Onze ruimte om te lunchen ging opnieuw ingericht worden, het zou modern en gezellig worden, volgens de vernieuwers.
Ik was heel nieuwsgierig. De oude ruimte was gezellig geweest, met een bijeenraapsel van stoelen en een afgebladderde keukentafel, dat wel. Dus toegegeven: we waren echt wel aan iets nieuws toe. Het was eindelijk zover, alle oude meubels op de container en de nieuwe werden geïnstalleerd. Dan gingen we op inspectie. Het was toch wel even schrikken toen we onze eetruimte binnenkwamen. Een tafel voor mensen van minstens twee meter en half en stoelen waar je met een wipje op moet springen. Wie ontwerpt nu zo'n dingen? Briljante huisstylisten die een complex hebben omdat ze wat groter zijn dan de middelmaat? Of stylisten die een complex hebben omdat ze wat klein zijn? Is dat dan de nieuwe gezelligheid: meubels waarvan je denkt: tiens, ik heb dit nog meegemaakt, toen ik zo'n jaar of vijf was.
De meningen over deze meubels waren verdeeld. Sommigen vonden dit echt "design" en leken er dol op, anderen dachten: ik heb geen zin in elke middag springen naar mijn stoel. Ik hoorde bij die laatsten. We zijn dan met onze protestgroep naar buiten gewandeld, op zoek naar een gezellig cafeetje, waar we onze frustratie konden wegdrinken. Want we wisten: deze meubels zouden lang moeten meegaan, waarschijnlijk tot ons pensioen. De cafeetjes waren schaars hier, maar er was er eentje nog niet zo lang geleden, opengegaan. We stapten er binnen. Maar dit kon toch niet? Er stonden enkel hoge tafels met hoge barkrukken! Hadden ze dezelfde huisstylist in dienst genomen?
We springen nu elke middag naar onze zitplaats en zwijgen als vermoord over "design"-meubels.
Zonnige groetjes
Anna
|