In welke mate scoort de kandidaat op onderstaande eigenschappen en welke aanwijzingen zijn hieruit af te leiden voor de persoonlijke doelstelling van de kandidaat.
1. Oprechte interesse in de ander, dienstbaarheid
2. Echt zijn, geen rol spelen
3. Geduld, gevoel voor aansluiten bij de ander en de juiste timing voor handelen
4. Onvoorwaardelijke acceptatie, ook van moeilijke mensen
5. Onbevooroordeeld zijn, niet handelen vanuit aannames
6. Betrouwbaarheid
7. Niet anderen de schuld geven van mislukking
8. Invoegen maar niet slijmen
De resultaten op de testinstrumenten worden grafisch weergegeven, waardoor een overzichtelijke representatie ontstaat van:
1. het zelfbeeld middels het BPMA Management Attitude Model
2. persoonlijkheidskenmerken middels TCI ( Temperament Character Inventory )
3. innerlijke behoeften en drijfveren middels EPPS ( Edwards Personal Preference Schedule)
4. het emotioneel reactiepatroon middels het Emogram
De uitslagen worden vervolgens in hun onderlinge samenhang geïnterpreteerd door een geregistreerd Klinisch Psycholoog BIG in termen van sterkte-zwakte, gunstig-ongunstig en consistent-tegenstrijdig. Dit gebeurt op een dusdanige wijze dat zowel de betrokkene als de opdrachtgever hieruit zelf bruikbare conclusies kunnen trekken.
Inzake de BPMA Management Attitude wordt een betrouwbare conclusie getrokken over de kans dat de testdeelnemer de binnen het leidinggeven noodzakelijke en gewenste vertrouwens- en gunningspositie kan bereiken.
De schriftelijke rapportage is van dermate kwaliteit dat deze zonder specialistische uitleg of begeleiding leesbaar en begrijpbaar is.
P. 4.