo hard bewezen. Uiteraard kreeg ik achteraf problemen met de RVA omdat ik het zelf stopgezet had, ik werd zelfs opgeroepen om mijn situatie uit te leggen. Bij het gesprek waren ze met twee: één noteerde alles wat ik te zeggen had en de andere stelde vragen. Naar mijn aanvoelen waren ze nog redelijk. Ik vertelde gewoon de waarheid: dat het frustrerend was dat ik steeds een opleiding moest volgen om altijd maar oefenstukken te maken terwijl ik in een bedrijf iets moois kan opbouwen waarop ik fier kan zijn. Ik weet het gewoon dat ik het kan. Maar ze moeten me ook willen. Later kreeg ik thuis een brief van de RVA met hun besluit: ze waren niet akkoord dat ik gestopt was met de opleiding maar ze hebben wel mijn argument aanvaard. Het heeft nog zon 5 maanden geduurd, dat ik werkloos was. Maar dan had ik in 2004 eindelijk werk gevonden in een bedrijf te Ieper!
EINDELIJK een baas die me dit meedeelde: ik weet dat je niet goed hoort, maar ik kijk naar het werk, dat is wat mij interesseert. Ik was nogal gelukkig om deze kans! Dit was het begin van mijn zevenjarige carrière in de metaalsector!
Het volgende hoofdstuk: Hoe verliep het op de werkvloer?
(1)Onlangs zei iemand tegen mij: je moet vragen waarom je een nee krijgt, is het omwille van je doofheid? En zo ja, wat zijn de nadelen? En vermeld dat je het zou appreciëren als hij eerlijk zal zijn, zo weet je hoe je ervoor staat.
(2)Wat ik hier wil aantonen over het examen in Antwerpen: mensen moeten meer geloven in de kracht van een mens met een beperking en niet enkel afgaan op vooroordelen. Empowerment heet dat. Op dat vlak is er anno 2014 nog veel werk voor de boeg. En nee, ik kon (helaas) niet meedoen aan de gouden elektrode, want ik had werk gevonden. Deze wedstrijd vond plaats in een werkweek.
Mijn naam is CL (kwestie dat mijn volledige naam niet overal tevoorschijn komt op google), ik ben 30 jaar oud, beheers de Vlaamse Gebarentaal en draag een cochleair implantaat als een hulpmiddel voor het dagelijkse leven. Bedoeling van deze blog is dat ik ouders / mensen kan inspireren door mijn levensverhaal te vertellen, vooral op schools vlak en het werkleven. Het kan ook herkenbaar zijn voor andere dove en slechthorende mensen.
Laten we eerst naar het begin gaan:
Ik ging naar de vrije basisschool (kleuter) in de Boeschepestraat te Poperinge. Het is uiteraard lang geleden, maar toch herinner ik me veel dingen. Zoals dat ik vaak onzeker was, ik keek naar de leerlingen wat ze aan het doen waren en dan deed ik mee. Nog later vertelde de kleuterleidster aan mijn grootmoeder: 'CL kleurde gewoon verder als ik vroeg aan iedereen om op te ruimen...' Zo werd al gauw de link gelegd met mijn 7,5 jaar oudere zus die doof was. Na een paar testen in het UZ te Gent (die ik overigens nooit meer zal vergeten, het was pijnlijk), werd duidelijk dat ik slechthorend was aan één oor en het andere oor doof. Wat ik nu nog steeds niet begrijp, is dat een NOK-arts mijn ouders destijds 'wijsmaakte' dat ik goed hoorde en dat ik enkel een mentale beperking had. En hij wist dat ik een zus had die doof was.
Mijn ouders hadden het al moeilijk dat mijn zus naar Spermalie ging op internaat. Nog een kind naar Brugge sturen moet ongetwijfeld moeilijk geweest zijn voor hen. Ik ging op 5-jarige leeftijd dus naar de vrije basisschool (lager) naar het B.L.O., ook in Poperinge. In het eerste leerjaar kreeg ik mijn eerste gehoorapparaat. Ik herinner me nog de ritjes met de auto die we maakten van Poperinge naar Brugge en omgekeerd. Voor een 5-jarige was zo'n rit best lang. Mijn ervaringen in het B.L.O.: ik weende heel vaak in de klas. Ik had schrik voor alles en wou steeds terug naar huis, naar mijn moeder. Op de speelplaats kon ik niet altijd volgen wat de kinderen vertelden. Soms was het hard wat ze zeiden tegen me. Nu denk ik van 'je mag hen dit niet kwalijk nemen, het is gewoon onwetendheid van hen, de kinderen wisten niet dat het mij pijn deed'. De juffen en de meesters deden hun opperste best, daar twijfel ik absoluut niet aan. Ik ben ook zeer dankbaar dat ik goed begeleid was door het team, oa logopedie en de juf/meester. 7 jaar aan een stuk heb ik logopedie gekregen, 2x per week. Ik heb eigenlijk veel aan hen te danken dat ik goed kan spreken en schrijven. Er was ook een juf die begaan was met mij, ze kwam zelfs bij mij thuis om wat te praten met mijn moeder. Ik zal haar ook nooit vergeten. Op latere leeftijd zal je zoiets zeker appreciëren (Juf, als je dit leest: nogmaals bedankt!) Kortom, het B.L.O. was een aanrader voor mij.
