Het boek "Uit het schuim van de zee" (400 pag.) zal te verkrijgen zijn in de boekhandel vanaf 1 augustus 2011. Het behandelt de Griekse mythologie in 136 verhalen en is geïllustreerd met 17 tekeningen van de hand van Kurt Vangheluwe.
Na drie maanden Universiteit Salamanca keert Zerar terug. In Spanje kunnen ze hem niets meer leren. Drie maanden lang heeft hij de teugels een beetje laten vieren, maar nu is hij dus weer in zijn geliefde Gent. Lessen volgen en blokken. De lessen zijn op de Mercator-campus, op de hoek van de Groot-Brittanniëlaan en de Abdisstraat. In zijn jonge jaren bestond de studierichting "toegepaste taalkunde" nog niet aan de Gentse universiteit. Voor een grondige studie van Het Engels, het Spaans en andere vreemde talen, ging men toen naar de "English club" in de Savaanstraat. Zerar wandelt gaarne nog eens door de Savaanstraat. Het roept een berg herinneringen op aan... toen. Iedere rechtgeaarde student heeft toen wel een liefje gehad dat studeerde aan de English club. En in de Savaanstraat was de drukkerij van De Gentenaar, de Gentse variant van Het Nieuwsblad. Iedere rechtgeaarde student ging daar regelmatig binnen om vier uur s nachts, na een rolling, een gratis krant halen. En naar het einde toe van de straat was het huis van de eerste minister - Theo Lefèvre - waar iedere rechtgeaarde student minstens éénmaal in de brievenbus heeft geplast. En Zerar? Laten we hiermee volstaan: hij was toentertijd een rechtgeaarde student! Nu is Zerar een blokbeest: op zijn kot of in De Krook, de nieuwe stadsbibliotheek, met voorsprong de mooiste bib van 't land. Hij heeft er een gezellig plekje gevonden waar studeren een plezier is. En anders dan vroeger doet hij dat zónder hersenstimulerende drugs. Ten bewijze: water, ersatzkoffie, een sober koekje...
En óf Zerar zich toelegt op de studie! Na amper één semester kent de Spaanse taal voor hem geen geheimen meer. En reeds mag hij "op Erasmus" gaan naar Spanje teneinde er zijn kennis van de taal op de spits te drijven. En nog wel naar één van de oudste universiteiten van de wereld: Salamanca, de stad zijner dromen! In het land van Don Quichotte, de held van Cervantes, Zerars meest geliefde Spaanse schrijver. Hij voelt zich zélf een beetje Don Quichotte, maar als hij denkt aan zijn oergezellige kamer in home Astrid voelt hij zich ook een beetje Sancho Panza. Maar Don Quichotte haalt natuurlijk de bovenhand: op naar de stad van de grote schrijver en filosoof Unamuno. Salamanca, here we come!
Maar Zerar is een taaie. "Oefening baart kunst" zegt hij, en "de aanhouder wint, nie pleuje..." en hij bestelt nog drie Rodenbachs. Heilaas, nog is niet alles ledig gedronken of hij glijdt van zijn stoel om uiteindelijk onder de tafel terecht te komen. Zerar is in een coma beland. In minder dan geen tijd ligt hij in een ambulancewagen. Even keert hij tot bewustzijn:
- Waar brengt ge mij heen? vraagt hij.
- Naar het UZ.
- 't Is te hopen dat ge daar een parkeerplaats vindt, stamelt Zerar.
- Wees daar maar gerust in, zegt de ambulancier.
Dan gaat het licht weer even uit en Zerar komt wakker op de spoedafdeling van het universitair ziekenhuis. 's Anderendaags mag hij het ziekenhuis verlaten, richting "home Astrid". Hij is er met een bolwassing vanaf gekomen. Zijn les heeft hij geleerd. Hij zal zich voortaan geheel wijden aan de studie: de letteren en wijsbegeerte, meer bepaald "de toegepaste taalkunde", en nóg meer bepaald "de meertalige communicatie", met de focus op Engels en Spaans. De basis is er al: de "thorn", de gelispelde "t" of "d" al naargelang het om een stemloze of een stemhebbende "th" gaat, een fricatief waarbij de tongpunt tegen de achterkant van de bovenste tanden gedrukt wordt. Geen mens die, in nuchtere toestand, de Engelse thorn-uitspraak machtiger is dan Zerar. En ook bij de Spaanse "c" (vóór een "e" of een "i") of "z" zal die thorn (þ) goed van pas komen...
