Het wordt nog eens tijd voor een korte indruk van Speelbal. Op dit moment bevindt Ned - of Paul of Thomas, zoals je wil - zich in Hamburg. Na de vele jaren van isolement weet hij niet wat hij ziet... Een wereld vol rinkelende doosjes en vreemde woorden als 'Internet'. Ik vond het prachtig gevonden, voor ons lijkt deze wereld zo gewoon, zo alledaags. Maar iemand die de afgelopen 10 of 20 jaar niet rondgelopen heeft in de bewoonde wereld, moet inderdaad achterover vallen van verbazing. Walkie talkies die naar elke telefoon - mobiele en vaste lijn - kunnen bellen, hoe vreemd klinkt zoiets eigenlijk?
En dan volgt hoofdstuk 4; je voelt de dreiging al hangen... Ashley Barson-Garland, de Ashley, is ondertussen lid van het Lagerhuis én succesvol advocaat. Maar hij is ook verantwoordelijk voor de verloren jaren van Ned. En Ned mag dan wel gek verklaard geweest zijn en hopen morfine en andere chemische rommel te verwerken gekregen hebben, hij is niets vergeten... Hij sprak al over zijn vriendin, ik veronderstel Portia, en dus zal hij Ashley ook nog wel (her)kennen.
Stel... Het is een dinsdagavond, omdat je les had tot 16 u. 15 hebben je busvrienden Diest al verlaten. En dan zit je daar, 'alleen' in de bus... (Wel, 'alleen' met de andere passagiers om precies te zijn...).
Helaas kan ik niet lezen in een bus, dus toverde ik mijn iPod uit mijn rugzak en ging ik op zoek naar een leuk album om de tijd te verdrijven. Je weet het of je weet het niet, maar ik heb de 21e eeuw nog niet bereikt in de muziekwereld en blijf steken in de jaren '50, '60, '70 en begin jaren '80, waar een hoop juweeltjes verscholen liggen. Waaronder liedjes van Paul McCartney, Bryan Ferry, John Lennon en Eric Clapton.
Vandaag viel de keuze op David Bowie... Ik ben geen superfan van de man, maar kan hem wel appreciëren. In de busrit van Diest naar huis hoorde ik de EP David Bowie in Bertolt Brecht's Baal, (kortweg Baal). En nu komt het ... Het album is een muzikale bewerking van het gelijknamige toneel van Bertolt Brecht, een Duitse schrijver die leefde in de eerste helft van de 20e eeuw. En zo heb ik vandaag in 5 tracks een bekend toneel gehoord, begrepen is nog wat anders... Misschien nog maar eens luisteren?
Het is alweer even geleden, maar het is nog eens tijd voor een berichtje over mijn leespraktijken buiten de actualiteit.
Toch las ik vandaag dat de Witte Mars opnieuw 'gespeeld' wordt voor een verfilming van de trilogie van Tom Lanoye... Ik snap niet goed hoe je zoiets zelfs maar wil spelen. Tja, de wonderen zijn de wereld nog niet uit... Maar dit geheel terzijde...
De volgende zinnen wijd ik dan ook helemaal aan Stephen Fry en zijn personage Ned Maddstone, kortom: Speelbal. Momenteel is Ned - of moet ik zeggen Thomas? - opgenomen in het ziekenhuis. Hij heeft net zijn mentor Babe verloren en dus ook de opdracht van zijn leven gekregen... Mij ga je hier niet te veel horen verklappen, wie de rest wil weten, verwijs ik naar het boek...
Mij kan het in ieder geval bekoren, dit verhaal is één van de beste boeken die ik de afgelopen maanden gelezen heb, niet dat er zoveel concurrentie was (en hiervoor verwijs ik graag naar de blogs over Tirza). Wie zei er ook alweer dat dit een jongensboek was ;) ?
Om een beetje inspiratie te krijgen (en dit is geheel gerechtvaardigd, Einstein zei ooit: "Creativity is about hiding your sources", maar door het volgende zinsdeel heb ik ineens mijn source veraden...) heb ik Ned Maddstone en Speelbal eens gegoogled... En wat blijkt, ook Stephen Fry heeft hier een stukje 'gestolen', met name van het verhaal of de graaf van Monte Cristo. De namen van de personages zijn anagrammen of subtiele verwijzingen naar dit verhaal. Altijd leuk om te weten, nee?
De bladwijzer van het Paard van Troje zit achter pagina 119, het verhaal is uit...
Ik had tijdens het lezen een 'Vlaamse Filmpjes'-gevoel; je weet wel, die boekjes uit de lagere school. Gewoon omdat het een simpele verhaallijn is, geen nevenintriges, gewoon de zoektocht van Laarmans en zijn drie Afrikaanse kompanen naar een zekere Maria Van Dam. Ik ben dan ook zeer benieuwd naar het verhaal achter het verhaal...
Ik bleef als lezer misschien wel een klein beetje op m'n honger zitten, want wanneer gaan ze nu eindelijk die fameuze Maria vinden? Niet dus... En ook geen andere spectaculaire gebeurtenis. Maar het heeft me echter geen degout bezorgd, wat met de 'verplichte literatuur' al wel eens gebeurd bij mij...
