De feestdagen zijn halverwege, mijn voorraad kaarsjes ook. De pakjes onder de kerstboom liggen nog steeds onaangeroerd te schitteren en worden enkel bepoteld door de poezen. Net dáár wilden ze natuurlijk de eenzijdige strijd aangaan met een te verdelen prooi; een muis (ik heb ze kunnen redden van tussen de kluit van de kerstboom). Hopelijk is de geur van de grote Italiaanse beenham - die ik voor mijn dochters vriendje inpakte - nog niet tot hen doorgedrongen. Enkel de ellenlange snoepteut is er vantussen gehaald. Mijn moeder was de gelukkige. De teut begon met een geeloranje spiegelei en eindigde met een reeks fel gekleurde smoelentrekkers. Dat ze dolblij was, is veel gezegd, en ik denk bovendien dat mijn moepie geen zure smoelen meer kan trekken. Haar dement-zijn maakt geen onderscheid meer in emoties, smaken of kleuren. Maar volgende week zal hij verorberd zijn, die ganse teut, gegarandeerd.
En ik, ik wacht en wacht op de ultieme présence van mijn voltallige kroost mét aanhangsels om het grote feest eindelijk aan te vatten. De verse slaatjes, die ik me al meermaals aanschafte (mijn kroost schuift zijn bezoek iedere keer weer wat voor zich uit), zijn derhalve steeds naar de kippen verwezen moeten worden tot hun groot jolijt. Het wordt dit jaar een combinatie van een met sparrennaalden bestrooide kerststal en de top 2006 op Donna.
Het zal één dezer gebeuren, ik voel het. Nog even wachten tot de oudste de cursusnotities met haar medestudenten heeft uitgewisseld om dan in extremis aan het studeren te slaan. Mijn cadeautje moet ze ook nog halen. Eentje voor de ouder wordende huid heb ik haar gedicteerd. Ik laat me verrassen en kijk er danig naar uit. Wedden dat ik straks straal?
Mijn jongste kan ten vroegste morgen vanuit Duisburg komen. Ze moest vandaag nog dringend naar de dierenzaak om sla en hooi voor haar acht tamme huisdiertjes: muisjes die allemaal een naam hebben. JezusMaria!
Binnenkort wordt het hier echt gezellig, al hebben die dochters van me nog niet meegegeven wie er op oudejaar effectief zal aanwezig zijn voor de visfondue waar ik al jaren naar uitkijk. En zie, plots heeft zich ook ander bezoek aangekondigd. De ene wil fonduen in pyjama (die heeft beslist te veel gefeest de laatste dagen), de andere is nog lang niet zeker of ze met haar vrienden Nieuwjaar aan de kust wil vieren.
Ik voel mijn huid slapper worden en het is pas donderdag
23-12-2006
@ iedereen
.
21-12-2006
De vogel is gaan vliegen
Een hevig gekwetter en gefladder rukte me vanmorgen uit mijn slaap. Ik rook meteen onraad. Met rasse schreden snelde ik de trappen af, richting vogelkooi. Ik vond er een absolute chaos in mijn bureel. Het drinkbakje van de vogels, dat aan de buitenkant van de kooi hing, lag nu op de grond. Het tapijt was nat en was bezaaid met vogelzaad en pluimen. De beide dwergpapegaaitjes waren ontsnapt en zochten paniekerig dekking voor Babi, mijn jongste kattin die post had gevat op het uiterste puntje van de kast. Ik zag nog net dat Chanelle, Babis eeuwige jachtpartner (vooral als het op muizen aankomt!), de vrouwelijke helft van het duo stevig in haar bek hield en ijlings probeerde te ontsnappen via het kattenluikje, dat ik nog net kon barricaderen.
Ik stond voor een dilemma. Als ik Chanelle achterna ging, bleef Babi alleen met het mannelijke papegaaitje. Trachtte ik echter het mannetje te redden, dan ging het vrouwtje een spoedige dood tegemoet. Shit!
