Terug van een hele tijd weggeweest. Van 1 uur vliegen met een propellor vliegtuigje met 22 zitplaatsen, een laaghangend plafond en een maximum toegelaten bagage van 10kg. Van 36 uren varen tussen scherpe bergen met overhangende gletsjers, duikelende zeehondjes, pinguïns, albatrossen. En van anderhalve week daartussenin superintens genieten. Een verslag kan slechts verslaan. (Hooguit met verstomming.)
19 januari. In het gezelschap van 21 andere reizigers land ik op de militaire en enige luchthaven van Puerto Williams. Het dorp is door een tussenliggende reep Argentinië en een breed natuurlijk zeekanaal afgesneden van de bovenliggende rest van Chili. Dit is de grond waar de Yamana indianen leefden.
Ik trek er vier dagen door rauw, ruig, onherbergzaam, winderig, desolaat maar ontegensprekend mooi vuurlandland. (Bijna heb ik er effectief vuurland gezien, maar da's weer zo'n verhaal voor de lente...). Ik zie vier dagen lang niemand. Het concept van deze wandeltocht - tuur tot 500 m in de verte en kijk uit naar een rode streep als wegmarkering - is even eens iets anders dan de netjes aangelegde Torres Del Paine-wandelpaden. Wanneer zelfs in 500m verte geen rode streep te herkennen is, is het opzet: kijk in de vochtige grond en probeer bij toeval een voetafdruk te herkennen. Eens zo'n voetafdruk te hebben gevonden, is dan nog de vraag: 'Was deze wandelaar eveneens verdwaald of is dit dan toch het pad?' De tocht en de avonturen van dag op dag beschrijven, is weinig boeiend en zinvol. Komt dat gewoon zien. Ik kom helemaal opgeladen en hunkerend naar meer terug uit het toverlandschap. De uitbater van de souveniershop aan de overkant van het postkantoortje van Puerto Williams belt naar de postbeambte om te vragen of die niet even het postkantoor wil komen openen want dat er enkele klanten voor de deur staan. Ik verzend enkele postkaarten vanuit het meest zuidelijk gelegen postkantoor ter wereld. De administratief ondersteuner en tegelijkertijd hoofd van de 'dienst toerisme' van Puerto Williams zoekt samen met mij op Google Earth de coördinaten op van het 20 km nóg zuidelijker gelegen dorp Puerto Torro - en maakt uit nieuwsgierigheid ook een verkennende luchtfototocht doorheen de Achilles Musschestraat. Het dorp is vanuit Puerto Williams enkel bereikbaar per boot of...te voet dwars door het pampagebergte. Ik verkies optie 2 - voor het avontuur, maar ook wel omdat optie 1 slechts eenmaal per maand verkiesbaar is. 40 mensen staan officieel geregistreerd in het inwonersregister van Puerto Torro, in werkelijkheid verblijven er zo'n 15 mensen permanent. 3 politiebeambten werken er op het politiekantoor; 4 kinderen gaan er naar school in de dorpsshool (mét sporthal!) aan de andere kant van het dorp (de overzijde van de straat); als ik er ben, werken 10 niet-dorpsbewoners met de steun van de overheid twee maanden lang aan de bouw van een nieuwe aanlegsteiger zodat de nog net niet afgedankte vissersboten van die luttele 15 vissersmannen kunnen blijven aanmeren. Alles is geregeld en georganiseerd voor waar ik sinds mijn landing op Santiago naar uitkeek: voor mijn tocht naar het meest zuidelijk gelegen dorp ter wereld. Met stafkaart en gps verdwaal en geniet ik. Wanneer ik plots een hond hoor blaffen, wordt ik bevangen door ontgoocheling hier niet de echte enige te zijn. Dan valt het mij te binnen: deze hond is een wilde. De ontgoocheling slaat heel even om in angst, maar dat was echt maar even en absoluut niet veel. Twee dagen later al, op donderdagnamiddag, arriveer ik - toegegeven: met overwinningsgevoel - in Puerto Torro. Op zaterdag doet die ene boot zijn maandelijkse passage langs het dorp. Een lift had ik in het Munipicidad van Puerto Williams netjes geregeld. Tot die tijd sta ik op de immigratielijst van het dorp. Dorpelingen willen weten hoeveel uren ik heb gewandeld. Uit enthousiasme. En uit trots dat ik hun dorp bezoek. Een man met rugzak komt hier zelden of nooit uit de bosjes, is wat ik aanvoelde. Ik word ontvangen op het politiekantoor. Het personeel schuifelt er met laarzen op doeken, van kast met dikke dossiermappen naar koffiezetapparaat naar bureau met op de achterzijde nonstopspelende televisie. En of ik wil gaan zitten en water wens. En dan start de procedure. Mijn paspoort wordt opgevraagd door de onderchef. De andere onderchef komt erbij. Twee zichzelf au sérieux nemende armen van de wet - in militaristisch aandoende klederdracht - staren aandachtig naar mijn paspoort. Ik hoor één van beiden 'vendoenmuilbroeoeoek' mompelen. Een kort verhoor. Wanneer ik mijn trektocht ben begonnen. Hoeveel uren ik heb gewandeld. (Uit enthousiasme. En uit trots...) Waar en hoe ik geslapen heb. Mijn paspoort wordt volledig doorbladerd. Het document dat ik meekreeg van de vlieghavenpolitie - twee maanden geleden in Santiago - wordt bestudeerd...en overgeschreven, in een groot boek dat wat ik denk het 'dorpsregister' moet zijn. Dan schrijft de ene onderchef op een klassiek ruitjes A4-blad enkele zinnetjes neer. Waarschijnlijk het verslag van het verhoor. Ik word verzocht onderaan dat proces-verbaal-avant-la-lettre te tekenen. Er wordt radioverbinding opgenomen met het politiebureau van Puerto Williams. "Puerto Torro Puerto Williams. Puerto Torro Puerto Torro." Uit het razendsnelle Spaans radiogesprek vang ik de woorden 'persona Belgica' en 'trekking' op. Het A4tje wordt geklasseerd in een dossiermap. De onderchef begeleidt mij naar het huis van een oude visser, die ook conciërge blijkt te zijn van de dorpsschool. De komende twee dagen zal ik de enige en gelukkige bewoner zijn van de directeurswoning of dergelijke van de dorpsschool van Puerto Torro. De zoon van de oude visser vraagt mij te eten in zijn huis, waar ook de tien aanlegsteigerbouwers dagelijks te eten krijgen. Wanneer ik twee dagen later op de koffie wordt gevraagd door de oude visser, vraagt zijn vrouw mij heel oprecht of er in Belgica ook dieren zijn...tijgers bijvoorbeeld. Maar nog voor ikzelf het antwoord kan geven, is de oude man mij voor: "nonono, hay no tigres en Belgica. en Africa si." Hij is een man van de wereld.
28-01-2008, 00:00 geschreven door Filipvdm 
|