En helemaal achteraan vind ik zelfs de link met de huidige lessen (leve de rode draad!), net als Jeroen Brouwers heeft ook Willem Elsschot zijn middelbare school niet afgemaakt... Ik keek er toch een beetje van op, want ik vond het essay van Jeroen Brouwers zo mooi geschreven... En dat zonder een diploma als taalkundige? Chapeau! Maar of het in de jaren 2000 nog mogelijk is om zonder een diploma in de achterzak het te schoppen tot een waardig essayist of romanschrijver? Ik vrees van niet...
Het is krokusvakantie en ondanks de vele schooltaken slaat de verveling bij mij dan al eens toe... Je kan toch niet al je vakantiedagen vullen met bezoekjes aan de Leuvense aula's of met het maken van huiswerk? Bij mij eindigt de absolute verveling dan in het rondneuzen op wikipedia...
Zo ook vandaag; en ik weet wel dat Wikipedia geen autoriteit is, maar hier en daar steek je er toch wat van op! Zo leer ik vandaag dat niet alleen Tia Hellebaut jarig is (en haar come back aankondigt) maar dat ook Joëlle Milquet haar verjaardagskaarsjes mag uitblazen.
Maar onder '16 februari' staat ook te lezen dat Margot Frank het hier en nu moest verlaten. En wie Margot Frank zegt, zegt ook Anne Frank. Wie snel rekent, weet dat Anne Frank dit jaar al 65 jaar dood is... Wat wil zeggen dat het al 65 jaar geleden is dat het laatste woord aan het Achterhuis werd toegevoegd. En 65 jaar, is dat niet al een heel tijdje voor een boek om nog steeds op de leeslijsten (en dus de canon) te staan? Het zal nog wel een tijdje een bekend boek blijven zeker? En dat vind ik persoonlijk niet slecht, ik heb het boek gelezen, en het lijkt me héél belangrijk dat dit verhaal gelezen wordt. Al is het maar om er voor te zorgen dat zo'n dingen nooit meer gebeuren!
Ziezo, weer een blogberichtje vol... Conclusie; literatuur schuilt soms in een kleine muisklik, in een hoekje van Wikipedia... En ondertussen schrijf ik hier eens een stukje over een klassieker die ik wel gelezen heb, voor de verandering... Het kost me wel een grote inleiding, maar dat was het waard!
Geen hartjes, bloemtjes of liefdesgedichtjes op mijn blog in deze Valentijnsperiode... Neen, in dit berichtje wilde ik het graag eens hebben over de kracht van het woord in een oorlog...
Ik zag net op National Geographic een documentaire over de slag bij El Alamein tijdens de tweede wereldoorlog. In de woestijn stonden Duitsland, onder leiding van Rommel, en Groot-Britannië, onder leiding van Montgomery tegenover elkaar om de oorlog in - zo bleek later - beslissende richting te duwen. En misschien hadden de woorden van de generaals daar wel iets mee te maken.
Mij viel het vooral op dat de woorden (naast de image) van de respectievelijke generaals voor een doorbraak zorgden. Oorspronkelijk boekte enkel 'de Woestijnvos' (de Duitse Erwin Rommel) verschillende overwinningen in de woestijn van Noord-Afrika. Maar de aanstelling van Monty betekende voor het Britse leger een totale ommekeer. Met de woorden "Vanaf nu doen we het zoals IK het zeg", krikte hij langzaam maar zeker het moraal van de Britse soldaten weer op.
Een tijdje later wordt Rommel ziek en moet op bevel van zijn artsen de strijd staken, Montgomery wint steeds meer terrein. Maar dan moet de Duitse generaal op bevel van Hitler terugkeren... Hij stuurt een kort berichtje - van slechts één regel - naar zijn soldaten. "Ik ben terug." Ondertekend met de naam E. Rommel. De Duitse soldaten krijgen weer hoop, na de desillusie van hun vervangend generaal die overleed aan een hartaanval. De strijd wordt aan Duitse zijde ook weer hervat. De strijd is zwaar, maar de Duitse troepen moeten toch het onderspit delven in deze uitputtingsslag.
Maar toch denk ik - heel eerlijk - dat de woorden van een generaal een gigantisch verschil kunnen maken op zo'n moment. Met een paar goed gekozen woorden, die dan liefst ook op het juiste moment gebruikt worden, kan er een gigantisch verschil gemaakt worden. Misschien heeft Montgomery, die tegen de zin van Churchill aangesteld werd, wel het leger aan zijn kant gekregen door zijn klare taal... Want wat zou er gebeurd zijn met onze woorden, wanneer Montgomery dit niet gezegd had? Of als Rommel (nog) betere woorden gebruikt had? Had ik dit blogbericht dan in het Duits getypt? Wie zal het zeggen...
Een waar drama op deze gedichtendag... Ik lees vandaag in De Standaard dat de Milleniumtrilogie van Stieg Larsson, helemaal niet van Stieg Larsson zou zijn. Zelf heb ik het boek nog niet gelezen. Maar al een tijdje wordt mijn nieuwsgierigheid alleen maar meer aangewakkerd door de immense populariteit van het boek. Maar, helaas, te weinig tijd weerhoudt me al een tijdje van het lezen.
