9/
Maar Zerar is een taaie. "Oefening baart kunst" zegt hij, en "de aanhouder wint, nie pleuje..." en hij bestelt nog drie Rodenbachs. Heilaas, nog is niet alles ledig gedronken of hij glijdt van zijn stoel om uiteindelijk onder de tafel terecht te komen. Zerar is in een coma beland. In minder dan geen tijd ligt hij in een ambulancewagen. Even keert hij tot bewustzijn:
- Waar brengt ge mij heen? vraagt hij.
- Naar het UZ.
- 't Is te hopen dat ge daar een parkeerplaats vindt, stamelt Zerar.
- Wees daar maar gerust in, zegt de ambulancier.
Dan gaat het licht weer even uit en Zerar komt wakker op de spoedafdeling van het universitair ziekenhuis. 's Anderendaags mag hij het ziekenhuis verlaten, richting "home Astrid". Hij is er met een bolwassing vanaf gekomen. Zijn les heeft hij geleerd. Hij zal zich voortaan geheel wijden aan de studie: de letteren en wijsbegeerte, meer bepaald "de toegepaste taalkunde", en nóg meer bepaald "de meertalige communicatie", met de focus op Engels en Spaans. De basis is er al: de "thorn", de gelispelde "t" of "d" al naargelang het om een stemloze of een stemhebbende "th" gaat, een fricatief waarbij de tongpunt tegen de achterkant van de bovenste tanden gedrukt wordt. Geen mens die, in nuchtere toestand, de Engelse thorn-uitspraak machtiger is dan Zerar. En ook bij de Spaanse "c" (vóór een "e" of een "i") of "z" zal die thorn (þ) goed van pas komen...
|