Wat heb ik een mottige nacht achter de rug. Ik ben doodop. Gisterenavond ben ik pas na het inventariseren van het hele schapenbestand van Schotland in slaap gevallen. Ontelbare keren wakker
geworden, onder andere van gesnurk aan gene zijde en van pijn in de knieën aan deze zijde (ik
heb dat de laatste tijd vaker, misschien zijn het krimppijnen). Uiteindelijk
het Grote Ontwaken, terwijl het nog pikdonker was. Zo pikdonker als slaand op het betreffende lichaamsdeel van een Afrikaan van tegen de evenaar. En dan wachten op het Licht en
op de wekkerradio.
Om, wanneer die laatste dan uiteindelijk begint te spelen en via gene
zijde direct het zwijgen wordt opgelegd, te denken dat ik de paar maten popmuziek enkel gedroomd heb. Nee hoor, het is dag! Een klets water in het gezicht, een paar koppen koffie en een paar boterhammetjes moeten me opkikkeren. Het gisterenavond uit de diepvriezer gehaalde half brood blijkt rozijnenbrood te zijn. Donderdag wordt plots een beetje zondag. De eerste, wat droge snee wordt gepromoveerd tot toast. Lekker, met goede boter, of boerenboter zoals wij thuis zegden. De broodrooster vindt echter dat het nog lang geen zondag is en spuwt een halfverbrande toast uit, die ik koppig toch naar binnen speel, na het afbreken van de zwartste stukken. 's Mans brooddoos wordt liefdevol gevuld en uitgewuifd. Straks ga ik boodschappen doen. De tassen hangen al klaar... onder mijn ogen.
Categorie:N. nieuws/columns
12-07-2010
Voetbal
Voetbal, ik word er niet koud en niet warm van. Enige jaren
terug mocht ik via het systeem van Chinese vrijwilliger als gezelschapsdame van een klant fungeren. De vrouw had via een wedstrijd, georganiseerd door de
bank waar ik toen aan het loket zat, een zitje in de Business seats gewonnen.
Eerst een lekker menuutje, overgoten met bijpassende wijntjes, dan een
comfortabele zetel om hoog en droog de match te volgen. Nu ja, droog... we
werden voldoende voorzien van allerlei natjes.
Of ze een voetballiefhebber was? Welnee, ze deed gewoon mee
aan alle wedstrijden in de hoop ooit iets te winnen, vertrouwde ze me toe. En
kijk, het was haar gelukt: ze had prijs! Naar het voetbal! We waren de enige
vrouwen in het gezelschap en amuseerden ons opperbest. Het eten smaakte, de
wijn ook. Verzadigd ploften we in de zachte zetels. De match begon, ons
babbeluurtje ook.
Oh? Was het al koffiepauze? Sorry, halftime bedoel ik. Time for
desert! En een pousse-cafeetje. Giechelend trokken we opnieuw
richting zeteltjes. Vreemd, dat onze ploeg blijkbaar in eigen doel trachtte te
shotten. Hoezo? Was dat ons doel niet meer? Hadden we gewisseld? We stoorden er
ons niet aan en babbelden verder. Plots stonden alle mannen in de kamer recht.
Beteuterd rondden de klant en ik ons gesprek af, niet wetend welke ploeg
gewonnen had.
Hieraan moest ik gisteren terugdenken toen ik het laatste
kwartier van de match Nederland-Spanje bekeek, de verlengingen en het doelpunt
van Spanje. De oranjegekte was misschien wat overdreven, anderzijds trad het
land toch als één natie naar buiten.
Stel je voor dat België mee had mogen doen aan het WK.
Veronderstel heel even dat we een paar matchen hadden gewonnen. Hoe zouden
"wij" gesupporterd hebben? Met de nationale driekleur in onze handen?
Met zwart-geel-rode strepen op onze gezichten? Met dito mutsen en pruiken? Of
zouden de straten gevuld geweest zijn met Vlaamse leeuwen en Waalse hanen? En wat
als het dan geen Iniesta was die de beslissende bal het net inschoot, maar zo'n
leeuwke, of zo'n haantje? Was het dan op slag toch een Belg geworden?
