Zo, en dan is het even stil, maar ik zal het uitleggen.
We wonen nu al zo'n 16 jaren in België, zeer tot ons genoegen. Een mooi huis op een leuke plek, dat is meegenomen, maar vooral de atmosfeer staat ons aan.
Vooropgesteld dat alles in België mis is, teveel Belgen, en dan nog het taalprobleem, de overheid die constant vraagtekens loopt rond te strooien, de plaatselijke onduidelijkheid, het ongepast gezag dat ze denken te hebben, zelfs de Euro moet je hier niet serieus nemen, de politiemacho's, vooral als het tegen ons 'Ollanders" gaat, (hoewel we het er soms wel naar maken), dat alles neemt niet weg dat ik het prettig vind om een BELGLANDER te zijn.
In het dorp waar ik woon doe ik al enkele jaren mee met de mei-tentoonstelling, dat is de plek waar amateur-kunstenaars kunnen laten zien wat ze artistiek in huis hebben.
Een kerkje is de lokatie waar resultaten van kunstnijverheid zoals pottenbakken, fotograferen, houtsnijden, tuinkabouters-fabriceren en dus ook schilderen ten toon worden gesteld.
De bedoeling is dat de kunstenaars een deel van de tijd invullen met Surveilleren, dat wil in mijn geval zeggen dat ik b.v. op zondagmiddag ongeveer 3 uren voor Jandoedel in die kerk heb gezeten, om uiteindelijk 4 mensen uit te leggen dat er ook werk van mij tentoongesteld was.
Voor hen niet zo belangrijk, want ze kwamen eigenlijk voor de vazen van hun kleindochter....
Maar België dus, een land wat ons heel veel vreugde schenkt.
Zo zijn we, Nicole en ik, laatst naar Brussel gegaan, om een concert/optreden bij te wonen van de "Frivole Framboos".
Culinaire Recessie, of hoe we bewuster gaan leven.
Laat ik maar gelijk met de deur in huis vallen: we halen de officiële groeiramingen niet. Onze bestedingen worden aangepast aan onze mogelijkheden, we worden spaarzamer.
Natuurlijk, de recessie zat al jaren in de pijplijn, maar nu het werkelijk aan de hand is, zijn er toch momenten en situaties waarbij ik mijn bedenkingen heb. Naar mijn mening wordt er teveel verspild, ook op culinair gebied, dus in de keuken.
Ik kijk met verbazing naar kookprogrammas op TV, binnen- en buitenland, het maakt niet uit.
De presenterende kok, meestal een vakman wiens ster al straalt aan het culinaire uitspansel, opent met een overzicht van de ingrediënten, die klaar staan in keurige schoteltjes, bakjes, glaasjes e.d.
Nadat de benodigdheden uitgebreid aan de kijker zijn uitgelegd, het vlees of de vis ter tafel is gebracht, het bak-en braadwerk vordert, begint bij mij een onbehagen op te komen.
De schoteltjes, bakjes en glaasjes worden slechts ten dele geleegd. Altijd blijft een aanzienlijk deel van de mise en place achter op de keukentafel. Voor mij onbegrijpelijk, weet men geen maat of verhouding, of zet men zomaar wat klaar?
Het komt voor U misschien als flauw en zeurderig over, maar ik kan U verzekeren dat dit gedrag ook in de echte keuken veel te vaak voor komt.
Ik wijs leerling-koks er op dat het niet nodig is om 5 stokbroden te bakken als er maar 2 nodig zijn. Dure producten (tarbot, ganzenlever e.d.) worden soms achteloos gebruikt om eenvoudige gerechten zoals salades te maken.
Kennis van de waarde, houdbaarheid en toepasbaarheid van het product ontbreekt vaak.
Ik denk dat, als we bewuster met de beschikbare middelen omgaan, alleen datgene gebruiken wat echt nodig is, we de zogenaamde recessie in de keuken in ieder geval goed te lijf gaan.
