Met mijn oudste en gewilligste - elfjarige - kater Miep (ja, hij heeft vrouwelijke trekjes) wilde ik dit experiment ook wel eens proberen. Ik gooide hem verschillende keren in de vijver, zonder zuurstofhelmpie op. Mislukt; Miep wil een zwembad zoals in het onderstaande filmpje.
Pfff, verwend nest. Ik heb hem dan maar een fikse bolwassing gegeven, net zoals in filmpje twee.
29-01-2007
Duur spaargeld
Van mijn job in Zwitserland hield ik een rekeningnummer over bij de Schweizerische Kreditanstalt in Zürich. Leuk om met zon chic Zwitsers bankkaartje te pochen. Al die tijd bleef er een sommetje van minder dan 100 euro op staan en elk jaar bracht het enkele centiemen op. Voor de rest dommelde die rekening in. Ik behield ze; wie weet zou ooit één van mijn vrienden dringend met zijn kapitaal naar het buitenland moeten vluchten. Ik zou ook rijk kunnen worden en als geprivilegieerde Kontobesitzerin een eerste aanbetaling kunnen doen voor mijn nieuw optrekje in Davoz. Verleden week kreeg ik mijn bankuittreksel en zoals bij elk jaareinde besloeg dit drie grote paginas met cijfertjes die gemakkelijk op een vierde van een A-viertje pasten. Tot mijn verbijstering stond ik min drieënveertig euro. Onmiddellijk associeerde ik dit deficit met de diefstal van mijn portefeuille verleden maand en belde de Zwitserse bank op. Neen hoor, niemand had het geld afgehaald.
De Zwitserse banken hadden maatregelen genomen. Buitenlanders met een slapende rekening werden vanaf 2006 extra kosten aangerekend zodat die meer bedroegen dan mijn spaargelden zelf. Ik zou het tekort zo gauw mogelijk moeten aanzuiveren opdat me geen verdere interesten zouden worden aangerekend. Die verdomde buitenlandse overschrijving kostte me nog eens vijftien euro.
Ik had het al niet zo zeer voor dat bekrompen en bekakte volkje waar zelfs de nieuwsberichten enkel in hun dialect worden voorgelezen. Nu is er geen enkele aanleiding meer om daar nog een voet aan wal te zetten. En daarbij, ze hebben toch geen zee, die sukkelaars. Ze hebben enkel Seeën (meren).
De politie van Mechelen en ik hebben verschillende werkuren, dat is een feit.Om zeven uur eenentwintig minuten is mijn keel normaal nog niet geolied en staat mijn rug nog lang niet recht genoeg om gezwind uit bed te wippen. Laat staan dat ik in mijn soort holst van de nacht naar beneden kan rennen om enige hoorn op te nemen.De reden van de oproep werd me langzaam duidelijk toen die kwieke man het woord vuilbakje uitsprak, het buitensporige ding waarvoor zijn baas uiteindelijk het laatste woord moest uitspreken. Het geprivilegieerde sluikbakje dat ik voor mijn moeder zo graag aan kettingen had gehangen.
En waarachtig, HET WERD GOEDGEKEURD, met dien verstande dat mijn lumineus idee, volgens hen, gedoemd is te mislukken.
Jongeren zouden, plichtsbewust als ze tegenwoordig zijn, hun lege blikjes en hun andere rommel in mijn moeders private afvalbakje gooien. Het zou voor een kettingreactie zorgen.
De wetsvertegenwoordigers hadden hier tenslotte meer ervaring mee. Er bestaan dus nog degelijk moeders als de mijne.
De uitdaging is groter dan mijn ogen en mijn zinnen staan er nu eenmaal op. Het experiment kan nooit mislukken. Ik wil het vervolg met eigen ogen zien, ook de reacties van haar buren en die van de passanten.
Eén overvolle vuilbak kan tenslotte niet overwegen in een mensenleven.
23-01-2007
Huiswerk
Mijn eerste huiswerk voor de cursus "schrijven". De opgave was: schrijf een scène van twintig regels omtrent een aspect van een vakantie die je de laatste jaren maakte. De innerlijke gedachte moet overkomen bij de lezer. Er moet minstens één vergelijking bij. Ik beloofde dat ik jullie op de hoogte zou houden. Ik schreef het volgende stukje.
Uitgeput, bezweet maar voldaan verlieten we de metro na het bezoek aan La Sagrada Familia in Barcelona. We hadden immers samen gekozen voor een eerste culturele reis na de vele strandvakanties waarvan we ons de pointe niet meer konden herinneren. Ook de derde dag verliep smetteloos. Een voor een namen we een verkwikkende douche waarna A, mijn jongste, ons vergastte op een paar verleidelijke stripteasepasjes. Ik stond perplex van het humorgehalte van mijn ooit zo verlegen dochter. M en ik namen er een tiental kiekjes van als herinnering voor later. Hongerig maar bijzonder goed gemutst togen we de Las Ramblas Avenue in en belden eerst de telefoonkaart op naar onze respectievelijke dierbaren vooraleer we op zoek gingen naar een gezellig restaurant. Temidden van mijn twee knappe dochters genoot ik met volle teugen van de blikken die de Spaanse mannen hen toewierpen. De straatanimators zorgden voor een meerwaarde aan ons vakantiegevoel.
Mijn dochters stemden in met een aperitiefje vooraf op een net vrijgekomen terrasplaatsje.
