21 mei - New Orleans part 2 - voodoo in the house of blues
Het is zaterdag, dus: s morgens onder de
douche! Pol s professioneel gemaakte spaghetti smaakte heerlijk Europees en
dan op verdere verkenning van de stad; we hopen in de music factory in
Decatur Street te vernemen waar de échte muziek hier gemaakt wordt. Onderweg
snuiven we de dagsfeer van Bourbon Street op en maken wat fotos. The Music
Factory blijkt een grote CD-zaak te zijn voor jazz, blues, zydeco en cajun;
buiten een paar CDs worden we er niet rijker. Pittoresk was wel de ontdekking
van the House of Blues, een kleurrijk etablissement met veel voodooschilderingen.
Voodoo was de religie van de zwarten in slavernij die heel lang ondergronds
ging wegens de onderdrukking door de blanke kolonisten die steeds voor opstand
van hun slaven vreesden. De religie aanbad de Afrikaanse god Zombi (doet dat
geen belletje rinkelen?) voorgesteld door de slang die als deze de priesteres
likte, haar via trance in contact bracht met de godheid en op die manier werd
ze een orakel voor haar gemeenschap. Er werd om de trance te bereiken nogal
heftig en lang gedanst en gebruik gemaakt van bloed van geiten, kippen enz. Wij
hebben er ons beperkt tot een pint van het lokale bier Abita.
Louisiana is ook het thuisland van
Forrest Gump: we konden het niet laten om even zijn beroemde bank uit te testen
in Decatur Street. Thats aaaall I gotta say bout thaaat. Nog geproefd van de
plaatselijke gerechten: po-boys: een broodje met gefrituurde alligator en
frieten, en jambalaya (sterk gekruide rijst, okras, zeevruchten, kip en
chorizo).
Nog steeds wanhopig op zoek naar de
lokale blues op onze laatste avond in New Orleans zijn we afgezakt naar Lafayette
Square, maar weer noppes: hier vind je vooral de grote hotels en het is een
uitgaansbuurt voor studenten en buurtbewoners. We hebben dan maar de taxi
gebeld ons aangeraden door shuttlebestuurder Bryan. De taximan was David, een
echte local.In zijn typische
Louisiaanse zwarte lijzige tongval maakte hij ons diets dat we hem al eerder
had moeten bellen, want youre totally wrong, man, totally wrong! De lokale
goeie bands zijn namelijk alleen in Frenchmen Street te vinden, màààn!
Tja wat nu. Na overleg beslisten we dan
toch nog maar 1 dag & nacht langer in New Orleans te blijven, en we hebben
het ons niet beklaagd!
20 mei - over lokale dokters, Bourbon street, sexy proefbuisjes en taxichauffeurs die de weg niet kennen
Vrijdag 20 mei rond 10u toch al vertrokken geraakt. We namen
de Interstate 10, richting Baton Rouge & New Orleans, en passeerden de ellenlange Henderson Bridge die hier dwars door het bayougebied getrokken is:
een compositie van water en cypressen, alsof het nooit eindigt. We maakten ons
toch zorgen over de wonden op Pols scheenbenen die nog steeds te rood
waren; voorzichtigheid maande ons aan om een medisch advies te zoeken. We zijn
van de Interstate afgereden en hebben een deel van de Highway 61 gevolgd die
ondermeer New Orleans met Chicago verbindt en bekendstaat als de Blues Highway.
Onderweg zagen we tussen industriebedrijfjes een gebouwtje met het opschrift
Occupational Medicine. Bleek dat het om een bedrijfsgeneeskundige dienst
ging, maar de verpleegster kon ons een huisarts wijzen enkele miles verderop.
