Welkom

Foto
Copyright: wilt u een gedicht overnemen? vraag aub eerst toelating en vermeld mij als schrijver
Categorieën
  • A. in vrije vorm (61)
  • B. sonnetten (27)
  • C. gedichten op rijm (8)
  • D. gorgelrijmen (12)
  • E. stanka's (6)
  • F. anderstalig (3)
  • G. collagebollekes (5)
  • H. mededichters (9)
  • N. nieuws/columns (77)
  • Vera De Brauwer
    GEDICHTEN EN COLUMNS
    08-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jotie T'Hooft Poëzieprijs
    Gisteren vond in Eine de uitreiking van de Jotie T'Hooft poëzieprijs plaats. Nee, ik viel niet in de prijzen... maar onze dochter Silke wél! Ze veroverde in haar leeftijdscategorie (12 tot 15 jaar) de derde prijs met haar gedicht "Wachten". Het thema voor deze categorie was "Aan mijn prinses".

    Het was een gevarieerde avond met voordracht en muziek. Wat bij ons gezin het meest in de smaak viel, was het optreden van Marc de Bel en "zijn" zangeres en gitarist. De zangeres bracht met haar zuivere, warme stem enkele gedichten van Marc de Bel in het dialect: prachtig! Ook het optreden van Willy Pirotte mocht er zijn. Vooral bij de mooie vertelling "De man in de wolken" had hij het publiek in de ban.


    Wachten

    Leunend over het balkon wachtte ze,
    op iemand die niet komen zou.
    In de verte dreef een melkwitte wolk
    die in haar gedachten
    veranderde in een stoere hengst
    die haar droomprins bij haar bracht.

    "Aan mijn prinses",
    de eerste regel van een nooit verstuurde brief
    van haar allereerste lief,
    waarop ze maanden had gewacht.

    Terwijl ze zich losrukte van het balkon
    greep het verdriet haar bij de keel.
    Ze vulde een emmer met tranen
    en begon met het poetsen van haar luchtkasteel.

    Silke Henry


    In bijlage: een foto van Silke die haar gedicht voordraagt

    Bijlagen:
    Silke wachten 2.jpg (415.4 KB)   


    Categorie:N. nieuws/columns
    06-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pierre Perfect

    Ik heb me nog eens lekker ouderwets geërgerd. Het onderwerp van mijn ergernis was één van de bedrijfsleiders die in het TV-programma "Mijn restaurant" de verschillende restaurants ging keuren. Toen hij achteraf zijn mening mocht ventileren, sprak hij de bescheiden woorden: "Zoals ik in mijn bedrijf ook altijd zeg: silver is for losers". Mijn door-kleurshampoo-verdoezeld-grijze haren rezen te berge. Het zelfverklaard genie bloosde er niet eens bij, keek onverstoord in de lens.

    Zou zo iemand ooit een vrouw in zijn van alle luxe voorziene glimmende paleis durven binnenlaten? Stel je voor dat een nietsvermoedende dame voor deze man in zijn hypermoderne keuken de meest exquise maaltijd moet bereiden.  Zou het kunnen dat hij de goedheid heeft haar ongetwijfeld totale miskleun te vergeven? In de veronderstelling natuurlijk dat ze het perfecte lichaam heeft, alles in goddelijke proporties op de juiste hoogte. Haar jarenlange (maar ook weer niet té lange) succesvolle carrière als gerespecteerde zakenvrouw niet te vergeten.

    Stel je het onvoorstelbare voor... dat hij haar meetroont naar bed. Het bed met de zijden lakens, de hoofdkussens gevuld met dons van de uiterst zeldzame Arrogantis-eend. Dat zij hem het verrukkelijkste, meest fantastische orgasme bezorgt dat ooit een man op aard heeft mogen beleven. Dat hij haar de gunst verleent zijn ultrahoogbegaafde kinderen te dragen. Kinderen die geen beugel of bril nodig hebben, die uitblinken in alles wat ze ondernemen: goud in atletiek, prima ballerina, zwarte gordel, virtuoos, noem maar op.

    Nee. Het kan onmogelijk aangenaam leven zijn onder het dak van deze man, noch prettig werken in de firma waar Pierre Perfect de gouden plak zwaait. Laat ons hopen dat het een vrijgezel is die een éénmanszaak runt...


