De tijd dat ik me zorgen maakte over het oordeel van anderen is definitief voorbij, zolang het om onbenullige uiterlijkheden gaat tenminste.
Met weinig schroom durf ik nu in de vuilbakken van de afdeling groenten van de grootwarenhuizen graaien om met hele bossen wortelgroen en bloemkoolbladeren huiswaarts te keren. Dat doe ik al geruime tijd voor het welzijn van zowel mijn kippetjes als konijntjes. Ze vragen zich wellicht af hoe ik steeds weer zoveel GFT-materiaal kan afleveren.
Zo deins ik ook niet meer terug voor een sightseeing tour langs het grof huisvuil.
De vorige keer had ik trouwens veel geluk. Een buurman wat verderop had een houten tuinschommel afgebroken en wilde daarvan blijkbaar vijf grote houten palen kwijt via de straatkant. Gewapend met 6 eitjes ben ik er prompt gaan aanbellen met de vraag of meneer zijn schommelrestanten nog nodig had. Hij was blij met de eitjes, ik nog veel gelukkiger met mijn schaduwterras vervaardigd uit diezelfde palen, die nu smetloos en in vol ornaat staan te wachten op klimplanten in het najaar.
Vandaag was het weer zover: ophaaldag. Ik wist het niet eens, en had daardoor mijn eigen huisvuil niet eens klaar gezet. Maar op weg naar het dorp ontwaarde ik waarachtig een schommelstoel! In mijn jongere jaren had ik een vriend eens verrast met zulk een gezellig meubel. Het was het enige stuk dat bij hem in de living stond buiten een grote parapluantenne. Alle overige plekken waren immers ingenomen door platen en cds. Ik vond dat daar enkel nog een schommelstoel ontbrak om zacht wiegend naar die prachtige variëteit aan muziek te kunnen luisteren.
Hij was er erg blij mee; ik ook.
Sinds vandaag ben ik dus eveneens de gelukkige bezitster van een eigen rocking chair. Hij wiebelt zowaar nog prima. De zitting is dan misschien wel wat plat, maar de vering bleef intact. De stoel even afkrabben, een laagje buitenverf erover en binnenkort zal hij ergens in een hoekje van de tuin schommelen. Al zij het maar als een nieuw geliefkoosd plekje voor één van mijn zes poezen. Dienst doen zal hij!
De schommelstoel was echter niet mijn enige buit vandaag. Op weg naar huis vond ik nog een nepkerstkrans in zijn originele verpakking, een splinternieuwe metaalkleurige hor die precies op mijn venster past, 6 onbeschadigde kadertjes waarvan eentje in acajouhout, 2 terracotta bloempotjes en een felgekleurde groeimeter voor kinderen. Mijn vriendin en haar kleinzoontje zullen met het laatste item in de wolken zijn.
Toen de bewoner van het laatste huis in de gaten kreeg hoe ik met belangstelling naar zijn rommel keek, hield ik de reproductie van Renoir op die ik aan het bewonderen was. Hij gaf me een wuivend teken. Ik begreep het als: Neem het maar allemaal mee.
Of ze me als schooister kennen in de buurt? Ik weet het niet. Misschien de naaste buren wel, want bij hen haalde ik een aantal jaar geleden de volledige Alpha encyclopedie op, evenals een prachtige lessenaar uit de jaren 60 en een greenhouten bureeltje waarvan ik één lade in het midden van de straat liet vallen. Ze kwamen net thuis toen ik de hele zooi aan het verslepen was.
Mijn dochter woont al een tijd bij haar vriend. Het bureeltje heeft bij hen al jaren dienst gedaan en het staat er tot op de dag van vandaag nog.
Of ik verlegen ben om het ophalen van andermans rommel? Nee, zo voel ik het niet, en al zeker niet zolang ik er ook andere mensen kan gelukkig mee maken. Zelfs al is het maar voor eventjes
|