2 juni - Clarksdale dag 2 en de cabin van Muddy Waters!
Donderdag
2 juni Clarksdale en de cabin van Muddy Waters!
Deze
dag was vooral sight-seeing: het Riverside Hotel, voorheen een ziekenhuis en nu
hotel; indertijd is hier Memphis Minnie overleden na een tragisch ongeval.
Vervolgens Reds, een oude juke joint met geregeld optredens, heel authentiek
gehouden want het regent er nog altijd binnen (bij een regenachtig optreden zit
je tussen de emmers!).. De Cat Head opgezocht, een deltablueswinkel met cds,
info, boeken, folk-art Maar eerst nog een muziekwinkeltje binnengegaan dat
ertegenover lag, met echt vintage muziekinstrumenten en versterkers, de
eigenaar toonde ons een 2 in 1 street-amp (straatversterker)Premier 76 uit de jaren 40! Het RocknRoll
&Blues Heritage museum van de Nederlander Theo Dasbach was helaas gesloten.
Opnieuw naar Ground Zero, waar we iets gegeten hebben; het Deltamuseumlag er vlak naast en HIER STOND HET DOEL VAN
ONZE REIS: de cabin van Muddy Waters! Dit staat niet langer op zijn originele
plaats aan de Stovall Plantation die we later zouden bezoeken, maar men heeft
de hut in dit museum ondergebracht omdat fans er voortdurend stukjes hout eraf
breken als souvenir (hoewel de bewaking in het museum zodanig was dat Pol en
Fons toch hun eigen relikwietje er, euh, gevonden hebben ) Na dit vol dagje
namen we afscheid van de baas van de Ground Zero Club Clarksdale en dan de highway 61 richting Memphis, Tennessee. Tijdens de lange rit zagen
we hier en daar opnieuw verbrande velden. We hebben de mooie Jellystone RV
Camping in Hornlake gevonden voor ons bezoek aan Memphis, Tennessee!
Teruggereden
naar Cleveland, Fons zijn portefeuille teruggekregen (oef), en dan via Porchman
(waar een staatsgevangenis ligt die minder indrukwekkend was dan we verwacht
hadden) naar Tutweiler in de
Midden-Delta: op de muur van het oude treinstation vind je daar
muurschilderijen (murals), ondermeer van de bluesopenbaring (epiphany) van
zwarte muzikant WC Handy. Toen die in 1903 in dat station op zijn trein wachtte,
hoorde hij een lange Neger met soepele gewrichten slide spelen op zijn gitaar
met een mes terwijl hij voortdurend zong: Goin where the Southern cross the
Dog. Handy vond dat de mafste muziek die hij ooit gehoord had. Daarna scheef
en publiceerde hij zijn eerste composities gebaseerd op de blues, met
gebruikmaking van het woord blues in de titel. Een daarvan heette Yellow Dog
Blues waarin hij de woorden van zijn anonieme medereiziger gebruikte. Toch een
mijlpaal in het onststaan van de blues! In de buurt lag ook het moeilijk te
vinden graf van Sonny Boy Williamson II, een van de beste harmonicaspelers van
die tijd. Toen Pol de weg ernaartoe vroeg aan een groep zwarte
gemeentearbeiders, bood iemand zich spontaan aan om de weg te wijzen. In de
camper merkte de man met dubbele tong op dat hij al een beetje gedronken had,
waar hij zich voor verontschuldigde. Maar hij was net nuchter genoeg om de
grafsteen te wijzen, die op een verloren kerkhofje tussen de velden zat. Het
toch goed onderhouden graf lag vol mondharmonicas, achtergelaten door
bewonderaars. Pol heeft daar op een van die harmonicas de last post geblazen
als eerbetoon. Daarna hebben we onze gids met een beetje drinkgeld (!) terug op
zijn stek afgeleverd, en zijn we oude Hopson-katoenplantage gaan opzoeken. De
oude plantagebouwen zijn bewaard en omgevormd tot een juke joint met live-muziek;
de huisjes waar de zwarte arbeiders in woonden zijn bewaard gebleven als een
soort plaatselijk Bokrijk. Volgende stop was dan Clarksdale. In het lokale toeristeninfocentrum werden we door een
lieve dame op weg gezet, ondermeer naar de plaatselijke gemeentecamping waar
die dag ook de kermis stond Gelukkig sloot die wel om 22 uur! (Wij waren later
terug thuis, ons heeft het niet gestoord hihi). Onze buurman op de camping bleek
er te staan, niet omdat hij met vakantie was, maar omdat de omgeving van zijn
huis door de Mississippi overstroomd was en hij tijdelijk zijn huis niet meer
in kon. In de club Ground Zero het stevige optreden meegemaakt hebben van de
lokale blanke Big Dave(op de foto zie je waarom hij zo genoemd wordt) en zijn
band; zijn rockblues was niet slecht, en een toevallig gastoptreden van ene
Nathan, een bezoeker/muzikant uit South-Carolina die er een enorme lap op gaf
met zijn gitaarspel en zijn vriend Doc op de mondharmonica gaf er wel een extra
kleurtje aan! Moe maar tevreden enz.
31 mei - De zeer korte studentencarrière van Pol, Fons & Rudi aan de State University of Cleveland, Mississippi
Dinsdag 31 mei
(Gisteren bleek dus maandag te zijn, en
niet dinsdag 30 mei, we verliezen hier wat de dagen uit het oog à
s Morgens vertrokken uit Chicot Park,
een mooigelegen camping aan het C-vormige meer van Lake Village. naar Indianola
waar de Ebony, de juke joint gesloten was, jammer want we hadden daar een optreden
willen meepikken. We hebben de hand- en voetafdrukken van BB King dan maar
bewonderd die ergens in het voetpad gedrukt waren. Dan doorgereden naar het
stadje Leland waar we het kleine gezellige Highway 61-museum binnengetrokken
zijn. Ene Pat Watson zat er blues te spelen, hij is de zoon van de bekende
bluesmuzikant James Son Watson uit Leland. Zoon Pat maakt ook als kunstenaar
wat bizarre koppen uit klei die hij aan de toeristen verkoopt. Volgende stop
was Cleveland, op zoek naar de Delta Music Hall of Fame, die we maar niet konden
vinden. Op zoek daarnaar zijn we terechtgekomen in de Mississippi Delta State University,
afdeling muziek maar die wisten het zelf ook niet We hebben dan maar van de
universiteitsbib gebruik gemaakt om ons aan te sluiten op internet (daarvoor
moesten we ons er wel even inschrijven als gast-residenten!) zodat we onze
mails & de blog konden afmaken. Bleek daar dat onze volgende kampplaats ook
al verzwolgen was door de Mississippi. Alternatief vonden we in het stadje
Grenada in de Frog Hollow RV Campground. Onderweg zagen we onderweg dikke rookwolken over de velden: hier verbrandt men de afgemaaide velden om ze vruchtbaarder te make. Fons voelde zich zo welkom ontvangen
op de univ dat hij er zijn portefeuille had achtergelaten Nog gebeld om 20 uur
s avonds naar de universiteitsbib, die gelukkig nog open was! De man van de ballie
herinnerde zich ons nog en heeft Fons papieren veilig weggelegd. We wisten dus
al hoe we de volgende dag zouden beginnen: terugrijden naar Cleveland!