Ik kreeg een zakagendaatje in het oog (verzekeringen Miel Dewals uit Mechelen weer vijftig euro verdiend), greep het vast en wierp het in Babis richting. Zij koos meteen het hazenpad. Ik sloot de deuren naar het bureel af; één papegaaitje was al veilig. Nu het andere nog.
Chanelle was met de vrouwtjesvogel naar de woonkamer gevlucht en had zich onder mijn oude boekenkast verschanst. Ik hoorde enkele hoge noodpiepjes van een vogeltje in doodsangst. Het leefde dus nog. Ik greep de pook van de haard, en schoof die onder de kast om Chanelle uit haar veilige plek te verjagen. Dat lukte direct, maar nu koos ze de divan als abri. Dat was moeilijker. Ik klopte meteen met mijn vuisten op de kussenzittingen. Daaruit kon ik alvast opmaken dat er eens zéér dringend moest worden gestofzuigd. Chanelle gaf echter geen krimp; ze bleef waar ze was.
De hardere aanpak dan maar. Ik begon met de divan te schuiven. Dat werkte, want weer stoof Chanelle de living in en koos vervolgens mijn pas opgetuigde! kerstboom als veilig oord. Ze verschool zich in de pot, diep weggedoken achter dikke takkenbossen.
Ik hurkte neer om haar ook daar te verjagen, maar nam in al mijn haast twee kerstballen mee. Scherven! Maar die brachten dit keer geen geluk, want mijn poes ging er als de bliksem vandoor, richting bovenverdieping. Ik holde haar direct achterna.
Waardoor het kwam, weet ik niet, maar het vogeltje wist zich te bevrijden uit Chanelles greep. Meteen zocht het een onderkomen op de luster in mijn slaapkamer. O wee! Het raam stond open; u raadt het al: de vogel was gaan vliegen. Ik zag hem nog in de ochtendmist verdwijnen richting buren.
Chanelle trachtte nog via de vensterbank de achtervolging in te zetten, maar blijkbaar speelde haar hoogtevrees haar parten. Adieu vogel mijn.
Teneergeslagen toog ik naar mijn bureel, waar nog een exemplaartje vrij rondfladderde. Voorzichtjes opende ik de deur. Meteen kreeg ik het mannetje in het oog; het zat lustig te fluiten op de gordijnroede. Toen ik het benaderde, ging het op zijn kooi zitten, zijn oogjes behoedzaam op mij gericht. Ik nam een poezendekentje (o ironie!) van de stoel, en met een welgemikte gooi ving ik mijn papegaaitje eronder. Gered!
Toen Davy want zo heet dat moedige knaapje terug in zijn vertrouwde kooitje zat, plooide ik meteen een ijzerdraadje rond het waterbakje. Losraken door poezeninterventie was niet meer mogelijk. 1-0 voor mij, 0-1 voor de vogeltjes, helaas. Chanelle stond erbij en keek er beteuterd naar.
20-12-2006
Brute pech,...
... of een al te zielig kerstbegin?
Doelbewust vermeed ik de drukke straten van Mechelen om eindelijk mijn eerste kerstaankopen te doen. Een GB heeft uiteindelijk ook een groot assortiment aan artikelen waarmee ik mijn kinderen gelukkig zou maken. Twee in één, ik kon er tevens mijn wekelijkse boodschappen doen.
Ik maakte er tijd voor en bezocht elke gang van dit immense grootwarenhuis, tot de plastic waren toe, en probeerde niet ten prooi te vallen aan de aanlokkelijke onnoodzakelijke verleiders. In mijn enthousiasme kocht ik zelfs een Italiaanse beenham voor het Duitse het vriendje van mijn jongste dochter die ditgebaar enorm zou appreciëren. Het istenslotte slechts eenmaal kerst per jaar, waar lagen mijn limieten?
Erg tevreden met mijn trouvailles viel me het oponthoud aan de kassa erg mee. Ik had zelfs een hele buit aan bloemkoolbladeren en wortelloof kunnen veroveren dat mensen achteloos achterlieten voor mijn kippen en konijnen. De dieren van mijn neerhof zouden de volgende dagen niets te klagen hebben.