Maak in ieder geval de complete mise en place op, U hebt de voorbereiding en inkoop toch niet voor niets gedaan?
Amuseren is het naar je zin hebben, zonder daar zelf veel inspanningen voor te moeten leveren. Amuseren doe je door dingen voor je te laten gebeuren, het leuk te vinden en ervan te genieten. Het laten overkomen van ervaringen kan heel verrijkend werken.
Je vermaken heeft een doe-het-zelf- imago, jezelf te verbeteren, of in het slechtste geval te veranderen.
Als je wordt vermaakt, of je doet moeite om jezelf en je omgeving te vermaken, betekent dat in ieder geval dat je niet jezelf wilt blijven.
Amuseren kan heel tongstrelend zijn. Genietend van je omgeving, in de hand een glas gevuld met iets goeds, bij een eenvoudig maar eerlijk hapje komen allerlei gedachten op die bepalend zijn voor de stemming van de volgende dagen. Isabel Allende schrijft in haar boek Afrodite over genieten, laten genieten en het scheppen van banden tussen mensen.
Banden tussen mensen hebben wortels, als de wortels van een boom, de kunst is om langs de stam naar die plek in de boom te komen waar je als blad je laat horen door geruis, het geruis met de bladeren om je heen vormen een klank die mensen vertrouwd in de oren klinkt.
Als die banden met mensen belangrijk zijn, als die wortels zo diep zitten dat vermaken er niet toe doet, dan ga je mensen amuseren.
Amuseren is niet het uitgenodigd worden voor een golfclinic, het volgen van een kookcursus, het is wel trendy, maar eigenlijk is het een soort van wegsturen van moeder uit de keuken. Terwijl zij degene was die altijd paraat stond als: de liefde door de maag moet gaan of een grote mond vullen, wie wil een koekje van eigen deeg, wie is er niet op zijn mondje gevallen.
Amuseren kan zijn: verwennen, verwachtingen opwekken voor iets wat nog gaat komen,
een manier om bij iemand binnen te komen.
Deze tijd van het jaar is bij uitstek geschikt om eerlijke producten te gebruiken.
Wat is er mooier dan de seizoenen, zoals ze zijn bedoeld, te laten leveren wat ze kunnen leveren.
Geen haring in december, of een aardbei in januari, dat is niet logisch, dat is geen amusement.
Geef elk seizoen de kans om zijn eigenwijsheid te tonen, ga geen sleetje-rijden in de zomer, het lukt niet.
Bij amusement hoort een tongstrelende verwennerij: de Amuse.
De amuse is een voorproefje van wat gaat komen, een belofte.
Hugo kwam ons tegemoet, toen we zijn terrein opliepen. Een kruidentuin, die deel uitmaakt van het Begijnhof in Diest, België.
Het was voor ons een zaterdag om iets te ondernemen. Het werk is gedaan, de vakantieperiode voorbij, en dan heb je eind augustus nog een paar dagen die eigenlijk maar een beetje liggen te slingeren. Het echte werk begint toch in september.
Hugo sprak ons aan, omdat wij belangstelling toonden voor de kruidentuin, die naderhand bleek zijn levenswerk te zijn. Hij loodste ons mee naar binnen, in een gebouw waar een plek was die enkele jaren ervoor, zo vertelde hij, echt was ontdekt. Een binnenplaats, blijkbaar eeuwen verborgen voor de buitenwereld, was een schouw die er eigenlijk niet kon zijn, omdat er voor meerdere haarden slechts een rookkanaal was gebouwd.
De ruimtes waren vakkundig en met liefde gerestaureerd, en Hugo vertelde dat leem, het pleisterwerk van onze voorvaderen, maar op een manier de tand des tijds kon weerstaan, en dat was .vermengen met paardenpis. Zo blijft leem wel 300 jaar perfect in conditie.
De ruimtes zijn nu in gebruik als kookschool, diverse verenigingen zijn er thuis.