30 mei - Howling Wolf, superbehulpzame politie en BB King!
Dinsdag 30 mei - Zonder problemen de campersite in
Starkville achter ons gelaten, uitgewuifd door een heel mooi vogeltje (een
roodkopspecht?). Van hieruit rijden we richting Westpoint waar we proberen
feeling te krijgen met de Blueslegende Howling Wolf. Helaas was zijn museum
dicht Gelukkig lag dit net tegenover het police station;Pol zijn stoute
schoenen aangetrokken en sprak de agent van dienst aan, een indrukwekkende
verschijning want Pol kon er helemaal in verdwijnen. De man was ontzettend
behulpzaam en hielp hem bellen met de museumbewaker, die wel wou maar met zijn
kleinkinderen aan het zwembad zat wegens Memorial Day. We hebben het moeten
doen met de foto van het standbeeld. Dan maar de highway 82 genomen naar
Greenwood om daar het Heritage Museum en het graf van Robert Johnson te zien.
Helaas er stond een bordje for sale aan het museum (!). Robert Johnson is
een Delta-bluesman die deelektrische slidegitaar heeft geïntroduceerd in de
blues. De man blijkt drie begraafplaatsen te hebben, maar wij hebben natuurlijk
de échte gezien. Deze ondubbelzinnige informatie hebben we van het radiostation
WABG dat we onderweg langs de weg zagen liggen. Pol natuurlijk naar binnen en
hij bleef lang weg, volgens Fons en mij, die de hitte trotserend in de camper
bleven wachten. Achteraf verantwoordde Pol zich doordat de lokale DJ ab-so-luut
een live-interview van hem wou. Dus, lieve lezer, Pol is vandaag écht op de
Amerikaanse (lokale) radio geweest! Do or naar Indianola, waar het prachtige BB
King-museum te vinden is. Echt waar, het is de moeite om dit museum binnen te
gaan als je ooit de kans zou krijgen: het vertelt niet alleen de persoonlijke
geschiedenis van levende blueslegende Riley King, die zijn ouders verloor op
9-jarige leeftijd en toch zijn weg heeft kunnen maken tot wie hij nu als
86-jarige beroemdheid is, maar geeft ook een goed inzicht over de moeilijke
tijden die zwarten moesten doormaken in Amerika in de 20e eeuw tot
hun erkenning als volwaardig mens en burger nu in Amerika. Onze zoektocht naar
een slaapplaats vandaag werd na veel inspanningen beloond met een plaatsje in
Lake Village, in Arkansas. Daarvoor zijn we de Mississippi even moeten oversteken,
maar het is een mooie plaats aan een meer. Jammer genoeg dat het hier zo heet
is dat we zelfs s avonds niet buiten kunnen zitten, want het koelt hier s
nachts niets af
29 mei - Via de Natchez Trace Parkway, howling to the Deep Delta
Zondag 29 mei.
Tijd om Jackson te verlaten om ons
reisschema aan te houden. Nu begint de reis naar de diep-Delta. We hebben
daarvoor een deel van de Natchez Trace Parkway gevolgd. Deze 300 km lange weg
is oorspronkelijk een bizonspoor, dat de Indianen gebruikten om handel te
drijven tussen de verschillende stammen; de Europese immigranten maakten hier
ook dankbaar gebruik van totdat de Mississippi ontdekt werd als bevoorradings-
en handelsweg. Het is een prachtige natuurweg, vooral gebruikt door fietsers
(ja ze bestaan hier ook, al zijn ze niet in de meerderheid!) en trekkers. Geen
bewoning, alleen maar bomen, bloemenvelden, waterplassen, Over een bepaalde
afstand zagen we wel heel veel geknakte en ontwortelde bomen, vermoedelijk het
gevolg van een tornado die hier is voorbijgekomen. Druk was het er allesbehalve,
misschien omdat het morgen Memorial Day is, de Amerikaanse versie van onze 11
november (herdenking van de gesneuvelden), daar ook niet vreemd aan. De weg
wijst richting West Point, de stad van Howling Wolf, en Starkville. Howling
Wolf heette eigenlijk Chester Burnett en was een van de belangrijkste
oorspronkelijke bluesmuzikanten, inspiratiebron van ondermeer The Rolling
Stones. Na veel moeite vonden we eerst in Starkville een wat bizarre
kampplaats, een pas aangelegde, totaal verlaten camperparking naast de State
University of Mississippi, mét elektriciteit, watervoorziening en WC-afvoer.
Geen aanmelding, geen informatiebord, geen telefoonnummer enkel een
reclamebord van de aannemer. Fons die al reiservaringen heeft in Canada en
Montana, had dit ook nog nooit meegemaakt. We waren er helemaal alleen, er
stonden enkel een paar verlaten gesloten campers Pol heeft er weer voor
gezorgd dat onze innerlijke mens heerlijk versterkt werd. Een professionele kok
meenemen op zon trip is een dikke aanrader, lieve lezer! We zijn voor de zoveelste
keer moe maar tevreden én gratis in slaap gevallen!