Toen ik mijn tas van het karrenhaakje haalde bemerkte ik dat mijn portefeuille er niet meer in zat.. De sjaal rond mijn nek voelde plots veel te warm aan en ik ontdeed me van mijn jas om mijn tas volledig te kunnen doorzoeken. Hij was weg, mijn portefeuille, gestolen toen ik achteloos de presentjes voor mijn dierbaren uitzocht. Waarschijnlijk.
Gelukkig zat mijn bankkaart apart zodat ik de rekening kon betalen. Een security agent werd erbij gehaald. Hij zou opzoek gaan naar verdachte individuen. Hij was er goed in, troostte me de kassierster. Ja dug, mijn hoop was toen al weg.
Ik liet mijn adres achter voor het geval dat de dief de grootste inhoud van mijn geldbeurs niet lucratief zou vinden en hem ergens in het pand zou achterlaten. De honderd Euros die ik kwijtspeelde waren op dat moment het minste van mijn zorgen.
Teneergeslagen en verdrietig reed ik naar huis en begon plots te huilen toen ik me realiseerde dat het splinternieuwe voorlopige rijbewijs van mijn dochter in mijn portefeuille stak. Ik wilde het er gisteren nog uithalen omdat het niet zou verkreuken en ik het haar vol trots zou kunnen overhandigen. Ze had er speciaal een nieuwe foto voor laten maken. Ze zag er zo naar uit.
Mijn portefeuille lag niet thuis, over mijn aanwinsten was ik niet meer gelukkig.
Hetglaasje wijn dat ik me nadien als troost inschonk, was niet het enige dat me uit de handen glipte in mijn ongelukkig zijn. Ik liet ook nog de onaangebroken fles jenever vallen die ik van bij mijn moeder stiekem meenam voor mijn bezoek met kerst.
Daar stond ik dan, huilend, temidden van een klevende keukenvloer en besefte dat dit mijn eerste kerstverhaal moest zijn. Nu lijkt het wel een straf van hogerhand.
Mijn dochter en ik hebben voorlopig geen rijbewijs.
Ze is niet boos, ik vertelde haar nog niet over de fles jenever die ik van mijn moeder stal.
Zij had het slechts af en toe koud, naargelang haar geheugen al dan niet functioneerde. Haar handen voelden nochtans ijskoud aan. Voor hetzelfde geld zou ze zijn doodgevroren zonder dat zij of wij er besef van hadden. Ze wil nu eenmaal niet verzorgd worden, dat is de enige constante in haar kleine leventje.
De chauffagist vertelde me dat hij ooit bij een dementerend vrouwtje werd geroepen omdat ze beweerde dat ze geen warm water meer in huis had. Toen hij bij haar langs ging, hield ze haar hand onder een kraan van 65° en voelde niets. Zou mijn moeder ook geen pijn meer voelen, geen vreugde, geen verdriet?
Ze is vergeten dat ze gisteren heel de dag hier was, dat ze huilde en dat ze me smeekte om wat warmte. Ze is vergeten dat ik er eergisteren, gisteren en vandaag voor haar was. Ze is vergeten dat ze me toesnauwde, dat ze me nooit meer wil zien, dat ze me de hemel in prees.
Ze vergeet dat dagen aanbreken en nachten vallen.
Mijn moeder leeft en beseft het niet meer.
Ik trek mijn pyjama aan en probeer te vergeten.
17-12-2006
Toscanië
Zwitserland is een té prachtig land. Onze-Lieve-Heer moet hetzelfde gedacht hebben toen hij uiteindelijk de Zwitsers schiep, zo wordt gezegd. Ze zijn inderdaad even ijzig als de statige Jungfrau.