Zerar is weer student! Ingeschreven aan den univ, een kot gehuurd, flanerend door Gent, neuriënd de tweede strofe uit de Oude Roldersklacht:
Waar zijn zij die voor 't Gentse bier
hun laatste cent verdronken?
Als wereldbazen op de zwier,
met volle potten klonken?
En waar zijn al die studentencafés die hem o zo vertrouwd waren? Hij zoekt ze langs zijn wegen weer, maar vindt hun sporen nimmermeer. De cafés en dancings aan de Kuiperskaai: de Zolder, de Kelder, den Don Carlos, den Don Quichotte... Geen spoor meer van te bekennen, van de bodem weggevaagd! De Nat King Cole, aan het Sint-Pietersplein, waar zo heerlijk kon geslowd worden bij gedempt licht: bestaat niet meer. Het stamcafé bij Tjeeten Vertriest, op de hoek van de Kortrijksepoortstraat en de IJzerlaan: daar is nu een snackbar. Hetzelfde lot is Het Zwarte Woud beschoren, het café van Martje, de eerste Marraine van de Gentse Alma Mater. Den Tivoli in de Walpoortstraat is nu een bakkerswinkel. Den Hazewind, de Roden Hoed, de Casbah en den Amber: verschwunden! Den Amber begot, de machtigste studentencafé aller tijden, dat die ooit zou verdwijnen! Het wordt Zerar droef te moede. Schuin tegenover den Amber bevindt zich nog steeds de Minardschouwburg - Zerar heeft er zelf nog opgetreden in een studentenrevue - met ernaast de Marimain, die nooit een studentencafé is geweest. Zerar gaat er niettemin binnen. Om zijn alteratie weg te spoelen bestelt hij een volle pot Rodenbach en daarna nog één. Na de eerste krijgt hij al een rode neus en ook zijn oren beginnen te blozen. Bij de tweede ziet hij dubbel. Waar is de tijd dat hij ongehavend uit de strijd kwam na tien of zelfs twintig Rodenbachs? Of waren het Meiresonnes?
Nostalgie! Heimwee naar de studententijd in zijn geliefde stad Gent, de mooiste tijd van zijn leven, Zerar houdt het niet meer... Het lied dat hij zong, bij gedempt licht en met een krop in de keel, tijdens de laatste clubavond, terwijl de tranen in zijn pint leekten, komt hem niet meer "aus dem Sinn":
O vrij studentenheerlijkheid, waar zijt gij thans verzwonden?
O keer nog eenmaal schone tijd, zo vrij, zo ongebonden...
Ik zoek u langs mijn wegen weer
en vind uw sporen nimmermeer!
O jerum, jerum, jerum, o quae mutatio rerum...
Hier helpt maar één remedie: Zerar laat zich wéér inschrijven aan de Gentse alma mater. En daar hoort ook een studentenkot bij. In zijn hoofd passeren al die koten van vroeger de revue: in de Heilige Geeststraat, de Sint-Pietersnieuwstraat, de Afsneelaan, de Bijlokevest, de Meersstraat... Uiteindelijk wordt het een droom van een kot, lekker warm en comfortabel in Home Astrid, Krijgslaan 250, aan de Sterre.
In dit klein auditorium, in het Rommelaere-instituut,
werden lijkschouwingen gedemonstreerd door professor Thomas, ten behoeve van de
studenten in de medicijnen. Zerar heeft er hooguit een paar bijgewoond: het was
een akelige bedoening en de stank was er nauwelijks te harden. En toch, mijmert
Zerar, als ik die tijd opnieuw zou mogen beleven, ik zou er heel mijn fortuin
voor over hebben en ik zou geen enkele les meer brossen. Nostalgie!...
En zo mogelijk nog heviger laaien zijn
nostalgische gevoelens op als hij oog in oog staat met het Gravensteen. Wáár
toch is de tijd dat hij hier telkenjare rond half november op ludieke wijze de
burcht kwam bezetten, samen met honderden commillitones, om de grootste
studentengrap aller tijden te herdenken: de inname van het Gravensteen door de
Gentse studenten, na een meedogenloze strijd tegen de flikken, ten jare
negentienhonderdnegenenveertig? Was het niet de
New-York Times die de dag erna blokletterde: "The students of Ghent are the biggest in the
world"? O jerum, jerum, jerum...