Ondertussen is mijn nieuwsgierigheid al weer een stuk kleiner geworden, het is nog slechts een waakvlammetje... Want waarom zou ik hét werk van de inmiddels overleden Stieg Larsson nog lezen, als hij enkel en alleen een stokje in de wielen van de populariteit van zijn vriendin gestoken heeft? Ere wie ere toekomt, want dit is diefstal!
Ach ja, misschien is het weer allemaal tumult van onze lieve media (een beetje drama doet biografieën altijd beter verkopen ;) ) En wanneer de storm weer gaan liggen is (en de uitgeverij haar vooropgestelde streefdatum gehaald heeft) zullen de beweringen weer ingetrokken worden...
Dus, misschien, misschien lees ik de Milleniumtrilogie dan toch nog! We zullen zien, zei de blinde!
Mijn leesfout ligt nog geen week achter mij, en daar is nieuws over Mr. Uderzo! Ik heb het hier over de blog naar aanleiding van het overlijden van de Jacques Martin, waar ik 'Astérix' las in plaats van 'Alex/Alix'
Maar vandaag vindt ik in Het Nieuwsblad een artikeltje over de bedenker van Astérix. De nog levende helft van het duo Goscinny-Uderzo zegt in de Franse krant Le Figaro dat hij Astérix het eeuwige leven gunt. Daar komt het toch op neer... Want hij geeft de toestemming om ook na zijn dood nog albums over de Galliër te laten verschijnen.
Sinds het overlijden van Goscinny, de bedenker van de verhaallijnen, maakt Uderzo op zijn eentje Astérix-avonturen. Ondertussen is de man 82 en begint de ouderdom zijn tol te eisen... Reuma maakt het alsmaar moeilijker om nog prentjes te tekenen en te kleuren. Gelukkig heeft hij enkele leerlingen gevonden die in opleiding zijn om Astérix'jes te tekenen.
Ik vind het in ieder geval prachtig, want over 20 jaar zal er nog steeds één dorpje zijn in heel Gallië dat de grote Caesar niet veroverd krijgt! En dat hebben we allemaal te danken aan Panoramix' superdrank... ;) Want zeg nu zelf, in Europa (en misschien ook wel daarbuiten) zijn de Galliërs toch cultureel erfgoed? Je moet toch een échte cultuurbarbaar zijn als je nog nooit een strip van Astérix in je handen hebt gehad?
Verder is het dringend nodig dat er een nieuwe lading stripfiguren beroemd gemaakt wordt, want het lijkt wel of de auteurs van de bekende figuurtjes een uitstervend ras worden. Hergé (Kuifje), Willy Vandersteen (De Rode Ridder, Suske en Wiske) en Maurice de Bevere (Lucky Luke) hebben het hier en nu al langer verlaten. En de afgelopen maanden hebben we ook Jef Nys en Jacques Martin aan dat lijstje moeten toevoegen... Wat gaan we lezen, als de productie van nieuwe avonturen door hun "opvolgers" worden stopgezet?
Vandaag schrijf ik enkele regels naar aanleiding van het overlijden van Jacques Martin, een Franse striptekenaar. Strips mogen dan geen literatuur met grote L zijn, de strips van de mannen uit de Brusselse school zijn wel strips met grote S. Wie Brusselse school zegt, moet denken aan een vereniging van striptekenaars in Brussel in de jaren '50. Uit deze samenwerking van Hergé, Martin en Jacobs vloeiden de avonturen van Kuifje, Black en Mortimer en Alex voort. Inclusief een eigen tijdschrift met de naam Kuifje en een typische tekenstijl die als 'helder' wordt omschreven.
De figuur van Alex (in het Frans: Alix) is een creatie van Martin. In deze reeksschetst Martin het beeld van een Gallische slaaf die in Rome terecht komt. Zijn passie voor geschiedenis (meer bepaald de Romeinse geschiedenis van de eerste eeuw voor Christus) laat hij in elk verhaal naar voor komen. De historische strip wordt dan ook al snel zijn handelsmerk; en naast Alex maakt hij ook andere historisch getinte, maar minder bekende stripreeksen als Tristan, Orion en Arno.
Eerlijk toegegeven, eerst dacht ik dat de tekenaar van Astérix overleden was (want de heer Uderzo (°1927) leeft nog steeds, Goscinny is niet meer sinds de jaren '70 (Voor de zekerheid heb ik het toch maar eens opgezocht)... Maar toen ik merkte dat om een leesfout van mij ging - het is nog vroeg - heb ik toch maar mijn blogvenster opengegooid... Het ging immers over een Fransman die nauwe banden had met de grootste Belgische striptekenaars, dus vond ik dat deze man toch een plaatsje moest krijgen op mijn literatuurblog...
In de eerste plaats omdat wij Belgen wel een rijk stripverleden hebben - en als we een oogje dichtknijpen is dit toch ook literatuur? En ten tweede omdat strips toch vaak een soort opstapje vormen naar de echte literatuur. Maar misschien vergis ik mij, want onderaan staat een alinea over de stripreeks Lefranc, dat zich afspeelt inde jaren '50:
"In de avonturen van journalist Guy Lefranc wees Martin op de gevaren van sommige technologische ontwikkelingen."