Categorie:N. nieuws/columns
07-07-2010
Azijn
"Nee,
het is niet gemakkelijk. - Tuurlijk, tuurlijk! - Ja, ge kunt niet anders
hé." Haar helft van het gesprek is door iedereen te volgen. Een vrouw is
aan de balie gaan staan. De belster klemt haar gsm tussen oor en schouder en
praat verder. Ondertussen neemt ze het boek, scant het in, neemt het biljet van
20 euro, legt wisselgeld op de balie, steekt boek en kassabon in een plastic
zakje. Dat alles zonder één woord met de klant te wisselen, zonder haar een
blik te gunnen.
Een meisje
en een jongen komen naar de balie met een Bongobon en een boek in de vorm van
een pizza. "Ik ga u moeten laten. - Ja (zucht), het is druk." Of in
de Bongobon ook het proeven van de wijnen inbegrepen is? Nee, het is enkel een
bon om wijn mee te kopen. Of ze die bon met het proeven erbij misschien ook
heeft? Zou kunnen. Verveeld wijst ze naar het rek. Of het dezelfde prijs is?
Nee, het zijn allemaal verschillende prijzen. Overbluft door deze overdaad aan
hulp beslissen de jongelui de bon toch maar te kopen. Zou ze hem alstublieft
willen inpakken? Zonder te antwoorden neemt ze het doosje en draait zich om.
Wanneer ze het prijsetiket er heeft afgehaald komt de jongen opgewekt met een
ander doosje naar de kassa: gevonden! Met een gezicht alsof ze zelf azijn aan
het proeven is, hoort de onwillige sommelier het meisje vragen of ze
alstublieft déze bon wil inpakken en niet de andere.
Er wordt
afgerekend: Bongo in feestkostuum en pizza verdwijnen samen in een zakje. Blij
dat ze het perfecte cadeau gevonden hebben, zelfs zonder hulp van de boze heks,
wensen Hans en Grietje haar nog een fijne namiddag toe. Zij hoopt in stilte dat
ze verloren lopen in het grote winkelbos. Brr, dan is het mijn beurt om mijn
vinger door de tralies te steken.
Misschien
denkt ze dat alle boeken in haar winkel unieke exemplaren zijn. Dat alle
auteurs een nergens anders te verkrijgen boek hebben geschreven, speciaal voor
haar. Háár boeken dus, die ze eigenlijk liever niet verkoopt. Wat zal ze
gelukkig zijn dat ik voortaan mijn boeken elders ga kopen. Daar waar ik er een glimlach
als gratis bladwijzer bijkrijg.
Categorie:N. nieuws/columns
04-07-2010
Op kamp
Hij is op kamp
vertrokken. Alleen. Met een klasgenootje, met honderden andere kampgangers,
zonder ons. Zijn zus gaat al jaren op kamp. Die laat ons nog voor de
jaarwisseling al weten dat ze de volgende zomer weer op kamp gaat, samen met
haar vriendin. Voor het geval we zouden durven twijfelen.
Hij niet.
Toen ik begin dit jaar polste of hij dan nooit zin had een weekje te gaan
ravotten met leeftijdsgenootjes, besliste hij plots het ook eens te proberen.
Over hoeveel nachten spraken we? Zeven. Ik zag hem de zeven nachten ver van
huis afwegen tegenover het eventuele meerplezier. Het risico leek draaglijk...
als er iemand uit zijn klas meeging. Ik vroeg wiens ouders ik moest opbellen.
De moeder die ik aan de lijn had, was onmiddellijk enthousiast, net als de zoon.
En dus
staan we hen op de eerste dag van de grote vakantie samen uit te zwaaien. Een
half uur lang, omwille van de schijnbewegingen die de bus maakt. Twee moeders, twee
zonen. Twee slaapzakken, twee bomvolle tassen met ondergoed, T-shirts, shorts,
zonnemelk factor 50 omdat 100 niet bestaat, en alles wat nodig is om een week
te overleven vanonder moeders vleugels.
Thuisgekomen
zoek ik een kaartje. De dochter is het gewoon maffe post te krijgen van het
thuisfront. Hij niet. Twee schaatsende ijsberen onder een lucht vol sneeuw?
Ideaal. Op de sjaals van de beren schrijf ik respectievelijk zijn naam en die
van het klasgenootje. Kaartje geschreven, adres op de envelop, postzegel erop,
klaar op de keukentafel. Daarna leg ik de computer aan. Ah, een mailtje van de
muziekleraar. Dat onze zoon in september voor de start van zijn trompetlessen
misschien een gloednieuw instrument mag gebruiken want de school gaat er een
extra aankopen. Ondanks het half uur uitzwaaien en het schrijven van een
kaartje roep ik luidkeels YENTE! om hem het goede nieuws te melden.