De avond was zwoel, de stemming was opperbest, de talrijke voorbijgangers werden aan onze onschuldige kritiek onderworpen.
Unaniem kozen we voor dat ene gezellige visrestaurant. Als uitgehongerde wolvenjongen stortten we ons op de voorafjes, de in look gedrenkte broodjes met tomaat.
We maakten plannen voor de volgende dag, het zou een dagje strand worden in het midden van deze allesomvattende stad waar we ons welkom waanden.
Een dessert was overbodig, ook de jongleurs konden ons niet meer bekoren op de weg terug naar het hotel. Doodmoe trokken we onze nachtjapon aan. Mijn dochters vielen snel in slaap.
Ik genoot nog even na van mijn geluk, alleen op het terras, met een gin-tonic en een sigaret. Commentaar van de juf: Ik gaf een vertelling weer in plaats van een scène (ik had de eerste les gemist waar hierop dieper werd ingegaan). Ik had een bepaald moment moeten kiezen. Prozastukjes worden liefst geschreven in de tegenwoordige tijd (dat had de juf ook in de eerste les gezegd). De innerljke gedachte is duidelijk. Mijn schrijven is te plechtig. (om dit af te leren volg ik immers deze cursus) Voor de rest vond ze het goed en pikte er enkele zinnen uit die ze mooi vond.
Het was weer een interessante les vandaag, volledig praktijkgericht. Spontaan je eerste gedachten opschrijven. Volgende week geen les, onze juf gaat op skivakantie. Lekker veel tijd voor ons huiswerk.
20-01-2007
Sluikstort
Een vreemd GSM-nummer verscheen vrijdagmorgen op mijn display, daarom nam ik de eerste keer niet op. Een uurtje later werd er teruggebeld. Een vriendelijke mannenstemstem vroeg of ik de dochter van Mevrouw RV was uit Mechelen. Toen ik dat beaamde (ik weet niet waar hij mijn telefoonnummer vandaan haalde) en hem angstig vroeg of er iets aan de hand was met mijn moeder, stelde hij me gerust en deed het volgende verhaal: Hij had diezelfde morgen, samen met zijn collega, aangebeld bij mijn moeder. Haar buren hadden reeds meermaals geklaagd over haar eigenaardig gedrag en waren de situatie nu meer dan beu. Ze hadden er zelfs foto's van genomen hoe mijn moeder meermaals per dag haar afval kwam dumpen in het gemeentelijke vuilbakje dat zich enkele meters van haar huis bevindt. Op ongeregelde tijdstippen zagen ze hoe mijn moeder haar gebruikte koffiedik, lege yoghurt- of Yakultpotjes, kranten, briefomslagen, lege maaltijdverpakkingen, pet-flessen, sigarettenpeukjes en alle andere huishoudelijke afval in het vuilnisbakje kwam deponeren. Het gleufje van het bakje was een aantal maanden geleden aangepast zodat slechts nog kleine voorwerpen erin pastten.Mijn moeder had er niets beter op gevonden dan er een plastic zakje omheen te hangen en dit vol te proppen met de rommel die ze niet meer in huis duldde. Toen de politieagenten haar hierover vriendelijk interpelleerden en om haar identiteitskaart vroegen voor het opstellen van een onoverkomelijk PV, werden ze overweldigd met een denigrerende scheldpartij. De ene man was te dik, de andere was te klein en daarbij ook lelijk. Ze moesten onmiddellijk haar huis verlaten om nooit meer terug te keren en ze dreigde ermee klacht in te dienen bij de politie. Daarom belden zij mij. Ook omdat ze deze de huishoudster van mijn moeder, die de waarheden bevestigde, niet wilden vernoemen in het protocol. Ik kon inderdaad niet ontkennen dat mijn moeder zulke daden stelt. Ik vertelde de wetsdienaars dat ze dementerend is en haar woning onder geen enkel beding wil verlaten. Dat ik al ettelijke malen probeerde om haar te doen begrijpen dat ze haar stedelijke vuilniszakken moet gebruiken en dat mijn pogingen daaromtrent tevergeefs bleven. Ik beloofde hen om samen met mijn zussen naar een oplossing te zoeken. Toen ik mijn moeder's avonds opbelde, vertelde ze me dat twee vriendelijke politiemannen haar een bezoekje brachten en dat ze haar prezen voor haar burgerzin. Ze verzamelde namelijk alle achtergebleven papiertjes van haar straat en gooide ze netjes in het vuilbakje. Ik schrik er steeds weer van hoe mijn moeder de waarheid zo ongeloofelijk geloofbaar naar haar kant kan stellen. Onvoorstelbaar hoe ze blijft vechten tegen de realiteit die niet meer ontkend kan worden.
Ik denk na over een mogelijke oplossing. Het heeft geen zin om een emmertje in de hal te plaatsen. Mijn moeder wil buiten, ze wil mensen zien, ze wil ze allemaal begroeten, aanspreken. Plots had ik een lumineus idee. Zou ik aan de spijlen van het kelderraam van haar meer dan 100-jarig herenhuis een afvalbakje kunnen ketenen, eentje dat de gemeente daar speciaal voor haar is komen plaatsen? Waar ze op elk moment van de dag naartoe kan gaan om de wereld te zien en erbij te horen. Ik bel maandag de milieuafdeling van de stad, misschien maken ze wel een uitzondering, voor mijn moeder.