Het doet me denken aan 1984 van George Orwell, ook deze man keek vanuit de jaren '50 naar de toekomst en kwam tot dezelfde conclusie (dat zeggen ze tenminste, ik heb het boek nog niet gelezen). Maar of ze gelijk hebben? Wie zal het zeggen? Wat ik me ook afvraag, waarom dacht men anno 1950 zo donker over de toekomst? Er moet toch net hoop zijn na zo'n wereldoorlog? Bij deze lanceer ik dan ook mijn eerste discussieforum op deze blog; wie kan me vertellen waar de donkere gedachten van de auteurs van de jaren '50 vandaan komen? Waarom zo'n negatief beeld schetsen van de toekomst na een recent verleden vol pijn, angst en woede? Als de miserie zo vers in het geheugen ligt, waarom kijkt men dan niet positiever vooruit, als is het maar 'propaganda'?
Op aanvraag van de leraar Nederlands, haal ik thuis de boekenkast nog eens overhoop, op zoek naar Het Dwaallicht. Tevergeefs, geen spoor van het bewuste boek, enkel Tsjip, de leeuwentemmer. Maar wel een andere ontdekking; Cyriel Buysse. Voor de aandachtige leerling, het boek dat niet meer te krijgen valt, aangezien het ook niet meer tot de canon behoort...
En nu zit ik hier, naast mij het rode boekje met vooraan vergulde letters, die 'Cyriel Buysse, De Schandpaal' spellen. Er zit zelfs een rood lintje in... Het doet me denken aan de boeken die in sprookjes gebruikt worden...
Op de allereerste pagina vind ik - naar de gewoonte van mijn papa, die ik ook overgenomen heb - de datum van aankoop en de kostprijs van het boekje: 24 december 1987, 198 frank, de uitgave is van 1984.
Ik heb er eens doorgebladerd, uit pure nieuwsgierigheid.
En eerlijk? Ik vraag me niet meer af waarom Cyriel Buysse niet meer tot de canon behoort, in één woord: dialect.
Om diezelfde reden staan ook schrijvers als Ernest Claes niet meer in de lijst... Op het eerste zicht lijkt Buysse wel niet zo dialect-schrijver als Ernest Claes, maar op elke pagina valt toch ergens een uitroep te bespeuren. Zelf beheers ik het dialect wel niet, maar toch, het blijft een taaltje apart! De hedendaagse lezer apprecieert de boerenverhalen in het dialect niet meer, gok ik. Ik echter wel, zoals in de blog over Ernest Claes al eens bewezen werd... Maar ik denk dat - canon of niet - dit weer een boekje wordt om me eens aan te zetten.
Het zijn geen page-turners, die oude verhalen, maar ze zijn o, zo mooi!
Geen complexe karakters of beschrijvingen, gewoon dagdagelijkse handelingen... Of dat lijkt het toch, zonder analyse, en ik hoop deze verhalen ook zonder analyse te houden. Want dat doet voor mij steeds de deur dicht, boeken worden niet geschreven om te analyseren, enkel om van te genieten!
Ik vond het volgende artikeltje onder de cultuurrubriek van Het Nieuwsblad. En om het met de woorden van Obélix te zeggen: "Rare jongens, die schrijvers..." Of moet ik zeggen 'de jongens van de uitgeverij'?
Underware - absurde naam trouwens voor een uitgeverij - specialiseert zich in het publiceren van bijzondere uitgaves. Zo brachten ze al een boek uit dat je enkel en alleen in de sauna kan lezen. Buiten, waar het stuk frisser is, verdwijnen de letters gewoon. Het deed me denken aan die sketch van Bart Peeters en Hugo Mathyssen uit Het Peulgengaleis; in hun boekenrubriek. Elke week komt Bart Peeters als centrale gast zijn nieuwe boek voorstellen, elke roman is echter gericht aan een welbepaald publiek; zo is er een boek voor mensen die willen lezen in het donker (een prachtidee voor mensen die het nachtlampje steeds moeten uitdoen volgens Peeters). Een andere keer richt hij zich tot de mensen met weinig tijd, met één regel is het verhaal af ("Boer Teun ging naar zijn veld, toen ging hij dood")
Maar goed, het volgende plan van Underware is om een boek te drukken met het bloed van de schrijver; nogal luguber als je het mij vraagt. Of is het een zet om de vampieren van deze wereld ook eens een boek te verkopen? Er is wel nog één probleempje, de formule om het afgetapte bloed 'drukklaar' te maken, is nog niet af.
Laat ons hopen dat het boek geen bestseller wordt, anders wordt de arme man volledig leeggetapt... Hoewel hij voorlopig slechts een halve liter moest afstaan...
Het is een echt cliché-artikel, maar zo rond de eindejaarsperiode - die al weer even achter ons ligt - verschijnen er bijna dagelijks artikels in de Belgische kranten over de meest populaire cadeaus onder de Kerstboom. Eén artikel sprong me wel in het oog, want Amazon beweert op kerstdag meer E-boeken te hebben verkocht dan dat er papieren exemplaren over de toonbank schoven. En dat voor het eerst in de geschiedenis van de webwinkel. Echte cijfers gaf het bedrijf echter niet prijs. De daling van de boekenverkoop is te wijten aan het feit dat de papieren exemplaren net ietsje duurder zijn. Voor de E-boeken koop je namelijk maar één keer een zogenaamde reader (een apparaat waarmee je je 'boek' leest). Natuurlijk steeg de verkoop ook door de actie die Amazon lanceerde rond de Kindle: verzendingskosten werden eenmalig betaald door het bedrijf.
