KERK & TOERISME BRUSSEL v.z.w. wil het Brusselse in hoofdzaak religieuze kunstpatrimonium beter bekend en toegankelijk maken door informatie, animatie, onthaal en vorming, in een christelijk en kunsthistorisch perspectief.
MB Maria Bogaert PW Paul Wieërs GvE Guido van Eeden LF Luk Faems MG Michel Govaerts JPVB Jean-Pierre Van Binnebeek
Beoordeel dit blog
KERK EN TOERISME BRUSSEL
23-12-2023
De geboorte van Jezus
DE GEBOORTE VAN JEZUS
Bijbel (Lc.2,1-7)
1 In die dagen kwam er een besluit van keizer Augustus, dat er een volkstelling moest gehouden worden in heel zijn rijk. 2 Deze volkstelling had voor het eerst plaats toen Quirinius landvoogd van Syrië was. 3 Allen gingen op reis, ieder naar zijn eigen stad om zich te laten inschrijven.
4 Ook Jozef trok op en omdat hij behoorde tot het huis en geslacht van David, ging hij van Galilea uit de stad Nazaret naar Judea, naar de stad van David, Betlehem geheten, 5 om zich te laten inschrijven, samen met Maria, zijn verloofde, die zwanger was.
6 Terwijl zij daar verbleven, brak het uur aan waarop zij moest bevallen; 7 zij bracht haar zoon ter wereld, haar eerstgeborene, wikkelde Hem in doeken en legde Hem neer in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg.
Betekenis
Het is de Kerk bij het instellen van het geboortefeest (in de 4de eeuw) vooral te doen om de blijvende betekenis van Jezusgeboorte voor elke christen, veel meer dan om een historisch juiste datum, zelfs indien ze die zou gekend hebben. De gelovige erkent dankbaar en blij dat hijzelf door het evangeliewoord wordt aangesproken: Heden is voor u een Redder geboren.... En hij/zij weet dat heden niet beperkt is tot de vermeende kerstdag 25 december anno 1.
Het gaat om de kern van het christelijk geloof: God die - uit liefde voor de mensen - in Jezus mens is geworden om hen te redden uit de macht van het kwaad en de dood.
Devotie: de kerstkribbe of het kerststalletje
De allereerste voorganger van het kerststalleke of het kribbeke is de verering van de geboortegrot zelf te Betlehem. De Griekse kerkschrijver Origines (ca.185-254) bericht reeds over pelgrims, die tijdens hun reis naar de plaats van het Heilig Gebeuren deze plaats bezoeken. Reeds in de eerste jaren van onze christelijke jaartelling zijn talrijke bedevaartgangers bekend die de armelijke kribbe rijkelijk opsmukken. Het gebruik gaat dus terug tot in de tijd van de oude kerk.
In de middeleeuwen wordt het kerkelijk feest enkel uitgebeeld door het opstellen van een kribbetrog in een kerkgebouw. Het bleef bij de uitbeelding van het lieve Kerstekind.
In de middeleeuwen en tot in de 16de eeuw wordt op het altaar een wiegje geplaatst met daarin een kerstekind-popje dat buiten de officiële diensten onder gezangen gewiegd wordt. (Museum Mayer van den Bergh, verguld en gepolychromeerd, Brabant, 15de-eeuw)
Eigenlijke kerststallen komen pas op in de 13de eeuw, wanneer overal de belangstelling voor historische (en menselijke) details van het Jezusverhaal toeneemt en leidt tot nieuwe vormen van devotie. Tot ver in de 19de eeuw gold de heilige Franciscus van Assisi als de uitvinder van de kerstkribbe. Alleszins wist hij de kerststallentraditie een bijzondere stimulans te geven door in het jaar 1223 in het woud van Greccio de kerst-mis te vieren in een natuurlijk decor met levensgrote figuren: een kribbe-viering. Uit een voedertrog bouwt hij een houten kribbe op en voor de kerstpreek brengt hij een levende os en ezel mee. Franciscus wil op die manier de kerstliturgie alleszins aanschouwelijker maken. Nieuw daarbij is de idee de armzalige kribbe in een landschapsomgeving in volle werkelijkheid op te stellen. Franciscus voegt er niet alleen de dieren bij, hij verplaatst de liturgie naar de vrije natuur om de herdenking van de geboortenacht voor de geest te roepen. In de daaropvolgende tijden vieren de volgelingen van de Franciscaner orde ieder jaar het kerstfeest in de door hun ordestichter gevestigde vorm.(Bieritz, p.180)
Meer en meer komt het gebruik in voege. In de 16de eeuw neemt het aantal kerststalletjes in de kerken snel toe.
Vanaf de 18de eeuw worden ze ook opgenomen onder de gebruiken binnen het gezinsleven, althansvan de gegoeden. Ze zijn zeer geliefd de kerstkribben en kerststallen - afbeeldingen van het Christuskind in de kribbe, zijn ouders, de engelen, herders en koningen en ook de dieren, die door de speelse fantasie worden toegevoegd. Naast de aristocratisch geklede Napolitaanse kerstbeelden en stallen, zijn vooral de meer volkse Provençaalse kerststallen bekend met veelkleurig beschilderde terracotta beeldjes van alle lagen van de dorpsbevolking, alias des santons. De massaproductie sinds begin 20ste eeuw, in plaaster, nadien in plastic, maakt een kerststalletje mogelijk in ieder gelovig huisgezin.
Voorstellingswijze
Soms wordt de geciteerde volkstelling van keizer Augustus (Lc.2,1-2) in beeld gebracht samen met de reis of de aankomst van Jozef en Maria in Betlehem (Pieter Brueghel, 1566, Brussel, KMSK).
De meeste aandacht gaat evenwel naar de boreling Jezus. In de oudste traditie ligt Maria te bed en het Kindje naast zich of op een altaar (13de eeuw), meer verlevendigd (14de eeuw). Nadien ligt Jezus in of vóór de kribbe, eerbiedig geflankeerd door Maria en Jozef. Jozef stelt zich vragen omtrent de geboorte van dit Goddelijke Kind. Twee lastdieren, os en ezel, staan erbij. Hemels licht straalt vanuit de hemel of vanuit het Kind zelf.
Christuskind
- baby, blond krulhaar: pas geboren
- half / volledig in doeken gewikkeld. (v.7b). In feite bestonden deze windsels uit een hemdje, een mutsje en een zwachtel van 10 cm breed en 6 m lang, waarmee beentjes en armpjes tegen het lichaam gestrekt werden opdat de ledematen mooi recht zouden groeien (aldus ook de Talmudische geneeskunde): verzorging (cfr. Ez.16,4). Daarnaast houdt een kind in doeken gewikkeld ook een joods gebruik in waaruit blijkt dat de vader het erkent als zijn kind.
- naakt: pasgeboren, hulpeloosheid, armoede (ofschoon de doeken van v.7b)
- ligt: nabij de kribbe / op een met stro (en tarwe) gevulde kribbe of mand, bedekt met een wit lakendoek / in een ruif gevuld met hooi: zij legde Hem neer in een voederbak (v.7c)
- ligt naakt, omgeven door een lichtkrans op een doek op de grond, vóór de kribbe / op een bussel stro op de grond / op een pand van de mantel van Maria: niet vermeld in de bijbel, wél in het visioen van de heilige Birgitta van Zweden (1303-1373).
- de ogen gericht op Zijn moeder Maria, wijst met de rechterhand naar haar: de unieke band tussen kind en moeder.
- centraal; in het middelpunt van de vluchtlijnen: staat in het middelpunt van de belangstelling.
- het Kind vormt een lichtpunt, hetzij doordat:
- hemels licht valt neerwaarts op het Jezuskind: Hij is een geschenk uit de hemel, de Zoon van God
- zijn hoofd omgeven wordt door een (ring-)aureool / stralenkrans: verduidelijkt Zijn identiteit als Zoon van God.
- de lichtstraling in heel het tafereel komt vanuit het Jezuskind zelf en niet (zozeer) van de maan of een andere lichtbron zoals een fakkel of lantaarn: Jezus is het Licht van de volkeren, cfr. de proloog van het Johannes-evangelie: En het Licht schijnt in de duisternis (Joh.1,5), die gelezen wordt in de dagmis van Kerstmis.
Door de voorstelling van licht wordt het kersttafereel tot een echte (kerst-)nacht geënsceneerd.
