Als we ziek zijn, gaan we naar de dokter of moeten we medicijnen nemen of ...

Ons lichaam kan ook ziektes voorkomen.

Om te weten te komen hoe ons lichaam er voor zorgt dat er geen microben in onze oren, ogen, neus, mond of longen komen, deden we enkele proefjes.

Proef: Prik met een naald op enkele plaatsen in je hand.  Welke plaats doet het meeste pijn?

Proef: Draai met je rug naar het venster, bekijk je pupillen in de spiegel, draai nu met je gezicht naar het venster, wat gebeurt er met je pupillen?

Proef: Blaas eens stevig in het gezicht van je partner.  Wat gebeurt er met zijn ogen?

Proef: Snij stukjes ui in kleine stukjes.  Wat gebeurt er met je ogen?

Proef: Verstuif water in het gezicht van je partner.  Wat merk je aan de wenkbrauwen?

Proef: Ruik aan de inhoud van potjes.  Welke eten ruikt bedorven?

Jeugdboekenweek : “Een zee van tijd” !

De jeugdboekenweek liep van 2 maart en nog tot 17 maart lin heel Vlaanderen.

Tijdens dit grote kinderboekenfestival worden de mooiste boeken in de kijker gezet in onze bibliotheken, cultuurcentra en scholen.

Ook wij trokken met onze klas naar de bibliotheek van Herk-de-Stad voor een “tocht door de tijd” !

We werden in groepjes per 3 opgesplitst,

ieder groepje kreeg een vijftal boekenen een vragen- en opdrachtenlijst i.v.m. de tijd

o.a. de dinosaurussen, de Grieken en Romeinen, Egypte, Vikingen, Ontdekkingsreizigers, ...

Het werd een boeiende tocht in de geschiedenis.

Vandaag gingen we van start met het maken van een folder.

In onze folder geven we tips in verband met gezondheid.

Ieder duo maakt een folder voor een klas van onze school.

Eerst bekeken we een aantal folders i.v.m. gezondheid.

Daarna gingen we in duo's brainstormen over de tips die we in onze folder willen.

Vervolgens gingen we in duo's met de computer aan de slag, we tikten onze tips in

en maakten m.b.v. WordArt onze titel.

De volgende weken werken we aan de afwerking van onze folder, we maken er wat tekeningen bij

en kleuren hier en daar wat letters in zodat onze folder aantrekkelijk wordt. 

Het resultaat volgt nog.

Bijlagen:
krant 2 2013.doc (8 MB)   

We maakten kennis met samengestelde woorden met lichaamsdelen.
We gingen op zoek naar 'vieze' kantje van ons lichaam zoals oorsmeer, neussnot, zweethanden, stinkvoeten, ...
In een groepsopdracht gingen we op zoek naar nog meer samengestelde woorden met lichaamsdelen,
dit door ze uit te beelden.
Wat is trouwens het verschil tussen 'neussnot' en 'snotneus'?

We lazen over enkele straffe kunstjes die mensen met hun lichaam doen.

Ieder koos er het strafste kunstje uit.

- 159 houten wasknijpers op je gezicht vastzetten

- 51 kg aan één oor optillen

- 1399 kg betonblokken op je lichaam laten stapelen

- treinwagons die meer dan 80 000 kg wegen voortrekken met je tanden (kunstje van onze Belg John Massis!)

- aan je baard een vrouw van 61 kg optillen

...

Vervolgens was het onze beurt.  Kunnen wij ook straffe kunstjes met ons lichaam?

Wie kan er:

- cirkels draaien met zijn rechtervoet en ondertussen achten draaien met de rechterhand?

- de wijsvingers naar elkaar toe keren en ze in tegengestelde richting laten draaien?

- fluiten zonder z'n vingers te gebruiken?

- met het puntje van z'n tong het puntje van z'n neus raken?

- met z'n grote teen het puntje van z'n neus raken?

- een balletje over de grond duwen met z'n neus?

Vandaag kregen we een antwoord op enkele vragen i.v.m. ons lichaam.

Eerst waagden we een gokje en vervolgens gingen we op zoek naar het juiste antwoord in tekstjes in ons taalboek.

Tot slot namen we een kijkje in het "Guiness Book of Records".  Het klonk vaak van WAUW, of BAH.

Wist je dat ....

- de grootste voeten 44 cm lang zijn, wat goed is voor een schoenmaat 63

- de grootste handen 32 cm lang zijn

- de langste vingernagels 80 cm zijn

- het langste haar 5 m en 62 cm lang is

- de zwaarste mens 635 kg weegt

- de kleinste mens ooit 57 cm was

- de grootste mens ooit 2 m en 72 cm was

Vandaag gingen we van start met een nieuw thema "Blij met mijn lijf".

Om een idee te krijgen waarover we het in dit thema allemaal gaan hebben, zijn we gestart met een groepswerkje.

Elk groepje kreeg een aantal kaartjes, we moesten een kaartje trekken, de vraag lezen en ons afvragen of we het antwoord op de vraag wisten, vervolgens gaven we de vraag door aan onze buur en hij/zij schreef z'n naam bij 'ik weet het antwoord' of 'ik weet het antwoord niet'. 
Tot slot beantwoordden we de vragen waarvan we het antwoord dachten te weten.
We vroegen elkaar de kleren van het lijf met o.a. de volgende vragen:

- Hoe lang kan ons haar worden?

- Wat is een liftersduim?

- Wat is de grootste schoenmaat?

- Kan je ziek zijn van verdriet?

- Hoe verzorg je je lichaam?

- Wat is voethaar?

....

We starten met een nieuw thema "Wij maken een krant!".

In dit thema zullen we op zes momenten in verschillende hoeken werken in groepjes van ongeveer vier kinderen.
De groepjes voeren in elke hoek een andere activiteit uit.

Hoek 1: 'Krantenkoppen'
De kinderen verzinnen een kort bericht bij krantenkoppen en zoeken nadien het juiste bericht bij die krantenkoppen.

Hoek 2: 'Vraag en antwoord'
De kinderen bereiden een interview voor met iemand van de school, ze nemen het interview af en schrijven het uit voor in de klaskrant.

Hoek 3: 'Sprekende foto's'
Elke leerling kiest twee foto's uit de krant en geeft er wat uitleg bij, vervolgens kiezen ze er samen twee foto's uit voor in de klaskrant.

Hoek 4: 'Verslag voor de klaskrant'
De leerlingen kiezen samen een recente gebeurtenis om over te schrijven.  Ze brainstormen over het onderwerp en schrijven in duo's een verslagje voor in de klaskrant.

Hoek 5: 'Boeiende berichten'
De kinderen werken rond krantenberichten, ieder kind leest twee berichten voor en samen gaan ze op zoek naar de juiste tekstsoort.
Welke tekstsoort willen we nog in ons krantje plaatsen?

Hoek 6: 'De plezante kant van de krant'
De kinderen schrijven in duo's een raadsel, mop, gedicht of quiz voor in de klaskrant. 
Ze lezen eerst enkele voorbeelden en gaan daarna zelf aan de slag.

Zo gaan de kinderen tijdens dit thema twee kranten samenstellen.

We beginnen het thema met verschillende soorten kranten te bekijken en met brainstormen rond onze klaskrant.
Vervolgens noteren we wat schrijftips die ons kunnen helpen om een goed krantenbericht te schrijven.
We beluisteren ook enkele interviews om ideeën op te doen voor ons eigen interview.
In een krant staan niet alleen berichten of artikels maar ook foto's. Bij die foto's staat meestal een onderschrift. 
Dat onderschrift vertelt iets over de foto.  We bekijken samen enkele foto's en kiezen het passende onderschrift.

We staan ook even stil bij het verspreiden van nieuws, nu gebeurt dat door de radio, de tv, de krant, het internet, ..., maar hoe gebeurde dat vroeger? Wat zijn de voordelen van hoe het nieuws nu verspreid kan worden t.o.v. vroeger?

Op donderdag 31 januari is het dan zover!  We starten met onze klaskrant.

In bijlage vinden jullie ons eerste krantje gedoopt met de naam "Eendjesblad",
We verkochten ons eerste krantje t.v.v. Broederlijk Delen, dit bracht een mooie 90 euro op!  Dankjewel!

Veel leesgenot!

Bijlagen:
krant 1 2013.doc (8 MB)   

We staan een beetje beteuterd naar de blauwe lucht te kijken. 
Hoe kunnen we weer groter worden?
(De kinderen hadden natuurlijk allerlei lekkere ideeën: frieten eten, een koekje eten, oliebollen, cake)
"Misschien moeten we weer een drankje drinken", zegt Martijn.
We gaan op zoek naar een flesje.  Maar dan stoot Martijn zich aan een steen,
onder de steen vinden we twee enveloppen met "Lees mij!" erop. 
Het is één brief voor Fabio en één voor Martijn.  We lezen de brieven aan elkaar voor en zo worden we weer groot.

Ons ondergrondse avontuur is ten einde.  Tot slot wijzen we Martijn en Fabio op een plannetje de weg terug naar huis.

Het werd een spannende dag, vandaag deden we met 8 kinderen van onze klas mee aan het trefbaltornooi.
We speelden trefbal tegen verschillende Herkse scholen.
Het begon heel goed, onze eerste 2 matchen tegen het Herk Centum 5 (A) en 't Leerrijk wonnen we.
Daarna werden we door de Schuit (A) van de kaart geblazen.
Onze volgende matchen tegen Herk Centrum en Herckerhof, konden we weer winnen.
Onze laatste match tegen de Schuit (B), de winnaars, verloren we jammer genoeg!
Het was bijzonder spannende, leuke dag met veel kriebels in de buik!!! 
Onze eindscore was 4 op 6.
Zo eindigden we op een mooie tweede plaats. 
We gingen met een trots naar huis om volgend jaar zeker weer van de partij te zijn!

Proficiat aan alle deelnemers!!!

Het mannetje houdt zich aan zijn woord,
als wij de eed in ons spelligboek aanvullen en de eed afleggen
mogen we lid worden van de Vereniging van Grotten en Tunnels
en ontvangen wij een lidkaart.

We nemen afscheid van de graafmannetjes en nemen nu de andere opening in de tunnel op weg naar de Vereniging voor Grotten en Tunnels.

Opeens komt er een mannetje uit een hoekje dat roept: "Ho, ho, niet zo snel. Vooraleer jullie het vergaderlokaal binnen mogen, moeten jullie eerst bewijzen dat jullie iets van grotten en tunnels afweten."

Oh, neen, weer een opdracht en wij willen naar Martijn!

We krijgen een bijzondere tekst over grotten van het mannetje, maar de tekst ligt door elkaar, aan ons om de tekst in de goede volgorde aan elkaar te plakken.

Als we deze opdracht goed hebben, mogen we lid worden van de Vereniging van Grotten en Tunnels. Joepie, leuk!

W.O. was deze keer een echte doe-les.
We maakten een ketting met restjes kaas, appel, brood en pinda's voor de vogeltjes,
we smolten vet en deden er zaadjes in voor de vogels,
we maakten van blik en touw een telefoon,
we maakten erwten- en bonensoep
en we leerden het digitaal fototoestel wat beter kennen.

We zetten onze zoektocht naar Martijn onder de grond verder.

Onder de grond horen we opeens een zacht geluid, het is een klein dasje dat huilt.

Het kleine dasje heeft schrik van de vossen die in hun dassen-burcht wonen, aan ons om de vossen te verjagen.

In duo's wijzen we elkaar de weg op een plannetje en verjagen zo de vossen.

Wat een avontuur!

"Bonjour!" horen we plots zoemend in onze oren, het is de prachtige Franse kever, Louis.

Hij kan al heel goed Nederlands, maar hij heeft een probleem met het schrijven van onze taal.

Dus leren wij Louis zonder fouten schrijven, wij leren hem drie regels:

- hoor je op het einde van een woord een oo, aa of uu dan schrijven we deze kort, nl. o, a, u (zo, ga, nu).

- de verdubbelingsregel: ik hoor een korte klinker, gevolgd door 1 medeklinker, ik schrijf de medeklinker dubbel.

   (bij meerdere klankgroepen)

- de verenkelingsregel: ik hoor een lange klinker, gevolgd door 1 medeklinker, ik schrijf de lange klinker enkel.

   (bij meerder klankgroepen)

Vandaag, dinsdag leerden we over de winter, we gingen op pad om onze derde foto (zomer, herfst en nu winter) van onze boom te trekken
en daar hoorde natuurlijk ook sneeuwpret bij!

We gaan verder op pad en ontmoeten het groentemannetje, hij vraagt of we Maja willen helpen met haar groentetuin,

ze heeft er een rommeltje van gemaakt: alle groenten staan door elkaar.

Als we goed naar het groentemannetje luisteren krijgt alles netjes een goede plaats in de tuin

en weten we ook welk tuingereedschap we nodig hebben om Maja te helpen.

Ook het groentemannetje heeft wat opgeruimd en heeft een brief gevonden van Martijn. 

In de brief schrijft Martijn dat hij bij de Vereniging voor Grotten en Tunnels op Fabio en ons zal wachten.

We kunnen hier niet snel genoeg weg zijn en hollen snel door de gang naar de Vereniging. Maar plots kunnen we niet verder, een enorme afvalberg verspert de weg, de moed zakt ons in de schoenen, nu moeten we die afvalberg eerst nog opruimen, zo geraken we nooit op tijd bij de Vereniging.  Een enorm vuil mannetje vraagt of wij willen helpen met het sorteren van het afval.

We leren de verwijswoorden te gebruiken bij het sorteren.

Deze fles hoort in die container.

Dit blikje hoort in deze container.

Dat doosje hoort in die container. ...

Eindelijk is de afvalberg opgeruimd, we zetten onze tocht verder, plotseling struikelen we over een draad, er loeit een sirene.  Het postmannetje houdt ons tegen en geeft ons een brief van de mama van Fabio, zij is erg ongerust, voor we verder mogen, moeten we eerst een brief terug schrijven aan de mama van Fabio.

Als we de brief geschreven hebben nemen we snel afscheid van het postmannetje, eindelijk zien we een bordje waarop staat: Vereniging voor Grotten en Tunnels.  Nu Martijn nog vinden.  In de grond vinden we twee openingen, welke moeten we nemen?  Op goed geluk nemen we de rechtse, we komen bij de Grot van Toen.  Een groep kleine mannetjes zit rond een grote bak met vreemde voorwerpen.  Het zijn de graafmannetjes en ze spelen een raadspel.  "We laten jullie niet gaan, vooraleer jullie ons superleuke spel gespeeld hebben," zeggen ze.

Net als de graafmannetjes spelen we een raadspel.  We beschrijven een voorwerp dat we onder de grond vinden en wie het eerst het voorwerp raadt, wint het kaartje.  Wie verzamelt de meeste kaartjes?

Op maandag zijn we met een nieuw thema gestart nl. 'Ondergronds'.

In dit thema gaan we op zoek naar Martijn Coens, die verdwenen is.

Door middel van een opsporingsbericht krijgen we een idee over wie Martijn is,

hij is voor het laatst in het park 'De Warande' gezien door Fabio, zijn beste vriend.

Werd hij ontvoerd, is hij in de vijver gevallen of in de diepe kuil?

Samen met Fabio gaan we op zoek naar Martijn. 
We nemen een kijkje bij de kuil en horen daar een vreemd stemmetje,
het blijkt het stemmetje van een aardmannetje te zijn.

Van de aardmannetjes mogen we een kijkje onder de grond nemen, 
maar dan moeten we eerst een opdracht uitvoeren. 
We moeten enkele dieren onder de grond beter leren kennen
zodat we niet zouden schrikken als we ze onder de grond ontmoeten.

In duo's gaan we aan de slag, we maken kennis met de mier, de mol, de regenworm,
de meikeverlarve en de ijsvogel.  In elk tekstje gaan we op zoek naar wat het dier eet,
wie zijn vijand is, waarmee hij graaft en wat er bijzonder is aan het dier.

De aardmannetjes feliciteren ons met onze opdracht en we mogen onze tocht onder de grond verder zetten. 
Daar staan we voor een volgend probleem. We moeten door een deurtje dat veel te klein is voor ons. 
Gelukkig vinden we een recept van een verkleiningsdrankje.  We noteren wat we nodig hebben voor het recept
en hoe we het moeten maken.  Vervolgens brouwen we het toverdrankje en drinken het samen op,
en ja hoor, we worden steeds kleiner en kleiner zodat we door het deurtje kunnen.

We rommelen wat aan de deurknop en ineens zwaait de deur open. 
Maar wat is dat voor kabaal, we horen een oorverdovend gehuil van mierenbaby's. 
De grote mieren zijn boos en eisen dat we de mierenbaby's terug in slaap laten vallen door een verhaaltje te vertellen,
zoals Martijn. 
Om een idee te krijgen welk verhaal de mierenbaby's leuk vinden, lezen we het verhaal dat Martijn verteld heeft. 
Maar de woorden van elke zin staan door elkaar. 
We knippen per twee een zin in zinsdelen en maken er een mooie zin van.

Zo, nu we een idee hebben over welk verhaal de mierenbaby's leuk vinden, gaan we zelf op zoek naar een geschikt verhaal.

Per twee kiezen we een tekst in ons tekstboek en bereiden deze tekst voor.
Daarna lezen we de tekst in groepjes aan elkaar voor en kiezen we het geschiktste verhaal.