Categorie:N. nieuws/columns
29-06-2010
Overmacht
terwijl haar lichaam zich mee laat voeren
met de stroom en loom ter ruste ligt
spartelen gedachten stroomopwaarts tegen
al schijnt de zon, er moet zoveel
wachten op regen is geen optie
teveel te doen brengt ook verveling
zonnestreling doet zo'n deugd
als men zich eraan over geeft
dus laat ze wachten wat al wacht
strekt gewillig de slanke benen
en schikt zich naar Ra's overmacht
Categorie:A. in vrije vorm
23-06-2010
Experimenteel
Vorig jaar (of is het al twee jaar geleden, Vadertje Tijd
heeft tegenwoordig loopschoenen met vering) zouden we naar een optreden gaan
van een "human beatbox". Off the record heette die.Op het internet vonden we positieve
commentaren over de heren Vandeplaat en op Gijbuisvonden we te gekke filmpjes. Wij dus
dolenthousiast een fantastische avond tegemoet.
Dachten we.Aan de kassa
haalden we onze gereserveerde tickets af en daarna keuvelden we wat.
"Spijtig hé dat Off the record ondertussen gesplit is." Gesplit?
Hoezo, gesplit? Had de aangekondigde beatbox opgehouden te bestaan? Wie zou er
dan het podium bestijgen? "Een
groepje gitaristen. Afwachten wat het gaat worden want het is
experimenteel." Ikterug naar de
kassa . Men van het loket dacht dat wij op
de hoogte moesten zijn want Men van de reserveringen had Ons toch verwittigd?
Neen, Men van de telefoon had Ons overgeslagen. Men van de telefoon had niet
eens Ons nummer. "Oh. Maar het
wordt goed, hoor. Het is experimenteel!" We hadden nu toch al ons jaarlijks
bad genomen, dus konden we net zo goed blijven. Ons onderdompelen in het gitaristische experimentele.
Deuren open. Wij binnen. Een immens doek onttrok het podium
aan ons zicht. Licht uit, experiment aan. Er werden in hels tempo allerlei
beelden geprojecteerd op het scherm, een kakafonie aan kleuren, afgewisseld met
zwart-wit, oude beelden, nieuwe beelden, bewegend, stilstaand, portretten,
landschappen, en ondertussen schalden de gitaren. Voor ons onzichtbaar, maar
des te beter te horen. Gelukkig had ik in mijn jaszak kleine plukken watten
zitten. Die zitten daar vaak, om ze zeker niet te ontberen als we gaan wandelen
of gaan fietsen. Ik heb kouwelijke gehoorhangen. En gevoelige, zeker op experimenteel vlak.
Nochtansviel het best
te pruimen, dat optreden. Ik begreep dan ook niet waarom na elk stuk de zaal
een beetje verlatener oogde. Met watjes in de oren en de ogen gesloten (je weet
maar nooit of je niet voorbestemd bent voor epilepsie) viel het allemaal goed
mee. Je kunt niet overal een melodie willen in herkennen.
Na de laatste beproeving der watjeslozen kwamen de
gitaristen vanachter hun podiumbreed doek, kijken of er enig applaus te rapen
viel. Eén van hen had zowaar een filmcamera op de schouder en filmde het nog
aanwezige publiek. Als materiaal om te gebruiken wanneer ze zich gingen
voorstellen bij andere organisatoren van culturele evenementen. "Zie je
wel, er zat nog publiek in de zaal toen het optreden afgelopen was. En sommigen
applaudisseerden!"
Daarna gingen wij op een terrasje iets drinken, om te
bekomen van het experiment. Aan de tafeltjes rondom ons zaten enkele
mensen met een verwilderde blik in de ogen, het haar recht. Ook
proefkonijnen.
Categorie:N. nieuws/columns
22-06-2010
Strijd - gezongen versie
Ik maakte vandaag een strijdlustige melodie voor het (oudere) gedicht "Strijd", te beluisteren op mijn weblog met gezongen gedichten:
wanneer mijn bede wordt verhoord oranjerode wolken kolken vanaf mijn kruin tot aan mijn tenen dan sijpelt na verloop van tijd het overschot aan vrolijkheid langs wangen, armen, borst en benen weg
zo weg als rood nooit rood geweest en eens die stroom op gang gebracht wordt donderdonker nagedacht dat is een kwaal die nooit geneest ik val mezelf dan weer zo tegen en regen het oranjerood eruit
(Dit is één van de winnende gedichten in de categorie volwassenen van de poëziewedstrijd 2008 van vtb-vab Opwijk, gepubliceerd in de toen uitgebrachte bundel. Het staat ook in mijn eigen bundel Verzinnen.)