Tijdens onze inkopen in de plaatselijke winkel kwamen we die verpleegster even
opnieuw tegen tijdens haar middagpauze, ze was even haar voorraad chocolade en
snoep komen aanvullen. De reden van haar overgewicht Het blijft opvallen hoe
vaak zwaarlijvigheid hier blijft voorkomen, zowel bij mannen als bij vrouwen,
nog veel meer dan bij ons. Het voedsel hier heeft trouwens bijna altijd een
zoete bijsmaak, brood, beleg, sauzen Zelfs hun versie van de smeerkaas van La
Vache Qui Rit (The Laughing Cow) is gezoet! Na wat zoekwerk vonden we de landelijke
praktijk van de lokale arts Dr. Robert C. Albrechts, Family Medecine in het
dorp Reserve. Het is toch een ervaring om eens in het Amerikaanse
zorgsysteem terecht te komen.Fons
beschreef het als een oude polykliniek uit de jaren 60: een wachtzaal vol, aanmelden,
papieren invullen, wachten op de verpleegster die je komt roepen, dan weer
wachten in een van de behandelhokjes op de dokter Zowel het cliënteel als het
personeel is voornamelijk zwart, de oudere dokter is blank. Mij doet het ook
denken aan een wijkgezondheidscentrum. Maar hier wordt veel meer met elkaar gebabbeld dan in onze wachtzalen!Ensurance, verzekering, is hier erg
belangrijk: dat is zowat het eerste dat ze je vragen: ben je verzekerd? Als je
dat niet kan staven, heb je een probleem. Pol krijgt antibiotica voorgeschreven
en een antibacteriële zalf, af te halen in de winkel/apotheek ernaast. De
zwarte goedgezette apothekeres heeft een ferme aanpak: Now youll have to wait
a second, baby (tegen Pol wiens wenkbrauwen omhoog gaan). Oh baby what
happened to your LEGS!? Voordat we kunnen beginnen denken dat ze Pol wel ziet
zitten, spreekt ze Fons en mij respectievelijk ook aan met sweetheart en darling.
Grappig wel, die Louisiana black momma aanspreekgeplogenheden, gewoon
vriendelijkheid. Zou wel leuk zijn als je bij ons in de apotheek zou
binnenstappen: He schat, waarvoor ist?
Onderweg zien we voor New Orleans enkele ondergelopen gebieden: we denken dat dat het resultaat is van het openen van de' "spillway", de sluizen om de stad van de gezwollen Mississippi te sparen. Er zijn namelijk al lang geleden grote gebieden bestemd als opvangbassin moest de rivier ooit sterk buiten zijn oevers treden. Ondertussen zijn daar mensen komen wonen, goed wetend dat ze er weg moeten als het zou voorkomen, zoals nu. Ze mogen daar gratis wonen, maar ze hebben geen rechten op schadevergoeding. Vandaar dat er nu 25.000 mensen uit die regio's geëvacueerd zijn.
In de namiddag bereiken we New Orleans.
Een grote stad, geschat op 400.000 inwoners, maar exacte cijfers heeft men niet
sinds Katrina. Onze RV-camping ligt op een wat bizarre plaats: 6 miles buiten
de stad, op een industrieterrein tussen scheepswerven en oude bedrijfsgebouwen
langs een arm van de Mississippi. Het is hier warm, drukkend en stoffig. Hier
hopen we eindelijk de muziek te zien en te horen.
New Orleans zou een van de duurste steden
van de VS te zijn. Wordt al meteen duidelijk bij de prijs van de campingplaats:
dubbel zoveel als elders, zelfs met onze kortingkaart. In het sanitair gebouw
even verder vinden we welgeteld twee aangepaste WC/douches (man/vrouw), terwijl
het terrein vol campers staat. Amerikanen gaan duidelijk niet uit hun huis op
wielen om te douchen of om En daarna vertrekken we met het pendelbusje naar
The French Quarter in het centrum van de stad, blijkbaar dé place to be. Bryan,
de chauffeur, is na Catrina, hier komen wonen, maar zegt dat hij zelf nooit of
zelden in de stad komt; hij kan ons dus ook niet wegwijs maken. Wel geeft hij
ons het telefoonnummer van een taxichauffeur als we niet op tijd teruggeraken
met de bus. Hij zegt nog dat het French Quarter erg veilig is omdat de politie
er constant patrouilleert, daarbuiten is er geen garantie voor argeloze
toeristen.