Het duurde meer dan zes maanden voor ik uiteindelijk het Schwyzerdütsch enigermate kon verstaan. Meer dan vier jaar werkte ik er op het Consulaat in Zürich.Ik begon er net na de periode dat Zwitserland besliste om zon 350.000 buitenlanders het land uit te wijzen wegens Eigen Volk Eerst. Ik verkeerde er dus in een geprivilegieerde positie en had meer geluk dan de vele gehandicapte autochtonen die ostentatief uit het mondaine straatbeeld van Zürich geband werden. Eén keer per jaar stonden de grootwarenhuizen enkel open voor hen, waarschijnlijk bij wijze van compensatie.
Toen ik in mijn vrije tijd de plaatselijke universiteit ging bezoeken, bemerkte ik er een opmerkelijke advertentie : Junge behinderte Frau sucht Freundin für ernste Gespräche.
Ik twijfelde, ik was het dialect nog niet voldoende machtig. Maar toen die advertentie na meer dan een maand nog steeds aan de valven geprikt bleef, besloot ik het bijgevoegde telefoonnummer te noteren. Ik kreeg antwoord van haar echtgenoot die er blijkbaar geen aanstoot aan nam dat ik buitenlandse was en enkel Hoogduits sprak.
We maakten een afspraak en zo kwam ik terecht bij Nina. Ik schrok toen ik haar voor het eerst zag. Ze was volledig verlamd en kon enkel hees praten door middel van een plastic darm die door haar keel stak. De paginas van de boeken die ze las werden omgedraaid door het blazen van haar adem.
De machines die aan haar lichaam bevestigd waren, draaiden dag en nacht. Een alarmsysteem verwittigde haar man ervan dat de slijmen uit haar keel moesten verwijderd worden.
Het was een bijzonder enthousiaste vrouw. Ze was mooi, ze had een prachtig sereen gezichtje. Ze vertelde me over haar dromen, over de seksuele relatie die ze had met haar man. Ze was dominant en veeleisend over het leven. Ze fascineerde me mateloos.
Ik bezocht haar vanaf toen elke week. Haar man zei me dat ze uitkeek naar mijn bezoek. Ik luisterde urenlang naar haar verhalen, naar de bekommernissen van haar man en zijn wensen. Naar zijn woede, naar de hare.
Op een bepaald moment vroegen ze me of ik als begeleidster mee wilde gaan met een hele groep gehandicapten voor een reis naar Toscanië. Ik wilde deze reis mee beleven.
Gehandicapten in Zwitserland reizen in een goederentrein. Zij betalen de volle pot van de reis, hun begeleiders betalen niets. Ik heb de logica van deze maatregel nooit begrepen. Mijn verzet leidde nochtans tot niets.
Het was hard werken, sleuren met bedden en invalidestoelen doorheen een prachtig Italiaans landschap. We hebben samen veel meer gelachen dan gehuild. Ik heb nog fotos van Hendrik die het uitproestte van blijdschap toen zijn rolstoel over kop ging temidden van die steile helling. En ook van Klaus, de andere jonge begeleider waar ik verliefd op werd.
Het was een onvergetelijke reis. Zij waren gelukkig, ik ook.
Bij mijn thuiskomst in Zürich hoorde ik van mijn moeder dat mijn vadertijdens mijn reis zijn eerste hartinfarct kreeg. Hij overleefde het, ik kon mijn mooie verhalen aan hem kwijt, hij was trots op mij en leefde met me mee.
Nina werd harder, haar man eiste me op. Ook voor mij werd deze toestand onhoudbaar; ik heb ze beiden moeten laten gaan, uit mijn leven.
Plots dacht ik aan dat ene gedicht dat ik ooit kreeg van mijn allereerste liefde.
Hij was mijn adonis, de man waar ik mijn hele leven zou van houden. Hij was achttien, ik was zeventien. Hij wijdde me zowel in de liefde als in de klassieke en de jazzmuziek in. Het waren heerlijke jaren.
Zijn impact is nog steeds voelbaar in mijn leven van vandaag.
We moesten uit elkaar, mijn vader wilde het zo. Ik was weerloos op het moment dat de deur voor hem werd dichtgegooid.