Categorie:C. gedichten op rijm
31-05-2010
Meander
In het literair e-zine Meander verscheen afgelopen weekend een interview met mij. Er werden ook drie gedichten gepubliceerd: Kalme zee, Grind en Taalbarrière.
Als je in een stukje (20/4/2010 "Algemene vergadering cultuurraad Ronse") schrijft dat je het jammer zou vinden wanneer de streektalen volledig verloren zouden gaan, dan moet je zelf het goede voorbeeld geven. Dus zong ik mijn gedicht "Intriest" ook eens in het dialect van mijn jeugd. Dit is de streektaal van de regio ten noorden van Gent (Oostakker, Zaffelare, Lochristi,...), niet te verwarren met het Gents, wat totaal andere klanken kent.
De gezongen versie is - zoals altijd - te beluisteren op mijn weblog met gezongen gedichten:
Wie ervan houdt, zal wellicht ook de gezongen versie van "Van de regen in de soep" kunnen appreciëren: "Van de reëne in de soepe".
Categorie:N. nieuws/columns
27-05-2010
Taalbarrière
wij spraken nooit dezelfde taal al peuterde de kleuter die ik was letters uit zijn mond ik kraaide nimmer zijn gemak noch zijn onvermogen wel eigen wisselwoorden die hij niet verstond
stappen, fietsen, autorijden: vreemde talen die hij sprak of liever, schreeuwde tot het kristallen lexicon van mijn kinderliefde brak
deelden wij geen idioom waarop we samen konden bogen nu het zijne is vergeeld de harde kaft heeft losgelaten aanhoren wij elkanders taal met mededogen
(Met dit gedicht won ik de derde prijs in de Hilarion Thans poëziewedstrijd 2008.)
Categorie:A. in vrije vorm
24-05-2010
Intriest
de lage zon schildert een zebrapad
in onze diepe, lege tuin
de buren leveren boomzwarte verf
wij een grasgroene straat
daar waar het kippenhok niet staat
komen er al paaltjes uit de grond
met grijs kippengaas errond
zal ik oversteken? gaan kijken
waar ik later eieren zal rapen
stront van legstokken zal schrapen
ach, stel je voor dat het noodlot
de trein die ginder verder rijdt
vandaag plots van de sporen scheidt
zoals een dooier van het wit
dan tokken hier bij voorbaat
zulke intrieste weeskipjes
(de luchtige gezongen melodie is te beluisteren op http://veradebrauwer.punt.nl/)
Categorie:A. in vrije vorm
20-05-2010
Het groene monster jaloezie
Op vier mei hemelde ik het nieuwste boek van Bernard Dewulf op. Ik vond "Kleine dagen" een parel en ik wist niet eens dat het genomineerd was voor de Libris literatuurprijs. Toen ik vernam dat Bernard de prijs gekregen had, was ik enorm blij voor hem. Een verzameling columns over het dagdagelijkse leven, meestal over zijn
kindertjes, en dat wint zo'n prestigieuze prijs. Fantastisch toch? Geen
hoogdravende prietpraat, geen oeverloos geneuk, geen zwartmakerij van collega-schrijvers, geen would be-literatuur, gewoon lieflijke verhaaltjes, maar dan wel verteld op een onnavolgbare manier, met Stijl ! Haaa... verademing. Ik gun het hem zo!
En wat zie je dan? Dat een net-niet-winnaar groen uitslaat van jaloezie. Dat hij het niet kan verkroppen dat iemand die "maar" columns schrijft die prijs wint. Dat er op Knack.be op 18 mei een column verschijnt waarin hij de stijl van de winnaar (wiens naam hij vijf keer vernoemt) belachelijk maakt en daar bovenop nog de persoon zelf ook. Hij heeft het er in zijn kwaadwillig stukje onder andere over dat mensen stinken, dat ze zich door de stank verbonden kunnen voelen. Meneer Peter Terrin, zoals ù stinkt, kunnen alleen andere jaloerse dikke nekken zich met u verbonden voelen...