Hugo kan gepassioneerd vertellen over de geschiedenis van het Begijnhof, over heksen enz. Hij heeft daar kennelijk een studie van gemaakt en heeft een theorie ontwikkeld die een eigen visie op de loop van de geschiedenis geeft.
Stellingen en wetenswaardigheden die hij ons voorhield:
Het denken in kerkelijke aangelegenheden is omstreeks 1200 veranderd,
Kloosters zijn anders opgezet enz.
Brandstapels in combinatie met gebruik van kruiden.
Verhaal over Dominicanen, grootste orde in de Nederlanden in vroege Middeleeuwen en later.
Gelofte van persoonlijke kuisheid.
Combinatie met kruidentuin, uitleg over kale en wollige kruiden.
Hugo heeft er veel over gelezen, en de geschiedenis goed begrepen.
Locatie:
Begijnhof te Diest
Diverse activiteiten zoals:
Boekbinden, heemkunde, culinair, verkeerspark, rondleiding in Begijnhof.
Diest is absoluut de moeite waard om te bezoeken.
Als je naar de wc moet, vraag het Hugo.......de deur links achter!
We gingen in de jaren tachtig met onze vier kinderen naar een bestemming in het Chiantigebied. Jarenlang was ons reisdoel Fattoria La Farneta, een prachtig landgoed midden in de heuvels. Vroeger woonden daar twaalf families, wijnbouwers, enkele generaties tegelijk.
La Farneta ligt aan het eind van een zandweg, 8 kilometer van het kleine dorpje Casole d Elsa, eindeloos slingerend, heuvel op, heuvel af.
om de paar honderd meter een autootje langs de weg, meestal een minuscuul Fiatje 500, van de eigenaar en/of bestuurder echter geen spoor. De plaatselijke bewoners zochten in de bossen naar paddestoelen (fungi).
Met de regelmaat van de klok hoorde je in de verte een knal, echoënd tussen de hellingen, en dan wist je dat een van de Fiatbezitters weer een avondmaal had verschalkt.
Onze lijfspreuk in die tijd was: Genieten is niet altijd zondigen. Zo denken de Italianen er kennelijk ook over. In het weekend kwamen van heinde en verre de gasten van de eigenaar van La Farneta, uitgenodigd voor een groot eet- en drinkfestijn.
Lange tafels en banken stonden in de openlucht en in stallen, feestelijk gedekt met plastic bordjes en dito bestek, knalrode servetten en véél mandflessen, gevuld met de kostelijke Chianti. Een sfeer die met porselein, linnen en kristal niet te evenaren was.
Het hoofdgerecht bestond uit gebraden vogeltjes, op lange spiesen geregen en boven grote vuren gegaard, én polenta, een maïsgerecht uit de streek.
Halverwege in een bocht van ons zandweggetje, in de middle of nowhere lag een bouwwerk, La Pietralata, een ogenschijnlijk klein restaurantje, maar achter de deur een gezellige en ruime eetkamer en bar.
In de ochtend ging je melden dat je er savonds wilde komen dineren.
De gastheer was een bejaarde man, met snor, en afkomstig uit de laars van Ital ë.
Zijn echtgenote, een fel kijkende voormalig Siciliaanse schone, zwaaide de scepter in de keuken.
Tussen acht uur en halfnegen werden we verwacht, we togen lopend naar La Pietralata.
We waren aan de vroege kant, maar dat probleem werd door onze gastheer opgelost door al rijkelijk de wijn te schenken.
Toen de tafel gereed was werden we uitgenodigd met de andere gasten aan te schuiven aan een lange, zeer lange tafel.
De gastvrouw had op een bijzondere manier een verwenplan voor ons opgesteld, en het was echt genieten. Antipasti, pasta, paddestoelensoep, eigen gebakken brood, fazant en dan het hoofdgerecht, resultaat van een van die knallen van die middag, konijn bereidt volgens typisch toscaans receptuur, een delicatesse die door zijn eenvoud zijn weerga niet kent. Men proefde het geduld en de kennis van onze gastvrouw, die liefdevol en volgens de traditie het gerecht had bereid.