(wordt vervolgd)
18-01-2007
Orkaan in Duitsland
Moeilijk om mijn dochter te bereiken in Duisburg en toen ik eindelijk Anschluss kreeg, viel de verbinding voortdurend uit. Ze hebben daar geen internetconnectie meer, de houten omkadering van hun balkon is deels weggevlogen, de zonnewering van het terras is op straat gevallen en TV kijken kan ook niet. Er zijn overstromingen aan zee, mensen moeten geëvacueerd worden uit hun huizen. Mijn oudste zit veilig op kot in Antwerpen, die lange slanke zou sowieso wegvliegen.
Hier werkt de nieuwe versie van Explorer niet zoals ik het wil, had ik ze maar nooit gedownload. Ik kan mijn lettergrootte en -type in mijn blog niet meer aanpassen. Soms functioneert de technologie averechts als je opnieuw moet beginnen. Wat een storm(ge)loop!
Update: lettertype aangepast na enig gesukkel.
17-01-2007
Horen, zien en schrijven
Eén kostbaar lesuur had ik inmiddels gemist toen me ter ore kwam dat het Cultuurcentrum Zwaneberg in Heist-op-den-Berg een cursus schrijven organiseerde.De volgende sessie zou pas in januari 2008 plaatsvinden.Als ongeduldig, leergierig en enigszins gefrustreerd en zich nietig voelend blogschrijvertje, vond ik die wachttijd veel te lang en probeerde ik me alsnog voor de overige vijf zesden in te schrijven. Er kon, volgens het secretariaat, nog één dummy bij.
De deur van zaal vier was al gesloten - stiptheid heeft me altijd al parten gespeeld. Ik excuseerde me voor mijn late verschijning bij de verkeerde persoon omdat ik uit pure verlegenheid de docente niet direct in mijn gezichtsveld kreeg. Ik mocht bliksemsnel gaan zitten op het vergeten plekje tussen het onbekende vrouwtje en mijn onbaatzuchtige tipgever. Ietwat te enthousiast pikte ik in bij het voorlezen van het huiswerk van de ingewijden en probeerde te zwijgen, te luisteren.
AuteurLeen van den Bergzal me in de toekomst beter leren schrijven, anders doen denken en me vooral dingen leren zien.
Vandaag schreef ze vier paginas in haar nieuwe jeugdroman die momenteel nog maar vijfenvijftig bladzijden telt. We kregen de primeur. Vannacht zal ik dromen dat ze morgen inspiratie zal vinden in mijn verkreukte rok, mijn slobbertrui of in de ongepoetste laarzen waar ik me danig onwennig in voel. Misschien fixeerde ze zich op het oudere vrouwtje met het blauwwitte dotstrikje, het vrouwtje dat ik in eerste instantie als lesgeefster zag en dat ons zo graag de afscheidsrede voor haar overleden man had voorgelezen.
Leen geeft je ruimte, gunt je weinig tijd in het spontane denken, hamert ons meermaals het 'Less is more'- principe in, luistert, geeft opbouwende kritiek en kijkt elk van ons evenveel in de ogen. Ze leert ons datrijmen OUT is, dat we voor dt-fouten elders moeten zijn en dat we lange zinnen veel korter kunnen maken. Het aanbod aan adjectieven moet drastisch herleid worden zodat slechts het essentiële overblijft.
Eenvoud is een must.De cursus leidt tot zelfanalyse, tot spontane reflectie.
Het elfje leerde ik kennen -, --, ---,----,-. Een twaalfje of een dertientje mag ook. Alles wat neo is, kan.
We kregen, wegens tijdsgebrek, meer huiswerk mee voor volgende week. Zo moeten we een zo typerend mogelijke beschrijving geven van een maaltijd die we gisteren tot ons namen waarbij de sfeer geproefd wordt door de luisteraars. De tweede opgave bestaat erin dat we in een tekst van twintig zinnen het mooiste gevoel van een reis die we de laatste jaren ondernamen, weergeven.
Ik wil er al te graag aan beginnen en kijk uit naar wat anderen hebben geschreven, welke commentaar ze op mijn probeersels hebben. Hoe we elkaar kunnen aanvullen.
Boeiend!
15-01-2007
Natuur tureluur
Clichés zijn waardeloos tot het tegendeel wordt bewezen. Zelfs de weergoden moeten toegegeven dat er iets aan de hand is met onze natuur. Ik merkte het vandaag in werkelijkheid en weet niet of ik blij dan wel treurig moet zijn. Helleborussen zijn de allereerste bloeiers die na de strenge wintermaanden bestand zijn tegen de nog heersende vriestemperaturen. Ze houden zelfs van extreme kou en laten dan enkel hun kopje hangen. Verleden jaar was ik zo blij ze in vol ornaat te kunnen fotograferen. Het was 20 maart 2006. Verleden week, op 12 januari 2007, stonden ze even weelderig als toen. Ik geloof mijn eigen ogen niet meer. De helleborussen weten ook niet beter. Ze zullen niet verwelken wanneer de winterkou hen toch nog te beurt zal vallen. Maar het abnormaal signaal dat ze dit jaar kregen, zullen ze niet begrijpen. Ik geef jullie beide foto's mee. See for yourselves!
20 maart 2006
12 januari 2007
10-01-2007
Zoeven over de internetsnelweg
Eergisteren sloot ik mijn pc af met de achtergrond van Philou's blog. Daar was ik immers het laatst geweest vermits ik de blogtijden van Philou inmiddelsken: automatische postings vanaf middernacht. Zijn achtergrond bleef hardnekkig op mijn scherm gebrand. De PC moest er nog over slapen, zo dacht ik. De sporen van Philou's spinsels zouden de volgende morgen wel weer verdwenen zijn; computers denken ook. Maar neen, hij was er 's morgens nog, Philou in vol ornaat in plaats van de prachtige foto van mijn stenen engeltje op de oprit dat mij keer op keer verblijdt. De computer stonk ook uit zijn 'bek'; ik waande me op de brug van Vilvoorde. Zelfs Diva, mijn overgebleven dwergpapegaaitje, zat half op zijn stokje te zuchten en wreef voortdurend in zijn neusgaatjes. Er was dus duidelijk iets mis met mijn databankmachien en dit zou verdere gevolgen kunnen hebben voor mijn dagelijkse spelen. Op zulke momenten weet ik mijn prioriteiten te stellen en laat ik de rest van mijn leven voor wat het morgen weer zal zijn. Ik belde de computerwinkel op, noemde mijn problemen bij naam en spoedde me er naartoe, hen op voorhand mededelend dat ik een computerfreak was en mijn PC niet minder dan een dag kon missen. Mijn behoeftebeest zou de volgende dag weer gebruiksklaar worden gestoomd,mits een nieuwe voeding en een latje extra geheugen. Ik had niet met de verleiding van de aanschaf van een nieuw speeltje gerekend, maar de verkoper had er een handje van weg om me hiertoe te bewegen. Meer geheugen, meer werkcapaciteit, smaller scherm en geruisloos vertier. Ik hapte toe, op mijn vrouwelijke eentje, mits de belofte dat al mijn gegevens op het nieuwe apparaat zouden geïnstalleerd worden. De avond zonder PC bracht ik smachtenddoor. Bijna even erg als een café zonder bier of een uur zonder sigaretten. Eten hoefde ik niet. Dan maar naar surrogaten zoeken. Er waren er veel voorhanden. De kerstboom moest nog ontbald en ontslingerd worden, twee wc's waren aan poetsen toe, het bureel moest gereorganiseerd worden voor de komst van het nieuwe elektronische beestje en er was tenslotte ook nog De slimste mens die ik eens niet zou missen. Uit pure miserie zou ik vroeg het bedinduiken. Het ontwarren van de kerstverlichting duurde langer dan voorzien. Ik wilde die lichtjes eindelijk eens een tweede jaar gebruiken. Toen ze allemaal rond de bamboestok gedraaid waren en ik ze in het stopcontact stak, gaven ze me onbruikbaar voor 2007 aan. Het was de challenge die telde, die dingen zijn nu eenmaal niet bestand tegen het meermaals over de grond sjouwen. Het had gekund, het was inmiddels vroege morgen, ik ben een stier. Mijn eerste PC-aansluiting, de plugkleurtjes doen passen in hun hun wederzijdse gaatje. En met wat telefonische bijstand van een niet-vrouwelijk brein kan ik weer, zij het nog een beetje hulpeloos, bloggen en mijn mails bekijken. Groter scherm (19 inch), wat ik nodig heb staat erop en de eerste man die ik nu bij zijn kraag kan vatten, zal de overige programma's moeten installeren. Ik zal hem moeten lokken met mijn looks of met de driedelige zaag die ik vandaag bij Aldi kocht, uit voorzorg. Het nieuwe hebbeding is prachtig De ouwe werkt nog, de voeding is oké, hij moet enkel wat uitgemest worden van stof en rook en zo. Hij kan nog enkele jaren dienen. Een ideale aanwinst voor families met veel zapjes of zwijntjes. Muis, keyboard en werkende printer worden er zomaar bijgeleverd. Hij ronkt, die ouwe, maar mits een nieuwe voeding à rato van 25 Euro is hij weer oké. Ik geef hem weg, degene die hem wil, weet me wel te vinden! Een simpel seintje volstaat. Intussen heb ik veel gemist; Stienie blogt (voorlopig?) niet meer, ik zie mooie liefdesgedichtjes en emotionele gedachten waarop ik antwoorden wil.
Het wordt weer laat vannacht.
08-01-2007
Schending van de privacy
Aan die consequenties had ik nooit gedacht. Ik was allang blij niet meer elke week naar het containerpark te moeten rijden. Een driekoppige familie verzamelt immers al gauw een hele vracht papier.
Verleden week regende het, de papierronde had om een onbekende reden niet plaatsgehad waardoor de bovenste lagen van mijn twee volle kartonnen dozen bijna tot moes herleid werden.
Deze week had ik meer geluk. Bij schemeravond kwam Interleuven eindelijk de papierhoop ophalen.
Toen ik door het raam keek om me ervan te vergewissen of alles meegenomen werd, zag ik dat de vuilniswagen aan mijn oprit stopte. Ik zag drie mannen naarstig lezen én schateren.
Zeer gefascineerd waren ze de papierinhoud van mezelf of van één van mijn buren aan het nalezen. Ik stond perplex, zo ver zou ik het nooit hebben gezocht. Een kopje koffie zou het hen nog gezelliger hebben gemaakt.
De hele avond heb ik mijn hoofd gebroken over het belachelijke van de geschriften die ik had weggeworpen. Waren het mijn bankuittreksels, de liefdesbrieven van mezelf of van mijn dochters die hen zo amuseerden? Mijn onverstuurde filosofische reflecties? De kleine ik houvan jou notas die ik mijn kinderen schreef? Of waren het de cartoons uit de tijdschriften of misschien zelfs mijn CVs? Uren heb ik erover gepiekerd om me uiteindelijk te verzoenen met het feit dat er niets belastend kon tussen zitten.
Dan zal hun interesse waarschijnlijk bij de papieren van mijn buren hebben gelegen. Zij gooiden wellicht hun vergeelde seksliteratuur weg of die ene brief die de driehoeksverhouding van een der koppels nog steeds niet beëindigde. Zij bleven in ieder geval gespaard van het aanschouwen van het gezellige leeskwartiertje dat hen evenzeer zou hebben doen transpireren.
Moeten we het overwegen om een buurtversnipperingsmachine aan het schaffen of zullen we elke tweede dinsdag van de maand een heimelijk vuurtje stoken?
Waar moeten we in hemelsnaam heen met ons oud papier dat niet vatbaar is voor vreemde ogen? Selecteren?
07-01-2007
Ego filosofie
Niet van mijn zielsuiting stond ik te kijken maar van het stilzwijgen van mijn vriendin.
Een zomeravond in 2006. Ik verplaatste de tuinstoelen naar het achterste deel van de tuin om nog zoveel mogelijk zon in onze gezichten te laten schijnen en mijn diep geïnhaleerde zucht was er een van intens geluk. Zonder dat ze me iets vroeg, vertelde ik haar dat ik een gelukkig mens was en dat ik, moest ik nu moeten gaan, kon terugblikken op een rijk en gelukkig leven.
Een leven dat ik zou overdoen en waar ik geen spijt van had.
De uitdrukking op haar gezicht is me steeds bijgebleven. Ze keek me heel verwonderd aan maar reageerde niet. Ik zag dat ze schrok over mijn gedurfde uitspraak. Al jaren keurde ze mijn levenswijze af.
Zij leeft binnen de perken, van uitspattingen houdt ze niet. We kunnen heel goed met elkaar praten. Ze vertelt weinig over zichzelf . Ze kan heel mooi filosoferen over het leven van anderen maar blijft steeds trouw aan haar principes die ze kost wat kost wil invullen. Van haar leefgewoontes wil ze niet afwijken al betrap ik haar soms op het tegendeel.
Ze rookt noch drinkt en heeft uniforme genotsuren waar ze zich strikt aan houdt en stelt haar blanke huid nooit bloot aan de kankerverwekkende zon. Ze behoeft weinig innig contact met haar zonen omdat die het blijkbaar ook niet wensen en heeft geen ambities om na haar scheiding ooit nog een andere man in haar leven toe te laten.
Ze gaat in haar eentje naar kunstvoorstellingen, haar pasmunten passen nooit in de parkeerautomaten als we samen uitgaan. Artisjokken eet ze met mes en vork, oesters wil ze geeneens proeven.
Ik rekende voor mezelf de uren geluk uit die zij ontbeert en de uren levensverlies die ik in de toekomst zal moeten derven.
En toch benijd ik haar niet, al zal ik op mijn sterfbed misschien toegeven dat zij uiteindelijk de juiste beslissing trof want zij zal er nog zijn.
Het lange of het intense leven? We zijn het er nog niet over eens.
04-01-2007
Leegte
Het voelt vreemd aan. Twee laptops zijn uit mijn bureel verdwenen. Hoe ze die aan mijn modem konden aansluiten, is me nog steeds een raadsel, maar het werkte en mijn computer doet het nog steeds. Het voelt plots zoveel kouder en mijn bureau lijkt zoveel groter. Gisteren nog zaten we hier samen, elkeen druk bezig met zn eigen ding. Mijn oudste studerend in de living voor de examens van januari. Mijn jongste en haar Duitse vriend speelden computerspelletjes. Ik snap niet hoe ze elkaar urenlang virtueel willen verschalken om elkaar dan meedogenloos af te schieten. Ik zat middenin die commotie en kon me onmogelijk concentreren op de aanmaak van een nieuw blogstukje. De laatste boeuf Stroganoff kreeg ik niet meer door mijn strot en ik hield het ook s morgens bij een simpel koffietje en Yakult om mijn dagelijkse vitamientjes tot me te nemen. Van het moment dat ik hoorde dat mijn gasten wakker werden, spoedde ik me naar de douche om niet te moeten aanschouwen hoe ze op hun nuchtere maag en zonder verpinken grote porties salami en camembert konden verorberen na de copieuze maaltijd van de avond voordien. Mijn oudste fronste haar wenkbrauwen achter haar bescheiden bordje light cornflakes. Wij zijn hier in België blijkbaar kleinere hoeveelheden gewend.
Meermaals heb ik eraan gedacht om hen zachtjes te vertellen dat een mens niet zoveel eten behoeft en dat een dagje vasten heus geen kwaad kan. Ik slikte mijn woorden in om geen onnodig verdriet te berokkenen.
We hadden een geweldige week samen, die drukte deed me deugd, de adrenaline kwam vanzelf, gezelligheid went zo gauw.