Zerar brengt gaarne een bezoek aan de Dulle Griet op het Groot Kanonplein: een meer dan vijfduizend kilo zwaar gietijzeren kanon, dat afkomstig is van Oudenaarde, de geboortestreek van Zerar. Het kanon werd in 't jaar 1578 naar hier verscheept via de Schelde en de Gentse binnenwateren en op deze plaats gedropt. Het was bedoeld om ingezet te worden in de strijd tegen de Spanjaarden. Het heeft echter nooit gefunctioneerd, legt Zerar uit: de eerste en enige kogel die men er ooit heeft mee afgeschoten reikte niet verder dan... 60 centimeter, en hij ligt nog steeds op de plaats waar hij is terechtgekomen.
Die andere griet (aan de rechter zijde van de pagina) ontmoette Zerar op een zonnige dag op een terras in Gent. Ze kon de vergelijking met Brigitte Bardot wonderwel doorstaan. Het werd liefde op 't eerste gezicht. Hij trakteerde haar op een koffie met gebak. Ze is nooit meer uit zijn gedachten verdwenen en ook niet uit zijn hart...
Zerar is een boekenwurm, laat daar maar geen twijfel over bestaan. Toen hij, verscheidene decennia geleden, kwam studeren aan de Gentse universiteit, ging hij regelmatig pocketbooks kopen in een kleine boekenwinkel in de Mageleinstraat, voor zover zijn budget hem dat toeliet. Op het etalageraam stond geschilderd in grote witte letters: "de Betere Boekhandel". B.B., dat waren ook de initialen van Brigitte Bardot, de Franse filmster die toentertijd alle harten veroverde en niet in het minst dat van Zerar. Op zijn kot in de Heilige Geeststraat hing boven zijn studeertafel een levensgrote poster van Brigitte. Het meisje achter de kassa van de boekenwinkel leek als twee druppels water op háár...
De dag dat hij met pensioen ging nam Zerar zich voor zich het volledig oeuvre van zijn geestelijke vader aan te schaffen. Ge vindt het in de betere boekhandel, had men hem toevertrouwd. De B.B.-winkel in de Mageleinstraat was toen al lang verdwenen. En in géén van de drie winkels van Standaard Boekhandel was ook maar één van de beoogde boeken te vinden. Ook niet bij "de Slegte"... Dan maar "de Fnac". En wat raadt gij? Ze lagen er allemaal! Op de foto: Uit het Schuim van de Zee, Grijslokes Olympiade, O jerum jerum jerum, Schrijvelarij. En op een andere verdieping lagen er nóg! Geen twijfel mogelijk: dit is dus "de betere boekhandel". Ooit komt hier een boek over mij te liggen, mijmert Zerar.
Rondneuzen in zijn geliefde Gent en zichzelf tracteren op 's werelds heerlijkste snoepje "het Gentse Neuzeken": kan men het Zerar kwalijk nemen als men weet dat hijzelf ooit een bekwaam neuschirurg was, wiens specialiteit erin bestond een veel te groot geschapen haviksneus om te bouwen tot een sexy wipneusje? "Ik heb er eentje gehad" vertelt hij met fierheid "die na de operatie, ei zo na, miss België is geworden". Door wijsneuzen worden de Gentse Neuzekens ook wel "cuberdons" genoemd: kegeltjes bestaande uit een harde buitenkorst met binnenin een heerlijke zoete stroop met frambozensmaak. Ze werden uitgevonden in de 2e helft van de 19e eeuw, door een Gentse apotheker. Bij toeval, zoals dat vaak gebeurt met grote uitvindingen. Door zijn nageslacht werden de neuzekens verder gecommercialiseerd. Aan de Gentse Groentenmarkt zijn ze te vinden, de échte Gentse Neuzen, volgens het origineel recept, dat een goed bewaard geheim is, te vergelijken met de verdwijning van "de rechtvaardige rechters".