Voor het programma: zie bijlage. We waren
er al om 13u30. Het speelde zich af bij de Hall & Malls, een vrij grote
evenementen- en muziekzaal, maar dan wel op het voorplein ervan. Het was er
BLOEDHEET, een wolkenloze hemel waarin de zon vrij spel had. We moesten echt
schaduw opzoeken of het was niet uit te houden. We konden er niet van over dat
de lokale mensen, ook politie in vol ornaat, gewoon in de zon bleven staan, ze
zijn het hier duidelijk meer gewoon dan wij Noorderlingen. Water was te koop
aan een heel democratisch prijsje en heeft ons het leven gered. Alles ging door
onder het motto revitalizing Jackson: de universiteit, de Blues Foundation en
lokale mensen proberen de blues hier nieuw leven in te blazen, want het is
zoals blijkbaar overal: niemand is Sant in eigen land: de blues is
wereldbekend; maar nog niet voldoende erkend in eigen streek waar ze ontstaan
is, en veel is in verval geraakt. Niet alleen de jonge blanken trachten dit opnieuw op te pikken, het
festival maakte duidelijk dat ook de jongere zwarten dit vinden en er iets aan
willen doen. Pol ondersteunde ook het initiatief door alvast te verbroederen
met Marilyn Harris, de presentatrice (zie foto!) De bands waren heel divers, we
hebben vooral genoten van bluesman McKinley, James Super Chikan Johnson,
begeleid door 3 heel diverse dames (zijn dochter als straffe drummer, een zotte
pianiste en een Aziatische bassiste die het woord aangezichtsspieren niet in
haar woordenboek had) en absoluut opvallend waren zijn gitaren, en Bobby Rush
als afsluiter. Pol heeft in de voorbije twee weken enorm zijn blueshartje
kunnen ophalen, hij neemt veel initiatief om contact te nemen met de artiesten,
wat hem al veel contacten, handjes en cds heeft opgeleverd.
Beste uitspraak van de dag: de man van de
organisatie die de tombolaprijzen weggaf aan het einde toen het al erg donker
was, en die tegen een van de winnaars die uit het publiek naar voren kwam om
zijn prijsje af te halen, zei (ze waren allebei zwart): Hey man, stop wearing
black clothes at night, I cant even see you! PS: Pol heeft ook 3 T-shirts
gewonnen! (maar hij was wel zichtbaar).
Voor onze laatste nacht in Jackson zijn
we dus moe maar tevreden gaan slapen.
Vrijdag 27 mei Blues in Bentonia Sombody say yeah and its alright!
(YEAH!)
s voormiddags was het even gewoon het
huishouden doen: de was, de camper schoonmaken, de blogachterstallen bijwerken
De namiddag was gewijd aan het bezoek van een bekende juke joint, the Blue
Front Café in Bentonia, op een halfuur rijden van Jackson. Een juke joint was
vroeger het dorpscafé, de ontmoetingsplaats van de zwarte bevolking op het
platteland rond de Mississippi (na de afschaffing van de slavernij).
Bluesmuzikanten kwamen er ook en speelden dan; de traditie is hier en daar
gebleven. We zijn s avonds teruggegaan, omdat bleek dat er een optreden gepland
was. De juke joint wordt al 41 jaar uitgebaat door Jimmy Duck Holmes, die het
nog van zijn vader heeft overgenomen. Van hem mochten we onze namen op zijn
voordeur achterlaten. Maar daartussen hebben we even aan necrofanologie gedaan
en zijn de graven gaan bezoeken van respectievelijk Jack Owens in Bentonia en
van Elmore James en Lonnie Pitchford in Ebenezer, mensen wiens aanpak van de
blues van betekenis is geweest. s Avonds hebben we in het Blue Front Café 2
optredens meegemaakt, een leuke onderdompeling in de echte deltablues. De baas
zelf speelde ook. Deltablues is een een-akkoordenblues (vooral rond het
E-akkoord), waarbij de muzikant verhalen uit het dagelijkse leven die hij vaak
ter plekke improviseert . Het was er zo donker er brandde nl. maar één bloot
peertje, wc incluis - dat de fotos niet erg veel opgeleverd hebben. Morgen
zaterdag staat er een heel bluesfestival in Jackson op het programma!
26 mei - Music landmarks en de 67e verjaardag van bluesman Jessy Robinson!
Donderdag 26 mei -We hopen dat de eigenaars van LeFleurs
Bluff State Park in Jackson geen Nederlands kunnen lezen, want we hebben daar
ongewild gratis gelogeerd Bij de ingang zat niemand in het hokje, de parkwachter
was onvindbaar, alleen zijn speelse hond was thuis (maar Fons had op dat moment
geen goesting om met hem te spelen); zelfs bij herhaalde pogingen vonden we gewoon
niemand om te betalen! We zijn dan maar vertrokken richting Flowood om een
plaats te reserveren voor de nacht; de RV-camping Timberlake is een mooie
familicamping aan een groot meer (het Barlett reservoir). We hebben geluk dat
we nog een plaatsje vonden, want wegens Memorial Day komen veel Amerikanen al
vooraf hier hun camper plaatsen. En dan naar Jackson. De stad is bekend om zijn
bluesverleden, zo bleek uit onze papieren gids uit 2003 en gelijk had ie: alle
bekende plaatsen en blueszaken staan in verval of zijn ondertussen afgebroken
sinds die gids verschenen is! Pol heeft er dus vooral alleen maar gedenkplaten
kunnen fotograferen. Tijdens die fototoer van de landmarks (= belangrijke
historische plaatsen op de Bluestrail) viel ons op dat verlaten en vervallen
woningen niet afgebroken worden; men laat ze gewoon verkommeren, wat in sommige
buurten een heel achtergestelde, verwaarloosde indruk geeft. De opnamestudios
stonden in Farish Street, maar ook die worden nu afgebroken of gerenoveerd voor
andere doeleinden. We vonden er wel twee legendarische eetcafés waaronder The
Peaches gestart in 1961 en een bloeiende begrafenisondernemer van 1906. MAAR
een groep jonge blanken probeert de oude zwarte bluesmuziek hier opnieuw leven
in te blazen en is bezig om de buurt te doen heropleven. Zo is het oude Fields
Bluescafé ondertussen opnieuw opgestart onder het motto Revitalizing Jackson!
Hadden wij chance: net die avond geeft ouwe bluesrakker Jessy Robinson voor
zijn 67e verjaardag een buurtfeest met al zijn vrienden muzikanten.
Ze drongen erop aan dat de Belgians zouden meevieren. Dit is voor ons een
unieke kans om de bluescultuur en sfeer van binnenuit mee te maken! Nog gauw
een hap gaan eten in Peaches de fotos spreken voor zich: sinds 1961 is hier
écht niks veranderd, dus ook niks gerenoveerd! Ons 3de highlight.
Het begon met voodoo-getrommel: 3 zwarten bespeelden ongeveer zowat vanaf 15
tot 19 u de Afrikaanse trommen en de djembés voor de deur van het café.