    Categorie:N. nieuws/columns
    04-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lezen

    Ik ben aan het lezen. Dat is niet zo bijzonder. Ik vind het een prachtig boek. Dát is wel bijzonder, voor mij. Lezen zorgt jammer genoeg regelmatig voor een teleurstelling. Ik lees steeds de achterflap en enkele lukraak gekozen paragrafen voor ik een boek ontleen. Toch lijkt het er achteraf soms op dat die flaptekst een heel ander boek beschreef of dat de paragrafen in een ander verhaal thuishoorden dan hetgeen ik zelf heb gelezen. Natuurlijk koop ik ook boeken, maar dan meestal diegene waarvan ik op voorhand weet dat ik niet bedrogen uitkom. Ik heb dus veel boeken staan in mijn boekenkast die ik tevoren in de bibliotheek heb ontleend. Of die ik in de boekhandel heb uitgelezen. Stiekem, verscholen tussen de Italiaanse kookboeken en de bloemschikcursussen, zoals ik deed met de bundel  "Gedichten voor gelukkige mensen" van Bart Moeyaert. Het winkelpersoneel kon niet klagen: ik heb de bundel na het lezen netjes gekocht, zoals normale mensen doen.

    Soms voel ik mij een parelvisser, wanneer ik uit de massa nepparels die verspreid liggen op de bodem van de literatuurzee een echte bovenhaal. Een kanjer van een parel, een glanzend wonder van woordkunst. Dan wordt het plezier van de ontdekking, van de verrukking niet overschaduwd maar wel begeleid door een stille jaloezie. Dan wroeten gedachten als "ik wou dat ik dit geschreven had" of "waarom schrijf ík -verdomme- niet zo goed?" in het genot van het lezen, als een mol in de groententuin. Dat heeft niets te maken met zucht naar winst. Misschien zelfs niet met de drang naar prestige of bewondering door anderen. Het heeft eerder te maken met eigenwaarde, fierheid op mezelf. Vera, kijk toch eens hoe origineel je het banale verwoordt, hoe subliem je ieders alledaagse pruik presenteert. De vitrine van de ijdelheid.

    Ach, ik heb er vrede mee . Zolang ik boeken ontdek als "Marcel" van Erwin Mortier of "Kleine dagen" van Bernard Dewulf, kan ik mij erbij neerleggen dat ik zelf geen mooischrijver ben. Overigens, het lezen van zulke boeken vraagt nogal wat minder tijd dan het schrijven ervan. Zo heb ik nog ruimschoots tijd over voor allerlei andere zaken of... om te zoeken naar andere juweeltjes in boekvorm!


    Categorie:N. nieuws/columns
    29-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gaan
    laten we de vredespijp begraven
    ziek als we zijn van de serene roes
    ach, ook de strijdbijl is aan ons niet besteed
    wij hebben geen weet
    van hoe het vechten moet
    met vergieten van bloed

    wij steken niet, we dreigen
    wij breken niet, we zwijgen

    ik ga
    jij gaat
    het ga je goed



    Categorie:A. in vrije vorm
    26-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Complimenten en cadeautjes

    Er werd bij ons thuis niet kwistig omgesprongen met complimenten. Dat strookte met de huiselijke credo's  'niet opvallen' en 'niet stoefen' (opscheppen). Gecombineerd met een aangeboren bescheidenheid leidde dit ertoe dat ik nooit goed overweg heb gekund met complimentjes.  "Ach, zo bijzonder is dat niet, hoor." Als ik het niet zeg, dan denk ik het wel. Hebt u de neiging om aan elke bezoeker die een presentje meebrengt te zeggen dat ze dat echt niet hadden moeten doen? Hoe onbeleefd van u... en van mij want ik doe het ook, alsof ik me schuldig voel hem of haar uitgenodigd te hebben. Terwijl ik zelf natuurlijk nergens met lege handen toekom én terwijl ik eigenlijk heel blij ben met de bloemen of het flesje wijn.

    Complimentjes geven, daarin ben ik daarentegen altijd een kei geweest. Geen valse, stroperige mouwfrotterij, neen, het gemeende gelukwensen of prijzen. Waarom zou ik een collega of iemand die vóór me staat aan de kassa niet complimenteren met die prachtige rok of dat magnifiek halssnoer? De kans is klein tot onbestaande dat ze die zelf gemaakt heeft, maar toch vind ik zo'n complimentje gepast. Ik prijs haar immers voor haar keuze, ik bevestig haar goede smaak, hoe subjectief dat ook moge zijn. Altijd verschijnt er dan een glimlach en volgt er een dankjewel. Natuurlijk ben ik niet op missie om ieders dag goed te maken en loop ik niet met een bomvolle tas complimentjes rond die tegen de avond leeg moet zijn, maar u begrijpt waar ik naartoe wil.