Zerar bevindt zich hier in de buurt van K12, wellicht het grootste blok van het UZ-Gent. De tekst suggereert dat Zerar hierheen getogen is om zich te laten behandelen voor een verkoudheid. Welnu, dat klopt niet. In de eerste helft van de jaren '60 (toen was er nog geen sprake van K12) heeft hij hier medicijnen gestudeerd en hij was beslagen genoeg om zijn eigen verkoudheid (het weze dan nog een zware) met succes te behandelen: zijn nooit falende remedie bestond uit een aftreksel van schapenkeutels en Chelidonium majus, de plant waarmee hij ook wratten en hoge bloeddruk behandelde. Het is wel waar dat hij tijdens zijn laatste levensjaren om de haverklap naar het UZ kwam om nostalgische redenen en om medische symposia bij te wonen in de auditoria, waar hij tijdens zijn studententijd al te vaak uitblonk door afwezigheid. Het leek erop dat hij iets wilde goed maken, de schade wilde inhalen... Hij was lid van de alumni-vereniging van artsen, oud-studenten van de UGent, en zijn lidkaart gaf hem onder andere het recht te allen tijde gratis te parkeren op de parkings van het UZ. Eén keer slechts is het gebeurd dat alle parkings volzet waren en dat hij na een uur rondzoeken de campus weer verliet en zijn auto ging parkeren in de Gilles de Sutterstraat. In die straat woonde mijn eerste studentenlief, heeft Zerar mij meer dan eens verteld, opgescharreld tijdens mijn eerste Gravensteenfeesten. En dat het maar een week geduurd heeft...
De schrijfster (tevens creatief brein, ontwerpster, fotografe, uitgeefster, sponsor, scenarist) viert ál haar talenten bot in deze striproman. Ze vereenzelvigt de hoofdfiguur (Zerar) met de bedenker ervan. Het doet denken aan Nero en Kuifje die ook wel eens vereenzelvigd werden met hun respectievelijke bedenkers, Marc Sleen en Hergé.
Zerar beweegt zich kris-kras doorheen het leven (na de pensioenleeftijd) van zijn geestelijke vader. Van enige chronologie is geen sprake. De eerste foto, waar Zerar zijn schapen hoedt, werd genomen tijdens één van de laatste winters, die naam nog waardig. Dat zie je aan de sneeuw en aan de sjaal en de wollen muts die Zerar draagt. De schapen zijn slechts ten getale van twee, maar daarmee heeft Zerar alvast zijn handen vol. Het linker schaap heet Brownie, het rechter Blanche. Dat heeft te maken met de kleur van hun pels: als ze pas geschoren zijn is Brownie bruin en Blanche wit, maar met hun wintervacht valt het verschil nauwelijks op.
Van 't een komt onvermijdelijk 't ander. Nog maar pas BV geworden, figureert Zerar (zaliger) nu reeds tussen de grootste Belgen aller tijden. Dat hij in deze lijst achteraan bengelt heeft enkel en alleen te maken met het feit dat de namen alfabetisch gerangschikt zijn...
Adamo, Ambiorix, Edward Anseele, Arno, Leo Baekeland, Tom Barman, Auguste Beernaert, Ingrid Berghmans, Louis Paul Boon, koning Boudewijn, Jeanne Brabants, Jacques Brel, Marcel Broodthaers, Pieter Bruegel de Oude, Herman Brusselmans, Cyriel Buysse, Jozef Cardijn, Raymond Ceulemans, Ernest Claes, Willy Claes, Hugo Claus, Kim Clijsters, John Cockerill, Vincent Kompany, Hendrik Conscience, Rik Coppens, Tony Corsari, Adolf Daens, pater Damiaan, Godfried Danneels, Leo Debudt, Christian de Duve, Pedro de Gante, Adrien de Gerlache, Filips de Goede, Anne Teresa De Keersmaeker, Jan Decleir, Pierre De Ligne, Paul Delvaux, Bart De Wever, Rembert Dodoens, koningin Elisabeth, Willem Elsschot, James Ensor, Erasmus, Gaston Eyskens, André Franquin, César Franck, Emile Francqui, Isabelle Gatti, Lieven Gevaert, Guido Gezelle, Raymond Goethals, Jozef Guislain, Hadewijch, Justine Henin, Hergé, Philippe