Zoals je gelezen hebt hierboven, ik kampte veel met faalangst en schrik. De secundaire school kwam dichterbij. Met onze klas gingen we op bezoek naar een Buso-school (ook in Poperinge). Na het bezoek had ik nog meer angst om te gaan, het was daar immers zo groot. En zal ik hen wel allemaal begrijpen? Ik zag het écht niet zitten om naar daar te gaan. Later werd dan besloten dat ik het best naar Spermalie zou gaan. Er werd me verzekerd dat ik in een leefgroep en klas zou terechtkomen waar er gesproken werd, want ik kon toen nog geen Vlaamse Gebarentaal. Toch was het eerste jaar zeer moeilijk, op emotioneel vlak: een week op internaat, de Vlaamse Gebarentaal aanleren (het eerste jaar was niet gemakkelijk), weer die faalangsten op vlak van studies (zal ik dat wel kunnen?),...
Toch bloeide ik open na een aantal jaren, het leek de goede kant opgaan. De Vlaamse Gebarentaal had ik ondertussen onder de knie en ik ben ook zeer blij dat ik het kan! Aan de andere kant, helaas in Spermalie volgde ik OV3 en daar kreeg ik geen volwaardig diploma maar een certificaat van het buitengewoon onderwijs. Er waren ook weinig studiekeuzes, waardoor ik voor het lassen gekozen heb. En ook, ik was nog 17 jaar als ik daar afstudeerde. Ik vond het nog veel te vroeg en wou het graag eens proberen in het gewoon onderwijs op B.S.O.-niveau.
Nu zal ik geen naam gebruiken van de volgende school want wat ik hierna zal vertellen is niet zo fraai. Ik ging dus op 17-jarige leeftijd naar een 'horende' school en koos de richting lassen (ik had al een basis geleerd bij Spermalie). Ik werd aan mijn lot overgelaten, ondanks de optimale begeleiding van mijn Gon. In een klas zitten met 25-30 leerlingen zonder tolk, stel je dat eens voor! In die tijd waren er nog niet veel tolken en indien je recht had op een tolk, kreeg je heel weinig uren. Ik voelde me dus in deze school niet gesteund, waardoor ik vaak afwezig was. Gewoon omdat ik het niet meer zag zitten, ik was het moe. Daarbij kwam er nog eens een conflict bovenop met een leerkracht, die gewoon olie op het vuur gooide door mij "uit te dagen" omdat ik teveel afwezig was. Ik had het gevoel dat hij me wou breken en ik weet tot nu toe nog altijd niet wat zijn bedoeling was. Ik herinner me nog dat iedereen in klas een tekst kreeg en de leraar was die aan het lezen. Natuurlijk had ik zijn articulatie nodig om te volgen en keek ik naar hem. Hij maande me aan om niet naar hem te kijken maar de tekst te volgen op het blad. Ik durfde niet tegen te spreken want onze situatie was al moeilijk genoeg. Natuurlijk kookte ik van woede om zijn onbegrip. Nog veel later kon ik het niet meer aan (hij spotte met mijn naam, toonde ook zijn middenvinger en op een bepaald moment dacht ik van: genoeg is genoeg) en gooide ik mijn bank ondersteboven uit frustratie. Ik stapte richting leerkracht maar op het laatste nippertje ging ik gewoon naar de deur (gelukkig!). Ik kwam uit bij de onderdirecteur. Het gebeurde op een vrijdag en volgens hem was het beter de zaak wat te laten rusten met het weekend die voor de deur stond. Maandag zag ik die leerkracht terug op de speelplaats (ik zag hem naar mij zoeken) en toen hij me vond verzekerde hij me dat ik zijn klas niet meer binnen mocht. Ik heb daar niets op geantwoord. Na heel wat bemiddelen door de Gon-begeleider tussen de leerkracht en mij, mocht ik toch terug in de klas, maar ik moest mij excuseren IN DE KLAS. Om de goede vrede te bewaren deed ik het. Maar niet veel later ben ik gestopt met deze opleiding, ik kon gewoon niet meer. Altijd maar opboksen tegen onbegrip en een te grote klas waar ik eigenlijk verloren liep. Het was frustrerend/vernederend voor mij en ook voor mijn ouders als ik hen thuis steeds over mijn problematiek moest vertellen. Het was tijd om werk te zoeken, zonder een volwaardig diploma...
Later komt nog deel 2. Wordt ongetwijfeld vervolgd!