Ik ga het maar eens opschrijven, deze beleving van urenlang wakker liggen in een lange nacht, rusteloos en krabbend op plekjes waar het net niet genoeg jeukt om te zeggen dat het muskietennet, waar je mee hebt liggen stoeien, niet werkt. Zon nacht, elke nacht, duurt derhalve lang.
Bij het ochtendgloren blijf ik liggen om mijn huisgenoten niet voor de voeten te lopen, want dit jonge gezinnetje moet alle zeilen bijzetten om de nieuwe dag op te starten. De oudste, onze kleinzoon, moet weer naar school en dan heb ik het over een tijdstip waar een gemiddelde werkzame Nederlander een puntje aan kan zuigen, kwart over zeven. Een kwartiertje rijden, de berg af.
Plaats van handeling: het huis van Menno, Hanneke en de kinderen Taco en Kiki.
Een geweldige plek op Maui, Hawaii, waar het een voorrecht is om te mogen logeren. Vanwege de gezonde en vooral ontspannen leefwijze in dit paradijs op deze aardkloot voor Nicole en mij een geweldig beleving , de gastvrijheid en hartelijke zorg voor ons als gasten. Goed, het is dan je familie, kinderen en kleinkinderen, maar om een maand je privé-omgeving te willen delen vinden wij bijzonder en daar genieten we van.
Het gevolg voor ons is de verandering van: snel, een hap zus of zo, en zeker niet te vergeten een glas meer...vooral niet minder, terwijl het nu is: rustig opstarten, vooral langzaam doorgaan, gematigd eten, een beetje klussen in en rond het huis, het voorrecht om elke dag naar de landfill (vuilnisstort) te mogen rijden om een lading tuinafval weg te brengen (een dag zonder Landfill is een dag niet geleefd), bijtijds naar het strand gaan, en vooral geen behoefte hebben aan het vertrouwde glas. Waar onze avonden thuis worden voltooid met een glas wijn, of twee, gevolgd door de stap in de bedstee, is het hier soms een blikje bikini-blond, het lokale biertje, als opmaat naar het vroege avondmaal.
De avond wordt dan afgesloten met een spelletje Yatzee, vergezeld van een mok groene thee, voor de broodnodige rust. Ik voel me dan ook al zo fris en fruitig als een pasgeboren vijfenzestig-plusser. Tevens voel ik me een beetje
een lokale mens, want terwijl elke toerist op het vliegveld een cabrio of SUV huurt, waar ze thuis slechts van dromen, rijden wij rond in een truck met royale laadbak, zodat we er van alles zomaar in kunnen mikken.
Het resultaat van deze levensstijl is dat mijn ritme sterk is veranderd, maar dat mijn geest deze vertraging na 14 dagen nog niet kan volgen. Dus heb ik ergens in mijn 24-uurcyclus tijd over, en dat is nou net vanaf het moment dat ik naar bed ga tot dat ik weer overeind behoor te komen.
Overigens, dat laatste gebeurt op mijn leeftijd ook wel eens een keer
s-nachts: zoals elke jonge oudere moet ik wel eens naar het toilet. Daarvoor moet ik eerst vanonder de klamboe, met de moeizaam gevonden smartphone met ingebouwde zaklantaarn, het bed uitglijden, naar de deur schuifelen, deze proberen zachtjes te openen, over de krakende plank te stappen die als eerste in de gang mijn pad kruist, het toilet zijn werk te laten doen, dan zo zacht als mogelijk is doorspoelen, omdat de stortbak van de wc grenst aan het slaapvertrek van onze kinderen, en het in een stille nacht altijd lang duurt voordat het reservoir weer gevuld is. Vervolgens begint behoedzaam de weg terug, waarbij ik elke keer weer blij ben dat de smartphone niet onderin de toiletpot ligt.
De kraakplank wordt met het volle gewicht geraakt, de kamerdeur is sneller en dus harder dichtgetrokken dan verwacht, en de klamboe verschalken is dan slechts een kleine, maar wel belangrijke bijkomstigheid, evenals het positiekiezen naast mijn immer voortronkende echtgenote.
Waarna het grote wachten wederom wordt vervolgd.
Ik weet niet hoe u een tropische nacht ervaart, maar in mijn nachten zijn het vooral de stilte en de daar bijbehorende geluiden die een hoofdrol spelen.
Het aan- en afslaan van de koelkast, het intense slapen van Nicole, de dieren die s nachts hun vak uitoefenen, en vooral de dieren die in mijn beleving bij het ochtendgloren een taak hebben.
Eerst de wezens met de nachtdienst: de gehele nacht trilt er een soort spanning door de lucht, die ik thuis in Poppel nog nooit gehoord heb. Het zijn de krekels die ik bedoel, tenminste ik denk dat het krekels zijn. Hun indringende geluid maakt op mijn huisgenoten totaal geen indruk, maar ik zit hier om vier uur s nachts bijna mee te tjilpen.