The place of action blijkt de heel lange
Bourbon Street te zijn. Wel, het was op zijn minst nogal overweldigend: de
straten vol beau monde, lawaai, live music bars, stripteasetenten, allerhande
eetgelegenheden, winkels met Mardigras en namaakvoodoo-carnavalartikelen, voor
elke zaak binnenwippers (Come in, come in, watch our show!! als je ze aan
durft te kijken slepen ze je bijna binnen), mimespelers met emmers voor zich
waarop staat your tip (fooi) here. Het lijkt wel Disneyland, Braziliaans
carnaval en een stukje Antwerps schipperskwartier tesamen. We horen funky
bluesmuziek klinken uit de Funky 54 en wagen het erop: de binnenwipper krijgt
mijn rolstoel heel handig over de toch hoge drempel (die heeft dat duidelijk
meer gedaan!). Een straffe gemengde band speelt bekende Amerikaanse funky danscovers,
het swingt perfect en het volk begint te dansen. Tot mijn verbazing word ik
zwoel benaderd door een jonge dame die eruitziet als een verpleegster uit een
bloedtransfusiecentrum, ik bedoel dat ze een doos proefbuisjes met gekleurde
vloeistof draagt met het verschil dat ze wat schaarser gekleed is. Ze steekt een
van die buisjes tussen haar borsten en bukt zich naar mij voorover. Ik kan
eerlijk gezegd net mijn lach inhouden en vraag het lieve kind, aangezien we
strangers zijn, wat de bedoeling is. Je moet dat buisje blijkbaar met je mond
van haar boezem verlossen en de inhoud, een alcopop, inslikken; its six
dollars. Thanks but no thanks, miss, Id rather stick to my own drink. Ze dringt niet langer aan en probeert iemand anders. Allez dat kennen
we dan ook weer. De twee anderen zitten te gniffelen: Das door uw baard! (ik
probeer namelijk na 30 jaar opnieuw mijn baard te laten staan tijdens deze
trip). We hebben het er even over hoe jong de meisjes zijn die hier dit soort zaken doen, raar idee als je denkt dat ze qua leeftijd onze dochters kunnen zijn. We doen nog een paar zaken waar een band live speelt, de ene doet het al
beter dan de andere, maar technisch allemaal heel goed te pruimen. Alles voelt toch wat artificeel aan: dit is duidelijk een zeer commerciële
toeristische attractie en staat veraf van de echte rootsmusic. We
proberen nog uit te vissen of we die in deze stad nog ontdekt krijgen.
De shutllebus is al lang weg, dus snorren
we voor de thuiskeer een taxi op die groot genoeg is om de rolstoel mee te
nemen; meestal geen probleem hier: de meeste autos zijn groter dan die in
Europa.
De taxichauffeur die ons wil meenemen
spreekt niet goed Engels (!) We kennen ondertussen het geldende tarief en hij
is bereid om ons daarvoorte brengen;
alleen ontstaat er onderweg een misverstand over de eindbestemming: hij blijkt
te denken dat het over de camping in de stad zelf gaat en niet over die aan het
industrieterrein, 10 km verder. Als we hem dat eindelijk uitgelegd krijgen,
zegt hij dat hij die niet weet liggen Onze eigen gps die we meehebben brengt
redding, het is dus wij die hem de weg wijzen in zijn eigen stad Hij blijft
maar sputteren dat hij het vreemd vindt, op dat industrieterrein woont toch
niemand, enz. En wij, jawel, jawel, trust us! Als hij ons eindelijk aflaadt
lijkt hij zo ongelukkig omwille van zijn langere rit dat we hem dan toch maar
een extra geven. We hebben ons lesje geleerd: morgen bellen we zo nodig de
taxichauffeur die Bryan ons heeft aangeraden.
s Morgens hadden we hoogstaand (letterlijk) bezoek van een dappere jonge witte reiger die even voorbij de camper kwam lopen, en om 10 uur een
afspraak met Mister Brian Champagne, swamp tour operator aan het Saint Martin
Lake. Een twee uur durende rondvaart door de zoetwatermoerassen met hun unieke
fauna en flora is een indrukwekkende ervaring: cypressen met hangend mos
waaiend in de wind, waterlelies,prachtige watervogels én alligators, heel sprookjesachtig;
een beeld uit een fantasyverhaal. We laten de fotos voor zich spreken.