Maar, denk ik dan, zou dit het echte einde zijn van het papieren boek? Worden papieren boeken dan zoiets als vinylplaten? Een 'product' dat nog wel gemaakt wordt, maar dat enkel nog door verzamelaars, fans, ... gekocht wordt nadat ze uren en uren gezocht hebben naar hun unieke stuk omdat ze zweren bij het gevoel van dit materiaal? Als het papieren boek zou verdwijnen, zou dat meer dan jammer zijn; want de geur van een boek en het schuiven van de pagina's onder je vingers en het kunnen dichtklappen van honderden papieren wanneer je klaar bent... DAT is lezen!
Gelukkig en dat lezen we onderaan in het artikel, bevindt België zich nog in een héél vroeg stadium wat de E-readers betreft! Want - begrijp me niet verkeerd - dit is de 21e eeuw en we moeten mee in het elektronische tijdperk maar... er is één uitzondering: EEN BOEK!
Het plan is om in de tweede week van deze vakantie (het deel dat morgen begint) mijn recensie-brief te schrijven. Ik denk nu al dat ik die brief niet zal opsturen, ik denk niet dat Arnon Grunberg hem zou appreciëren... Alhoewel... Misschien moet ik het daarom net wél doen. We zullen wel zien...
Gisterenavond - na het Kerstfeest bij oma - zat ik me dus nog steeds af te vragen wat hij kan bedoeld hebben met zijn verhaal, en eerlijk gezegd, ik weet het nog steeds niet... Het enige wat bij me op kwam was deze ietwat absurde parallel: (Het kostte me wat research, maar wat achtergrond informatie kan nooit kwaad)
Arnon (Yasha Yves) Grunberg is een Nederlands auteur die momenteel leeft en werkt in New York. Hij werd geboren in een Joods gezin in Amsterdam in 1971. Op z'n 17e werd hij van school gegooid en de jongeman startte zijn eigen uitgeverij 'Kasimir' en bleef schrijven; van toneel tot poëzie.
Enkele jaren later werd hij 'ontdekt' en kwam zijn schrijverscarrière pas echt van de grond.
Vandaag houdt hij zich bezig met het schrijven van romans en columns - op zijn Apple computer - , maakt hij mapjes met voorbereidingen voor elke roman die hij schrijft en reist hij de wereld rond. Naast reizen, schrijven en op restaurant gaan, houdt hij ook van lezen, naar mensen kijken (liefst wanneer ze aan het koken zijn maar niet in zijn keuken), kranten, de geur van die kranten, ...
Tussendoor houdt hij er ook van om A.F.Th. van der Heijden (waar overigens prachtige YouTube filmpjes over te vinden zijn) een beetje te pesten, voor de geïnteresseerden, ik raad de filmpjes van de AKO literatuurprijs aan, als kers op de taart, is er ook nog de aanwezigheid van Dimitri Verhulst.
Wel Tirza zei mij evenveel als het bovenstaande; een hoop details, maar Grunberg slaagt er niet in een boodschap in het boek te stoppen, of dit nu zijn bedoeling was, weet ik nog niet. Het is al ver gekomen als ik onze "literatuurgod" Herman Brusselmans gelijk moet geven, want ook hier is een fantastisch YouTube filmpje van... Ik denk dat ik vandaag nog maar wat ga filosoferen over Tirza en wat nu net Grunbergs doel is...
Tot de volgende!
- Astrid
Bronnen: http://www.arnongrunberg.com/ http://www.youtube.com/watch?v=9-Rsp5DKMbg (Voor de liefhebbers van A.F.Th. van der Heijden...) http://www.youtube.com/watch?v=djRoSrk51Fk (Voor zij die eens willen horen dat zelfs Herman Brusselmans gelijk kan hebben...)
In deze kerstvakantie vol sneeuw, heeft een mens een zee van tijd om boeken te lezen. Dat is dus ook wat ik de afgelopen dagen gedaan heb, maar ik heb Catch 22 toch maar aan de kant geschoven voor een verhaal om een beetje vooruitgang te boeken in mijn taken, want ik heb het plan opgevat om deze vakantie een eerste deel van mijn leesportfolio af te werken.
Tijd voor Tirza dus... Maar echt bekoren doet het me niet, helaas... Niet dat het niet vlot leest, want ik ben ondertussen al bijna aan het eind, maar het mist nog net dat beetje glazuur... Dat extraatje dat van een degelijk verhaal ook een goed boek maakt, waardoor je een figurant in het verhaal wordt. Want wanneer ik een film van het verhaal kan vormen in mijn hoofd, dan heb ik een goed boek gelezen. En dat mist Tirza voor mij...
" 'Ik zal de open haard aanmaken,' zegt Hofmeester. 'Ik had eigenlijk gehoopt dat we in de tuin konden dineren vanavond. Het wordt weer wintereten.'
Met enige moeite krijgt hij de haard aan. Het bukken doet hem pijn in de rug. Pijn is waarschijnlijk overdreven, hij is zich bewust van zijn rug. Een bewustzijn dat hij niet eerder kende.