De meest monumentale uitbeelding van de komst van Jezus in ons leven als het Licht van de wereld blijft wel de zonsopgang s morgens in het oosten achter de gekleurde ramen van de apsis in de gotische kerken!!! (Een intens licht dat je niet direct verwacht van een kerstekind )
Maria
- jonge vrouw, lang haar
- blauw en witte of rood en blauwe kledij, een eenvoudige, witte hoofddoek
- een (ring-)aureool, stralenkrans: heilig, d.w.z. zij laat God volledig toe in haar leven
- liggend in een bed, op de voorgrond (volgens de oudere Byzantijnse traditie)
- flankeert Jezus aan diens rechterzijde / zit vóór Hem: op de ereplaats t.o.v. Jezus
- knielt vóór het Kind neer: volgens het legendarische visioen van de heilige Birgitta van Zweden
(1303-1373): eerbied en aanbidding
- gevouwen handen: in aanbidding voor Gods Zoon
- heft een tipje op van het doek waar het naakte Kind in ligt: illustreert niet vers 7b (wikkelde Hem in doeken), maar wél de wil van de fiere moeder om haar Kind te tonen aan alle bezoekers, zowel de herders ín het schilderij als de toeschouwers erbuiten?
Jozef
- oudere man, donkerbruin (of grijs) (lang) hoofdhaar en baard
- donkere kledij zoals purper, rood, bruin: minder opvallend om de aandacht van de toeschouwer niet van Maria en Kind af te leiden
- een reisstaf in de hand: heeft een lange voetreis achter de rug van Nazareth in Galilea naar Bethleem in Judea; terwijl zijn hoogzwangere echtgenote op de ezel zat, heeft hij het lastdier geleid
- een bloeiende staf in de hand: de legendarische uitverkiezing als echtgenoot van Maria
- een soort bidsnoer in de hand: vroom
- flankeert Jezus: ofwel links t.o.v. Jezus (vaak rechts voor de toeschouwer) / juist achter de kribbe / of alleszins een weinig ter zijde, soms letterlijk op de achtergrond: op een mindere eervolle plaats dan Maria die de echte moeder is, terwijl Jozef slechts als voedstervader van Gods Zoon op de figuurlijke achtergrond staat.
- staat er verwonderd bij / buigt zich naar het Kind; houdt een open hand op in de richting van het Kind: stelt zich vragen omtrent (de geboorte van) dit Kind, immers hij verkeert nog in twijfel omtrent de conceptie van dit Goddelijke Kind bij zijn echtgenote Maria (cfr. Mt.1,18-25).
- houdt een brandende kaars in de rechterhand (Vlaamse Primitieven): volgens het legendarisch visioen van de heilige Birgitta van Zweden (1303-1373) en/of uit de middeleeuwse toneeltraditie als tijdsaanduiding van de nacht (Lc.2,8). Later wordt de kaars gevat in een lantaarn.
- heeft zijn sandalen uitgetrokken:indachtig Gods mededeling tot Mozes:Komt niet dichterbij en doe uw sandalen uit, want de plaats waar gij staat is heilige grond (Ex.3,5).
- eerbiedig geknield: in aanbidding voor Gods Zoon.
- bereidt een maaltijd (late middeleeuwen)
engelen
- in haar legendarisch visioen hoorde de heilige Birgitta van Zweden (1303-1373) de engelen zingen: sindsdien een belangrijkere rol in het kersttafereel
- gele, blauwe en roze kledij: feestelijke kleuren
a) een schare engelen zweeft boven de kribbe
- één of meerderen houden (samen) een banderol met de tekst van Lc.2,14 volgens de vulgaat-vertaling; hetzij meestal beperkt tot Gloria in excelsis Deo (Eer aan God in den hoge), hetzij soms geheel, met het vervolg: et in terra pax hominibus bonae voluntatis (en op aarde vrede onder de mensen van goede wil) (doch vanuit de meer getrouwe vertaling uit het Grieks: aan de mensen die Hij lief heeft).
- zingend en musicerend: vreugde alom voor de pasgeboren Redder van de wereld.
b) scharen zich rond het Christuskind: vol bewondering
- knielen neer / geknield: in aanbidding
God de Vader
Jezus komst onder de mensen betreft Zijn initiatief
- in het bovenste register, in de hemel: in de andere dimensie dan die van deze zichtbare wereld
- tiara en globe: Heer van het heelal, van al wat leeft
- zegenend: Hij staat er achter; Hij is Zijn Zoon nabij
Heilige Geest
- soms zweeft te midden van de engelen de zinnebeeldige duif van de H.Geest over het kerstgebeuren
vroedvrouwen
- vroedvrouwen: beklemtonen dat Jezus Christus waarachtig mens is, aldus de geloofsbelijdenis (op het concilie van Nicea); apocrief gegeven, opgenomen in de Legenda Aurea.
de os en de ezel
Verschiet niet: noch het ene, noch het andere lastdier staan in de bijbel. Wie meent dat Franciscus van Assisi in 1223 eerder toevallig een rund en een ezel benut heeft voor zijn kerstkribbe, heeft het mis voor. Voor de betekenis van de aanwezigheid van beide dieren bij de kribbe verwijzen oude bronnen naar teksten van de profeten Habakuk en Jesaja.
De profeet Habakuk beschrijft het komende oordeel van God over de goddelozen, maar wijst ook op de redding van de rechtvaardigen. In dat verband vermeldt de tekst van de Griekse vertaling van het Oude Testament, bij Habakuk 3,2: Tussen twee dieren wordt U gekend, een tekst die door latere bijbelvertalingen niet is overgenomen.
Van groter belang is de profeet Jesaja: Een rund kent zijn eigenaar en een ezel de krib van zijn meester, maar Israël heeft geen begrip, mijn volk geen inzicht (Jes.1,3).
De kerkvader Gregorius van Nyssa (4de eeuw), legt de tekst allegorisch uit: de os, die het juk draagt van de wet, is de vertegenwoordiger van het jodendom; de ezel draagt de last van de afgoderij en vertegenwoordigt het heidendom. Het kind in de kribbe is in staat te bevrijden van het juk van de wet en van de last van de afgoderij.
Een meer praktische reden die de aanwezigheid van beide dieren aannemelijk maakt is dat zij zorgen voor lichaamswarmte. Was de woonkamer van de Kempische hoevens ook niet gelegen vlak naast of boven de beestenstal?
eigenlijke voorstelling:
de os en de ezel
De os en de ezel, dat is het schorremorrie, het kleine simpele volk. Want ossen en ezels klinkt in het Hebreeuws als sjorremchamorrim en daar is ons Nederlands woord voor gespuis, uitschot van afgeleid.
- komen van achter naar voor kijken / liggen vooraan neer en kijken deels naar achter
- netjes parallel opgesteld: de ene links, de andere rechts achter de kribbe: ze flankeren hun Meester
- richten hun blik naar het Kind: ze herkennen hun Meester
- kijken in andere richtingen: tonen weinig belangstelling voor het kerstgebeuren.
de ezel
- het lastdier zo wordt aangenomen - heeft de Messias al gedragen voor zijn geboorte, toen Jozef en Maria op weg waren naar de stad van David. En straks zal hij Jezus opnieuw moeten dragen, op de vlucht naar Egypte. En later, meer dan dertig jaar later, heeft een ezel Jezus ook weer uit het leven weggedragen, op Palmzondag, toen ze de Messias als een koning wilden vieren, en Hij alleen wist dat Hij zijn dood tegemoet ging. Een ezel: het lastdier bij uitstek.
- staat dicht achter zijn begeleider Jozef: als rijdier van het ouderpaar
- staat uit de voerbak te eten: een ezel (kent) de krib van zijn meester (Jes.1,3)
- (houten) zadel van de ezel, afgelegd op de grond
de os
- kijkt op naar Jezus: Een rund kent zijn eigenaar (Jes.1,3)
- staat achter de kribbe, bij Maria.