Categorie:N. nieuws/columns
18-05-2010
Gezongen versie van Verzinnen
Voor het eerste sonnet uit mijn gelijknamige bundel met vormvaste gedichten heb ik onlangs een melodie bedacht. Deze is te beluisteren op mijn weblog met gezongen gedichten: http://veradebrauwer.punt.nl/ Wie geïnteresseerd is in de bundel, kan mij mailen.
Verzinnen
Er liggen veertien regels op de loer. Ik weet nog niet of zij een valstrik spannen, misschien mij naar verlegenheid verbannen om een gedicht dat slechts een woordensnoer
is, zonder inhoud of belang; droog voer, terwijl in fijner schotels, ranker kannen de poëzie verlokt tot proeven van een geraffineerder maal (zoals de Cour
du Nord serveert, zegt Michelin). Ach wat... wie weet gaat het wel andersom, zodat de verzen niet proberen míj te vangen
maar dat ik hén verleid. Kom dichterbij,... kom, luister naar mijn sprakeloos verlangen, verzin een lied, ver-zin wat leeft in mij.
Categorie:B. sonnetten
13-05-2010
Oepetijs
Vorige week vrijdag, op de uitreiking van de Jotie T'Hooft poëzieprijzen 2010 heb ik enorm genoten van het allereerste optreden van Oepetijs, de groep van jeugdschrijver Marc de Bel. Als u deze groep ooit ergens op een affiche ziet prijken: ga luisteren, het is absoluut de moeite waard! Marc leest gedichten voor en de zangeres brengt onder instrumentale begeleiding bijpassende liedjes of een gezongen versie van het voorgedragen gedicht.
Ik had een promotie gezien: 25% korting bij aankoop van
Goodyear-banden. De eerste keer dat ik in de garage kwam, was het type banden
dat mijn autootje nodig had uitgeput. Maar de daarop volgende week zouden ze er
zeker zijn. Voor alle zekerheid belde ik de week nadien eerst even op. Het is
een heel eind omrijden als ik daarlangs wil passeren na het werk. De man kon zich niet herinneren dat ik al eens
in zijn werkplaats gestaan had. Ja hoor, de banden waren binnen, type H. Komt u maar langs! Ik begon aan de filerijke
omweg... meter per meter schoof ik naar mijn bestemming. Daar aangekomen meldde
ik mij: "'t Is voor die banden, ik heb daarstraks gebeld." "Ah?
Dat zal met nen collega geweest zijn. Zet u een beetje, het zal nog effekes
duren." Effekes een goed half uur later was het mijn beurt. Dat het voor
die banden was, dat ze de eerste keer niet binnen waren, maar nu wel. Of ik de
maat kende? Omdat ik ze net zo goed ken als die van mijn beha, diepte ik een papiertje op: "195/60
R15 88". De man bekeek zijn PC-scherm, fronste de wenkbrauwen (wat meestal
geen teken is van voorradige banden) en zei allervriendelijkst: "Die
hebben we niet binnen hoor." Niet binnen? Waren ze na mijn telefoontje van
een uur geleden al allemaal weer de deur uit? Of ik nog wist wie ik gesproken
had? Natuurlijk niet. Hij ging even informeren bij de baas. Ik zag de twee elkaar
verbouwereerd aankijken. Plots zag ik de enige mogelijke reden. "Dat is hier
toch het Antwerpenplein hé?" wees ik naar buiten. "Ha nee, dat is
hier De Sterre, het Antwerpenplein dat zijn onze collega's aan de Dampoort."
Had ik doodgemoedereerd naar de verkeerde Midas-vestiging gebeld. Als ik wou, mocht ik drie kwartiertjes wachten ( "'t
is spitsuur hé"), dan lieten ze de banden overbrengen van ginder. Ik bedankte
voor het aanbod en zei dat ik wel terugkwam.
En nu liggen er dus nieuwe
banden op mijn auto. Gloednieuwe, met eindeloos diepe profielen. Ik moet
opletten dat ik me er niet te diep over buig want als ik erin val, vind niemand
me nog terug. Het zijn H-banden. Er lagen eigenlijk T-banden op, maar die
raakten om commerciële redenen niet voorradig. Vanaf nu kan ik dus
aan een maximum snelheid van 210 km/u rondsnorren. Gelukkig maar, die 190 km/u waartoe
mijn vorige banden zich leenden, waren echt wel peanuts, zeker in de bebouwde
kom. Die T staat niet voor niets voor Traag...