Als het vuur eindelijk brandt, heeft hij behoorlijk moeten blazen en poken, hij blijft enkele minuten met de pook in zijn hand staan kijken. Het is mooi. Hij vergeet zijn omgeving. Hij is een man die, terwijl hij bezig is het te begeven, naar vuur kijkt en dat vuur roept herinneringen bij hem op, vage en onsentimentele herinneringen aan zijn ouders, zijn jeugd, zijn studietijd. "
(A. GRUNBERG, Tirza, p. 287-288)
Pas op dit moment word ik heel even, heel even maar, opgeslokt door het verhaal. Want op het moment dat ik deze regels lees, brandt ook bij ons de open haard. Jammer, want het verhaal zou zo herkenbaar kunnen zijn, Tirza is namelijk even oud als ik en staat slechts enkele maanden verder in haar leven, het is juni en ze heeft net haar middelbare school afgemaakt en staat voor een lange vakantie. Het enige verschilpunt is dat ze niet zal gaan studeren vlak na die vakantie, maar dat ze eerst een reis door Afrika gaat maken. So far, so good, denk je dan? Het loopt mis wanneer Tirza's moeder opduikt en de vreemde relatie tussen de ouders en moeder en dochter beschreven wordt. Hoofdstuk 1 is nog afgewerkt... Oeps? Maar in deze kersttijd zijn we vergevingsgezind en gunnen we de auteur nog een pagina, hoofdstuk, ... Zeker omdat het verhaal nog goed te volgen valt. (In tegenstelling tot Catch 22, dat ik toch zal uitlezen uit pure koppigheid...)
Ondertussen steekt mijn bladwijzer tussen bladzijde 410 en 411 en gun ik mr. Grunberg nog 20 pagina's om het goed te maken. We zullen zien.
De examens zijn voorbij en in afwachting van het rapport, zitten we dan thuis... En aangezien ik geen hele dag kan vullen met nuttige dingen, begin ik dan maar rond te zappen en de TV-gids te checken.
En daar staat het dan 'Stephen Fry in Amerika', het kostte me wel even de tijd om te achterhalen vanwaar ik die naam weer kende, maar goed, de euro viel. Stephen Fry is de schrijver van het boek dat nog op mijn lijstje staat voor dit jaar: "Speelbal".
Misschien dat ik deze avond dan toch eens naar een reisreportage kijk (wat ik anders nooit doe) om eens kennis te maken met die vreemde man, want dat is wat me bijgebleven is na de trailer... een bijzonder vreemde man...
Maar goed, wat hebben we vandaag geleerd? Een boek staat heel wat dichter bij de hedendaagse media dan dat sommigen denken! Schrijvers zijn geen mensen die in donkere huizen gaan wonen en enkel tegen hun typmachine praten en nooit buiten komen (dixit D. Verhulst in Problemski Hotel) maar ook enthousiaste, moderne mediafiguren!
Aangezien het al weer even geleden is dat ik hier nog een berichtje gepost heb, zat ik na te denken over welke onderwerpen ik hier nog een paar regeltjes kan neerpennen.
En zo kwam ik bij het begin: mijn sprookjesboeken, daar is de drang naar verhalen voor het eerst gestild...
Het begon allemaal met een blauw sprookjesboek, met een kaft rond het verhaal van de wilde zwanen, een kerstcadeautje van mammie (mijn oma). Helaas herinner ik me de periode dat er voorgelezen werd uit dit blauwe boek niet meer... Later kreeg mijn zussen, broer en ik andere boeken; de dunne korte verhaaltjes die snel-snel konden voorgelezen worden maar ook de dikke verzamelwerken van Grimm en Hans Christian Andersen. En allerlei andere boeken die nu ergens in een doos in de kelder liggen...
s Avonds kropen we dan (met beurtrol!) op het bed van een van de kinderen en dan werd er voorgelezen... Mijn papa - niet de gewoonlijke voorlezer van dienst - maakte er een gewoonte van om verkeerd voor te lezen. Zo werd de vader van Hans en Grietje geen houthakker, maar een rijke baron of koning en wij maakten er een sport van om hem te verbeteren (waarin vooral ik naar verluid een enorm bedreven was) Dan kreeg je taferelen als Papa, dat is fout! Dat was een houthakker! en werd er nog maar eens bewezen dat we deze boekjes uit ons hoofd kenden. Waarop papa dan antwoordde: O, ja, dat heb ik verkeerd gelezen...
Wanneer mama ons voorlas dan werd er vooraan in het boek begonnen en gewoon steeds verder gelezen, met een kaartje werd dan aangegeven waar we de vorige dag gebleven waren. Gaandeweg passeerden we dan Ricket met de kuif, Vrouw Holle, Roodkapje, Sneeuwwitje en alle anderen.
Maar er is een verhaaltje dat me altijd zal bijblijven... De Baron van Munchausen
Zelfs de avond voor dit verhaaltje moest voorgelezen worden, zorgde dit al voor een hoop gegiechel. Mama hield immers helemaal niet van dit verhaal en wij dus (o, foei!) des te meer!
Wanneer ik het haar nu ga vragen, waarom ze dat verhaal eigenlijk zo vreselijk vond, dan antwoordt ze dat het gewoon absurd is.... Dat is helemaal geen verhaal en het kan allemaal niet!
Voor de liefhebbers, zal ik het verhaal even kort vertellen (want ik ben het bewuste boek nu toch gaan zoeken):
Baron von Munchausen leefde in de 18e eeuw, hij had jarenlang in het leger gevochten, maar nu had hij zich teruggetrokken op zijn landgoed en overal waar hij kwam vertelde hij zijn fantastische belevenissen en gierden de mensen het uit. Overal waar hij was geweest, was er wel iets gebeurd... Zo had hij gevochten tegen de Turken en had een list bedacht om de stad te ontruimen. Helaas hadden de inwoners hun poort netjes achter zich dicht getrokken en daarbij het paard van de Baron in twee gedeeld... Daardoor had het dier nu een onlesbare dorst. Maar de veearts naaide het dier weer aan elkaar. Maar de avonturen bleven volgen, tijdens de vossenjacht zag de baron een prachtig dier maar vlak nadat hij het gevild had, kwam er een leeuw uit het struikgewas, de baron wilde schieten.... Maar miste. Toen hij wilde vluchten, stootte hij op een krokodil in een rivier. Toen het dier hem wilde binnenslokken, bukte de baron zich. Net op dat moment sprong de leeuw, recht in de bek van de krokodil. En met één schot doodde hij de twee dieren. Zelfs in de poolstreken was de baron geweest, daar werd hij aangevallen door een ijsbeer, maar zijn geweer lag niet binnen handbereik... Met een klein handigheidje, overmeesterde hij de beer, schoot hem neer en wekte daarbij alle ijsberen op het ijs... Snel kroop hij in de pels van de vers geschoten ijsbeer en de beren lieten hem met rust. Daarop doodde de baron de andere dieren en keerde terug naar zijn schip. Tijdens de jacht had hij jammer genoeg wat minder succes en net wanneer hij zijn laatste kogel verschoten heeft, ziet hij een prachtig hert. Maar... de baron heeft een prachtig plan! Naast hem stond een kersenboom, hij at de vruchtjes op en schoot de overgebleven pitten naar het hert. De baron trof hem in het midden van het hoofd, maar het dier haalde het en sprong weg. De baron moest zich gewonnen geven. Enkele jaren later keerde hij teug en zag datzelfde hert opnieuw, maar dit keerde groeide er een kersenboom op zijn voorhoofd... De baron beëindigde hun ontmoeting met een welgemikt schot. Tijdens een frisse duik in het zeewater werd de baron opgeslokt door een vis, hij liep geen schrammetje op! De baron ontdekte dat de vis doodziek werd van al dat bewegen in zijn maag en dus besloot hij om wat lichaamsbeweging te nemen. De vis rolde en rolde en kwam zelfs aan het wateroppervlak, een vissersboot hees het dier aan boord en tijdens het villen van de vis, verscheen daar plots baron von Munchausen. In zijn vrije tijd bracht de baron heel wat tijd door bij zijn bijen, maar toen hij merkte dat er honing gestolen werd, trok hij de wacht op... De beer kwam en de baron gooide zijn zilveren bijltje, maar hij gooide het zo hoog dat het op de maan belandde! De baron was diepbedroefd, hij wilde zijn bijltje terug en toen bedacht hij een plan: hij kweekte snelgroeibonen, die reikten tot aan de maan en hij ging zijn bijltje halen. Op de maan is alles van zilver en dus werd het een groot zoekwerk, tot hij op een bussel stro zijn bijltje terugvond. Toen hij weer naar beneden wilde, was de stengel van de bonen al helemaal verdord, dus vlocht hij een touw van het stro en gleed er mee naar beneden. Telkens wanneer het touw eindigde, hakte hij een stukje weg met zijn bijl en zo stond hij weer veilig en wel op de aarde. Ook Rusland had geen geheimen! Hij reed er tijdens de koude wintermaanden met een slee door de bossen toen plots een wolf verscheen. Het dier stortte zich op het achterste deel van het paard van de baron en vrat het op. De wolf schrokte en positioneerde zich volledig in het paard, de baron sloeg en sloeg met zijn zweep en zo bereikte hij toch nog zijn eindbestemming. Op een zekere dag bezocht de baron een eiland met een vulkaan en werd hij opgepikt door een adelaar die hem over de oceaan rondvloog... De baron kroop op zijn rug en hing daar gedurende drie dagen... Toen zette de vogel hem weer neer, het enige wat de baron te pakken kreeg, was een veer... En die hield hij nu bij zich als aandenken aan dit vreemde avontuur!
Nu ik het weer even herlees, vind ik het eigenlijk afschuwelijk! Blijkbaar kende men toen nog geen bedreigde dieren en kon men gewoon rustig alles en iedereen afslachten. En dus treed ik - na een periode van 10 jaar - volledig in de voetsporen van mijn mama: dit verhaal is vreselijk en absurd! Geef mij maar Vrouw Holle, Raponsje of de Tondeldoos!
We kennen het wel allemaal zeker? We vergeten om enkele weken naar de bibliotheek te gaan en, tja, dan krijg je een boete. Deze leerling was wel erg ijverig in het vergeten van zijn boeken:
Bibliotheekboeken na halve eeuw terugbezorgd De bibliotheek van een high school in het Amerikaanse Phoenix heeft twee boeken teruggekregen die 51 jaar geleden waren uitgeleend en nooit terug ontvangen. De boeken werden teruggestuurd door een ex-leerling die anoniem wilde blijven. In een begeleidende brief legt hij uit dat de boeken bij vergissing bij een verhuizing waren ingepakt. Met de boeken stuurde de ex-leerling ook een bedrag van duizend dollar mee, als boete voor de te laat teruggebrachte boeken. Camelback High School laat weten dat van het geld meer boeken zullen gekocht worden en dat de oude boeken terug in de uitleen gaan.