    Of misschien ook niet... want ik wou het over een ander soort complimentjes en cadeautjes hebben. Die waarbij je je echt geen houding weet te geven of die je ronduit liever niet krijgt. Toen ik dertig werd kreeg ik van mijn tien jaar jongere zus een pot antirimpelcrème en een tube tegen oogwallen cadeau. Ik bekeek het attente geschenk met een mengeling van ongeloof en afgrijzen, vooral omdat ik snel doorhad dat het niet als grap bedoeld was. Van een dierbare vriendin kreeg ik ooit een mysterieus cadeau. Om uw fantasie voldoende speelruimte te laten, geef ik hier geen nadere beschrijving. Ik reageerde enthousiast: "Dát is iets speciaal! Wat is het eigenlijk?" En vriendin, al even enthousiast: "Ha, dat weet ik niet! Maar ik zag het staan in een winkel en ik dacht dat het echt iets voor jou was!" Vriendin gaf mij dus een apart geformuleerd compliment voor mijn vindingrijkheid, voor mijn verbeeldingskracht!

    Onlangs mailde iemand mij de vleiende opmerking dat hij dacht dat ik iets heel intellectueels en gestudeerds deed op een universiteit "toch wel professor of zo, en nu blijk je een bankemployee te zijn". Snif, sorry, ik ben inderdaad maar een simpele duif. Helpt het mijn imago een beetje uit het slop als ik zeg dat er wel gigantische bedragen langs mijn toetsen passeren?

    Overigens wil ik u als afsluiter nog de raad geven toch niet al te kwistig om te springen met complimentjes en alleen gemeende flatterende opmerkingen te maken. U dient er immers rekening mee te houden dat de 'schitterende' vaas waarmee u uw vrienden onlangs complimenteerde (maar die u eigenlijk een wangedrocht vindt) misschien straks uw eigen dressoir zal sieren. Want welk passender cadeau dan een identieke vaas kunnen zij meebrengen als ze volgende week bij u op bezoek komen?



    Categorie:N. nieuws/columns
    20-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Algemene Vergadering Cultuurraad Ronse
    Op vraag van voorzitter Marc De Turck gaf ik afgelopen zondag een korte voordracht tijdens de algemene vergadering van de Cultuurraad van Ronse. De bijeenkomst ging door in het sportcentrum Rosco. De meer dan honderd aanwezigen werden bij aankomst vergast op verse koffie of warme chocolademelk, op lekkere boterkoeken, croissants en chocoladebroodjes. Ook de nieuwe inwoners van Ronse waren uitgenodigd zodat zij konden kennismaken met de diverse werkgroepen en de tachtig (!) verenigingen die Ronse rijk is. Na dit gezellig ontbijt, dat in mijn ogen veel weg had van een familiereünie (men viel elkaar in de armen, er werd gekust en van ver gezwaaid), opende Joris Vandenhoucke, schepen van cultuur, de vergadering... in het Ronsisch. Men wil het gebruik van het dialect in Ronse aanzwengelen. Persoonlijk juich ik dat toe. Hoewel een goede beheersing van de standaardtaal noodzakelijk is, zou ik het jammer vinden als op termijn de streektalen zouden verdwijnen. Maar ik pleit schuldig... ook mijn kinderen kennen het dialect van mijn jeugd niet meer. Wij spreken thuis een soort "gekuist dialect" (of V.A.N.? Verloederd Algemeen Nederlands?). Toen ik jaren geleden tijdens een wandeling opmerkte dat het "toch wel nen vriejen schuûnen buûm" was, die we passeerden, vroeg Silke wat "nen buûm" wel mocht zijn. Schande, mijn bloedeigen dochter "die giênen buûm van nen struik kost onderschieën". En "'t ges rond den buûm" kende ze natuurlijk ook niet. Misschien moet ik af en toe een dagje dialect inlassen.

    Maar ik dwaal af. De schepen deed zijn best, hoewel hij toegaf uit noodzaak de Ronsische "dictionnaire" geraadpleegd te hebben. Daarna was het woord aan de voorzitter, en één na één stelden de diverse werkgroepen zichzelf voor. Zelf vond ik de uitleg van de werkgroep Beiaard de boeiendste en ik nam mij voor om zeker naar één van de beiaardconcerten te gaan luisteren. Nadat de werkgroep Gedichtendag een woordje uitleg had gegeven over hun werking, mocht ik mijn ding doen. Eerlijk gezegd ben ik nog nooit op zulke uitbundige manier en met zulke superlatieven aangekondigd (waarvoor dank!) Gezien er meermaals op het spreken van het dialect was teruggekomen, bracht ik onder andere "Van de reëne in de soepe" ten gehore en het winnend Gedicht van de Stad Ronse 2010.