Alle drie vertrokken ze op hetzelfde moment, drie innige omhelzingen. Gelukkig komt er morgen eentje terug. Het zal lente zijn als ik de jongste weer in mijn armen kan sluiten. Ze is het kind-zijn pas ontgroeid.
Ik wil weer mijn eigen rust, oké, in ziel en lichaam, maar dat hoefde niet per se zo bruusk te gaan.
Aan de verdere toekomst durf ik niet te denken, al weet ik dat mijn jongste in Duitsland wil blijven bij haar vriendje. Het zal haar schoonmoeder in spe zijn die haar zwangerschap het eerst zal merken, die de kleinste babykleertjes zal mogen kiezen, die het dichtst in de buurt zal zijn als ervaren raadgeefster voor de eerste kinderkwaaltjes.
Het is niet moeilijk om schoonmoeders te haten.
28-12-2006
Halfweg
De feestdagen zijn halverwege, mijn voorraad kaarsjes ook. De pakjes onder de kerstboom liggen nog steeds onaangeroerd te schitteren en worden enkel bepoteld door de poezen. Net dáár wilden ze natuurlijk de eenzijdige strijd aangaan met een te verdelen prooi; een muis (ik heb ze kunnen redden van tussen de kluit van de kerstboom). Hopelijk is de geur van de grote Italiaanse beenham - die ik voor mijn dochters vriendje inpakte - nog niet tot hen doorgedrongen. Enkel de ellenlange snoepteut is er vantussen gehaald. Mijn moeder was de gelukkige. De teut begon met een geeloranje spiegelei en eindigde met een reeks fel gekleurde smoelentrekkers. Dat ze dolblij was, is veel gezegd, en ik denk bovendien dat mijn moepie geen zure smoelen meer kan trekken. Haar dement-zijn maakt geen onderscheid meer in emoties, smaken of kleuren. Maar volgende week zal hij verorberd zijn, die ganse teut, gegarandeerd.
En ik, ik wacht en wacht op de ultieme présence van mijn voltallige kroost mét aanhangsels om het grote feest eindelijk aan te vatten. De verse slaatjes, die ik me al meermaals aanschafte (mijn kroost schuift zijn bezoek iedere keer weer wat voor zich uit), zijn derhalve steeds naar de kippen verwezen moeten worden tot hun groot jolijt. Het wordt dit jaar een combinatie van een met sparrennaalden bestrooide kerststal en de top 2006 op Donna.
Het zal één dezer gebeuren, ik voel het. Nog even wachten tot de oudste de cursusnotities met haar medestudenten heeft uitgewisseld om dan in extremis aan het studeren te slaan. Mijn cadeautje moet ze ook nog halen. Eentje voor de ouder wordende huid heb ik haar gedicteerd. Ik laat me verrassen en kijk er danig naar uit. Wedden dat ik straks straal?
Mijn jongste kan ten vroegste morgen vanuit Duisburg komen. Ze moest vandaag nog dringend naar de dierenzaak om sla en hooi voor haar acht tamme huisdiertjes: muisjes die allemaal een naam hebben. JezusMaria!
Binnenkort wordt het hier echt gezellig, al hebben die dochters van me nog niet meegegeven wie er op oudejaar effectief zal aanwezig zijn voor de visfondue waar ik al jaren naar uitkijk. En zie, plots heeft zich ook ander bezoek aangekondigd. De ene wil fonduen in pyjama (die heeft beslist te veel gefeest de laatste dagen), de andere is nog lang niet zeker of ze met haar vrienden Nieuwjaar aan de kust wil vieren.
Ik voel mijn huid slapper worden en het is pas donderdag
23-12-2006
@ iedereen
.
21-12-2006
De vogel is gaan vliegen
Een hevig gekwetter en gefladder rukte me vanmorgen uit mijn slaap. Ik rook meteen onraad. Met rasse schreden snelde ik de trappen af, richting vogelkooi. Ik vond er een absolute chaos in mijn bureel. Het drinkbakje van de vogels, dat aan de buitenkant van de kooi hing, lag nu op de grond. Het tapijt was nat en was bezaaid met vogelzaad en pluimen. De beide dwergpapegaaitjes waren ontsnapt en zochten paniekerig dekking voor Babi, mijn jongste kattin die post had gevat op het uiterste puntje van de kast. Ik zag nog net dat Chanelle, Babis eeuwige jachtpartner (vooral als het op muizen aankomt!), de vrouwelijke helft van het duo stevig in haar bek hield en ijlings probeerde te ontsnappen via het kattenluikje, dat ik nog net kon barricaderen.
Ik stond voor een dilemma. Als ik Chanelle achterna ging, bleef Babi alleen met het mannelijke papegaaitje. Trachtte ik echter het mannetje te redden, dan ging het vrouwtje een spoedige dood tegemoet. Shit!
Ik kreeg een zakagendaatje in het oog (verzekeringen Miel Dewals uit Mechelen weer vijftig euro verdiend), greep het vast en wierp het in Babis richting. Zij koos meteen het hazenpad. Ik sloot de deuren naar het bureel af; één papegaaitje was al veilig. Nu het andere nog.
Chanelle was met de vrouwtjesvogel naar de woonkamer gevlucht en had zich onder mijn oude boekenkast verschanst. Ik hoorde enkele hoge noodpiepjes van een vogeltje in doodsangst. Het leefde dus nog. Ik greep de pook van de haard, en schoof die onder de kast om Chanelle uit haar veilige plek te verjagen. Dat lukte direct, maar nu koos ze de divan als abri. Dat was moeilijker. Ik klopte meteen met mijn vuisten op de kussenzittingen. Daaruit kon ik alvast opmaken dat er eens zéér dringend moest worden gestofzuigd. Chanelle gaf echter geen krimp; ze bleef waar ze was.