De gekkos komen ook aardig dichtbij, onschuldig maar wel net zo aanwezig als mijn belastinginspecteur. Je weet dat hij er is, maar je probeert hem te negeren.
Dan de ochtendploeg: in dit deel van de wereld en dan speciaal de directe omgeving wordt het bevolkingsoverschot op peil gehouden door een aantal hanen met elk een bijbehorende kippenschaar.
Ik weet uit ervaring dat ergens tegen de ochtend de haan kraait. Deze hanen kunnen kennelijk geen klok kijken want er wordt gedurende de nacht aan een stuk door gekraaid. De diversiteit van het geproduceerde geluid leert me dat er net zoveel soorten hanen zijn als soorten gekraai, waarbij dan mijn fantasie op hol slaat.
Een lullig kort kukelekuutje van slechts drie lettergreepjes, hierbij stel ik me een minkukel van een haantje voor. Daarentegen zijn er forse gekraaide kreten, die me doen denken aan een haan met alles erop en eraan, borst vooruit en pluimen in de wind. Hele lange uithalen, dominant en schreeuwend om aandacht, die hij dan ook prompt krijgt. De langste kraai die ik gehoord heb zou zo een halve CD kunnen vullen.
Uit alle hoeken en gaten klinken de reacties van gevederde collegas, en dat is nou net wat mij zo bezig houdt. Ik zie allerlei mannelijke kippen voor me, die reageren, of juist de grote leider minachtend bejegenen maar uiteindelijk toch zwichten voor de oproep van de baas. Ik hoor lulletje rozenwater, een haantje dat volgens mij totaal wordt overrompeld door zijn harem, dan de loser die slechts zijn grote voorbeeld wil na-kraaien maar het net niet haalt, dan de klojoos die slecht bij krop zijn of kortademig. Die persen er zon korte kraai uit dat het geen naam mag hebben, of je moet het een kukel met ingebouwde tok willen noemen.
En dan haantje de voorste, die begint zijn kukel, en als er geen reactie komt, druipt hij af met het schaamrood op zijn kam.
Het nachtlijk gekraai wordt regelmatig onderbroken door een korte pauze, soms door mij gebruikt voor de reeds genoemde plaspauze.
Maar dan, daar is hij: de nichtenkraai bestaat, hoog ingezet en een beetje aanstellerig eindigend. Deze kraai is dwingend, dringend en vol passie. Er wordt door de omgeving eerst nauwelijks op gereageerd, maar kennelijk zijn het er toch meerderen van dezelfde kunne...., allengs komt er bijval en dan is de lol niet van de lucht. Het hele spul begint door elkaar te kraaien, zodat zelfs de stotteraar niet meer te onderscheiden is.
En wat ik dan uiteindelijk niet kan verkroppen is dat mijn huisgenoten niet willen delen in mijn nachtelijke beleving, ze slapen gewoon door, zich niet bewust van de intensiteit van zwoel Hawaii bij nacht.
Maar ik snap het wel.
En dan heb ik het niet eens gehad over de krolse katten.............!!
Op de fiets, op de fiets, een tandem is toch ook niet niets.........
We hebben via Marktplaats een tandem gekocht, in Limburg, en zijn op een zondagavond ernaar toe gereden. De verkoper was een rijwielhandelaar, hij moest de tandem verkopen voor een heer, die dit rijwiel samen met zijn onlangs overleden echtgenote jarenlang tot volle tevredenheid had bereden. Bij nader inzien had ik het gevoel dat ik een "autootje van een oud vrouwtje " had gekocht, weinig kilometers op de teller, maar bij nader gebruik blijkt toch .........
Volgens de stickers op het achterspatbord zijn wij de zoveelste gebruikers.
In ieder geval, de tandem (voor degenen die niet weten wat dat is: een fiets voor twee personen, waarbij verondersteld wordt dat elk van de twee fietsenden een gelijke bijdrage levert in het totaal van de mechanische krachtoverbrenging) is een sportieve uitvoering van een OMA-fiets.
21 versnellingen, rappe zadels, het uiterlijk van een mountainbike met groeistuipen.
Plannen worden gemaakt: de Loire in Frankrijk, fietsen langs een mooie rivier met veel bezienswaardigheden. Een beetje warm en ver, maar met de tandem achterin onze Renault Espace moet dat lukken.
dus....
eerst oefenen in eigen land!!
dag 1:
ongetraind gaan we de weg op, maandagochtend., de wind in het hol:
Poppel, via Den Bosch, komen we uiteindelijk na een kleine 100 km. in de vooravond in Rhenen.
We logeren in een hotel op de Grebbeberg, onder de vrolijke klanken van het achter het hotel gelegen dierenpark.
dag 2:
langs de (ik denk) Rijn, diverse malen met een pontje overgestoken, je zou het heen en weer krijgen, tot aan de IJsselkop onder Arnhem, vandaar over smalle dijken langs deze mooie IJssel belandden we in Zutphen.