Het meer dan voortreffelijke hoofdgerecht werd gevolgd door een dessert, dat door de inmiddels zeer joviale gastheer vanaf het hoofd van de tafel naar ons toe werd geschoven op een manier die sterk deed denken aan Sjoelen .
Voor het internationale gezelschap kwam het hoogtepunt van verbroedering op het moment dat we allen van tafel gingen om in de bar nog een digestieve tot ons te nemen, aangeboden door onze Snorreman de Gastheer.
Grappa werd rijkelijk geschonken, de gitaar van de muur gehaald en liederen gezongen, soms in vier talen tegelijk.
Op het einde van de avond moest er uiteraard afgerekend worden, de Gastheer lispelde dan in mijn oor Centemille lires, omgerekend toen 120 guldens, een schijntje voor het ons gebodene.
Terug op La Farneta had ik dan ook nooit het gevoel door de plaatselijke horeca te zijn getild.
Het jaar daarop waren we met twee gezinnen, twee vaders, twee moeders en acht kinderen in La Pietralata, ons favoriete restaurant.
Na een geweldige avond, wijn en uiteraard aan het einde veel muziek en . Grappa, moest ik weer om de rekening vragen.
De heer des huizes lispelde weer in mijn oor Centemille lires ..Hij kende maar één tarief.
Vorig jaar zijn we nog eens langs gereden, het restaurant is niet meer in bedrijf, onze Snorreman is niet meer onder ons, zijn weduwe zit (dromend van Sicilië) rustig in het zonnetje
Herinneringen aan die mooie, zonnige vakantie, aan het eind alleen de ziel van de Chianti-fles.
Sinterklaasfeest was voor ons als ondernemersgezin, werkzaam in de catering, altijd een hectische periode. Toen, eind jaren '70, als aanloop naar de drukke Kerst, was er voor ons gezin, papa, mama, en vier kindertjes, een spannende tijd aangebroken waarbij het priveleven ondergeschikt was aan de leukedingendoentijd.
Ook de gaven van de Goede Sint moet je in deze context zien.
Zo kregen onze kindertjes van de Goed Heiligman altijd dingen die, of net te pas kwamen, of niet boven de begroting waren, met andere woorden, wat we allemaal met dit soort feesten kregen.
Voor ons gezin was het meestal de meest nuttige zaken zoals ondergoed, een fleurige pyjama, schoolspullen, afijn, noem het maar op, alleen de overbodige dingen, daarvoor hadden we opa's, oma's en....oud-tantes. De noodzakelijke dingetjes, daar waren ze al blij mee.
Tante Corrie, ze woont in Dordrecht, is zo'n Oud-tante. Nu bijna 90 gezonde jaren oud, heel trots op haar familie, al vanaf haar geboorte vrijgezel, wil graag met haar neven en nichten, maar vooral met het kroost van die na-zaten pronken.
De kindertjes Eijgenraam mochten net na het Sinterklaasfeest bij Tante gaan logeren.
Marijntje, de oudste, toen 7 jaar, Wieteke van 5, Hanneke was 3 jaar.
Bartje van 2 jaar moest thuisblijven, was nog niet "groot genoeg" voor deze logeerpartij.
Tante kwam ze ophalen, met de trein. Dat was al heel bijzonder, de kindertjes hadden nog nooit een trein van dichtbij gezien. Alle koffertjes waren gepakt, het zat er allemaal in. Tandpasta, kammetje, ook schone kleren en nieuwe nachtjaponnetjes.
In Dordrecht aangekomen werd er eerst uitgebreid "welkom geheten", limonade en alles wat kinderen daarbij lekker en leuk vinden.
Tante, de jongere zus van hun oma, zette al haar charmes in om de kinderen te amuseren.
"Laten we vanmiddag naar de stad gaan, een ijsje enz......."