Alligators laten jou met rust als je hen met rust laat, maar je hebt beter niet
met ze te doen; hun staart blijkt hun gevaarlijkste verdedingswapen te zijn. In
de pittoreske hoofdstraat van Breaux Bridge zijn we dan s middags toch binnengeraakt
in het Café Des Amis met gumbo op het menu. Gumbo is echt Cajun food: een dikke
maaltijdsoep met plaatselijke ingrediënten: okras, shrimps, kip enz. En s
avonds was het chillen en plannen van de volgende dagen: richting Baton Rouge
en New Orleans!
18 mei - The French Connection - over Acadiens, Creolen en Gumbo
Onze dag startte met een bezoek aan het
Bokrijk van Louisiana: the Acadian village in Lafayette. In een prachtig,
natuurlijk park werden originele huizen uit de 18e en 19e
eeuw uit Louisiana samengebracht en heropgebouwd. Ze behoorden tot de
gemeenschap van de Acadiens, Canadese Fransen die gevlucht zijn voor de
Engelsen uit Nova Scotia.Grappig was dat de schildpadden die op een stuk hout in de vijver lagen te zonnen, geplaagd werden door een prachtige vlinder, zodanig dat ze op den duur het hazenpad (bij wijze van spreken) kozen. De volgende stop was Saint-Martinville, op zoek naar
de Bayou, maar op impuls van Fons brachten we eerst nog een historisch bezoek
aan een suikerplantage die indertijd werd uitgebaat door de Creoolse familie
Olivier, de Longfellow-Evangeline historic site.De balie werd bemand door een van de mannen
van ZZ-top (man, wat een baard) en onze gids was een charmante bevallige dame
die naast haar moedertaal heel mooi Frans praatte en die zelfs België kende van
haar bezoek aan de Expo 1958! Ze vond het belangrijk om ons het erg gelaagde
woord Creool uit te leggen: oorspronkelijke Creolen waren Fransen geboren in
de kolonies; ze namen de naam aan in Amerika om zich te onderscheiden van de
rest van de bevolking. Later werd de naam ook gegeven aan mensen van gemengde
afkomst, o.a. uit de Caraïbische gebieden. Op aanraden van onze gids zijn we
voor het avondmaal naar Café des amis in Breaux Bridge getrokken, maar helaas
volgeboekt (damnit, no gumbo!) en van arren moede in het plaatselijke
Italiaanse restaurant terechtgekomen waar we bediend werden door Garret 'Woody' Wood,
een jonge gast in kelneropleiding die het vreselijk cool vond om met Belgians
kennis te maken; hij kon het niet laten om ons uit te vragen. We hebben hem dan
maar een fatsoenlijke tip gegeven! Pol heeft er alleszins zijn dorst kunnen lessen. Voor de nacht hebben we de visclub(RV-camping)
in Breaux Bridge gevonden, een heel stuk rustiger dan gisteren. Pol gaf me daar
een tik waar ik niet goed van was (een cola-tic).
Vandaag hebben we the great state of Texas achter ons gelaten en de
grens met Louisiana overgestoken.