De hardere aanpak dan maar. Ik begon met de divan te schuiven. Dat werkte, want weer stoof Chanelle de living in en koos vervolgens mijn pas opgetuigde! kerstboom als veilig oord. Ze verschool zich in de pot, diep weggedoken achter dikke takkenbossen.
Ik hurkte neer om haar ook daar te verjagen, maar nam in al mijn haast twee kerstballen mee. Scherven! Maar die brachten dit keer geen geluk, want mijn poes ging er als de bliksem vandoor, richting bovenverdieping. Ik holde haar direct achterna.
Waardoor het kwam, weet ik niet, maar het vogeltje wist zich te bevrijden uit Chanelles greep. Meteen zocht het een onderkomen op de luster in mijn slaapkamer. O wee! Het raam stond open; u raadt het al: de vogel was gaan vliegen. Ik zag hem nog in de ochtendmist verdwijnen richting buren.
Chanelle trachtte nog via de vensterbank de achtervolging in te zetten, maar blijkbaar speelde haar hoogtevrees haar parten. Adieu vogel mijn.
Teneergeslagen toog ik naar mijn bureel, waar nog een exemplaartje vrij rondfladderde. Voorzichtjes opende ik de deur. Meteen kreeg ik het mannetje in het oog; het zat lustig te fluiten op de gordijnroede. Toen ik het benaderde, ging het op zijn kooi zitten, zijn oogjes behoedzaam op mij gericht. Ik nam een poezendekentje (o ironie!) van de stoel, en met een welgemikte gooi ving ik mijn papegaaitje eronder. Gered!
Toen Davy want zo heet dat moedige knaapje terug in zijn vertrouwde kooitje zat, plooide ik meteen een ijzerdraadje rond het waterbakje. Losraken door poezeninterventie was niet meer mogelijk. 1-0 voor mij, 0-1 voor de vogeltjes, helaas. Chanelle stond erbij en keek er beteuterd naar.
20-12-2006
Brute pech,...
... of een al te zielig kerstbegin?
Doelbewust vermeed ik de drukke straten van Mechelen om eindelijk mijn eerste kerstaankopen te doen. Een GB heeft uiteindelijk ook een groot assortiment aan artikelen waarmee ik mijn kinderen gelukkig zou maken. Twee in één, ik kon er tevens mijn wekelijkse boodschappen doen.
Ik maakte er tijd voor en bezocht elke gang van dit immense grootwarenhuis, tot de plastic waren toe, en probeerde niet ten prooi te vallen aan de aanlokkelijke onnoodzakelijke verleiders. In mijn enthousiasme kocht ik zelfs een Italiaanse beenham voor het Duitse het vriendje van mijn jongste dochter die ditgebaar enorm zou appreciëren. Het istenslotte slechts eenmaal kerst per jaar, waar lagen mijn limieten?
Erg tevreden met mijn trouvailles viel me het oponthoud aan de kassa erg mee. Ik had zelfs een hele buit aan bloemkoolbladeren en wortelloof kunnen veroveren dat mensen achteloos achterlieten voor mijn kippen en konijnen. De dieren van mijn neerhof zouden de volgende dagen niets te klagen hebben.
Toen ik mijn tas van het karrenhaakje haalde bemerkte ik dat mijn portefeuille er niet meer in zat.. De sjaal rond mijn nek voelde plots veel te warm aan en ik ontdeed me van mijn jas om mijn tas volledig te kunnen doorzoeken. Hij was weg, mijn portefeuille, gestolen toen ik achteloos de presentjes voor mijn dierbaren uitzocht. Waarschijnlijk.
Gelukkig zat mijn bankkaart apart zodat ik de rekening kon betalen. Een security agent werd erbij gehaald. Hij zou opzoek gaan naar verdachte individuen. Hij was er goed in, troostte me de kassierster. Ja dug, mijn hoop was toen al weg.
Ik liet mijn adres achter voor het geval dat de dief de grootste inhoud van mijn geldbeurs niet lucratief zou vinden en hem ergens in het pand zou achterlaten. De honderd Euros die ik kwijtspeelde waren op dat moment het minste van mijn zorgen.
Teneergeslagen en verdrietig reed ik naar huis en begon plots te huilen toen ik me realiseerde dat het splinternieuwe voorlopige rijbewijs van mijn dochter in mijn portefeuille stak. Ik wilde het er gisteren nog uithalen omdat het niet zou verkreuken en ik het haar vol trots zou kunnen overhandigen. Ze had er speciaal een nieuwe foto voor laten maken. Ze zag er zo naar uit.
Mijn portefeuille lag niet thuis, over mijn aanwinsten was ik niet meer gelukkig.
Hetglaasje wijn dat ik me nadien als troost inschonk, was niet het enige dat me uit de handen glipte in mijn ongelukkig zijn. Ik liet ook nog de onaangebroken fles jenever vallen die ik van bij mijn moeder stiekem meenam voor mijn bezoek met kerst.
Daar stond ik dan, huilend, temidden van een klevende keukenvloer en besefte dat dit mijn eerste kerstverhaal moest zijn. Nu lijkt het wel een straf van hogerhand.