Ondertussen arriveerden de hoofdrolspelers en de gasten. We mochten mee op de
foto (zeker kijken!!). De party begon pas echt vanaf 20 uur; het was één grote
jamsessie met en van de vrienden van de jarige; veel gedans, uitbundig
sfeertje, colourful people, en muziek muziek muziek. Voor de blueskenners:
zelfs Bobby Rush was er! (zie foto!) Een nummer werd speciaal aan ons
opgedragen: We got Belgians in da house! Een onvergetelijke topavond van deze
reis. Na de terugrit naar de kamping, nog een laatste slaapmutsje om wat te
bekomen en bij te praten en dan in ons bed. Morgen is het wasdag.
Woensdag 25 mei - 1000 mijl Amerika hebben we al achter de
kiezen. De camping die we gevonden hebben is vrij primitief. Het valt op dat er
ook mensen in trailers hier gewoon permanent wonen. Zo kwam op de vorige
camping in Natchez s morgens de schoolbus binnenrijden om kinderen op te
halen Vandaag weer geen muziek maar opnieuw geschiedenisles. Vicksburg heeft
een cruciale rol gespeeld bij de vorming van de Verenigde Staten: in 1863 heeft
het geleden onder een 47-dagen durend beleg en vormde het laatste hoofdstuk van
de 4-jarige burgeroorlog tussen de Noordelijke en Zuidelijke staten. De
Zuidelijken hebben hier uiteindelijk op 4 juli (vandaar Independence day) de
duimen moeten leggen. Het museum hier is trouwens scheepsvormig: heel wat
gevechten hebben zich op en rond de Mississippi afgespeeld. Daarna zakken we af
naar de rivieroever, om het bluescafé Monsours Bisquit Company Café te
bezoeken. We merken daar dat de rivier de spoorweg en het spoorstation helemaal
overstroomd heeft.
Vicksburg is ook de geboortestad van
bluesman Willy Dixon en van het Coca-Colamuseum.
En dan op weg naar de volgende etappe:
Jackson. Het blijkt helemaal niet eenvoudig om een camping te vinden: het is al
wat laat geworden, en de eerste lijkt niet zo toegankelijk; we proberen de 2e
in de buurt te zoeken, en na heel wat rondrijden blijkt die vol! Dit is toch
echt Amerika: op onze zoektocht naar een andere camping botsen we op een echte,
schitterend witte Hindutempel Het wordt een race terug naar de 1e camping
omdat de poort daar sluit om 20 uur voor nog niet ingeschreven gasten. Om 19u55
stuiven we er net op tijd binnen De avonden en nachten koelen hier praktisch
niet af en de tempaturen overdag blijven heet en zwoel. We zien ons genoodzaakt
om de brommende airco van de camper ook s nachts te laten draaien om toch te
kunnen slapen. Een geluk dat we oordoppen meehebben! Al 2 dagen geen internet
gevonden, de blog zal even op zich moeten laten wachten.
24 mei - Verdwenen Natchez-indianen en te hoog gegrepen bouwplannen
Dinsdag 24 mei
En vandaag bezoeken we de stad Natchez
langs de Misssissippi. Hier zien en horen we een stuk Amerikaanse geschiedenis.
In het museum krijgen we uitleg over de Natchez-indianen die hier geleefd
hebben, totdat ze na een periode van co-existentie met de blanken, in opstand
gekomen zijn en in feite uitgeroeid Het was een speciale gemeenschap die een
zonnekoning had die hen leidde, the Great Sun. Die titel werd overgeërfd.
Als het opperhoofd stierf, werden zijn vrouwen en wie met hem mee wilde reizen
naar het hiernamaals, gewurgd en samen met hem begraven. Zijn huis dat op een
heuvel stond, werd dan vernietigd en de woning van de opvolger werd daarbovenop
gebouwd. De site waar die heuvels stonden is Amerikaans erfgoed, maar stelt
niks meer voor: een grasvlakte met twee lege heuvels en ergens een nagemaakte
woonhut. Hebben we ons daarvoor helemaal ingesmeerd tegen de zon en de
insecten. Maar goed, dan bezoeken we Longwood, een merkwaardig 8-kantige
koloniale woning, reusachtig groot en architecturaal bijzonder. Longwood werd
gebouwd in 1861 door de heel rijke katoenplanter Putt en zijn vrouw; ze hadden
11 kinderen van wie acht in leven zijn gebleven. Hij wou een ambitieuze
familiewoning van 6 verdiepingen voor zijn gezin en zijn huisslaven, met
vanboven een grote koepel die de zonnestralen via een ingenieus systeem
projecteerden via lichtgaten tot in de benedenverdieping. Maar alleen het
gelijkvloers is echt afgemaakt; de Amerikaanse burgeroorlog die 1,5 jaar na de
start van de bouw begon, heeft zijn project gekelderd. Eerst heeft het
Zuidelijke leger zijn hele katoenoogst in beslag genomen opdat ze niet in de
handen van de Noordelijken zouden vallen, en zijn volgende oogst werd in beslag
genomen door de Noordelijken Een jaar later stierf de heer Putt aan een
longontsteking, 48 jaar oud. Zijn weduwe en nageslacht hebben nooit meer geld
genoeg gehad om het huis af te maken, en nu is het een archeologische toeristenattractie.
Van zon verhaal moeten we even uitpuffen in de schommelstoelen die we vinden
in de schaduw van het bijhuis. Het is vooral de drukkende hitte die ons daartoe
dwingt. De oudere vrouw achter de balie van het museum vertelde ons trouwens
dat ze als kind nog geweten heeft hoe zwarte loonarbeiders met de hand katoen
plukten op de velden en daarbij gospel- en bluesliederen zongen omdat ze niet
veel andere ontspanning hadden in die tijd. Daarna opnieuw op weg via de
highway 61 naar Vicksburg. We moeten onverwacht zeker 100 km omrijden omdat de
61 onderweg overstroomd is. Opeens stopte de weg zelfs helemaal: we stonden
voor een veerpont, met de laconieke boodschap: closed forever! Na wat
terugrijden en zoekwerk bleek men een paar kilometer verderop een grote vaste
brug gelegd te hebben. Maar een bordje om dat te melden kon er blijkbaar echt niet
meer vanaf.