En we hebben het geweten: de Louisiaanse wegen zijn verrassend slecht:
hobbelig, opgelapt, ze maken de camper tot een bonkige rammelkar( gelukkig dat
ie stevig gebouwd is!) Erger dan in België, moeilijk te geloven, maar waar! In
Texas hebben ze duidelijk meer oliedollars voor hun wegen. Het wodt duidelijk
dat de Verenigde Staten een federatie zijn van verschillende landen met elk
een stuk specifiek beleid en specifieke wetten. Het landschap is uitgestrekt en vlak, overal
dezelfde begroeiing met ertussendoor gezaaid vooral lage houten huizen, van
mooi gebouwd tot echte koters met een hoop rommel errond. Stenen huizen zijn
eerder schaars. Leegstaande panden laat men hier gewoon staan, er is hier nog
plaats genoeg. Langs de wegen zie je vooral handelspanden, autobedrijfjes,
fastfoodzaken, benzinestations en baptist churches. Maar ook rijstvelden. En
heel bijzonder: in die rijstvelden wordt crawfish (zoetwaterkreeftjes) gekweekt
en gevangen. De regio leeft hoofdzakelijk van landbouw: veeteelt en bonenkweek,
ook en vooral voor export naar de andere staten. Americans
love beef and beans, you know. Pol en Fons als worstenliefhebbers moeten zich
hier serieus inhouden als we gaan shoppen. We gaan richting Lafayettte en hopen er
morgen aan te komen. Maar eerst even gestopt in het stadje (dorp) Eunice, bij
het Cajun Music Hall of Fame and Museum.Veelbelovende titel voor een éénkamermuseumpje, ondergebracht in een oud
houten treindepootje. Een lief ouder dametje gaf uitleg over de rits muzikanten
die vanaf begin vorige eeuw in Eunice de lokale bevolking begeleidden bij hun
volksdansen en wiens fotos nu tegen de muren hangen te vergelen . Oude
bandoneons van Duitse makelij liggen verstild in vitrinekasten. We geven de
dame een fooi voor haar assistentie maar vallen ze toch nog even lastig om een
groepsfoto van ons te maken voor haar museum. Pol speelt even machinist op de
museumtrein.Kijk, ernaast ligt nog iets: het local depot museum. Wij naar
binnen: weer een ouder dametje als museumwacht! Hier hebben ze echt alles
bewaard wat te vinden was in het oude Eunice: weefgetouw, spinnewiel,
poppetjes, edelstenen, opgezette dieren, een shoe shine stoel, wat Indiaanse
artefacten, een mechanische reuzeprikklok... Een echt lange geschiedenis heeft
het dorpje eigenlijk niet, want in 1894 heeft de heer CC Duson hier een stok in
de grond geklopt met de historische woorden: hier zal ik een stad bouwen en
haar de naam van mijn vrouw geven. Het depot is erkend als historical site. Je
moet ergens beginnen, he. We horen er wel dat men langs de Mississippi
effectief de sluizen heeft opengezet om de steden Baton Rouge en New Orleans te
vrijwaren.
We hebben met de camper overnacht in de KOA-camping in Duson naast de
Innerstate snelweg, duur, lawaaierig en ouderwets én niet aangepast, maar enfin
het lukte wel. Er kwam wéér een politieauto opdagen we hebben al elke dag een
sheriff gezien, maar de man had gewoon hoog water en gebruikte gewoon even de
toilietten. Opmerking van Pol: hij moest ook zijn sluis openzetten.Morgen gaan
we richting Sint-Martinville en Breaux Bridge om in het leven van de
Franstalige gemeenschap in Louisiana te duiken!
