"Jij? Ga jij dat lied van buiten leren? Ik geloof nooit dat jij dat kan, het is wel dertig jaar geleden dat je naar school bent geweest hé?" (Dat laatste heb ik niet verbeterd, mijn telling is ook opgehouden bij dertig jaar..)
Maar de uitdaging een lied van buiten leren, die ging ik graag aan. Wat dachten ze wel van mij. En ik ben eraan begonnen. Na zo'n tien minuten geprobeerd te hebben, begon ik een beetje te twijfelen. Dan dacht ik: weet je, ik stop nu en probeer het morgen opnieuw, met een frisse kop. Dus de morgen nadien begon ik terug. Help! Er zat niets meer in die grijze celletjes van mij. En ik dacht nog wel dat die behoorlijk werkten. Maar ik hield vol! Na een half uur was ik twee zinnen verder, maar die kwamen er helemaal niet vlot uit! De volgende dagen kon je mij zien rondlopen met een blad, dat ik af en toe van ver bekeek (anders moest ik mijn leesbril opzetten). Ik nam het mee, wat ik ook deed of naar waar ik ook ging. Zelfs op de fiets en bij het boodschappen doen. Ik merkte dat ik af en toe raar bekeken werd. Ik was dan ook steeds aan het mummelen.
We zijn nu één week verder en raar maar waar: ik ken al één strofe van wel zes zinnen, PLUS het refrein van zes zinnen, toegegeven: met drie dezelfde zinnen. Het is jammer genoeg een lied met zeven strofen. Als ik goed tel, ben ik binnen twee maanden klaar.
Wat ga ik mijn uitdagers vertellen? Ik kan natuurlijk doen of mijn neus bloedt: "Een lied leren? Heb ik dat gezegd? Daar weet ik echt niets meer van!" En de kous is af. Alleen bevestigt dat wat mijn uitdagers al dachten: ik kan het niet meer. Wil ik dat wel? Nee, tuurlijk niet, ik heb gelijk; ik kan dat. Ik kan de waarheid zeggen, en wat tijd vragen. Ja, dat zou ik kunnen doen. Maar dat ga ik zeker niet doen!
Mijn besluit staat vast: ik doe of ik van niets meer weet de komende zeven weken, de achtste week echter, ga ik spontaan het hele liedje uit volle borst zingen. Ze gaan versteld staan!!