6/

In dit klein auditorium, in het Rommelaere-instituut,
werden lijkschouwingen gedemonstreerd door professor Thomas, ten behoeve van de
studenten in de medicijnen. Zerar heeft er hooguit een paar bijgewoond: het was
een akelige bedoening en de stank was er nauwelijks te harden. En toch, mijmert
Zerar, als ik die tijd opnieuw zou mogen beleven, ik zou er heel mijn fortuin
voor over hebben en ik zou geen enkele les meer brossen. Nostalgie!...
En zo mogelijk nog heviger laaien zijn
nostalgische gevoelens op als hij oog in oog staat met het Gravensteen. Wáár
toch is de tijd dat hij hier telkenjare rond half november op ludieke wijze de
burcht kwam bezetten, samen met honderden commillitones, om de grootste
studentengrap aller tijden te herdenken: de inname van het Gravensteen door de
Gentse studenten, na een meedogenloze strijd tegen de flikken, ten jare
negentienhonderdnegenenveertig? Was het niet de
New-York Times die de dag erna blokletterde: "The students of Ghent are the biggest in the
world"? O jerum, jerum, jerum...
|