Ik arriveerde gisteren namiddag. Mijn verblijfplaats voor één week is
een klein huisje vlakbij Cap Gris-Nez. Ik heb er al het nodige om comfortabel te
zijn: keuken, badkamer, toilet, woonkamer, een grote tafel, een bed. En er is
warm water. En het is er stil, heel stil...
Het raam voor mij geeft uitzicht op een geploegde akker. In de verte
zie ik de huizen van Audinghen. Jammer dat hier geen groot raam is geplaatst.
Ik heb voortdurend de neiging om mn hoofd links en rechts te bewegen om zo
langsheen de brede plastieken vensterboord te kijken. Want precies in het
midden van mijn blikveld maakt de weg een s-beweging en zie ik af en toe autos
af en aan rijden. Het is zondag vandaag en dagjestoeristen rijden af en aan.
Aanvankelijk slechts sporadisch maar tegen de middag wordt het alsmaar drukker.
Ondanks de wind en de regenbuien is deze plek drukbezocht. Vanuit Cap Gris-Nez
heb je heel dikwijls de kans om de Engelse kust te zien, de White Cliffs of
Dover.
Ik kleed me warm en trek er op uit, gewapend met mn analoge grootbeeld
fotocamera, mét zwart-wit filmpjes, Back-to-Basics. De wind op kop en een
fijne regen die onophoudelijk in mn gezicht striemt. Dit wordt niets, denk ik,
en ik volg een landwegel die naar de zee leidt. Vlakbij het water, bovenop een
hoge klif probeer ik een foto te maken van de kustlijn. De wind beukt nu
letterlijk op me in en het kost me grote moeite om de camera stil te houden,
zelfs op statief. Twee tellen later begint het hard te regenen en ik moet halsoverkop
vluchten naar een bunker in de buurt. De ingang is dichtgemetseld en ik zoek
schutting aan de zijkant tegen wind en regen. Tien minuten later schijnt de zon
weer en dikke pakken grijze wolken jagen koortsachtig landinwaarts. En weer
enkele minuten later regent het weer. Ik heb er genoeg van en wil terug naar
mijn huisje. Algauw blijkt dat ik op korte tijd toch heel wat afstand had
afgelegd. Ik volg nu de rijweg en heb voortdurend de indruk dat ik in een grote
boog rond mn bestemming loop. Mijn GPS, in wandel-modus, vindt geen
satellieten en is hier bijgevolg waardeloos. Aan de horizon, landinwaarts,
tekent de zon met haarscherpe contouren gigantische wolkenformaties in goudgele
kleuren. Dit is de Côte dOpale.
Ik ben zo moe dat ik rond twee uur boven op mn bed in slaap val. Buiten
hoor ik nog heel even hoe dikke, zware druppels op het dak roffelen maar dan
droom ik van onsamenhangende dingen. Twee uur later word ik versuft wakker. Het
is echt geen weer om buiten te lopen en ik heb absoluut geen inspiratie om mijn
scenario te schrijven. Ik orden mijn fotogerief en probeer wat te lezen. In de
late namiddag maak ik rijst klaar en ik besluit om nog een tochtje met de motor
te maken. Het regent nog wel maar ik moet er even uit. Ver rijd ik niet, het
wordt stilaan donker en overal schuiven grijze wolkendekens meer en meer naar
elkaar toe. Ze sluiten deze dag zorgvuldig dicht en dan gaan de sluizen weer
open. Ik ben net op tijd terug thuis om niet kleddernat te worden. Warme thee
en vroeg gaan slapen.