Maandag 23 mei - We hebben New Orleans achter ons gelaten, en er een heerlijke tijd gehad. Het was meer dan de moeite om met dit
deel van de wereld kennisgemaakt te hebben. Wie naar deze stad gaat om live
muziek te horen en te beleven, moet dus zeker Frenchmen Street bezoeken! Deze
dag hebben niet veel meer gedaan dan gereden een echte roadtripdag. We
passeerden de grens van Lousiana en de staat Mississippi. Opeens veranderde de
camper van een rammelkar in een limousine! Hier zijn de wegen gewoon perfect
aangelegd, het gevoel dat Vlamingen hebben als ze Nederland binnenrijden. We
genoten van de highway 61, the blues highway, uren van open natuur, dunbezaaide
civilisatie en cruisen. Het enige wat je ziet zijn houten huizen, barakken, en
hoge huisnummers (zie foto!) Ons doel was Natchez, de poort van de Mississippi
en de blues! Deze stad ligt aan de grote rivier en we hebben het geweten: de
RV-camping die we voor ogen hadden, was gesloten, want overstroomd een
tegenvaller want we kwamen pas s avonds vrij laat aan. Dus nog een hele
zoektocht gedaan naar een slaapplaats; uiteindelijk vonden we na veel zoeken en
vragen de RV Plantation Park op de 61 South, waar we nog net de allerlaatste
open staanplaats konden huren héhé.
22 mei - Frenchmen Street, New Orleans where musicians make a living
Zondag 22 mei Tweede hoogtepunt van onze reis! Dit is
wat ons betreft het echte New Orleans. Frenchmen Street geeft een meer
doorleefde en waarachtige indruk: de huizen, winkeltjes en music bars zijn oud,
geven een wat vervallen en minder verzorgde indruk, het stinkt er, maar het
leeft! We hebben een drietal live optredens kunnen meemaken van ondermeer Dave
Easley & band in The Maison, met een hele genietbare jazzy bluespopsound;
hij is een wat oudere zanger-muzikant die straffe dingen doetmet een pedalsteelguitar, begeleid door een pracht
van een contrabassist uit Missouri en een plaatselijke drummer. Fons was nogal
gecharmeerd hoe die laatste zijn vervoer georganiseerd had: met de moto gekomen
en enkel zijn snaredrum en cymbalen daarmee vervoerd. Daarna zijn we terechtgekomen in café Le
Négril, waar ene John Lisi & band van katoen gaf, ook weer een trio: John
is een heel knappe zanger-gitarist met een heel natuurlijke manier van
entertainen; je ziet dat hij dit al lang doet, maar wat een pure sound met
slechts drie musici.De man is een
virtuoos op zijn gitaar maar hij houdt het heel leuk. Je kan trouwens op www.wozz.org een lokale
radiozender, heel wat optredens live volgen en de dagkalender voor livemuziek
in New Orleans raadplegen.
Moe maar tevreden belden we voor de
thuisreis opnieuw taxidriver David, bleek die eigenlijk al in zijn bed te
liggen, maar omdat hij had beloofd dat hij er altijd voor ons zou zijn, stond
hij om ons toch thuis te brengen, voor een prijsje. We hebben nog een leuke
babbel gehad in de taxi met hem over het niet altijd makkelijke leven in New Orleans
en hem a good life toegewenst. Daarna hebben we geslapen als (bezwete) roosjes.
21 mei - New Orleans part 2 - voodoo in the house of blues
Het is zaterdag, dus: s morgens onder de
douche! Pol s professioneel gemaakte spaghetti smaakte heerlijk Europees en
dan op verdere verkenning van de stad; we hopen in de music factory in
Decatur Street te vernemen waar de échte muziek hier gemaakt wordt. Onderweg
snuiven we de dagsfeer van Bourbon Street op en maken wat fotos. The Music
Factory blijkt een grote CD-zaak te zijn voor jazz, blues, zydeco en cajun;
buiten een paar CDs worden we er niet rijker. Pittoresk was wel de ontdekking
van the House of Blues, een kleurrijk etablissement met veel voodooschilderingen.
Voodoo was de religie van de zwarten in slavernij die heel lang ondergronds
ging wegens de onderdrukking door de blanke kolonisten die steeds voor opstand
van hun slaven vreesden. De religie aanbad de Afrikaanse god Zombi (doet dat
geen belletje rinkelen?) voorgesteld door de slang die als deze de priesteres
likte, haar via trance in contact bracht met de godheid en op die manier werd
ze een orakel voor haar gemeenschap. Er werd om de trance te bereiken nogal
heftig en lang gedanst en gebruik gemaakt van bloed van geiten, kippen enz. Wij
hebben er ons beperkt tot een pint van het lokale bier Abita.
Louisiana is ook het thuisland van
Forrest Gump: we konden het niet laten om even zijn beroemde bank uit te testen
in Decatur Street. Thats aaaall I gotta say bout thaaat. Nog geproefd van de
plaatselijke gerechten: po-boys: een broodje met gefrituurde alligator en
frieten, en jambalaya (sterk gekruide rijst, okras, zeevruchten, kip en
chorizo).
Nog steeds wanhopig op zoek naar de
lokale blues op onze laatste avond in New Orleans zijn we afgezakt naar Lafayette
Square, maar weer noppes: hier vind je vooral de grote hotels en het is een
uitgaansbuurt voor studenten en buurtbewoners. We hebben dan maar de taxi
gebeld ons aangeraden door shuttlebestuurder Bryan. De taximan was David, een
echte local.In zijn typische
Louisiaanse zwarte lijzige tongval maakte hij ons diets dat we hem al eerder
had moeten bellen, want youre totally wrong, man, totally wrong! De lokale
goeie bands zijn namelijk alleen in Frenchmen Street te vinden, màààn!
Tja wat nu. Na overleg beslisten we dan
toch nog maar 1 dag & nacht langer in New Orleans te blijven, en we hebben
het ons niet beklaagd!
20 mei - over lokale dokters, Bourbon street, sexy proefbuisjes en taxichauffeurs die de weg niet kennen
Vrijdag 20 mei rond 10u toch al vertrokken geraakt. We namen
de Interstate 10, richting Baton Rouge & New Orleans, en passeerden de ellenlange Henderson Bridge die hier dwars door het bayougebied getrokken is:
een compositie van water en cypressen, alsof het nooit eindigt. We maakten ons
toch zorgen over de wonden op Pols scheenbenen die nog steeds te rood
waren; voorzichtigheid maande ons aan om een medisch advies te zoeken. We zijn
van de Interstate afgereden en hebben een deel van de Highway 61 gevolgd die
ondermeer New Orleans met Chicago verbindt en bekendstaat als de Blues Highway.
Onderweg zagen we tussen industriebedrijfjes een gebouwtje met het opschrift
Occupational Medicine. Bleek dat het om een bedrijfsgeneeskundige dienst
ging, maar de verpleegster kon ons een huisarts wijzen enkele miles verderop.