Maandag 16 mei '11 - On the road & het mysterie van de fopspeen
Na een rustige (nou ja rustige, met drie snurkende mannen is dat wat
relatief) nacht in hotel Comfort Suites Houston zijn we de camper gaan
ophalen.Daarvoor bestelden we via het
hotel een taxi waarin naast de bagage ook een rolstoel geborgen kon worden. Buiten wachtend aan het hotel kwam een Amerikaanse stadsvogel, wat men hier een "grackle" noemt, even kennismaken met ons. Je kan ze vergelijken met de merels in onze steden, maar ze maken een heel ander geluid (zie foto). Aangename verrassing toen de taxi arriveerde: het werd een speciaal aangepaste wagen met oprijgoot via
de koffer, en nog een mooie kar ook! Alles ging erin, maar aangekomen bij de
ophaalplaats van de camper slipte bij het uitladen zijn koffer weg en kwam hard
op de scheenbenen van Pol terecht en nam op zijn duikvlucht wat huid mee, hij
was er natuurlijk niet goed van . Opeens was het een beetje alles tegelijk: de
camper regelen, Pol die even acute verzorging nodig had...Daardoor was de concentratie een beetje weg
bij de controle van de camper.Prachtige
machine trouwens: een huisje op wielen. Eerste proefrit door Fons lukte best en
we deden wat inkopen enkele miles verder. Bij het verlaten van het warehouse
zagen we een deuk in de rechterdeur: ??? Was die er al? Niet gezien bij de
rondgang tijdens het overhandigen van de sleutels. Misschien op de parking
gebeurd tijdens het winkelen? Waar was trouwens de voorste nummerplaat ????Ola, dat begint hier goed... Toevallig was de
lokale sheriff ter plekke, bezig met het afronden van een verhoor voor
shoplifting (winkeldiefstal); dus Pol recht op hem af en even raad gevraagd
over de eenzame nummerplaat: "Yeah, you need two of them around here,
sir!" Allez vooruit, dan maar terug naar het mobilhomecenter. Nee hoor,blijkt
dat er eigenlijk geen probleem is : Twee nummerplaten is wel verplicht in Texas
maar de camper is in Florida ingeschreven en daar is maar 1 nummerplaat nodig...
die deuk? Ja dat wisten we, is aangegeven, niets van aantrekken. So have a good
trip!
We hebben richting Eunice genomen om daar het Cajunmuseum op te zoeken,
maar door al die toestanden hebben we voor de nacht onderweg halt gehouden op
een RV-camping in Beaumont (Hidden Lake resort).Bij het uitladen van mijn rolstoel kwamen
Fons en Pol redelijk gniffelend naar mij: 'Er is iets uit je rolstoel
gevallen...'.? Wat dan?' Fons opent
zijn hand: een fopspeen. Een TUTTER?? Hilariteit natuurlijk. Ik zie die mannen
hun pretoogjes twinkelen: leg ons dat eens uit! Ik weet begot niet (meer) hoe
dat ding daar terechtgekomen is! Omdat die rolstoel nieuw is, moet die al een
hele tijd ergens vastgezeten hebben in mijn oude zitkussen dat is meegekomen.Dementia praecox: heeeeel vaag zegt mij die
fopspeen iets,lang geleden, maar in welke omstandigheden, van wie, waar,
wanneer?? Er gaat geen lichtje branden in de kelder... Dus beste lezer: als je
deze tutter herkent, lieve lezer, dan mag je je verloren voorwerp bij mij komen
ophalen... en dan kan ik misschien een plausibele uitleg aan mijn reisgenoten
verschaffen. Voorlopig blijft hij de mascotte van de reis.
Foto 3: Bush airport in Houston (wat wil je, we zijn in Texas!)
Foto 4: héhé eindelijk uitgecheckt
Foto 5: the skyline van Houston
Foto 6: aankomst in hotel "Comfort Suites", geeft een wat koloniale indruk
Foto 7: het hotel aan de buitenkant (kijk, een palmboom!)
Foto 8: De dubbele waterfontein: eentje voor personen die kunnen staan en eentje voor zittende dorstigen (of is het toevallig voor kinderen bedoeld? Het is toch mooi meegenomen).