In de binnenstad een mooi hotel, lekker oud, krakende vloeren. Onder het genot van: de laatste avond zon, een mooi terras, een zere kont, lekker Italiaans eten en dito wijn, sloten we dag 2 af, om de volgende
dag 3:
te ontbijten, in samenspraak met de eigenaresse van het hotel, die gezellig bij ons aanschoof.
Iets later dan gepland, door alle interessante verhalen wederzijds, vertrokken we, met de wind in de rug, langs de IJssel richting Zwolle, wederom over dijkjes en smalle weggetjes.
Voor Zwolle wilden we een pauze-stop maken en belandden in het dorpje Wijhe. Midden in de winkelstraat stopten we, op zoek naar een geschikt terras voor een kopje koffie of een andere versnapering. Terwijl ik probeerde mijn been over de stang te tillen ( een zwaai over het zadel kan je met een tandem beter vergeten) en deze poging mislukte, kwam een gezellige oudere heer naar ons toe, boog zich belangstellend naar mij als "leader of the tandem" en vroeg of mijn fietscomputertje een ToM-ToM is. Ik zei nog: "nee, maar ik heb wel een TamTam, en die zit achterop", de man kwam nog dichterbij en op dat moment lukte het mij mijn rechterbeen over de stang te tillen, om hem daarmee vol in het kruis te raken....hole in one ...dus.
We dronken in Wijhe onze koffie op het terras van wat later bleek een cafeetje van een kunstenaar, hij had zijn galerie naast de kroeg, de volgende ochtend is mijn lip een koortslip, of hoe dat ook heet. In ieder geval, schoon is anders...
De nacht hebben we doorgebracht in een hotel in Zwolle, de avond waarop het Nederlands elftal heeft gevoetbald, ik denk tegen Argentinië. Zeker weten doe ik het niet meer, want tijdens de wedstrijd stroomde het hotel vol met Engelsen, dames en heren, een bus Robbie Williamsfans, die nog even een frietje kwamen scoren en de nodige pinten. Tjonge, wat een happening.
dag 4:
rondje Zwolle, via Kampen, Zwartsluis, en dan tegen de wind in terug naar Zwolle. Koud en nat.
Omstreeks 13.00 uur, ....ruim voor de middag/avondspits dus, besloten Nicole en ik om vanuit Zwolle terug te reizen naar het zuiden.
Op het station kochten we 2 x enkele reis Tilburg, ook een kaartje voor de tandem.
Sinds kort mag een fietskar niet meer met de trein, een tandem wel en een fiets-kinderaanhanger ook..., in ieder geval, de lokettist vroeg me nog of ik een kortingskaart had. Nee dus, wij Nederbelgen reizen nooit met het Nederlands openbaar vervoer, dus een kortingskaart was niet voorhanden.
Na betaling van de m.i. redelijke hoeveelheid Euro's, hesen wij op perron 3, spoor 7, onze tandem en onszelf in de Intercity naar Roosendaal. Een luxe, de hele reis blijven zitten op het balkon, alleen maar zorgen dat de tandem geen andere passagiers in de weg stond.
Net voor Deventer, kaartjescontrole.
De vriendelijke hoofdconducteur (zijn titel hing aan zijn borst) vroeg ons of we de kortingskaart wilden laten zien...welke kortingskaart....nou die overlegd moest worden bij onze reisdocumenten.
Het bleek dat we vervoersbewijzen hadden met een korting van 40%.
Dus geen kortingskaarten, dus geen geldig kaartje, dus een boete van Euro 35,00 per persoon. Over de fiets werd niet gesproken, want die had toch geen weerwoord.
Na wat gesteggel was het alternatief: in Deventer eruit, nieuwe kaartjes kopen...nee, de gekochte kaartjes waren bij deze ongeldig en niet inwisselbaar.
Wij met onze zwaarbeladen tandem uit de trein, de inkomende reizigers mopperen, wat mij bijna de neiging gaf om links en rechts een beetje slordig met het in- en exterieur van ons spoorwegmateriaal om te gaan, ik kon me nog inhouden.
Uiteindelijk belandden we in een volgende trein naar het zuiden, later op de middag.
Op onze balkon-lokatie was het inmiddels een komen en gaan van de echte forensen, we zaten in het begin van de namiddag-, avondspits natuurlijk gruwelijk in de weg.
Een van onze mede-reizigers had voor mijn een opmerking over ons a-sociale reisgedrag, met een tandem op de trein stappen terwijl die arme heen- en weerreizigers bijna struikelend naar hun staanplaats moesten strompelen.
Dit ontlokte mij de opmerking: "mevrouw, als de lokettist in Zwolle maar een fractie had van het verstand van onze jongste kleinzoon van anderhalf , dan hoefden wij niet in deze trein te zitten!!"