Tijdens onze inkopen in de plaatselijke winkel kwamen we die verpleegster even
opnieuw tegen tijdens haar middagpauze, ze was even haar voorraad chocolade en
snoep komen aanvullen. De reden van haar overgewicht Het blijft opvallen hoe
vaak zwaarlijvigheid hier blijft voorkomen, zowel bij mannen als bij vrouwen,
nog veel meer dan bij ons. Het voedsel hier heeft trouwens bijna altijd een
zoete bijsmaak, brood, beleg, sauzen Zelfs hun versie van de smeerkaas van La
Vache Qui Rit (The Laughing Cow) is gezoet! Na wat zoekwerk vonden we de landelijke
praktijk van de lokale arts Dr. Robert C. Albrechts, Family Medecine in het
dorp Reserve. Het is toch een ervaring om eens in het Amerikaanse
zorgsysteem terecht te komen.Fons
beschreef het als een oude polykliniek uit de jaren 60: een wachtzaal vol, aanmelden,
papieren invullen, wachten op de verpleegster die je komt roepen, dan weer
wachten in een van de behandelhokjes op de dokter Zowel het cliënteel als het
personeel is voornamelijk zwart, de oudere dokter is blank. Mij doet het ook
denken aan een wijkgezondheidscentrum. Maar hier wordt veel meer met elkaar gebabbeld dan in onze wachtzalen!Ensurance, verzekering, is hier erg
belangrijk: dat is zowat het eerste dat ze je vragen: ben je verzekerd? Als je
dat niet kan staven, heb je een probleem. Pol krijgt antibiotica voorgeschreven
en een antibacteriële zalf, af te halen in de winkel/apotheek ernaast. De
zwarte goedgezette apothekeres heeft een ferme aanpak: Now youll have to wait
a second, baby (tegen Pol wiens wenkbrauwen omhoog gaan). Oh baby what
happened to your LEGS!? Voordat we kunnen beginnen denken dat ze Pol wel ziet
zitten, spreekt ze Fons en mij respectievelijk ook aan met sweetheart en darling.
Grappig wel, die Louisiana black momma aanspreekgeplogenheden, gewoon
vriendelijkheid. Zou wel leuk zijn als je bij ons in de apotheek zou
binnenstappen: He schat, waarvoor ist?
Onderweg zien we voor New Orleans enkele ondergelopen gebieden: we denken dat dat het resultaat is van het openen van de' "spillway", de sluizen om de stad van de gezwollen Mississippi te sparen. Er zijn namelijk al lang geleden grote gebieden bestemd als opvangbassin moest de rivier ooit sterk buiten zijn oevers treden. Ondertussen zijn daar mensen komen wonen, goed wetend dat ze er weg moeten als het zou voorkomen, zoals nu. Ze mogen daar gratis wonen, maar ze hebben geen rechten op schadevergoeding. Vandaar dat er nu 25.000 mensen uit die regio's geëvacueerd zijn.
In de namiddag bereiken we New Orleans.
Een grote stad, geschat op 400.000 inwoners, maar exacte cijfers heeft men niet
sinds Katrina. Onze RV-camping ligt op een wat bizarre plaats: 6 miles buiten
de stad, op een industrieterrein tussen scheepswerven en oude bedrijfsgebouwen
langs een arm van de Mississippi. Het is hier warm, drukkend en stoffig. Hier
hopen we eindelijk de muziek te zien en te horen.
New Orleans zou een van de duurste steden
van de VS te zijn. Wordt al meteen duidelijk bij de prijs van de campingplaats:
dubbel zoveel als elders, zelfs met onze kortingkaart. In het sanitair gebouw
even verder vinden we welgeteld twee aangepaste WC/douches (man/vrouw), terwijl
het terrein vol campers staat. Amerikanen gaan duidelijk niet uit hun huis op
wielen om te douchen of om En daarna vertrekken we met het pendelbusje naar
The French Quarter in het centrum van de stad, blijkbaar dé place to be. Bryan,
de chauffeur, is na Catrina, hier komen wonen, maar zegt dat hij zelf nooit of
zelden in de stad komt; hij kan ons dus ook niet wegwijs maken. Wel geeft hij
ons het telefoonnummer van een taxichauffeur als we niet op tijd teruggeraken
met de bus. Hij zegt nog dat het French Quarter erg veilig is omdat de politie
er constant patrouilleert, daarbuiten is er geen garantie voor argeloze
toeristen.
The place of action blijkt de heel lange
Bourbon Street te zijn. Wel, het was op zijn minst nogal overweldigend: de
straten vol beau monde, lawaai, live music bars, stripteasetenten, allerhande
eetgelegenheden, winkels met Mardigras en namaakvoodoo-carnavalartikelen, voor
elke zaak binnenwippers (Come in, come in, watch our show!! als je ze aan
durft te kijken slepen ze je bijna binnen), mimespelers met emmers voor zich
waarop staat your tip (fooi) here. Het lijkt wel Disneyland, Braziliaans
carnaval en een stukje Antwerps schipperskwartier tesamen. We horen funky
bluesmuziek klinken uit de Funky 54 en wagen het erop: de binnenwipper krijgt
mijn rolstoel heel handig over de toch hoge drempel (die heeft dat duidelijk
meer gedaan!). Een straffe gemengde band speelt bekende Amerikaanse funky danscovers,
het swingt perfect en het volk begint te dansen. Tot mijn verbazing word ik
zwoel benaderd door een jonge dame die eruitziet als een verpleegster uit een
bloedtransfusiecentrum, ik bedoel dat ze een doos proefbuisjes met gekleurde
vloeistof draagt met het verschil dat ze wat schaarser gekleed is. Ze steekt een
van die buisjes tussen haar borsten en bukt zich naar mij voorover. Ik kan
eerlijk gezegd net mijn lach inhouden en vraag het lieve kind, aangezien we
strangers zijn, wat de bedoeling is. Je moet dat buisje blijkbaar met je mond
van haar boezem verlossen en de inhoud, een alcopop, inslikken; its six
dollars. Thanks but no thanks, miss, Id rather stick to my own drink. Ze dringt niet langer aan en probeert iemand anders. Allez dat kennen
we dan ook weer. De twee anderen zitten te gniffelen: Das door uw baard! (ik
probeer namelijk na 30 jaar opnieuw mijn baard te laten staan tijdens deze
trip). We hebben het er even over hoe jong de meisjes zijn die hier dit soort zaken doen, raar idee als je denkt dat ze qua leeftijd onze dochters kunnen zijn. We doen nog een paar zaken waar een band live speelt, de ene doet het al
beter dan de andere, maar technisch allemaal heel goed te pruimen. Alles voelt toch wat artificeel aan: dit is duidelijk een zeer commerciële
toeristische attractie en staat veraf van de echte rootsmusic. We
proberen nog uit te vissen of we die in deze stad nog ontdekt krijgen.
De shutllebus is al lang weg, dus snorren
we voor de thuiskeer een taxi op die groot genoeg is om de rolstoel mee te
nemen; meestal geen probleem hier: de meeste autos zijn groter dan die in
Europa.
De taxichauffeur die ons wil meenemen
spreekt niet goed Engels (!) We kennen ondertussen het geldende tarief en hij
is bereid om ons daarvoorte brengen;
alleen ontstaat er onderweg een misverstand over de eindbestemming: hij blijkt
te denken dat het over de camping in de stad zelf gaat en niet over die aan het
industrieterrein, 10 km verder. Als we hem dat eindelijk uitgelegd krijgen,
zegt hij dat hij die niet weet liggen Onze eigen gps die we meehebben brengt
redding, het is dus wij die hem de weg wijzen in zijn eigen stad Hij blijft
maar sputteren dat hij het vreemd vindt, op dat industrieterrein woont toch
niemand, enz. En wij, jawel, jawel, trust us! Als hij ons eindelijk aflaadt
lijkt hij zo ongelukkig omwille van zijn langere rit dat we hem dan toch maar
een extra geven. We hebben ons lesje geleerd: morgen bellen we zo nodig de
taxichauffeur die Bryan ons heeft aangeraden.
s Morgens hadden we hoogstaand (letterlijk) bezoek van een dappere jonge witte reiger die even voorbij de camper kwam lopen, en om 10 uur een
afspraak met Mister Brian Champagne, swamp tour operator aan het Saint Martin
Lake. Een twee uur durende rondvaart door de zoetwatermoerassen met hun unieke
fauna en flora is een indrukwekkende ervaring: cypressen met hangend mos
waaiend in de wind, waterlelies,prachtige watervogels én alligators, heel sprookjesachtig;
een beeld uit een fantasyverhaal. We laten de fotos voor zich spreken.
Alligators laten jou met rust als je hen met rust laat, maar je hebt beter niet
met ze te doen; hun staart blijkt hun gevaarlijkste verdedingswapen te zijn. In
de pittoreske hoofdstraat van Breaux Bridge zijn we dan s middags toch binnengeraakt
in het Café Des Amis met gumbo op het menu. Gumbo is echt Cajun food: een dikke
maaltijdsoep met plaatselijke ingrediënten: okras, shrimps, kip enz. En s
avonds was het chillen en plannen van de volgende dagen: richting Baton Rouge
en New Orleans!
18 mei - The French Connection - over Acadiens, Creolen en Gumbo
Onze dag startte met een bezoek aan het
Bokrijk van Louisiana: the Acadian village in Lafayette. In een prachtig,
natuurlijk park werden originele huizen uit de 18e en 19e
eeuw uit Louisiana samengebracht en heropgebouwd. Ze behoorden tot de
gemeenschap van de Acadiens, Canadese Fransen die gevlucht zijn voor de
Engelsen uit Nova Scotia.Grappig was dat de schildpadden die op een stuk hout in de vijver lagen te zonnen, geplaagd werden door een prachtige vlinder, zodanig dat ze op den duur het hazenpad (bij wijze van spreken) kozen. De volgende stop was Saint-Martinville, op zoek naar
de Bayou, maar op impuls van Fons brachten we eerst nog een historisch bezoek
aan een suikerplantage die indertijd werd uitgebaat door de Creoolse familie
Olivier, de Longfellow-Evangeline historic site.De balie werd bemand door een van de mannen
van ZZ-top (man, wat een baard) en onze gids was een charmante bevallige dame
die naast haar moedertaal heel mooi Frans praatte en die zelfs België kende van
haar bezoek aan de Expo 1958! Ze vond het belangrijk om ons het erg gelaagde
woord Creool uit te leggen: oorspronkelijke Creolen waren Fransen geboren in
de kolonies; ze namen de naam aan in Amerika om zich te onderscheiden van de
rest van de bevolking. Later werd de naam ook gegeven aan mensen van gemengde
afkomst, o.a. uit de Caraïbische gebieden. Op aanraden van onze gids zijn we
voor het avondmaal naar Café des amis in Breaux Bridge getrokken, maar helaas
volgeboekt (damnit, no gumbo!) en van arren moede in het plaatselijke
Italiaanse restaurant terechtgekomen waar we bediend werden door Garret 'Woody' Wood,
een jonge gast in kelneropleiding die het vreselijk cool vond om met Belgians
kennis te maken; hij kon het niet laten om ons uit te vragen. We hebben hem dan
maar een fatsoenlijke tip gegeven! Pol heeft er alleszins zijn dorst kunnen lessen. Voor de nacht hebben we de visclub(RV-camping)
in Breaux Bridge gevonden, een heel stuk rustiger dan gisteren. Pol gaf me daar
een tik waar ik niet goed van was (een cola-tic).
Vandaag hebben we the great state of Texas achter ons gelaten en de
grens met Louisiana overgestoken.
En we hebben het geweten: de Louisiaanse wegen zijn verrassend slecht:
hobbelig, opgelapt, ze maken de camper tot een bonkige rammelkar( gelukkig dat
ie stevig gebouwd is!) Erger dan in België, moeilijk te geloven, maar waar! In
Texas hebben ze duidelijk meer oliedollars voor hun wegen. Het wodt duidelijk
dat de Verenigde Staten een federatie zijn van verschillende landen met elk
een stuk specifiek beleid en specifieke wetten. Het landschap is uitgestrekt en vlak, overal
dezelfde begroeiing met ertussendoor gezaaid vooral lage houten huizen, van
mooi gebouwd tot echte koters met een hoop rommel errond. Stenen huizen zijn
eerder schaars. Leegstaande panden laat men hier gewoon staan, er is hier nog
plaats genoeg. Langs de wegen zie je vooral handelspanden, autobedrijfjes,
fastfoodzaken, benzinestations en baptist churches. Maar ook rijstvelden. En
heel bijzonder: in die rijstvelden wordt crawfish (zoetwaterkreeftjes) gekweekt
en gevangen. De regio leeft hoofdzakelijk van landbouw: veeteelt en bonenkweek,
ook en vooral voor export naar de andere staten. Americans
love beef and beans, you know. Pol en Fons als worstenliefhebbers moeten zich
hier serieus inhouden als we gaan shoppen. We gaan richting Lafayettte en hopen er
morgen aan te komen. Maar eerst even gestopt in het stadje (dorp) Eunice, bij
het Cajun Music Hall of Fame and Museum.Veelbelovende titel voor een éénkamermuseumpje, ondergebracht in een oud
houten treindepootje. Een lief ouder dametje gaf uitleg over de rits muzikanten
die vanaf begin vorige eeuw in Eunice de lokale bevolking begeleidden bij hun
volksdansen en wiens fotos nu tegen de muren hangen te vergelen . Oude
bandoneons van Duitse makelij liggen verstild in vitrinekasten. We geven de
dame een fooi voor haar assistentie maar vallen ze toch nog even lastig om een
groepsfoto van ons te maken voor haar museum. Pol speelt even machinist op de
museumtrein.Kijk, ernaast ligt nog iets: het local depot museum. Wij naar
binnen: weer een ouder dametje als museumwacht! Hier hebben ze echt alles
bewaard wat te vinden was in het oude Eunice: weefgetouw, spinnewiel,
poppetjes, edelstenen, opgezette dieren, een shoe shine stoel, wat Indiaanse
artefacten, een mechanische reuzeprikklok... Een echt lange geschiedenis heeft
het dorpje eigenlijk niet, want in 1894 heeft de heer CC Duson hier een stok in
de grond geklopt met de historische woorden: hier zal ik een stad bouwen en
haar de naam van mijn vrouw geven. Het depot is erkend als historical site. Je
moet ergens beginnen, he. We horen er wel dat men langs de Mississippi
effectief de sluizen heeft opengezet om de steden Baton Rouge en New Orleans te
vrijwaren.
We hebben met de camper overnacht in de KOA-camping in Duson naast de
Innerstate snelweg, duur, lawaaierig en ouderwets én niet aangepast, maar enfin
het lukte wel. Er kwam wéér een politieauto opdagen we hebben al elke dag een
sheriff gezien, maar de man had gewoon hoog water en gebruikte gewoon even de
toilietten. Opmerking van Pol: hij moest ook zijn sluis openzetten.Morgen gaan
we richting Sint-Martinville en Breaux Bridge om in het leven van de
Franstalige gemeenschap in Louisiana te duiken!
Maandag 16 mei '11 - On the road & het mysterie van de fopspeen
Na een rustige (nou ja rustige, met drie snurkende mannen is dat wat
relatief) nacht in hotel Comfort Suites Houston zijn we de camper gaan
ophalen.Daarvoor bestelden we via het
hotel een taxi waarin naast de bagage ook een rolstoel geborgen kon worden. Buiten wachtend aan het hotel kwam een Amerikaanse stadsvogel, wat men hier een "grackle" noemt, even kennismaken met ons. Je kan ze vergelijken met de merels in onze steden, maar ze maken een heel ander geluid (zie foto). Aangename verrassing toen de taxi arriveerde: het werd een speciaal aangepaste wagen met oprijgoot via
de koffer, en nog een mooie kar ook! Alles ging erin, maar aangekomen bij de
ophaalplaats van de camper slipte bij het uitladen zijn koffer weg en kwam hard
op de scheenbenen van Pol terecht en nam op zijn duikvlucht wat huid mee, hij
was er natuurlijk niet goed van . Opeens was het een beetje alles tegelijk: de
camper regelen, Pol die even acute verzorging nodig had...Daardoor was de concentratie een beetje weg
bij de controle van de camper.Prachtige
machine trouwens: een huisje op wielen. Eerste proefrit door Fons lukte best en
we deden wat inkopen enkele miles verder. Bij het verlaten van het warehouse
zagen we een deuk in de rechterdeur: ??? Was die er al? Niet gezien bij de
rondgang tijdens het overhandigen van de sleutels. Misschien op de parking
gebeurd tijdens het winkelen? Waar was trouwens de voorste nummerplaat ????Ola, dat begint hier goed... Toevallig was de
lokale sheriff ter plekke, bezig met het afronden van een verhoor voor
shoplifting (winkeldiefstal); dus Pol recht op hem af en even raad gevraagd
over de eenzame nummerplaat: "Yeah, you need two of them around here,
sir!" Allez vooruit, dan maar terug naar het mobilhomecenter. Nee hoor,blijkt
dat er eigenlijk geen probleem is : Twee nummerplaten is wel verplicht in Texas
maar de camper is in Florida ingeschreven en daar is maar 1 nummerplaat nodig...
die deuk? Ja dat wisten we, is aangegeven, niets van aantrekken. So have a good
trip!
We hebben richting Eunice genomen om daar het Cajunmuseum op te zoeken,
maar door al die toestanden hebben we voor de nacht onderweg halt gehouden op
een RV-camping in Beaumont (Hidden Lake resort).Bij het uitladen van mijn rolstoel kwamen
Fons en Pol redelijk gniffelend naar mij: 'Er is iets uit je rolstoel
gevallen...'.? Wat dan?' Fons opent
zijn hand: een fopspeen. Een TUTTER?? Hilariteit natuurlijk. Ik zie die mannen
hun pretoogjes twinkelen: leg ons dat eens uit! Ik weet begot niet (meer) hoe
dat ding daar terechtgekomen is! Omdat die rolstoel nieuw is, moet die al een
hele tijd ergens vastgezeten hebben in mijn oude zitkussen dat is meegekomen.Dementia praecox: heeeeel vaag zegt mij die
fopspeen iets,lang geleden, maar in welke omstandigheden, van wie, waar,
wanneer?? Er gaat geen lichtje branden in de kelder... Dus beste lezer: als je
deze tutter herkent, lieve lezer, dan mag je je verloren voorwerp bij mij komen
ophalen... en dan kan ik misschien een plausibele uitleg aan mijn reisgenoten
verschaffen. Voorlopig blijft hij de mascotte van de reis.
Foto 3: Bush airport in Houston (wat wil je, we zijn in Texas!)
Foto 4: héhé eindelijk uitgecheckt
Foto 5: the skyline van Houston
Foto 6: aankomst in hotel "Comfort Suites", geeft een wat koloniale indruk
Foto 7: het hotel aan de buitenkant (kijk, een palmboom!)
Foto 8: De dubbele waterfontein: eentje voor personen die kunnen staan en eentje voor zittende dorstigen (of is het toevallig voor kinderen bedoeld? Het is toch mooi meegenomen).