Hij schreef gedichten, hij tekende portretten van de eerste Marokkaanse jongetjes die in Mechelen geboren werden. We dronken koffie bij Mary, ik hoorde enkel hem. De Verloren Zoon was ons caféHij was zo boeiend, zo mooi.
Dat ene gedicht van die joodse dichter dat hij toen voor mij bewerkte en me zo liefdevol schonk, laat me nu plots niet meer los.
Ik weet dat hij het tegenwoordig uiterst druk heeft, dat zijn concertagenda volgeboekt staat in binnen- en buitenland.
Ik zie hem soms nog, we zoeken elkaars ogen en weten. Nu pas waagde ik het hem een mailtje te sturen om hem te vragen of hij zich de titel van dat mooie gedicht nog kan herinneren.
Misschien antwoordt hij me en wordt mijn nostalgisch verleden gevoed voor het heden en de toekomst. Het kan toch?
12-12-2006
Buurman Pat
Hij neemt het niet zo nauw, die buurman van mij. Sympathieke kerel, daar niet van, altijd goedlachs en hulpbereid. We zijn er steeds voor elkaar. Sinds zijn vrouwtje hem verliet hielp ik hem zijn nieuwe koelkast versjouwen, hij stak het bed van mijn dochter in elkaar, hij leent mijn kruiwagen, ik zijn schop. Zijn zoontjes komen op de trampoline springen en we wisselen elkaar boter en meel uit, voor de pannekoeken.Vroeger kwam hij vaker langs. Er was altijd één of ander herfstblad dat zijn kinderen in extremis moesten plukken voor school en er was steeds een gelegenheid voor een vluchtig praatje. Ik schrok me soms te pletter wanneer hij rond een uur of één op die onhandige manier van hem iets te hard op mijn bureelraam durfde kloppen. Half beschonken kwam hij bedelen voor dat ene sigaretje dat hij toen hoogdringend nodig had. In négligé opende ik de deur op een kiertje, gaf hem er een paar lange Barclaysmeer mee om de herhaling van het schrikken te vermijden en smeekte hem om me van zijn onverwacht bezoek in de toekomst eerst telefonisch op de hoogte te stellen. Zich van geen enkel kwaad bewust stond hij er de volgende dag met een lekker flesje wijn bij wijze van verontschuldiging.
Hij durfde ook wel eens eieren pikken uit de kippenren voor het ontbijt van zijn kinderen.
Alles kon volgens buurman Pat, daar zijn toch buren voor.
Laatst, toen ik mijn kippetjes Pauline, Poulette en Kim eten bracht (Justine en Jeannine waren net overleden) werd ik echt wel boos. Buurman Pat had er niets beter op gevonden dan zijn keukenafval in mijn kippenhok te gooien. Koffiedik mét filters, uien-, aardappel- en appelsienschillen en notenomhulselsTussen al die heerlijkheden vond ik nog een paar plastic zakjes en enkele rekeninguittreksels.
Dit voorval bleek me iets te schuldig. Prompt gaarde ik al die viezigheden bij elkaar en dumpte ze frontaal aan zijn voordeur met bijgaand briefje.
Beste buurman Pat,
Heb je me ooit niet verteld dat je ouders kippetjes houden?
Eigenlijk zou je dan moeten weten dat kippen geen uien, noch aardappel- of sinaasappelschillen lusten. Zulke afval hoort thuis in de GFT-bak.Het koffiedik kan je onder je Rhodedendrons werpen, daar groeien ze lekker van. De koffiefilters en je puntenaantal van Delhaize kan je bij het oud papier gooien en je plastic zakken kunnen gerust in de afvalzak.
Gelieve dit mijn kippen geen tweede keer te lappen. De kippenren is nog steeds geen stortplaats voor jouw ongewenst vuil.
Nu ben ik echt wel boos,
Kusje,
C.