Mijn dochter en ik hebben voorlopig geen rijbewijs.
Ze is niet boos, ik vertelde haar nog niet over de fles jenever die ik van mijn moeder stal.
Zij had het slechts af en toe koud, naargelang haar geheugen al dan niet functioneerde. Haar handen voelden nochtans ijskoud aan. Voor hetzelfde geld zou ze zijn doodgevroren zonder dat zij of wij er besef van hadden. Ze wil nu eenmaal niet verzorgd worden, dat is de enige constante in haar kleine leventje.
De chauffagist vertelde me dat hij ooit bij een dementerend vrouwtje werd geroepen omdat ze beweerde dat ze geen warm water meer in huis had. Toen hij bij haar langs ging, hield ze haar hand onder een kraan van 65° en voelde niets. Zou mijn moeder ook geen pijn meer voelen, geen vreugde, geen verdriet?
Ze is vergeten dat ze gisteren heel de dag hier was, dat ze huilde en dat ze me smeekte om wat warmte. Ze is vergeten dat ik er eergisteren, gisteren en vandaag voor haar was. Ze is vergeten dat ze me toesnauwde, dat ze me nooit meer wil zien, dat ze me de hemel in prees.
Ze vergeet dat dagen aanbreken en nachten vallen.
Mijn moeder leeft en beseft het niet meer.
Ik trek mijn pyjama aan en probeer te vergeten.
17-12-2006
Toscanië
Zwitserland is een té prachtig land. Onze-Lieve-Heer moet hetzelfde gedacht hebben toen hij uiteindelijk de Zwitsers schiep, zo wordt gezegd. Ze zijn inderdaad even ijzig als de statige Jungfrau.
Het duurde meer dan zes maanden voor ik uiteindelijk het Schwyzerdütsch enigermate kon verstaan. Meer dan vier jaar werkte ik er op het Consulaat in Zürich.Ik begon er net na de periode dat Zwitserland besliste om zon 350.000 buitenlanders het land uit te wijzen wegens Eigen Volk Eerst. Ik verkeerde er dus in een geprivilegieerde positie en had meer geluk dan de vele gehandicapte autochtonen die ostentatief uit het mondaine straatbeeld van Zürich geband werden. Eén keer per jaar stonden de grootwarenhuizen enkel open voor hen, waarschijnlijk bij wijze van compensatie.
Toen ik in mijn vrije tijd de plaatselijke universiteit ging bezoeken, bemerkte ik er een opmerkelijke advertentie : Junge behinderte Frau sucht Freundin für ernste Gespräche.
Ik twijfelde, ik was het dialect nog niet voldoende machtig. Maar toen die advertentie na meer dan een maand nog steeds aan de valven geprikt bleef, besloot ik het bijgevoegde telefoonnummer te noteren. Ik kreeg antwoord van haar echtgenoot die er blijkbaar geen aanstoot aan nam dat ik buitenlandse was en enkel Hoogduits sprak.
We maakten een afspraak en zo kwam ik terecht bij Nina. Ik schrok toen ik haar voor het eerst zag. Ze was volledig verlamd en kon enkel hees praten door middel van een plastic darm die door haar keel stak. De paginas van de boeken die ze las werden omgedraaid door het blazen van haar adem.
De machines die aan haar lichaam bevestigd waren, draaiden dag en nacht. Een alarmsysteem verwittigde haar man ervan dat de slijmen uit haar keel moesten verwijderd worden.
Het was een bijzonder enthousiaste vrouw. Ze was mooi, ze had een prachtig sereen gezichtje. Ze vertelde me over haar dromen, over de seksuele relatie die ze had met haar man. Ze was dominant en veeleisend over het leven. Ze fascineerde me mateloos.
Ik bezocht haar vanaf toen elke week. Haar man zei me dat ze uitkeek naar mijn bezoek. Ik luisterde urenlang naar haar verhalen, naar de bekommernissen van haar man en zijn wensen. Naar zijn woede, naar de hare.
Op een bepaald moment vroegen ze me of ik als begeleidster mee wilde gaan met een hele groep gehandicapten voor een reis naar Toscanië. Ik wilde deze reis mee beleven.
Gehandicapten in Zwitserland reizen in een goederentrein. Zij betalen de volle pot van de reis, hun begeleiders betalen niets. Ik heb de logica van deze maatregel nooit begrepen. Mijn verzet leidde nochtans tot niets.
Het was hard werken, sleuren met bedden en invalidestoelen doorheen een prachtig Italiaans landschap. We hebben samen veel meer gelachen dan gehuild. Ik heb nog fotos van Hendrik die het uitproestte van blijdschap toen zijn rolstoel over kop ging temidden van die steile helling. En ook van Klaus, de andere jonge begeleider waar ik verliefd op werd.
Het was een onvergetelijke reis. Zij waren gelukkig, ik ook.
Bij mijn thuiskomst in Zürich hoorde ik van mijn moeder dat mijn vadertijdens mijn reis zijn eerste hartinfarct kreeg. Hij overleefde het, ik kon mijn mooie verhalen aan hem kwijt, hij was trots op mij en leefde met me mee.
Nina werd harder, haar man eiste me op. Ook voor mij werd deze toestand onhoudbaar; ik heb ze beiden moeten laten gaan, uit mijn leven.