Categorie:N. nieuws/columns
08-05-2010
Jotie T'Hooft Poëzieprijs
Gisteren vond in Eine de uitreiking van de Jotie T'Hooft poëzieprijs plaats. Nee, ik viel niet in de prijzen... maar onze dochter Silke wél! Ze veroverde in haar leeftijdscategorie (12 tot 15 jaar) de derde prijs met haar gedicht "Wachten". Het thema voor deze categorie was "Aan mijn prinses".
Het was een gevarieerde avond met voordracht en muziek. Wat bij ons gezin het meest in de smaak viel, was het optreden van Marc de Bel en "zijn" zangeres en gitarist. De zangeres bracht met haar zuivere, warme stem enkele gedichten van Marc de Bel in het dialect: prachtig! Ook het optreden van Willy Pirotte mocht er zijn. Vooral bij de mooie vertelling "De man in de wolken" had hij het publiek in de ban.
Wachten
Leunend over het balkon wachtte ze,
op iemand die niet komen zou.
In de verte dreef een melkwitte wolk
die in haar gedachten
veranderde in een stoere hengst
die haar droomprins bij haar bracht.
"Aan mijn prinses",
de eerste regel van een nooit verstuurde brief
van haar allereerste lief,
waarop ze maanden had gewacht.
Terwijl ze zich losrukte van het balkon
greep het verdriet haar bij de keel.
Ze vulde een emmer met tranen
en begon met het poetsen van haar luchtkasteel.
Silke Henry
In bijlage: een foto van Silke die haar gedicht voordraagt
Ik heb me nog eens lekker ouderwets geërgerd. Het onderwerp
van mijn ergernis was één van de bedrijfsleiders die in het TV-programma
"Mijn restaurant" de verschillende restaurants ging keuren. Toen hij
achteraf zijn mening mocht ventileren, sprak hij de bescheiden woorden:
"Zoals ik in mijn bedrijf ook altijd zeg: silver is for losers".
Mijn door-kleurshampoo-verdoezeld-grijze haren rezen te berge. Het
zelfverklaard genie bloosde er niet eens bij, keek onverstoord in de lens.
Zou zo iemand ooit een vrouw in zijn van alle luxe voorziene
glimmende paleis durven binnenlaten? Stel je voor dat een nietsvermoedende dame
voor deze man in zijn hypermoderne keuken de meest exquise maaltijd moet bereiden.
Zou het kunnen dat hij de goedheid heeft
haar ongetwijfeld totale miskleun te vergeven? In de veronderstelling
natuurlijk dat ze het perfecte lichaam heeft, alles in goddelijke proporties op
de juiste hoogte. Haar jarenlange (maar ook weer niet té lange) succesvolle
carrière als gerespecteerde zakenvrouw niet te vergeten.
Stel je het onvoorstelbare voor... dat hij haar meetroont
naar bed. Het bed met de zijden lakens, de hoofdkussens gevuld met dons
van de uiterst zeldzame Arrogantis-eend. Dat zij hem het verrukkelijkste, meest fantastische orgasme bezorgt dat ooit een man op aard heeft mogen beleven.
Dat hij haar de gunst verleent zijn ultrahoogbegaafde kinderen te dragen. Kinderen die
geen beugel of bril nodig hebben, die uitblinken in alles wat ze ondernemen:
goud in atletiek, prima ballerina, zwarte gordel, virtuoos, noem maar op.
Nee. Het kan onmogelijk aangenaam leven zijn onder het dak
van deze man, noch prettig werken in de firma waar Pierre Perfect de gouden plak
zwaait. Laat ons hopen dat het een vrijgezel is die een éénmanszaak runt...
Categorie:N. nieuws/columns
Ik ben geboren in 1964 en studeerde af als licentiate Romaanse Filologie aan de Universiteit Gent. Mijn hobby's zijn vooral lezen, wandelen en het schrijven van gedichten. Omdat ik zelf liefst toegankelijke gedichten lees waarin ik de gedachten of gevoelens kan herkennen, probeer ik ook in die trant te schrijven. Soms schrijf ik in vaste vorm (vooral sonnetten), soms in vrije vorm. Liefst van al laat een gedicht mij achter in de overtuiging dat het op geen enkele andere manier kon geschreven worden.