Ik kreeg de volgende dag weer een fles heerlijke wijn die hij me na twaalven kwam brengen en die hij samen met mij wilde leegdrinken. Ik heb ervoor bedankt, ik stond namelijk weer in négligé. Mijn boosheid milderde zienderogen toen ik zijn onschuldige oogjes zag.
Buurman Pat is intussen hertrouwd, zijn tweede vrouwtje is in blijde verwachting, ze hopen op een meisje. Drie jongens en een heel klein meisje, we zouden het wel leuk vinden.
Ik zie mijn buurman Pat niet vaak meer, hij heeft het druk met verbouwen. De verhuis is voor februari gepland, een nieuw stekje, een nieuwe toekomst.
Vandaag hoorde hij dat ik de Starlet van mijn dochter niet kon starten. Prompt stak hij de straat over. Hij kende de kneepjes om de choke langzaam los te laten. We omhelsden elkaar, we zouden nog een feestje bouwen tussen Kerst en Nieuw, zijn scampi's in anijs wil en zal hij voor ons prepareren.
Ik wil eigenlijk niet dat buurman Pat elders gaat wonen, we hadden het net zo goed met elkaar. Wie weet welke chagrijnige mensen nu mijn overburen worden.
Ik zal je missen, Pat.
Nakend onheil
Rituelen heb ik niet, behalve dan die van s morgens. My bed is my castle zolang ik het niet hoef te verlaten na een quasi slapeloze en pijnlijke nacht. De dure ergonomische matras die me een aantal jaren geleden stukken van mensen kostte, geeft geen soelaas meer. Met veel gekreun worstel ik me het bed uit. De rugdokter leerde me tien jaar geleden, na mijn hernia-operatie, dat je eerst op je zij moet gaan liggen, om vervolgens je benen op de grond te plaatsen en dan pas je bovenlijf op te lichten. Na de pijnlijke nachten van de laatste maanden heb ik daar zelfs al moeite mee. Ik blijf zo lang mogelijk op om het slapengaan uit te stellen. De enige comfortabele stoel in huis is mijn bureelstoel. Daar heb ik echt een koopje aan gedaan in de solden van drie jaar terug. Hij buigt met je lichaam mee en is op de koop toe verstelbaar in de hoogte. s Zomer sleur ik hem zelfs mee tot op het terras.
Eenmaal uit bed rek ik me in de hoop mijn rug weer zijn normale shape te geven. Deze ceremonie gaat gepaard met steeds dezelfde jammerende kreetjes. Ook de eerste traptreden blijven de moeilijkste.Minstens één keer per week kom ik op de weg naar de keuken een door mijn poezen ostentatief neergevleide dode muis tegen. Ik weet dat ze daar alvast nog een uurtje zal moeten blijven liggen voor ik ze met haar staart de deur kan uitzwieren. Bukken? Neen, dat kan mijn rug het eerste uur na de nacht niet aan. En ja, de zes hongerige poezen krijgen eten, vooralsnog korrels die ik -al staande - boven de lege kommetjes uitzaai. De missers liggen verspreid over de bijkeuken; een uurtje later kan ik de stofzuiger weer gebruiken.
Het koffiezetten gaat relatief makkelijk maar toch nog steeds gekromd. Ik vergeet best het koffielepeltje niet dat de melk en de suiker moet roeren voor ik me heel onbehouwen laat neerzakken in mijn ontbijtstoel waar ik het rugkussentje, naargelang mijn pijnlijke rugdelen van de dag, moet bijstellen.
De laatste maanden helpen deze rituelen zelfs niet meer. Wat hunker ik naar de tijd dat mijn rug rodeerde na dat uurtje morgenritueel.
De pijn zeurt nu ook al overdag. Hij deint uit naar mijn benen. Mijn beide kleine teentjes ontvangen reeds de signalen van een nakend nieuw onheil.
Een tweede hernia-operatie? De eerste kwam er na een val op het beton tijdens een tennispartijtje. Ik wilde die bewuste bal in elk geval terugkaatsen. Het heeft me mijn rug gekost.