Herreweghe, Corneel Heymans, Victor Horta, Camille Huysmans, Paul Janssen, Fernand Khnopff, keizer Karel V, Julien Lahaut, Tom Lanoye, Orlandus Lassus, Geoges Lemaître, Maurice Maeterlinck, René Magritte, Dirk Martens, Hans Memling, Gerardus Mercator, Eddy Merckx, Jef Mermans, Gerard Mortier, Willy Naessens, Amélie Nothomb, Stan Ockers, Jan Palfijn, Gabrielle Petit, Jean-Marie Pfaff, Peter Piot, Georges Pire, Henri Pirenne, Manneke Pis, Christoffel Plantijn, Marie Popelin, Ilya Prigogine, Adolphe Quételet, Django Reinhardt, Gaston Roelants, Jacques Rogge, Charles Rogier, Peter Paul Rubens, Adolphe Sax, Briek Schotte, Raoul Servais, Georges Simenon, Marc Sleen, Ernest Solvay, Paul-Henri Spaak, Simon Stevin, Stijn Streuvels, Toots Thielemans, Will Tura, Mark Uytterhoeven, Achiel Van Acker, Christine Van Broeckhoven, Frans van Cauwelaert, Ivo Vandamme, Jean-Claude Van Damme, Hugo van der Goes, Willy Vandersteen, Rogier Van de Weyden, Henri Van de Velde, Antoon Van Dijck, Jan Van Eyck, Paul Van Himst, Rik Van Looy, Marc Van Montagu, Dries Van Noten, Paul Van Ostaijen, Jan van Ruusbroec, Rik Van Steenbergen, Constant Van den Stock, Emile Vandervelde, Ferdinand Verbiest, Pierre-Théodore Verhaegen, Etienne Vermeersch, Andreas Vesalius, Pascal Vyncke, Jan Frans Willems, Pierre Wynants, Zerar.
Septicemie met endocardiale verwikkelingen, zeggen de doktoren. Ook de nierfunctie zou niet normaal zijn... Zerar is in een diepe coma geraakt. Het is zeer ernstig. Zerar ligt als het ware op apegapen. Hij heeft, och arme, één wenskaartje ontvangen, nl. van zijn goede vriend Pé Mutse; zelfs Charlotte Charming heeft hem in de steek gelaten...
(20) Het gaat niet goed met Zerar. Het gaat zelfs ronduit slecht. De diagnose van dokter Termote luidt: chondropathia retropatellaris van de rechter knie met complicerende surinfectie van het gewricht. Oorzaak: fysieke stress, t.t.z. overbelasting van het gewricht door té intensieve training. Er is ook sprake van psychische stress in het vooruitzicht van Dwars door Grijsloke. Daarenboven is er nu nog een serieuze depressie bijgekomen: het hoofd van Zerar is leeg, hij denkt niet meer. Dokter Termote heeft Zerar laten hospitaliseren in AZ Groeninge te Kortrijk. De oorzaak van de depressie, steeds volgens de clubdokter, is tweeërlei. Ten eerste omdat Zerar zijn kansen op deelname aan Dwars door Grijsloke in rook ziet opgaan. Ten tweede omdat zijn supporters, nu het slecht gaat, hem niet langer blijken te steunen. Misschien kunnen ze in extremis nog helpen door massaal wenskaartjes-voor-spoedig-herstel te sturen naar: Zerar, AZ-Groeninge, Kamer 2613, 8500 Kortrijk.
(17) Zerar op training. Wat denkt Zerar? Hij dénkt niet, want zoals iedere echte jogger heeft hij de blik op oneindig en het verstand op nul. Al zal hij zich, diep in zijn binnenste wel afvragen: hoe vinden ze mij, mijn duizenden supporters en in 't bijzonder... Charlotte Charming?
Het is nu zeker: overmorgen verschijnt Zerar voor 't eerst in korte broek (met blote beentjes!) en met zijn ASICS-sloefkes aan. Vergeet niet te kijken...
Het boek "Uit het schuim van de zee" (400 pag.) zal te verkrijgen zijn in de boekhandel vanaf 1 augustus 2011. Het behandelt de Griekse mythologie in 136 verhalen en is geïllustreerd met 17 tekeningen van de hand van Kurt Vangheluwe.
Op www.bloggen.be/kris kunt u verhalen lezen over: - Gehoor - Gekheid op een stokje - Gemeente(e.a.)politiek - Genealogie - Geneeskunde - Gent - Georges - Gerard - Gezondheid - G-plek - Gravensteen - Griekenland - Grijsloke en dat is nog maar een... Greep!
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek