Vrijdag 10 juni Chicago Bluesfestival
dag 1
EINDELIJK IS HET ZOVER! Holala, het weer
ziet er niet goed uit: kil en druilregenachtig
Met de stoptrein anderhalf uur
naar Chicago geboemeld tot in het grote eindstation (the Chicago Transportation
Center) en daar een taxi genomen naar Grant Park waar het te doen is. De taxi
nemen voor die relatief korte afstand kost niet veel meer dan de bus, en een
taxi heb je sneller te pakken. Het festivalterrein is deels in het park en
deels in twee grote lanen georganiseerd: Jackson street en Columbus boulevard
zijn speciaal voor die gelegenheid helemaal afgesloten. De politie is goed
vertegenwoordigd, festivalgangers worden aan de ingangen gecheckt op metalen
voorwerpen en wapens. Maar er heerst een heel gezellige sfeer. Er zijn 5 podia:
4 kleinere die rond de middag beginnen, en een vaste concertzaal in openlucht
waar vanaf 18 uur de hoofdacts optreden. De kleinere podia worden dan gesloten
en het publiek verzamelt op dat concertterrein, het Petrillo Music Shell. Het
festival is volledig gratis en wordt gesponsord door heel wat bedrijven zoals
Pepsi, Bud Light, de privé-vervoermaatschappij van Chicago CTA, de Chicago Tribune,
enz. Je merkt daar een beetje van als festivalganger: er worden gratis
staaltjes frisdrank aangeboden, op de podia worden de sponsors regelmatig
vernoemd, enz. Maar dat kan de pret niet drukken. We halen op de Check-in-stand
ons speciaal armbandje dat toegang geeft tot de voorbehouden plaatsen voor
mensen met een beperking en hun begeleiders, rechts opzij het hoofdpodium. Dat
blijkt wel nodig, want met zon massa van rond 200.000 dagelijkse enthousiaste
bluesfans die regelmatig gaan rechtstaan van de klaargezette stoelen en
beginnen dansen, zie je als rolstoeler niks meer van het gebeuren vooraan. Alles
is hier heel goed georganiseerd, niets wordt aan het toeval overgelaten. Er
lopen naast de politie, overal veelal vrijwillige securitymensen rond die
alles in goede banen leiden. Blijven staan of dansen in de gangpaden tussen de
stoelen van het hoofdpodium mag niet, roken evenmin: de security komt je dan
vriendelijk vragen om door te lopen, te gaan zitten of je sigaret te doven;
onvermoeibaar doen ze dit de hele avond door. Ook aan de properheid wordt heel
hard gewerkt: voortdurend doorkruisen medewerkers de menigten aan de podia met
vuilniskarretjes die alles van de grond komen ruimen. Chicago is absoluut een
propere grootstad. Als je in Amerika een pintje wil drinken moet je altijd je
ID voorleggen en bewijzen dat je minstens 21 bent, anders word je wandelen gestuurd.
Op dat punt zijn de Amerikanen zeer consequent. Dus zie ik mijn stevig gebaarde
medereizigers van de dranktent terugkomen met dat extra felgekleurd armbandje
over 21
We besluiten om als eerste podium de Mississippi Juke Joint stage
te bezoeken. De muziek is er zo leuk dat we het hele programma afwerken: het
duo DMar & Gill: gitaar en drum die de pan uitswingen, dan grote madam
Nora Jean Bruso (de dame in het blauw), een zwarte stem als een, nee twee klokken!
Ze zweet gewoon de blues uit, iedereen gaat uit de bol; tijdens een van de
laatste nummers wandelt ze gewoon weg van haar micro en bluest haar muziek zo
het publiek in, wat haar een staande ovatie oplevert. Pol was zichtbaar
ontroerd: ze raakte helemaal zijn bluesziel. Ze deed hem denken aan wijlen Koko
Taylor. De dame zong (echt waar) zich een ladder in haar kous en de geurvreters
uit haar open schoenen. En dan ouwe bekende James Super Chikan Johnson die we
al op het festival in Jackson gezien hebben: vrolijke swingblues ondersteund
door zijn drie madammen. Hij voert opnieuw zijn nummertje met zijn geweer-slidegitaar
op (somebody SHOOT that thingggg!) maar het blijft superleuk. En als
afsluiter ene Fernando Jones (met flaphoed) die hier bekend is omdat hij een
bluesschool voor jongeren organiseert, de Kids Foundation, en die een jam houdt
met gewone amateurbluesmuzikanten (je moet wel vooraf ingeschreven hebben);
dat levert ook soms wel toffe, niet heel professionele maar wel echte momenten
op. We leven hier op bonnetjes voor water, bier en fastfood. Gezond eten kan je
het echt niet noemen: hamburgers, vlees en kip, alles gefrituurd en met zoete
sauzen
het typisch dieet van Uncle Sam. We vinden een Aziatische eetkraam die
tenminste noedels serveert, het minst ongezonde dat je volgens ons hier kan
vinden. En dan naar het hoofdpodium. Mensen, wat een volk! Zeker minstens
150.000 mensen. Alles verloopt rustig en toch wordt er veel en graag yeah!
geroepen, gedanst, geapplaudiseerd, gefloten, het is echt een leuke, gezellige
sfeer. Nothin but the blues! Ongelooflijk toch hoe ze dat hier doen. Het
festival wordt elke dag stipt om half tien s avonds afgesloten, en alles
verloopt vriendelijk en ordelijk. Werkelijk fijn om dit mee te maken! Vanavond
draait het op het hoofdpodium om een eerbetoon aan Robert Johnson: tributes
worden gebracht door verschillende bands: eerst de band van Eddy Cotton die een
stevige maar lange set brengt, maar het volk lust er wel pap van; dan de
Duwayne Burnside Band die een akoestische gesmaakte set brengen; daarna Rick
Sherry helemaal alleen op akoestische gitaar en de afsluiter van de avond. Een
van de zonen van Robert Johnson komt een liedje meezingen applaus!, ook al
heeft de man de stem van zijn vader echt niet meegekregen. Commercieel zijn ze niet
schroomvallig, de Amerikanen: iedere artiest maakt tijdens zijn of haar
optreden wel een paar keer reclame voor zijn cds die na het optreden te koop
aangeboden worden. This song that I wrote comes from my new CD which you can buy over
there
We kennen die zin al van buiten ondertussen. But you gotta keep the blues alive, man! Gelidjk hebben ze. Niet zo
heel moe maar wel tevreden nemen we daarna de taxi naar het station; twee uur
later liggen we weer in ons beddeke op de camping.




















|