Mijn kostbare rug die nog zoveel te dragen heeft.
En straks? In de tuin? Geen kruiwagens meer?
Vertel dat een ander!
Het massagetoestel dat ik vorige week bij Aldi kocht vibreert, trilt, masseert, maakt veel lawaai maar bracht tot nog toe geen enkele verlichting.
09-12-2006
Sigrid Spruyt
Je ziet ze bijna dagelijks op de buis, verder is van haar weinig geweten. Sigrid is mooi door haar bescheidenheid. Vandaag stond er een lang interview met haar in DS
Ik wilde hier graag enkele passages uit citeren
Er zijn maar drie themas: liefde, dood en macht. Macht zie ik als surrogaat voor liefde en dood Het tiert welig, op alle niveaus.
De liefde, dat is het allerbelangrijkste. Niet echt in woorden uit te drukken, en niet te faken, want liefde veronderstelt totale overgave
Er is geen enkele bron van geluk dan je eigen hart. Als je het daar niet vindt, vind je het nergens
Loslaten vergt meer liefde dan krampachtig vasthouden wat trouwens nooit een goed idee is. Iemand per se bij jou willen houden, desnoods ongelukkig, om te hébben, dat is geen liefde, dat is onzekerheid en angst.Angst om alleen achter te blijven. Meer eigenliefde dan liefde voor de ander
Je kunt niemand dwingen om van jou te houden. Als hij weggaat, dan gaat hij weg. Maar dat zou niks veranderen aan mijn liefde. Mijn vader is dood, mijn ongeboren dochtertje ook, maar ik zal altijd van hen blijven houden.
Maar het is niet omdat er een nieuwe liefde in mijn leven is, dat de oude ophoudt. Een van mijn kinderen vroeg me dat eens: als je nu een kind hebt en er komt er een bij, hoe zit dat dan met graag zien? Alsof de liefde een taart zou zijn, waarvan de stukken kleiner worden naarmate er meer mensen bijkomen.Ik heb hem uitgelegd dat liefde ondeelbaar is, altijd
Leven jullie als een echt samengesteld gezin?
Wij leven een zwerversbestaan, maar dat vind ik wel passend.We zijn in dit leven toch allemaal zwervers die dolen en dwalen. En de samenstelling verschilt van plek tot plek. Maar de hele groep is bijna nooit samen, die is gewoon te groot. Ach, praktische regelingen zijn niet belangrijk. De liefde is het enige wat telt
U lijkt zowaar iemand die het leven leuk vindt.
Natuurlijk. Het leven is een cadeau.Wie dat niet vindt, moet eruit stappen. Je moet er zoveel mogelijk van genieten en er het beste van maken. Niet altijd verder kijken dan je neus lang is, maar opgaan in het moment. Want we kunnen allemaal vandaag nog onder een bus lopen. En natuurlijk moet je proberen keuzes te maken waar niet alleen jijzelf, maar ook anderen beter van worden, en moet je proberen troost te bieden. Als iedereen dat zou doen, zou het al een stuk aangenamer zijn op deze wereld
Mooi dat mensen zulke levenswijsheden onder woorden kunnen brengen
Het sentiment proberen uit te leggen zou me niet lukken, ik weet niet echt wat er dan scheelt met me.
Eigenlijk zouden de tijden voor Kerst en Nieuwjaar mensen gelukkig moeten maken.Elkeen is immers druk in de weer om die periode voor familie en vrienden zo aangenaam mogelijk te maken. Ik loop nochtans met een ondefinieerbaar angstgevoel rond.
Opjacht naar de passende geschenken stap ik al dolend in de drukke straten, de ogen tranend.
Misschien is het omdat ik meer wil geven aan degenen die ik liefheb maar slechts een beperkt budget ter beschikking heb. Ik denk dan vaak aan behoeftige mensen.Hoe erg moet het voor hen niet zijn om in die fel verlichte straten de met pakjes beladen massas mensen te moeten aanschouwen die vrolijk mee neuriën op de luide kerstmuziek.