(P.s.) U kent toch ook het mopje over de jezuïetenorde ? Toen Jezus in de kribbe tot bewustzijn kwam, vroeg Hij bij het zien van de os en de ezel: Oh, is dat het Gezelschap van Jezus?.
locatie
- een dierenschuilplaats omdat er voor hen geen plaats was in de herberg (Lc.2,7d). In het steenwoestijnen landschap van Palestina vormen de grotten in de rotspartijen dankbare natuurlijke schuilplaatsen voor mens en dier. In de Lage Landen zoals in de Polders en in de Kempen moet de mens de dieren een handje helpen door een houten of een stenen stalletje op te trekken. Om het armoedige onderdak van de grot te benaderen werd het stalletje als een wat vervallen hutje voorgesteld.
- binnen de ruïnes van een pseudo-antiek paleis: stenen muren, zuilen en een overwelving, enkele gebroken zuilen op de grond: niet alleen als een modieus renaissance- of barok-element, meer als een zinspeling op de koninklijke afstamming van Jezus uit het huis van David, dat nu vervallen is.
- kolom (middeleeuwen): waartegen Maria voor de geboorte zou gerust hebben
- reliëfs op het gebouw, vaak Oud-Testamentaire voorafbeeldingen van de Geboorte
- 2 verschillende ramen: een Romaans boogvenster en een gotisch glasraam. Het stilistisch oudere Romaanse raam symboliseert het Oude Testament (het jodendom), terwijl het grote gotische glasraam het Nieuwe Testament (de christenheid) vertegenwoordigt. De geboorte van Jezus vormt immers de schakel tussen het Oude en het Vernieuwde Verbond van God met Zijn volk. Het Vernieuwde Verbond ontvangt meer licht dankzij (het aanvaarden van) de geboorte van Christus, hét Licht van de wereld.
- de graanhalmen in de kribbe en rondom op de vloer: Bethleem betekent in het Hebreeuws: Huis van het brood omwille van de vruchtbaarheid aldaar. Voor de populaire Ludolphus van Saksen ( 1378) is de naam van Jezus geboorteplaats een dankbare allusie op hetgeen Hij van zichzelf gezegd heeft: Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald (Joh.6,51) en aldus ook op (de hostie van) de Eucharistie.
- donkere hemel: s nachts (Lc.2,8) Tekst : Rudy Mannaerts - Toerismepastoraal Antwerpen Foto JPVB: Kerstmis in de O.-L.-Vrouwekerk van Huldenberg. - Beeldengroep van May Claerhout.
Geen feest is zo populair in de Westerse wereld als Kerstmis. Maar wat betekent Kerstmis als feest? Een opgeklopt commercieel zoeterig sfeertje van witgespoten groene dennenbomen en tsingelbel-synthesizer-melodietjes en een overvloed aan kerst-producten. Of roept kerstmis bij u een al dan niet uitzonderlijk moment van algemeen-menselijk geluk op van huiselijkheid, vrede, geborgenheid? Of mag het kerstfeest nog de verjaardag van Jezus geboorte zijn?
Wie weet wat kerst-mis letterlijk betekent? M.a.w. waar staat mis voor en vooral waar staat kerst voor ?Wedden dat het juiste antwoord op deze vraag eerder uitzondering dan de regel is? Voor sommigen lijkt er wel degelijk iets mis te zijn met kerst
Wie toch nog onder de kerstballen beladen kerstboomtakken een stalletje ontwaart, verstopt tussen de cadeautjes, krijgt een bijbels geboortetafereel in de gaten. Maar wanneer je navraag doet naar de omstandigheden van die geboorte zal menig christen een antwoord geven dat meer geïnspireerd is door het kerststalletje uit zijn kinderjaren dan door het echte bijbelse kerstverhaal. En dat men op de vraag naar de geboortedag van Jezus 25 december als fout antwoord krijgt, hoeft niet te verwonderen gezien die dag in het Westen van oudsher als het geboortefeest van Jezus wordt gevierd. Edoch!
HET KERSTFEEST op datum van 25 december
Feestdag 25 december
In de eerste drie eeuwen kende de christenheid geen jaarlijkse feesten, tenzij Pasen. Pas in de 4de eeuw begon men in Rome op 24 december het feest van de geboorte van Christus te vieren. Iets eerder zette in het Oosten en in sommige streken van het Westen 6 januari zich door als feest van de openbaring van Christus (Epifanie).
Het bijbelverhaal vermeldt niets over de datum. In tegenstelling tot Pasen en Pinksteren heeft Kerstmis ook geen aanknopingspunt in de joodse feestkalender. De oudste gegevens over de viering van het geboortefeest van Christus op de datum van 25 december dateren uit de 4de eeuw. In Rome werd het ingevoerd in samenhang met of als tegenhanger van het heidense feest van de zegevierende zonnegod, d.i. de onoverwinnelijke zon die vanaf 21 december opnieuw zijn glorievolle opgang begint. Dat zonnewendefeest werd bovendien later nog verbonden met een cultus ter ere van de regerende Romeinse keizer. Als reactie daartegen begonnen de christenen in Rome op die dag de geboorte te vieren van Christus, een licht voor de volkeren (Lc.2,32), de Opgaande Zon (Lc.1,78). Het kerkelijke feest volgt dan ook niet het maanjaar, zoals Pasen, maar het zonnejaar, en heeft dus een vaste datum.
Vanuit Rome verspreidde het feest zich geleidelijk in de landen van de westerse christenheid. Andere gegevens spreken over een viering van de geboorte van Jezus in mei of april. Maar ook die dateringen zijn duidelijk het product van theologische speculaties en missen elke historische grond.
Dat alles toont dat de vroege kerk geen bijzondere interesse heeft gehad voor de exacte geboortedatum van Jezus, zelfs indien ze die zou gekend hebben. Het toont ook dat het de kerk van de 4de eeuw, bij het instellen van het geboortefeest, vooral te doen was om de blijvende betekenis van de geboorte van Christus voor elke christen, veel meer dan om een historisch juiste datum. Het gaat immers om de kern van ons christelijk geloof: God die in Jezus mens is geworden.
De gelovige weet zich dankbaar en blij rechtstreeks door het evangeliewoord aangesproken: Heden is voor ú een Redder geboren.... En hij weet dat heden niet beperkt is tot die vermeende kerstdag 25 december anno 1.
Naam
De benaming kerstmis duidt op de bijzondere mis (eucharistieviering) bij het vieren van de geboorte van Christus. Het betreft dus een bijzondere mis van Christus, in het Engels: Christmas. Om de uitspraak wat te vergemakkelijken heeft men niet alleen de dubbele s-klank, voorafgegaan door een klinker, verenkelvoudigd; men is bovendien overgegaan tot een metathesis: de medeklinker r is tot achter de volgende klinker versprongen, zodat men gemakkelijk begon te spreken van kerst-mis. Diezelfde letterverspringing vind je terug bij bv. kerstekind i.p.v. het Christuskind; kerstenen / christianiseren, Kirsten / Kristine.
Een Frans kerstlied, ook in het Nederlands noël genoemd, is afgeleid van het Franse Noël (Kerstmis), in het oudfrans nouel, nael, dat dan weer afstamt van het Latijnse dies natalis: geboortedag (van Christus); natus: geboren, verl. deelw. v. nasci, geboren worden. Het Italiaans en andere Romaanse talen hebben dezelfde stam.
(tussen haakjes: toen Vasco da Gama een gebied ontdekte op kerstdag 1497 noemde hij het Terra Natalis, afgekort Natal)
DE KERSTKRING
Gaandeweg neemt de behoefte toe om de heilsgeschiedenis historiserend te ontvouwen en de afzonderlijke fasen van het leven van Christus met afzonderlijke feesten te vieren. Daarbij kan men duidelijke parallellen herkennen met de vormgeving van de paaskring: ook het kerst- of openbaringsfeest kreeg een eigen voorbereidingstijd (advent), het kreeg een eigen feestweek (octaaf) en een feesttijd (kersttijd) die daar nog boven uit reikt. Als slotfeest van de kersttijd geldt traditioneel het feest van de Opdracht van de Heer in de tempel (later genoemd Maria Lichtmis) op 2 februari, d.i. de 40ste dag nadien. Ook de kerkdienst in de kerstnacht vertoont bepaalde overeenkomsten met de paasnacht.
In tegenstelling tot Pasen en Pinksteren hebben Kerstmis en Epifanie echter geen aanknopingspunt in de joodse feestkalender. Ze volgen ook niet het maanjaar, zoals Pasen, maar het zonnejaar en hebben dus een vaste datum. Bovendien volgt de kersttijd niet het voor Pasen toonaangevende zevendaagse ritme van het wekelijkse Pasen te beginnen vanaf Pasen, d.i. de 1ste paaszondag tot de zgn. 7de paaszondag, d.i. Pinksteren. Dit verschil in verankering op de kalender tussen de beide feestkringen leidt tot de bekende problemen bij de indeling van het kerkelijk jaar in zijn geheel: paas- en kerstkring zijn elk jaar opnieuw op een andere manier ten opzichte van elkaar verschoven, wat de datering bij historische studies geenszins vergemakkelijkt.
(Bieritz, p.169-170)
Opbouw van de kerstkring
4 zondagen vóór kerstmis: begin van de advent; liturgische kleur: paars
3de zondag van de advent: Gaudete (verheug u): vanuit psychologische gevoeligheid wil de Kerk ons laten aanvoelen we tellen af, het wachten zal niet meer zolang duren; vandaar dat het ingetogen purper van de andere zondagen vervangen wordt door met roze gewaden) (cfr. Laetare (verblijd u), de 4de zo in de Vasten; ook met roze gewaden)
17 dec. : begin van de O-antifionen
24 dec.: Kerstvigilie of kerstwake
24 dec. 24u (voor wie zeker op tijd komt), 25 dec., 00.00u: Kerstnachtmis
25 dec.: Kerstdag, Kerstmis
25 dec. 1 jan.: het octaaf van Kerstmis; liturgische kleur: goud/wit
26 dec., 2de kerstdag: St.-Stefanus, de eerste martelaar
27 dec.: Johannes de evangelist, Jezus beminde leerling, tevens gemarteld
28 dec.: Onnozele Kinderen, d.i. de Onschuldige Kinderen, vermoord door koning Herodes
1 jan.: Besnijdenis, feest van de Moeder Gods
6 jan.: Openbaring, Driekoningen
2 febr.: Opdracht in de tempel, O.-L.-Vrouw-Lichtmis Tekst : Rudy Mannaerts - Toerismepastoraal Antwerpen Foto : Giovan Geralomo Savoldo, Aanbidding van de herders, Pinacoteca Tosio Martinengo, Brescia - Bron Internet
De Oude Romeinen gebruiken het Latijnse woord adventus (komst) voor het eerste officiële bezoek van de keizer aan een stad (wat wij later bij de vorsten in onze gewesten een blijde intrede noemen). De eerste (Romeinse) christenen passen dit begrip toe op de komst van de Gods Zoon Jezus onder de mensen.
Betekenis
De adventstijd is de voorbereidingstijd op het grote feest van Kerstmis, de Geboorte van Christus. Deze periode vangt aan op de vierde zondag vóór 25 december (Kerstmis) en duurt dus ongeveer 3 à 4 weken. Waakzaam wil de christen gelovige uitkijken naar de komst van Jezus in eigen hart en in de wereld rondom. In de prefatie van de eucharistieviering wordt er in deze periode gebeden: Moge Hij [Christus] ons vinden, waakzaam, biddend, vol van dat geheim.
Deze verwachting kleurt de lezingen en hymnen van deze tijd.
Epistellezing in de advent (1ste zondag van de advent, jaar A)
Rom.13,11-12: ontwaak voor de nieuwe dag
Gij weet dat het uur om uit de slaap te ontwaken reeds is aangebroken.
Thans is ons heil dichterbij dan toen wij tot het geloof kwamen.
De nacht loopt ten einde, de dag breekt aan.
Laten wij ons dus ontdoen van de werken der duisternis en ons wapenen met het licht.
(d.i. tevens de lezing in het morgengebed in het brevier voor de zondagen in de advent)
Brevier: morgenhymne in de advent
Hoor hoe een heldere stem weerklinkt, Het hart dat aards en donker is
het is met slaap en droom gedaan, aanschouwt het licht waarop het wacht.
het is tijd om op te staan,(Rom.13,11)Een nieuwe ster staat in de nacht
zie hoe de ster van Jezus blinkt.en overwint de duisternis.
Evangelielezingen in de adventsinds IIde Vat. Concilietot IIde Vat. Concilie
- 1ste zondag: wees waakzaam: de eindtijd nadertid. (Lc.21,25-33)
- 2de, 3de zondag: de voorloper tot bekering: Johannes De Doperid. (Mt.11,2-10); Joh.1,19-28)
- 4de zondag:jaar A: droom Jozef (Mt.1,18-25)Johannes de Doper (Lc.3,1-6)
jaar B: Boodschap (Lc.1,26-38)
jaar C: Bezoek aan Elisabeth (Lc.1,39-56)
Adventsfiguren
Een van figuren die in deze verwachtingstijd centraal staat is de profeet Johannes de Doper.Niet alleen heeft hij ons de komst van Jezus voorzegd; opdat we de komst van Jezus goed zouden voorbereiden lanceert hij een vurige oproep tot bekering.
En zeker leven de christenen graag mee met de moeder van Jezus Maria, die in blijde verwachting is.
Liturgische kleur: paars
Paars is een ingetogen kleur.
Liturgische tijd: de O-antifonen
Vanaf 17 december vangt de antifoon bij het Magnificat in het avondgebed aan met een beeldrijke naam, ontleend aan het Oude Testament, waarmee de komende Redder wordt aanroepen.
17 dec. : O Sapientia (O Wijsheid)
O Wijsheid, voortgekomen ui t de mond van de Allerhoogste; Gij doordringt alle dingen met mildheid en kracht. Kom nu en wijs ons uw wegen.
18 dec. : O Adonai (O Heer)
O Adonaï, Heer van Israëls huis, Gij zijt aan Mozes verschenen in het brandend braambos en hebt hem de wet gegeven op de Sinaï. Kom nu en bevrijd ons met sterke hand.
19 dec. : O Radix Jesse (O Wortel van Jesse)
O Wortel van Jesse, Gij zijt het teken waarop de volken hebben gewacht; voor U zullen koningen verstommen, de volken zullen tot U smeken. Kom nu en bevrijd ons, wacht niet langer meer.
20 dec. : O Clavis David (O Sleutel van David)
O Sleutel van David en scepter van Israëls huis, wat Gij opent, zal niemand meer sluiten, wat Gij besluit, zal niemand meer openen. Kom nu en bevrijd ons uit de kerker, uit de duisternis en de schaduw van de dood.
21 dec. : O Oriens (O Opgaande)
O Opgaande (Dageraad), afglans van het eeuwig licht en Zon der gerechtigheid. Kom nu en verlicht hen die in de duisternis leven, die gezeten zijn in de schaduw van de dood.
22 dec. : O Rex (O Koning)
O Koning der volkeren, zo lang verwacht. Gij hoeksteen die alles één maakt. Kom nu en red de mens die Gij uit aarde hebt gevormd.
23 dec. : O Emmanuel (O God met ons)
O God met ons, onze wetgever en koning, verwachting der volkeren en hun Verlosser. Kom nu en red ons, Heer, onze God.
Adventskrans
Het gebruik van de adventskrans is nog niet zo oud en dateert waarschijnlijk van omstreeks 1860. Net als de dennenboom binnenkamers, de zgn. kerstboom, komt de adventskrans met zijn eveneens immer groene dennentakken uit de Duitse gewesten. Net zoals bij de kerstboom verwijst dat groen in de herfstige tijd al hoopvol naar het nieuwe lenteleven en dus naar Christus, onze hoop en ons leven. Elke zondag wordt er één van de 4 rode kaarsen ontstoken zodat na 4 zondagen de lichtkrans ten volle straalt net voor het grote geboortefeest van Christus, het Licht van de wereld.
Adventshymne: ♪ ♪ Rorate caeli (Dauwt hemelen)
(refr.) Rorate caeli desuper, (refr.) Dauwt, hemelen, van boven
et nubes pluant Justum. en wolken regent de Rechtvaardige.
1. 1.
Ne irascaris, Domine, Wees niet vertoornd, Heer,
ne ultra memineris iniquitatis.gedenk niet langer onze zonden.
Ecce civitas sancti facta est deserta, Zie, Uw heilige stad is een woestenij geworden,
Sion deserta facta est, Sion verruïneerd,
Ierusalem desolata est, verlaten is Jeruzalem,
Domus sanctificationis tuae et gloriae tuae,het huis van Uw heiligheid en glorie,
ubi laudaverunt Te patres nostri. waar onze voorouders U loofden.
Refr.Refr.
2.2.
Peccavimus, Wij hebben gezondigd
et facti sumus tamquam immundus nos, en wij zijn zwak geworden,
et cecidimus quasi folium universi,en wij vallen neer als bladeren neerwaarts,
et iniquitates nostrae en wij zijn verstrooid geraakt en
quasi ventus abstulerunt nos. door de winden opgejaagd.
Abscondisti faciem tuam a nobis, U hebt uw gelaat van ons afgewend
et allisisti nos in manu iniquitatis nostrae. En u hebt ons in de hand van de verlorenheid
Refr. Refr.
3. 3.
Vide Domine afflictionem populi tui,Aanschouw, Heer, de verdrukking van uw volk,
et mitte quem misurus es.en zend uw afgezant.
Emitte Agnum dominatorem terrae,Zend het Lam dat over de wereld heersen zal,
de petra deserti ad montem filiae Sion:vanuit de steenwoestijn naar de berg van de dochter van Sion,
ut auferat ipse iugum captivitatis nostrae.opdat het het juk van de ballingschap van ons zou wegnemen.
Refr.Refr.
4. 4.
Consolamini, consolamini, popule meus; Troost u, troost u, mijn volk,
cito veniet salus tua:weldra zal uw redding komen.
Quare moerore consumeris,Waarom wordt gij door smart verteerd
quia innovavit te dolor.en waarom houdt de pijn bij u altijd aan?
Salvabo te, noli timere, Ik zal u redden, gij moet niet vrezen
ego enim sum Dominus Deus tuus, want Ik ben de Heer, uw God,
Sanctus Israel, redemptor tuus. de Heilige van Israël, uw Redder.
Refr. Refr.
Tekst : Rudy Mannaerts - Toerismepastoraal Antwerpen
13 Na hun vertrek [van de Wijzen] verscheen een engel van de Heer in een droom aan Jozef en sprak: Sta op, neem het Kind en zijn moeder, vlucht naar Egypte en blijf daar tot ik u waarschuw, want Herodes komt het Kind zoeken om het te doden.
14 Hij stond op en week in de nacht met het Kind en zijn moeder naar Egypte uit. 15 Daar bleef hij tot aan de dood van Herodes, opdat in vervulling zou gaan wat de Heer gesproken had door de profeet: Ik heb mijn zoon geroepen uit Egypte.
16-18: [de kindermoord te Betlehem]
19 Nadat Herodes gestorven was, verscheen in Egypte een engel van de Heer in een droom aan Jozef en zei: 20 Sta op, neem het Kind en zijn moeder en trek naar het land Israël, want die het Kind naar het leven stonden zijn gestorven.
21 Hij stond op, nam het Kind en zijn moeder en ging naar het land Israël. 22 Toen hij echter hoorde dat Archelaüs in plaats van zijn vader Herodes over Juda heerste, vreesde hij daarheen te gaan; van Godswege in een droom gewaarschuwd, begaf hij zich daarom naar het gebied van Galilea. 23 Hier aangekomen vestigde hij zich in een stad, Nazaret geheten, opdat in vervulling zou gaan wat door de profeten gezegd was: Hij zal een Nazoreeër genoemd worden.
Betekenis
De evangelist ziet in de terugkeer uit Egypte de vervulling van wat gezegd is door de profeet Hosea over het volk Israël, als afbeelding van de Messias. Politieke vluchteling
Feestdag: /
Naam
Al naargelang een andere fase van de vlucht uitgebeeld wordt, krijgt het tafereel een andere naam:
1) de (eigenlijke) vlucht naar Egypte; 2) De rust op de vlucht naar Egypte; 3) De terugkeer uit Egypte
Devotie
Behoort tot De zeven smarten van Onze-Lieve-Vrouw. Evangelisch inspiratiebeeld voor politieke vluchtelingen, cfr. het huis aan de Steenhouwersvest: Uyt Egypten hebbe Ik Mynen Zoon geroepen, ter herinnering aan de protestantse Antwerpenaren die omwille van hun geloofsovertuiging de stad moesten verlaten en uitweken naar het Noorden.
Voorstellingswijze
Al naargelang de fase die men uitbeeldt, krijgt je een ander soort tafereel en een andere naam:
1) de (eigenlijke) vlucht naar Egypte: het pasgeboren Jezuskind wordt gedragen door zijn moeder
2) De rust op de vlucht naar Egypte:
3) De terugkeer uit Egypte: de twee-jarige knaap Jezus wandelt nu zelfstandig mee met zijn ouders
De personen in het algemeen:
Maria: - kledij in blauw-witte en rode kleuren, blauwe mantel
Jozef: - oudere man, baard
- een bruin kleed, laarzen, een hoed
aureool: bij Jezus en Maria, soms ook bij Jozef Tekst: Rudi Mannaerts. Toerismepastoraal Antwerpen. Afbeelding: internet
DE AANBIDDING VAN DE WIJZEN, alias DE HEILIGE DRIE KONINGEN - 1
Bijbel (Mt.2,1-12)
1 Toen dan Jezus te Betlehem in Juda geboren was ten tijde van koning Herodes, kwamen er te Jeruzalem Wijzen uit het oosten 2 en vroegen: Waar is de pasgeboren koning der Joden? Want wij hebben zijn ster in het oosten gezien en zijn gekomen om Hem onze hulde te brengen.
9 En zie, de ster die zij in het oosten gezien hadden, ging voor hen uit totdat ze boven de plaats waar het Kind zich bevond stil bleef staan. 10 Op het zien van de ster werden zij vervuld van overgrote vreugde. 11 Zij gingen het huis binnen, zagen er het Kind met zijn moeder Maria en op hun knieën neervallend betuigden zij het hun hulde. Zij haalden hun schatten te voorschijn en boden het geschenken aan: goud, wierook en mirre. 12 En in een droom van Godswege gewaarschuwd niet meer naar Herodes terug te keren, vertrokken zij langs een andere weg naar hun land.
Betekenis
Ligt bij Kerstmis het accent op de afdaling, de vernedering; d.i. de menswording van God in de eenvoudige menselijke gestalte van Jezus, dan ligt de klemtoon bij het Feest van de Openbaring (van God) op de heerlijkheid, het vorstelijke aspect; d.i. de godsverschijning: het goddelijke koningschap van (de mens) Jezus. Want in Jezus is het werkelijk God, de Heer, die zich tot de mensheid wendt en zijn koninklijke heerschappij over de wereld wil vestigen. Christus maakt hier Zijn ware ik kenbaar: Hij toont, Hij openbaart Zijn goddelijk karakter.
Een van de eersten aan wie deze openbaring gebeurt, zijn de Wijzen uit het Oosten, die gekomen zijn om de Koning der Joden, die geboren is (Mt.2,2) te aanbidden. Christus werd reeds als kind miskend door zijn eigen volk. Daarentegen komen enkele vreemdelingen - heidenen - Hem herkennen en huldigen. Daar waar de joden - de schriftgeleerden op kop - geen moeite doen om het Kind op te zoeken: gebrek aan belangstelling bij gebrek aan geloof. Het wezenlijke van het verhaal bevindt zich dus in de tegenstelling tussen de afwijzende houding van de joden én het geloof van de heidenen. Hiermee wordt duidelijk gemaakt dat God - over de grenzen van het uitverkoren volk heen - Zich richt tot alle volken en alle culturen.In het theologische jargon de universele heilswil van God genoemd. Vandaar de missionaire opdracht van de Kerk, de eerste en meest wezenlijke taak. Dit ligt aan de grondslag van ware katholiciteit, de zichtbare eenwording van alle volken. De katholieke Kerk, is dan ook verspreid over heel de aarde (canon van de mis).
Echte wijze mensen die wijsheid in zich dragen, hebben nooit de indruk dat zij de wijsheid in pacht hebben. Een wijze blijft dan ook zoeken, onophoudelijk, naar de volle wijsheid, zoals deze enkel in Jezus te vinden is. [Er is eigenlijk maar één leraar (laat u geen leraar noemen).] Vandaar dat keizer Justinianus zijn grootse tempel toewijdde aan de Heilige Wijsheid (Hagia Sofia), d.i. aan de Wijsheid Gods, zoals deze zich in Christus heeft laten zien. Zo ook is de levensweg van een christen een tocht, een schrijden naar het eeuwige licht, naar Christus, die als Godmens verschenen is. Tekst : Rudy Mannaerts - Toerismepastoraal Antwerpen Afbeelding Internet
DE AANBIDDING VAN DE WIJZEN, alias DE HEILIGE DRIE KONINGEN - 2
Feestdag 6 januari
Officieel luidt de naam: het Feest van de Openbaring, Openbaring des Heren: God toont zich in Zijn Zoon Jezus. Grieks: epiphaneia of theophaneia; gelatiniseerd: epifania (® epifanie): verschijning, d.i. verschijning van God (in Zijn Zoon Jezus). Zoals bij andere feesten wordt het ook in de genitiefvorm gebezigd: epifanias, waarbij verzwegen is feest (festus, ) of dag (dies). Voor de Orthodoxe christenen is dit feest voornamer dan Kerstmis omdat Kerstmis enkel staat voor de (nog verborgen) geboorte van het Kind, terwijl de betekenis van het Christuskind bij Epifanie ten volle kenbaar wordt voor alle volkeren.
De populaire benaming Driekoningen wijst geenszins op een liturgisch, laat staan een theologisch aspect van dit bijbelverhaal, maar berust enkel op de paraliturgische toneelmatige uitbeelding van de Wijzen als drie koningen; een interpretatie die gebaseerd is op de 3 rijkelijke geschenken (zie verder).
Voorstellingswijze
Het moet gezegd: het betreft een van de meest populaire bijbelvoorstellingen in de christelijke kunst. De universele betekenis van het verhaal in combinatie met de quasi unieke gelegenheid om koninklijke rijkdom in beeld te brengen heeft de verbeeldingskracht bij menig kunstenaar aangewakkerd.
Aantal wijzen
Alhoewel in de evangeliën hun aantal niet vermeld wordt, worden van oudsher de Wijzen die het Christuskind kwamen aanbidden, met drieën afgebeeld (bv. Cappella Greca in de Catacomben van Priscilla te Rome). De keuze voor dit aantal hangt ontegensprekelijk samen met de drie genoemde geschenken (goud, wierook en mirre) die de Wijzen aanboden.
Koningen
De Wijzen uit het Oosten waren magiërs, lees: sterrengeleerden zoals er meer in Mesopotamië actief waren van op terrasvormige zikoerats. Blijkbaar zouden zij een bijzondere ster, de zgn. ster van Bethlehem, in het visier gekregen hebben. Dat zij (ook) koningen zouden zijn geweest, staat echter niet in het evangelie. Het is louter omwille van de kostbare, royale, koninklijke geschenken die ze meebrachten: goud, wierook en mirre, dat de Wijzen al in de eerste eeuwen van het christendom - als vorsten werden beschouwd en bijgevolg met aangepaste vorstelijke gewaden voorgesteld werden.
Maar de geschenken zelf betreffen ongetwijfeld een interpretatieve invulling. Mattheus die schrijft voor de christen-bekeerlingen uit het jodendom, wil voldoen in hun behoefte om de nieuwe zienswijze in hun geloof in overeenstemming te brengen met de oude profetieën. Psalm 71 (v.10) vervat de profetie: de koningen van Tharsis en de eilanden zullen hem geschenken brengen, de koningen van de Arabieren en van Saba zullen hem schatting betalen. Hierin schildert de dichter de komende Messias af als een machtige Koning; alle andere koningen zullen Hem hulde brengen en geschenken aanbieden. Daarom dat de evangelist de geboorte van Christus graag illustreert met de luister van het oude Joodse koningschap, met inbegrip van koninklijke geschenken en andere dito attributen. Zo geraakten de Wijzen met hun geschenken in het evangelie. Omdat ook de theologen sinds de 3de eeuw in de Wijzen de vervulling van deze profetie (h-)erkennen, en deze psalm als offerandelied in de misviering wordt opgenomen, kan de volksverbeelding de rest doen.
Omstreeks 500 is deze opvatting algemeen verbreid. Na 1000 worden ze meestal als koningen afgebeeld en sinds de 12de eeuw noemt men hen nog slechts de Heilige Drie Koningen.
kledij
Oosterse, exotische kledij; aanvankelijk meer bepaald in Phrygische kledij, bv. San Apollinare Nuovo Ravenna. Om hun vermeende koninklijke waardigheid te onderstrepen worden zij later in de middeleeuwen in koninklijke gewaden gehuld. Op het hoofd krijgen ze een koninklijke kroon, die ze dan bij wijze van eerbied afnemen naarmate ze het Kind naderen.
geschenken
Overeenkomstig de Schrift (Mt.2,11d) Zij haalden hun schatten te voorschijn en boden het geschenken aan: goud, wierook en mirre. Om te benadrukken dat de Wijzen echt rijke gaven aanbrachten, werden ze door de schilders bedacht met kostbare voorwerpen in edelsmeedwerk of zelfs in toenemende mate in exotische materialen.
1) goud: in een kist of ciborie; vaak als eerste geschenk aangeboden; het Kind zit in die geldkoffer te graaien naar de blinkende en klinkende gouden muntstukken.
2) wierook: teken van eerbied en gebed. In de vroege barok is het recipiënt vaak een wierookvat, in de hoogbarok een nautilusbeker omdat tussen de 16de en de 18de eeuw de nautilusschelp dikwijls gebruikt werd voor wierookscheepje.
3) mirre: d.i. kostbare zalf, vaak in een ciborie-achtige beker met deksel.
San Apollinare Nuovo Ravenna: eerste Wijze: schaal met goud; 2de : schaal met deksel, 3de gesloten pot: bolle ciborie-vaas voor de mirre.
leeftijden
Bij San Apollinare Nuovo: lange witte baard: vooraan, middelste: baardloze jongere, derde: volle baard en bolle ciborie-vaas voor de mirre.
Na de Legenda Aurea (@@ eeuw) krijgt elk der drie koningen niet alleen een eigen naam, maar ook een eigen leeftijd toebedeeld: een jonge, een van middelbare leeftijd en een grijsaard. Elk van hen vertegenwoordigt a.h.w. een bepaalde levensfase: volgens middeleeuwse opvatting was Melchior 60 jaar, Balthasar 40 en Caspar 20 jaar oud. Vaak is de eerste een grijsaard, de tweede een man in de kracht van zijn leven en de derde een jongeman. Immers, wie is het meest wijs? Diegene met de meeste levenservaring, dus de oudste: herkenbaar aan het meeste haar onder de kin, maar het minste haar boven... Hij (h-)erkent als eerste Jezus, Gods Wijsheid in deze wereld. De persoon van middelbare leeftijd, met een fifty-fifty haarverdeling boven- en onderaan, komt op de tweede plaats, meestal nog staande. De jongste komt als laatste binnen, en ofschoon hij toch voor Jezus een geschenk bij heeft, gaat zijn aandacht blijkbaar nog naar de genoegdoeningen van de wereld: hij kijkt achter zich om: is daar iets plezanters te beleven ?
Na 1100 werd dit onderscheid in leeftijd vrijwel altijd op de afbeeldingen aangegeven.
rassen
Nog niet in Ravenna S. Apollinare Nuovo (begin 6de eeuw), maar) Na de 6de eeuw krijgt één van de koningen, de jongste, een donkere huidskleur en wordt voorgesteld als een Moor. Nog later fungeert het trio als een representatie voor de drie gekende rassen: blank, Arabisch lichtbruin, en diep-Afrikaans zwart. Al naargelang de opdrachtgever wil het kleurenpalet van hun huidskleur zich wel eens aanpassen, zodat men niet hoeft te verschieten van een meer gele Chinees of een meer rode Amerikaanse indiaan.
ster
De Wijzen ijlen naar de ster toe die hen in de hemel voorafgaat en leidt.
opstelling
omwille van het gelijklopende thema vormt De aanbidding der Wijzen zeker als retabelfragment, altaarzijpaneel of predellastuk - de pendant van De aanbidding der herders. In de bijbelse chronologie staat de Aanbidding der herders eerst dus links, gevolgd door die van de Wijzen rechts.
Het thematische parallellisme wordt soms nog sterker in de verf gezet doordat het aantal herders gespiegeld wordt aan het bekende drietal van de Wijzen. Tekst : Rudy Mannaerts - Toerismepastoraal Antwerpen Afbeelding Internet
DE AANBIDDING VAN DE WIJZEN, alias DE HEILIGE DRIE KONINGEN - 3
Verwerking door de traditie
Zo zie je maar, hoe vanuit de letterlijke bijbeltekst over vrome interpretaties en (para-)liturgische gebruiken, de Wijzen uit het Oosten via grootse en volkse kunst ons ingeprent werden als de Drie Koningen en als zodanig verder leven.
Maar de Wijzen lenen zich tot nog veel meer ..
naamgeving
Steeds vaker worden de Wijzen met name genoemd: Caspar (Gaspar, Kasper), Balthasar en Melchior; zo reeds in een geschrift uit Alexandrië van ca. 500. Dankzij de populariteit van de Legenda aurea van Jacobus de Voragine kwamendeze namen in zwang.
verdere levensloop
Later zouden zij door de apostel St.-Thomas (de Ongelovige) op diens doorreis in het Oosten gedoopt zijn en met hem meegetrokken zijn tot in Indië waar ze als bisschoppen werkzaam zouden geweest zijn.
de vierde koning
Om de betekenis van Jezus zoeken te actualiseren heeft zich op het verhaal van de Drie Wijzen, het verhaal van de vierde koning geënt.
Devotie
a) Keulen
In 1164 worden hun relieken vanuit Milaan naar de dom van Keulen overgebracht, waar ze vele bedevaarders aantrekken. Het thema van de wereldjongerendagen aldaar, met Paus Benedictus in 2005, was erdoor geïnspireerd: Volg de ster.
In Duitsland is het de gewoonte dat de misdienaars rond 6 januari op de deurlijst links de twee eerste en rechts de twee laatste cijfers van het nieuwe jaartal met krijt komen schrijven en in het midden de initialen van de drie Koningen. Dit tijdelijke opschrift 20 C+M+B 08 moet dan in het Latijn gelezen worden als: Christus mansionem benedicat (moge Christus dit huis zegenen in het jaar 2008). Ten voordele van de Duitse missieactie Misereor gaan de misdienaars, verkleed als Drie Koningen, bij de parochianen ster-zingen ten voordele van de arme kinderen aan wie Jezus zich nog des te meer (dankzij ons toedoen) kan tonen.
b) Rome, Vaticaan
Omwille van hun terugkeer naar hun land na Jezus erkend te hebben (Mt.2,12b) gaan zij door voor de eerste zendelingen / geloofsverkondigers. Zij staan dan ook model voor de missionering de katholiciteit van de Kerk. Daarom dat jaarlijks op 6 januari door de paus te Rome een aantal bisschoppen van verschillende continenten en culturen gewijd worden. De Wijzen gaan dan ook door als patroonheiligen van de missionering.
c) Antwerpen
O.-L.-Vrouwekerk, het altaar van de magistraatskapel (alias Besnijdeniskapel, nu St.-Antoniuskapel) was hen toegewijd, net als begrijpelijk - het altaarschilderij van de kleermakers@@.
Huis (nu Museum) van Plantin-Moretus: de zonen van Johannes Moretus waren genoemd naar de Drie Wijzen: Balthasar, Caspar en Melchior. Hun leuze stella duce (onder leiding van de ster) duidt op de goddelijke inspiratie die de Wijzen op hun tocht begeleidt. De ster die met deze leuze op de consoles in de grote vertrekken staat; geeft aan dat men ook in dit intellectuele centrum van de boekdrukkunst rekent op Gods inspiratie.
Als kerkelijke feestdag stond Driekoningen voor een dag vrijaf en indachtig het grote bezoek stond het ook voor een groot familiefeest. Erg populair was ook de gewoonte om op 6 januari iemand van de familie koning te laten zijn, wat zeer levendig in beeld werd gebracht door het schilderij van Jacob Jordaens: De koning drinkt (Brussel, KMSK). Rond een tafel gedekt met brood, wafels en een taart, maakt een vrolijk gezelschap plezier. Er wordt getoost op de nieuwe koning, terwijl men zingt en musiceert. Vooral door de luidkeels zingende man op de voorgrond die opspringt met een drinkkan in de ene en zijn hoed in de andere hand, wordt het een uitbundige scène.
Het Latijnse opschrift NIL.SIMILIUS.INSANO.QUAM.EBRIUS (niets lijkt meer op een krankzinnige dan een dronkeman). Tekst : Rudy Mannaerts - Toerismepastoraal Antwerpen Afbeelding Internet
Op 2 februari is algemeen geweten dat er pannenkoeken gegeten worden. Maar het is ook een christelijk feest. Dan worden er kaarsen gewijd, op sommige plaatsen gaan er processies uit en pasgeborenen worden gezegend in de kerk. Sinds 1969 heet het feest het feest van de opdracht van de Heer.
Maria-Lichtmis herdenkt het zuiveringsritueel van Maria na haar bevalling. In het Frans heet het feest trouwens nog altijd la fête de la Purification de la Vierge. In Israël waren vrouwen als onrein beschouwd tot 40 dagen na de bevalling van een jongen en 80 dagen na de bevalling van een meisje. Tijdens die periode mochten de vrouwen de tempel niet betreden.
In de volksmond was de kerkgang dan het eerste kerkbezoek van de moeder na de bevalling. Zij en het kindje werden dan gezegend door de priester.
Op de veertigste dag moesten de rijken een lam offeren
zodat ze wettelijk gereinigd zouden zijn. Maria en Jozef offerden twee duiven,
omdat ze arm waren en ze zich geen lam konden veroorloven. Volgens de toen geldende Wet van Mozes
trokken Jozef en Maria 40 dagen na de geboorte van Jezus naar de tempel om hun
zoon op te dragen aan God. Daar werden ze ontvangen door de oude man Simeon,
die in Jezus de Messias herkende en hem beschreef als Licht van de nieuwe
wereld. Daarom spreekt men over Lichtmis.
In het Frans wordt ook nog altijd la fête de la chandeleur gezegd, (lachandeleur = het feest van de kaarsen). Op vele plaatsen worden nog op die dag
kaarsen gewijd en lichtprocessies in de kerk gehouden. De cantate van Johann Sebastian Bach, Ich habe genug, (Cantate
BWV 82) heeft het Feest van de Opdracht van de Heer als onderwerp. Ze is
geschreven voor een bas-stem, vanuit het standpunt van de oude Simeon die
voldaan is na het zien van Jezus in de tempel.
In de rooms-katholieke kerk werd het feest ingesteld in
494 door de toenmalige paus Gelasius. De gewoonte om de kaarsen te wijden in de
kerk dateert uit de elfde eeuw.In vele
landen (bv. Frankrijk, Teneriffe, Peru) wordt Lichtmis uitvoerig gevierd.Bij ons is dit het geval niet meer.Voor velen is de betekenis van het feest dan
ook onbekend.
Maar wat nog altijd in ere gehouden wordt, dat is het
eten van pannenkoeken op die dag. Waarom is dat zo ?
2 februari was vroeger
één van de twee dagen waarop de bevolking op het platteland vanwerk of hoeve kon veranderen de andere dag was 11 november
(Sint-Maarten). Dat werd ÿs avonds gevierd met een soort haardkoeken, die later
evolueerden naar pannenkoeken. De vorm en kleur van de pannenkoeken worden ook
gezien als een verwijzing naar de zon enhet licht. De traditie zegt dat wie met Lichtmis
pannenkoeken eet een voorspoedig jaar zal hebben. We hebben er ook een spreekwoord van
overgehouden : Er is geen vrouwke zo arm, of ze maakt op Lichtmis haar panneke
warm.
Jean-Pierre Van
Binnebeek
Bronnen:
Heiligen en tradities in Vlaanderen. 2018. Davidsfonds.
In 1880 wou Koning Leopold II op de hoogte van Koekelberg een pantheon laten bouwen, maar hij ondervond hiervoor weinig steun. In de buurt verwijzen de Pantheon- en Landsroemlaan hiernaar. Ter gelegenheid van 75 jaar België greep in 1905 de eerste-steenlegging van een nationaal heiligdom plaats, naar het voorbeeld van de Parijse Sacré-Coeur. Bij het uitbreken van de eerste wereldoorlog waren alleen de funderingen voor het neo-gotische gebouw gerealiseerd. Na de oorlog werd het project om financiële redenen volledig herzien. Een nieuw ontwerp in art deco (1925) van architect Albert Van huffel werd aanvaard en in 1929 werden de bouwwerken heropgestart. Na het overlijden van Van huffel (1935), nam ir. Paul Rome zijn taak over. Ook de tweede wereldoorlog bracht vertraging mee. In 1951 werd het reeds afgewerkte gedeelte van de kerk ingewijd en haar de titel van 'basilica minor' verleend. Het duurde nog tot 1970 eer de basiliek, na het plaatsen van de grote koepel, volledig was afgewerkt.
Gebruikt materiaal
De basiliek, 164 m lang, 108 m breed en 93 m hoog, behoort tot de grootste kerken ter wereld. Het buitenzicht wordt bepaald door Hollandse baksteen en witte steen uit Bourgondië. Daken en koepels zijn bekleed met koper uit Kongo. Binnenin zorgen verschillende soorten marmer samen met de okergele terracottabekleding voor een warm gevoel.
Interieur
Het Sacramentskoor (aan de westzijde) wordt gebruikt door de parochie. Op het Sacramentsaltaar zien wij het Heilig-Hartbeeld van Georges Minne en het reliekschrijn van de H. Albertus van Leuven.
De zijkapellen zijn toegewijd aan Onze Lieve Vrouw en Sint Jozef, patroonheilige van België.
Het hoogkoor bevindt zich op de kruising.
De Sint-Jorisbidkapel is de middenste kranskapel van de noorderdwarsbeuk.
Ontdek de talrijke glasramen geschonken door katholieke organisaties, congregaties en particulieren. Enkele behandelde onderwerpen: ordestichters, verering van het Heilig Hart door heiligen, de zaligsprekingen. Het grootste glasraam Het Laatste Oordeel en de Verheerlijking van het Lam bevindt zich op de galerij, boven het hoofdportaal aan de oostzijde.
In de ondergrondse ruimte bevinden zich vergaderzalen, een toneelzaal en een restaurant.
Vanop de buitengalerij onderaan de koepel, op een hoogte van 52,8 m, kan je genieten van een prachtig panorama op Brussel en omgeving ( 5).
Met het toegangsbewijs van het panorama, kan je ook gratis de twee in de basiliek ondergebrachte musea bezoeken (beperkte openingstijden of op afspraak) :
Museum van Moderne Religieuze Kunst van het Bisdom Brugge met 250 kunstwerken, o.m. van Albert Servaes, Constant Permeke, Gustave van de Woestyne en Joan Miró.
Museum Zwartzusters Brussel met kunst- en religieuze voorwerpen uit het voormalige klooster : schilderijen, beelden, kant, vaatwerk en meubilair.
In de basiliek is ook de vrije katholieke zender Radio Spes gevestigd. Te beluisteren 24 uur op 24 in Brussel op FM 105.0 of wereldwijd via www.radiospes.com.
Info over vieringen, evenementen, rondleidingen en openingsuren van de musea : www.basilicakoekelberg.be.
De Begijnhofkerk is geen parochiale kerk en heet Sint-Jan-de-Doper zoals de kerk van
Molenbeek waarvan ze afhangt. De kerk van Molenbeek heeft trouwens een ambigue rol
in de parochiegeschiedenis.
Parochiale geschiedenis is geschreven door Placide Lefevre (oud-archivaris van Sint-
Goedele, Despy, Bonenfant, Guillaume Demarez, jonge vorsers van de ULB en BVNH.
De stelling van Placide Lefevre zou zijn dat er in Brussel één voorname moederkerk zou
zijn geweest, waarvan latere parochies zijn afgesplitst. Dat is ook wat het Sint-
Goedelekapittel vanaf de 12e eeuw wil laten verstaan. Dat kan opgemaakt worden uit het
oprichtingsdocument van het Sint-Goedelekapittel uit 1047, dat een vervalsing uit latere
tijd blijkt te zijn.
Oprichtingsaktes van de Kapellekerk dateert van 1210, van Sint-Gorik van 1540, Sint-
jacob 17e eeuw, Sint-Katelijne 15e eeuw, Sint-Niklaas 17e eeuw. Demarez zoekt de oorsprong eerst bij Anderlecht, daarna Molenbeek.Despy heeft een voorkeur voor Ukkel.
Verbesselt gaat van de these van Lefevre naar die van Despy.
In de 12e eeuw zijn er reeds meerdere parochies want in een document (?) wordt reeds
verwezen naar parochiegrenzen. In de 13e eeuw zijn "Huisarmen" of "Tafels van
Barmhartigheid (bramhartigheid -grapje) of van de Heilige Geest" expliciet verbonden
aan parochies. Giften van rijkere burgers worden via die instellingen uitgedeeld aan de
armen vanuit de kerk.
Sint-Goedele is daadwerkelijk de moederkerk van Brussel vanaf de 15e eeuw. Er wordt
geen onderscheid gemaakt tussen kerken of kapellen, het zijn alle "ekkleisia"'s.
Wat is een parochiekerk?
Het is een kerk die essentiële kerkelijke sacramenten mag uitvoeren, doop, huwelijk en
begrafenis. Een parochiekerk heeft bijgevolg altijd een kerkhof. De kerk houdt de
cijnsregisters bij zowel van armen als hertogen. De stad is onderverdeeld in zones, in de
14e eeuw zijn dat de parochies. Die zones komen ook voor in de hertogelijke
documenten. Bedienaars zijn de prebaan, parochianen, terwijl de kerkmeester behoort
tot de kerkfabriek.
Is Sint-Gorik de wieg van Brussel? Met als datum 977? Tijdens de 19e eeuw zijn er
opgravingen geweest op het Sint-Gorikseiland.. Slechts resten van de 16e-eeuwse kerk
zijn gevonden. Van de kerk ervoor bestaan maar 2 kleine schetsen. Er is de legende
over het bestaan van een castrum en de kerk waarin de relieken van Sint-Goedele in
985 door Karel van Frankrijk zijn ondergebracht, om in 1047 overgebracht te worden
naar de Sint-Michiel. De benedenstad zou verdedigd zijn geweest door een wal die tot de Sint-Niklaaskerk (Serhuyghskintssteen) zou gelopen hebben. Die gegevens komen uit de Vita van Sint-Goedele, die 2 à 300 jaar na de feiten is geschreven.
De parochie van Sint-Gorik is gesticht in de 16e eeuw omdat wegens wateroverlast de
gelovigen niet ter kerke konden in de Sint-Michiel-en-Sint-Goedelekapittelkerk.
Volgens B. is een belangrijk gegeven in de interpretatie van gegevens over parochies
is de drooglegging in de 12e eeuw. Tijdens die eeuw zijn in de hele streek lage zones
afgewaterd, waarom zou dat fenomeen zich niet in dezelfde tijd in het Brussels broek
hebben voorgedaan? In de streek zijn er in de 12e eeuw veel nieuwgestichte dorpen.
Zowel Sint-Gorik als Sint-Niklaas zijn rond het midden van de 12e eeuw gebouwd. In die
tijd zijn de Zenne-armen rechtgetrokken, zijn molens gebouwd, komt er een portus.
Placide LEFEVRE , Philippe GODDING et Françoise GODDING-GANSHOF , éds, Chartes du chapitre de Sainte-Gudule de Bruxelles, 1047- 1300. Louvain-la-Neuve, College Érasme et Bruxelles, Nauwelaerts, 1993 (Université de Louvain). Recueil de travaux dHistoire et de Philologie, 6ème s., fasc. 45).
Georges DESPY, "Un dossier mystérieux : les origines de Bruxelles", dans Bulletin de la Classe des Lettres et des Sciences Morales et Politiques (de l') Académie Royale de Belgique, 1997, p. 241 -303.
Placide LEFEVRE, L'organisation ecclésiastique de la ville de Bruxelles au Moyen Age. Louvain, 1942 (Université de Louvain. Recueil de travaux dHistoire et de Philologie, 3ème s., fasc. 11)., surtout p. 13- 34.
Deze tekst is samengesteld door Mw. M.-C. Van Grunderbeek (musea stad Brussel - Broodhuis) en baseert zich op een doctoraatswerk over de geschiedenis van de parochies in Brussel. Zij gaat uit van een wandeling die door de doctorant geleid werd op 25 april 2009. Marie-Claude.VanGrunderbeek@brucity.be