Marijntje, als oudste en bijdehandste van het stel, ze was tenslotte al bijna 8 jaar, regelde de organisatie van deze onderneming: iedereen omkleden!!
Tante Corrie met haar achter-kleinnichtjes naar de stad.
De mensen keken naar haar, en vooral naar naar de 3 kleine kindertjes, die parmantig achter haar aanliepen. Tante Corrie vond dat de kindertjes er wel heel bijzonder bijliepen, zo apart gekleed, niet van haar tijd, maar wel heel kleurrijk.
Moe en voldaan kwamen ze bij Tante Corrie thuis, waar ze die avond zouden slapen.
Toen Tante Corrie vroeg, na het tanden-poetsen en plassen " waar zijn jullie pyjama's," zei Marijntje:
"oh, die hebben we de hele middag al aangehad".................!!
Elke keer als ik Billy Joell hoor met zijn geweldige "She's always a woman", wat in dat jaar voor het eerst te horen was, moet ik weer inwendig schateren.
Op de fiets, op de fiets, een tandem is toch ook niet niets.........
We hebben via Marktplaats een tandem gekocht, in Limburg, en zijn op een zondagavond ernaar toe gereden. De verkoper was een rijwielhandelaar, hij moest de tandem verkopen voor een heer, die dit rijwiel samen met zijn onlangs overleden echtgenote jarenlang tot volle tevredenheid had bereden. Bij nader inzien had ik het gevoel dat ik een "autootje van een oud vrouwtje " had gekocht, weinig kilometers op de teller, maar bij nader gebruik blijkt toch .........
Volgens de stickers op het achterspatbord zijn wij de zoveelste gebruikers.
In ieder geval, de tandem (voor degenen die niet weten wat dat is: een fiets voor twee personen, waarbij verondersteld wordt dat elk van de twee fietsenden een gelijke bijdrage levert in het totaal van de mechanische krachtoverbrenging) is een sportieve uitvoering van een OMA-fiets.
21 versnellingen, rappe zadels, het uiterlijk van een mountainbike met groeistuipen.
Plannen worden gemaakt: de Loire in Frankrijk, fietsen langs een mooie rivier met veel bezienswaardigheden. Een beetje warm en ver, maar met de tandem achterin onze Renault Espace moet dat lukken.
dus....
eerst oefenen in eigen land!!
dag 1:
ongetraind gaan we de weg op, maandagochtend., de wind in het hol:
Poppel, via Den Bosch, komen we uiteindelijk na een kleine 100 km. in de vooravond in Rhenen.
We logeren in een hotel op de Grebbeberg, onder de vrolijke klanken van het achter het hotel gelegen dierenpark.
dag 2:
langs de (ik denk) Rijn, diverse malen met een pontje overgestoken, je zou het heen en weer krijgen, tot aan de IJsselkop onder Arnhem, vandaar over smalle dijken langs deze mooie IJssel belandden we in Zutphen.
In de binnenstad een mooi hotel, lekker oud, krakende vloeren. Onder het genot van: de laatste avond zon, een mooi terras, een zere kont, lekker Italiaans eten en dito wijn, sloten we dag 2 af, om de volgende
dag 3:
te ontbijten, in samenspraak met de eigenaresse van het hotel, die gezellig bij ons aanschoof.
Iets later dan gepland, door alle interessante verhalen wederzijds, vertrokken we, met de wind in de rug, langs de IJssel richting Zwolle, wederom over dijkjes en smalle weggetjes.
Voor Zwolle wilden we een pauze-stop maken en belandden in het dorpje Wijhe. Midden in de winkelstraat stopten we, op zoek naar een geschikt terras voor een kopje koffie of een andere versnapering. Terwijl ik probeerde mijn been over de stang te tillen ( een zwaai over het zadel kan je met een tandem beter vergeten) en deze poging mislukte, kwam een gezellige oudere heer naar ons toe, boog zich belangstellend naar mij als "leader of the tandem" en vroeg of mijn fietscomputertje een ToM-ToM is. Ik zei nog: "nee, maar ik heb wel een TamTam, en die zit achterop", de man kwam nog dichterbij en op dat moment lukte het mij mijn rechterbeen over de stang te tillen, om hem daarmee vol in het kruis te raken....hole in one ...dus.
We dronken in Wijhe onze koffie op het terras van wat later bleek een cafeetje van een kunstenaar, hij had zijn galerie naast de kroeg, de volgende ochtend is mijn lip een koortslip, of hoe dat ook heet. In ieder geval, schoon is anders...
De nacht hebben we doorgebracht in een hotel in Zwolle, de avond waarop het Nederlands elftal heeft gevoetbald, ik denk tegen Argentinië. Zeker weten doe ik het niet meer, want tijdens de wedstrijd stroomde het hotel vol met Engelsen, dames en heren, een bus Robbie Williamsfans, die nog even een frietje kwamen scoren en de nodige pinten. Tjonge, wat een happening.
dag 4:
rondje Zwolle, via Kampen, Zwartsluis, en dan tegen de wind in terug naar Zwolle. Koud en nat.
Omstreeks 13.00 uur, ....ruim voor de middag/avondspits dus, besloten Nicole en ik om vanuit Zwolle terug te reizen naar het zuiden.
Op het station kochten we 2 x enkele reis Tilburg, ook een kaartje voor de tandem.
Sinds kort mag een fietskar niet meer met de trein, een tandem wel en een fiets-kinderaanhanger ook..., in ieder geval, de lokettist vroeg me nog of ik een kortingskaart had. Nee dus, wij Nederbelgen reizen nooit met het Nederlands openbaar vervoer, dus een kortingskaart was niet voorhanden.
Na betaling van de m.i. redelijke hoeveelheid Euro's, hesen wij op perron 3, spoor 7, onze tandem en onszelf in de Intercity naar Roosendaal. Een luxe, de hele reis blijven zitten op het balkon, alleen maar zorgen dat de tandem geen andere passagiers in de weg stond.
Net voor Deventer, kaartjescontrole.
De vriendelijke hoofdconducteur (zijn titel hing aan zijn borst) vroeg ons of we de kortingskaart wilden laten zien...welke kortingskaart....nou die overlegd moest worden bij onze reisdocumenten.
Het bleek dat we vervoersbewijzen hadden met een korting van 40%.
Dus geen kortingskaarten, dus geen geldig kaartje, dus een boete van Euro 35,00 per persoon. Over de fiets werd niet gesproken, want die had toch geen weerwoord.
Na wat gesteggel was het alternatief: in Deventer eruit, nieuwe kaartjes kopen...nee, de gekochte kaartjes waren bij deze ongeldig en niet inwisselbaar.
Wij met onze zwaarbeladen tandem uit de trein, de inkomende reizigers mopperen, wat mij bijna de neiging gaf om links en rechts een beetje slordig met het in- en exterieur van ons spoorwegmateriaal om te gaan, ik kon me nog inhouden.
Uiteindelijk belandden we in een volgende trein naar het zuiden, later op de middag.
Op onze balkon-lokatie was het inmiddels een komen en gaan van de echte forensen, we zaten in het begin van de namiddag-, avondspits natuurlijk gruwelijk in de weg.
Een van onze mede-reizigers had voor mijn een opmerking over ons a-sociale reisgedrag, met een tandem op de trein stappen terwijl die arme heen- en weerreizigers bijna struikelend naar hun staanplaats moesten strompelen.
Dit ontlokte mij de opmerking: "mevrouw, als de lokettist in Zwolle maar een fractie had van het verstand van onze jongste kleinzoon van anderhalf , dan hoefden wij niet in deze trein te zitten!!"
Ik ga het maar eens opschrijven, deze beleving van urenlang wakker liggen in een lange nacht, rusteloos en krabbend op plekjes waar het net niet genoeg jeukt om te zeggen dat het muskietennet, waar je mee hebt liggen stoeien, niet werkt. Zon nacht, elke nacht, duurt derhalve lang.
Bij het ochtendgloren blijf ik liggen om mijn huisgenoten niet voor de voeten te lopen, want dit jonge gezinnetje moet alle zeilen bijzetten om de nieuwe dag op te starten. De oudste, onze kleinzoon, moet weer naar school en dan heb ik het over een tijdstip waar een gemiddelde werkzame Nederlander een puntje aan kan zuigen, kwart over zeven. Een kwartiertje rijden, de berg af.
Plaats van handeling: het huis van Menno, Hanneke en de kinderen Taco en Kiki.
Een geweldige plek op Maui, Hawaii, waar het een voorrecht is om te mogen logeren. Vanwege de gezonde en vooral ontspannen leefwijze in dit paradijs op deze aardkloot voor Nicole en mij een geweldig beleving , de gastvrijheid en hartelijke zorg voor ons als gasten. Goed, het is dan je familie, kinderen en kleinkinderen, maar om een maand je privé-omgeving te willen delen vinden wij bijzonder en daar genieten we van.
Het gevolg voor ons is de verandering van: snel, een hap zus of zo, en zeker niet te vergeten een glas meer...vooral niet minder, terwijl het nu is: rustig opstarten, vooral langzaam doorgaan, gematigd eten, een beetje klussen in en rond het huis, het voorrecht om elke dag naar de landfill (vuilnisstort) te mogen rijden om een lading tuinafval weg te brengen (een dag zonder Landfill is een dag niet geleefd), bijtijds naar het strand gaan, en vooral geen behoefte hebben aan het vertrouwde glas. Waar onze avonden thuis worden voltooid met een glas wijn, of twee, gevolgd door de stap in de bedstee, is het hier soms een blikje bikini-blond, het lokale biertje, als opmaat naar het vroege avondmaal.
De avond wordt dan afgesloten met een spelletje Yatzee, vergezeld van een mok groene thee, voor de broodnodige rust. Ik voel me dan ook al zo fris en fruitig als een pasgeboren vijfenzestig-plusser. Tevens voel ik me een beetje
een lokale mens, want terwijl elke toerist op het vliegveld een cabrio of SUV huurt, waar ze thuis slechts van dromen, rijden wij rond in een truck met royale laadbak, zodat we er van alles zomaar in kunnen mikken.
Het resultaat van deze levensstijl is dat mijn ritme sterk is veranderd, maar dat mijn geest deze vertraging na 14 dagen nog niet kan volgen. Dus heb ik ergens in mijn 24-uurcyclus tijd over, en dat is nou net vanaf het moment dat ik naar bed ga tot dat ik weer overeind behoor te komen.
Overigens, dat laatste gebeurt op mijn leeftijd ook wel eens een keer
s-nachts: zoals elke jonge oudere moet ik wel eens naar het toilet. Daarvoor moet ik eerst vanonder de klamboe, met de moeizaam gevonden smartphone met ingebouwde zaklantaarn, het bed uitglijden, naar de deur schuifelen, deze proberen zachtjes te openen, over de krakende plank te stappen die als eerste in de gang mijn pad kruist, het toilet zijn werk te laten doen, dan zo zacht als mogelijk is doorspoelen, omdat de stortbak van de wc grenst aan het slaapvertrek van onze kinderen, en het in een stille nacht altijd lang duurt voordat het reservoir weer gevuld is. Vervolgens begint behoedzaam de weg terug, waarbij ik elke keer weer blij ben dat de smartphone niet onderin de toiletpot ligt.
De kraakplank wordt met het volle gewicht geraakt, de kamerdeur is sneller en dus harder dichtgetrokken dan verwacht, en de klamboe verschalken is dan slechts een kleine, maar wel belangrijke bijkomstigheid, evenals het positiekiezen naast mijn immer voortronkende echtgenote.