Of is het omdat dan alles moet wat tijdens het afgelopen jaar niet nodig was?
Mensen plots liefhebben die je enkele weken voordien nog gewoon voorbijliepen?Kaartjes schrijven naar mensen aan wieje enkel met Kerst een teken van leven geeft (en krijgt)? Welgemeende kusjes omdat het nu eenmaal zo hoort?
Tijdens die dagen mijd ik bewust de grootwarenhuizen.Iedereen is er te druk bezig met zichzelf, er wordt gedrumd en gestoten, de kassas zijn overbelast, er wordt gesnauwd en gebeten. De grootste koper krijgt de Nieuwjaarsauto.
Sinds enkele jaren berust ik in mijn lot.De eenzaamheid van die dagen is draaglijker geworden.Het was leuk, twee jaar geleden toen ik mijn vriendin op Nieuwjaarsavond uitnodigde toen ze net haar man had verloren.Ze heeft nu iemand anders leren kennen en heeft het heel druk met zijn familie. Ik vergeef het haar dat ze er niet aan denkt dat ik dit jaar alleen zal zijn. Er zijn nog andere vriendinnen die ik een uitnodiging kan zenden.
We brouwen wel iets samen om die dagen heelhuids door te komen.
Het zijn tenslotte maar twee pseudo-intense weken in een mensenleven.
Ik wou dat het februari was en ik weer mezelf kon zijn.
Met Kerst zal mijn oudste dochter er zijn, met Nieuwjaar de jongste en haar vriend.
Alsof dat niet genoeg is!
De rest van het liefhebben ligt ergens voor en na die dagen.
Pelgrim
Eigenaardig dat iemand gedurende drie en een halve maand op reis kan gaan, al zij het nog op bedevaart, zonder zelfs maar één keertje aan het thuisfront te denken.Staat mijn huis er nog, zijn mijn moto of auto niet gestolen?Heeft er niemand ingebroken?Heeft het lek op zolder al grotere afmetingen aangenomen? Of gewoonweg, is alles oké?
Gedurende al die tijd heeft mijn buurman, op wiens woning ik pas, me geen enkele keer gecontacteerd.
Bloggen doet hij wel.Hij rapporteert op zijn webstekje bijna dagelijks minutieus hoeveel kilometer hij tot nog toe aflegde op weg naar Compestella.In detail legt hij uit wat hij dagelijks eet, welke zijner tenen het pijnlijkst aanvoelen, dat hij zijn was heeft gedaan, dat zijn rugzak scheurde, welke mensen hij onderweg ontmoet en hoe hij door compleet onbekenden aan tafel uitgenodigd wordt voor een copieuze maaltijd. Zijn wedloop naar stempels, medailles. Het hoort waarschijnlijk allemaal bij het boete doen.
Het doet me denken aan het verhaal van Heleen Van Royen in haar boek De Onstsnappingwaarin ze haar familie verlaat en zich op geen enkel moment afvraagt hoe haar kinderen het stellen.
Ik heb er moeite mee en betrap er mezelf op dat ik navenant onverschillig begin te reageren.
Zijn planten krijgen nog wel water maar de afgevallen bladeren van de ficus raap ik niet meer op. Bij hevige regenval ledig ik de volle emmer op zolder, niet meer dan twee maal daags, ik neem geen verantwoordelijkheid voor wat 's nachts gebeurt. De buurman die zijn brievenbus ledigt, ontving twee aangetekende zendingen en berichtte hem daarover.Er werd hem mailsgewijs geadviseerd die te gaan halen bij de post. Alsof hij niet weet dat dit niet kan zonder legimitatiebewijs?
Ik maak me nu geen zorgen meer, mijn reizende buurman heeft er blijkbaar ook geen moeite mee.
Hoe zou hij denken?Ik waag het erop, fuck het lek op zolder, fuck de garagepoort die al lang niet meer sluit, fuck het feit dat er kan worden ingebroken IK ben op bedevaart!