Uit: Het Nieuwsblad, 18 november 2009
Dit krantenbericht kwam ik per toeval tegen, en ik vond het gewoon leuk om hier met al mijn blogvriendjes te delen.
Volgend tekstje is een schrijfsel van Toon Hermans, hij gaf het de titel "Denken"
"Denk eens goed na," zeggen we tegen elkaar. Maar ik zou niet weten hoe ik dat moet doen. Ik wil het wel proberen, maar als ik nadenk, weet ik nooit of ik goed nadenk. Daar moet ik eerst nog eens over nadenken, denk ik.
Het is misschien een beetje cliché om de tekstjes van Toon Hermans mooi te vinden (en dus op deze literatuurblog te zetten), maar toch... Ik vond het een scherpe opmerking van Toon Hermans. Niemand weet of hij/zij goed nadenkt, maar toch blijven we dat allemaal doen, zonder er bij na te denken...
Het werd me dan toch even te veel, dus laat ik de nonsens van Mr. Heller even voor wat ze zijn...
En als ik dan even geen 'leesvoer' meer heb, dan ga ik een kijkje nemen in de - helaas veel te kleine - bibliotheek van papa.
Want naast "Pallieter" en "Tsjip, de leeuwentemmer" staat daar ook het hele oeuvre van Ernest Claes, of toch een groot deel ervan. Enkele jaren geleden heb ik "De Witte van Zichem" al gelezen en nu, in mijn zoektocht naar een dun boekje, stootte ik op "WannesRaps". (En het moet echt een dun boekje zijn, want anders zal Catch 22 de komende weken niet meer vorderen...)
Het leuke aan Ernest Claes vind ik de vergeelde boekjes, die zo lekker ruiken... Maar het allerleukste is de taal... Soms moet ik hele zinnen luidop lezen om te begrijpen wat er staat, maar toch... Zo vind ik in het eerste hoofdstukje een intro die poëtischer klinkt dan drie "Domweg gelukkig in de Dapperstraat" boeken bij elkaar:
" Nu zullen ze ginder in Everbeur, bij Peer de Smid, bij Jan van Gille of bij Mieke van Drisken Didde, als ze dat zullen lezen wel zeggen: ' Wat è gedacht toch van Nest oem over zoê iemand as Wannes Raps te goan vertell, as er zoeveul ander goei mensen zèn woar dat èm in de boeke kan schrijven... ' en ze zullen dan de kop schudden en het niet verstaan. Want ik weet het, Wannes Raps, dat de in uw leven meer drupkens klare gedronken dan paternosters gelezen hebt, dat ge meer uren in de herbergen van Everbeur en Testelt hebt gezeten dan minuten in de kerk, dat ge vloekte gelijk een uit het Walenland en de hazen en konijnen niet gerust kondt laten, - och heere ja, dat er veel beter menschen zijn dan gij er een waart.
Maar ik weet ook, Wannes, dat er nog veel grootere loebassen en schobbejakken onder de zon rondloopen, al drinken die minder drupkens en zotten ze meer bij den pastoor of in de kerk, wat dan absoluut nog niet zoo zeker is. Neen, gij waart nog geen van de ergsten, daar waren aan u ook nog goede kanten en moest er t'onzent iemand durven zeggen dat Wannes Raps zaliger een slecht mensch was, dan zouden ze allemaal, zonder uitzondering van aan Peer Pastrij tot aan Treske Bek verklaren: ' Da's niet woar, ne slechte mens is Wannes noeit of ze leven nie geweest ! '
En waarom nu van Wannes Raps gaan vertellen als de mensch toch al zoo'n tijd van jaren dood en begraven is? - Wel, noch om 't een noch om 't ander, maar 't is dat ik daar heb zitten peizen over dat arme leven van Wannes zaliger, en dat hij zoo'n schoon dood gestorven is..."
(E. CLAES, Wannes Raps, blz. 7 - 9)
Prachtig toch? Een uitgave van 1941, waarin je nog mens met sch kan vinden, waarin woorden als loebassen en schobbejakken nog deel uitmaken van het standaardvocabularium, waarin de dialoog in Zichems dialect staat, waarin kon nog met als kondt met DT geschreven wordt! Als je dan in je achterhoofd houdt dat al deze taferelen zich ooit hebben afgespeeld op een boogscheut hiervandaan...
Ik voel het al, dit wordt een geweldig tussendoortje!
Het heeft eventjes moeite gekost, maar daar is de bewuste §22 dan:
"§22. Iemand die geen gevechtsmissies meer wil vliegen, is nog zo gek niet.
Er was maar één handicap en dat was §22: iemand die, geconfronteerd met reële en onmiddelijke gevaren, een bezorgdheid over zijn eigen veiligheid aan de dag legde, bewees daarmee dat hij geestelijk normaal was."
(J. HELLER, Catch 22, p. 43)
Ik heb de moed om verder te lezen weer terug! En zo stilaan kan ik tussen de nonsens doorlezen en begin ik het verhaal te zien!