Waarna het grote wachten wederom wordt vervolgd.
Ik weet niet hoe u een tropische nacht ervaart, maar in mijn nachten zijn het vooral de stilte en de daar bijbehorende geluiden die een hoofdrol spelen.
Het aan- en afslaan van de koelkast, het intense slapen van Nicole, de dieren die s nachts hun vak uitoefenen, en vooral de dieren die in mijn beleving bij het ochtendgloren een taak hebben.
Eerst de wezens met de nachtdienst: de gehele nacht trilt er een soort spanning door de lucht, die ik thuis in Poppel nog nooit gehoord heb. Het zijn de krekels die ik bedoel, tenminste ik denk dat het krekels zijn. Hun indringende geluid maakt op mijn huisgenoten totaal geen indruk, maar ik zit hier om vier uur s nachts bijna mee te tjilpen.
De gekkos komen ook aardig dichtbij, onschuldig maar wel net zo aanwezig als mijn belastinginspecteur. Je weet dat hij er is, maar je probeert hem te negeren.
Dan de ochtendploeg: in dit deel van de wereld en dan speciaal de directe omgeving wordt het bevolkingsoverschot op peil gehouden door een aantal hanen met elk een bijbehorende kippenschaar.
Ik weet uit ervaring dat ergens tegen de ochtend de haan kraait. Deze hanen kunnen kennelijk geen klok kijken want er wordt gedurende de nacht aan een stuk door gekraaid. De diversiteit van het geproduceerde geluid leert me dat er net zoveel soorten hanen zijn als soorten gekraai, waarbij dan mijn fantasie op hol slaat.
Een lullig kort kukelekuutje van slechts drie lettergreepjes, hierbij stel ik me een minkukel van een haantje voor. Daarentegen zijn er forse gekraaide kreten, die me doen denken aan een haan met alles erop en eraan, borst vooruit en pluimen in de wind. Hele lange uithalen, dominant en schreeuwend om aandacht, die hij dan ook prompt krijgt. De langste kraai die ik gehoord heb zou zo een halve CD kunnen vullen.
Uit alle hoeken en gaten klinken de reacties van gevederde collegas, en dat is nou net wat mij zo bezig houdt. Ik zie allerlei mannelijke kippen voor me, die reageren, of juist de grote leider minachtend bejegenen maar uiteindelijk toch zwichten voor de oproep van de baas. Ik hoor lulletje rozenwater, een haantje dat volgens mij totaal wordt overrompeld door zijn harem, dan de loser die slechts zijn grote voorbeeld wil na-kraaien maar het net niet haalt, dan de klojoos die slecht bij krop zijn of kortademig. Die persen er zon korte kraai uit dat het geen naam mag hebben, of je moet het een kukel met ingebouwde tok willen noemen.
En dan haantje de voorste, die begint zijn kukel, en als er geen reactie komt, druipt hij af met het schaamrood op zijn kam.
Het nachtlijk gekraai wordt regelmatig onderbroken door een korte pauze, soms door mij gebruikt voor de reeds genoemde plaspauze.
Maar dan, daar is hij: de nichtenkraai bestaat, hoog ingezet en een beetje aanstellerig eindigend. Deze kraai is dwingend, dringend en vol passie. Er wordt door de omgeving eerst nauwelijks op gereageerd, maar kennelijk zijn het er toch meerderen van dezelfde kunne...., allengs komt er bijval en dan is de lol niet van de lucht. Het hele spul begint door elkaar te kraaien, zodat zelfs de stotteraar niet meer te onderscheiden is.
En wat ik dan uiteindelijk niet kan verkroppen is dat mijn huisgenoten niet willen delen in mijn nachtelijke beleving, ze slapen gewoon door, zich niet bewust van de intensiteit van zwoel Hawaii bij nacht.
Maar ik snap het wel.
En dan heb ik het niet eens gehad over de krolse katten.............!!