Na 11 uur stil gezeten in een vliegtuigstoeltje, 5 controles gepasseerd, een geweldige service van KLM gehad, zijn we in Houston geland 10 uur lokale tijd. Voor twee van ons voor de eerste keer op Amerikaanse bodem. De eerste indruk is dat het hier erg efficiënt georganiseerd is; ook Houston voelt zo aan. Echt gezellige stad is het niet. Ingecheckt voor een nacht in Hotel Comfort Suites dichtbij de luchthaven, en daarna toch de bus genomen om de stad te verkennen. De stadsbussen (metro) zijn hier aangepast voor rolstoelers: ze hebben allemaal een elektrische platformlift; alleen worden ze niet veel gebruikt... De zwarte chauffeur begon heel enthousiast aan het inladen en 20 minuten later was ie nog bezig... technical problem. De passagiers bleven heeeeeel geduldig gewoon wachten.... dat was ferm. Niemand maakt hier een opmerking of maakt zich druk. Heel opvallend is dat er bijna geen blanken het openbaar vervoer nemen. Wat je ziet in deze grote business-stad is heel veel autoverkeer, waarbij je als voetganger moet uikijken, want de Vlaamse wetgeving passen ze niet toe. We hebben toch een barbecue-restaurantje gevonden dankzij de buschauffeur in het stadscentrum. Opeens sprak ons daar een Amerikaan aan van wie bleek dat hij iets van België wist, dankzij een Vlaamse vriend: "It's amazing how you guys keep going your system without a government!.
Hier is het 7 uur vroeger dan in België, wat maakt dat we eigenlijk alle drie 24 uur in het getouw zijn geweest. Het advies om onze uurwerken bij het opstijgen van het vliegtuig al 7 uur terug te draaien heeft goed gewerkt. Niet te veel last gehad van jetlag. Zal ons benieuwen wat het geeft als we terugkomen.
Qua handicap ben ik (Rudi) hier wel de koning te rijk: ALLES is tot nu toe gewoon toegankelijk. In het hotel hebben ze zelfs twee drinkfonteintjes naast elkaar, en het ene staat op ... rolstoelhoogte (zie foto!). Nu gaan de camper ophalen en trekken we richting Lafayette onder een blauwe lucht en 25 graden (Celcius!). NB foto's volgen nog!
Dank jullie voor jullie toffe reacties op het gastenboek! Al die goede reiswensen zullen we goed kunnen gebruiken, want the Old Man River is nog steeds serieus aan het zwellen, volgens het laatste nieuws deze zaterdag voormiddag: http://nos.nl/video/240378-rivier-mississippi-bedreigt-louisiana.html, wat maakt dat we toch wel afreizen naar niet zo onbedreigd gebied. De gouverneur van Louisiana (Jindal) heeft inwoners in het zuidoosten van Lousiana opgeroepen om het gebied te verlaten, omdat het leger dit weekend een overlaat van de Mississippi opent om twee grote steden te beschermen, waaronder New Orleans. Als de overlaat wordt geopend, zullen 25.000 mensen daar de gevolgen van ondervinden en komen honderdduizenden hectares land onder water te staan. Het wordt misschien echt wel een Muddy Waters (modderige wateren) avontuur... Hoe dan ook, de laatste voorbereidingen zijn getroffen, we zijn er klaar voor. Dit moesten we toch even doorspoelen: zie foto van de 3 "beauties". Zondagochtend 10 uur gaan we in Schiphol aan boord voor Houston. Let's get this trip rolling..!
Dag lezers, vrienden, vriendinnen, familie en onbekenden (maar niet onbeminden), én bluesliefhebbers!
Hoe gaat zoiets... iemand heeft passie voor bluesmuziek én een droom, denkt: "Och, als dat ooit eens zou kunnen; misschien, als ik ooit met pensioen ga..." Opeens is die tijd daar, hij deelt zijn droom met een vriend; die ziet dat wel zitten. Die vriend vertelt het aan een andere vriend, en op een goeie dag doe je het. De omstandigheden hebben zich gevormd en de gelegenheid is samen gecreëerd. De droom is: 'Ooit in mijn leven de cabin van bluesmonument Muddy Waters aanschouwen'. Op 15 mei vertrekken we vanuit Schiphol naar Houston, Texas. Daar staat de camper te wachten, nog niet beseffend dat hij 2,000 miles achter de kiezen en in zijn wielen zal hebben als we hem op 15 juni in Chicago weer achterlaten... Het aftellen is begonnen!