    Na de werkgroepen kregen ook de geïnteresseerde verenigingen de mogelijkheid zich kort voor te stellen, waarna de voormiddag werd afgesloten met een verzorgde receptie. Ik zag de verantwoordelijken van De Vrolijke Kring terug, maakte kennis met de dames van vereniging Markant en vatte samen met Cathérine Van Ongevalle het ludieke plan op om nóg een nieuwe vereniging op te richten, nl. die van de ex-winnaars van de poëziewedstrijd van Ronse (Cathérine won deze prijs in 2004).

    Bedankt dat ik erbij mocht zijn!

    Categorie:N. nieuws/columns
    17-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Vrolijke Kring
    Op de prijsuitreiking van de poëziewedstrijd van Ronse (gedichtendag 2010) kwam ik in gesprek met Marleen Van Der Poten, één van de verantwoordelijken voor de groep cultuur van De Vrolijke Kring uit Ronse, een vereniging waar armen het woord nemen. We spraken af dat ik voor de kinderen uit De Vrolijke Kring een gorgelvoordracht zou geven. Vorige woensdag was het zover. Ik werd heel hartelijk ontvangen met een kus, vers gezette koffie en zelfgebakken koekjes.

    Nadat iedereen een plaatsje gekregen had aan de lange tafel, begon ik met een klein woordje uitleg over wat een gorgelrijm nu precies is. Dan las ik het allereerste gorgelrijm voor, De blauwbilgorgel van Cees Buddingh'. Na deze opwarming ging ik van start met mijn eigen gorgelrijmen. Ik las eerst de tekst voor en gaf dan de gezongen versie ten beste. Snoevedorus, De knast, Willie de urk, De vonzigaard,..., ze passeerden allemaal de revue, ook de allerjongste telg uit de familie gorgelrijmen, De koeliebrom, geschreven naar aanleiding van mijn bezoek aan De Vrolijke Kring.

    Het werd leuk, zeker toen ik de tekst van De griespardot en Het groenpoepkuiken, die ik op een enorm groot blad papier had geschreven, omhoog hing. Op die manier konden we allemaal samen zingen (ja, ook de vele volwassenen!) Toen de kinderen een tekening maakten over hun favoriete gorgel (waaronder - natuurlijk - de griespardot), deed ik het tweede deel van mijn voordracht, de ernstige gedichten voor het volwassen publiek. Na afloop was er nog ruimschoots tijd om te antwoorden op de vele vragen en om gewoon even te babbelen bij een kopje koffie. Toen ik vertrok kreeg ik een mooie tekening cadeau én een doos met die lekkere koekjes!

    Categorie:N. nieuws/columns
    12-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De koeliebrom

    Wie zag er reeds een koeliebrom?
    Veel groter dan een schuifeltuit!
    Hij speelt geen tuba of geen trom,
    een koeliebrom... die brommert snuit.

    Maar als er één verkouden is
    en sukkelt met een snuit vol kwok,
    dan gaat al dat gebrommer mis:
    het klinkt zo vals... als een patrok.

    De andere koeliebrommers zien
    dan hoe hun snipverkouden broer
    zijn snuit omsloft en telt tot tien.
    Hij maakt zijn borst breed,... snuft heel stoer

    en haalt zijn sterke schouders op:
    “Ik hou vandaag – snuf – een brommersto-o-op.”


    De gezongen versie is te beluisteren op http://gorgelrijmen.punt.nl/


    Categorie:D. gorgelrijmen
    08-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De weg naar Gent
    Een tijdje geleden kwamen mijn man en ik op een avond van een receptie, in het centrum van Ronse. Het was rond middernacht, midden in de week, en er liepen derhalve weinig mensen op straat. We waren op weg naar onze wagen toen plots een auto met Franse nummerplaat kwam aangereden en vlak bij ons stopte. De man, een allochtoon, opende het raampje aan de passagierskant en vroeg in het Frans of we de weg wisten naar Gent. Nog voor we de tijd hadden om na te denken hoe we hem dat gingen uitleggen, was hij al uit de auto gesprongen en stond hij bij ons op het trottoir. We waren onmiddellijk op onze hoede. Het besef dat wij daar in een verlaten stadscentrum met een ons onbekende man te doen hadden die letterlijk toenadering zocht (hij stond geen halve meter van ons), maakte dat we niet veel zin hadden in “socializen”. Ik dacht: als hij één poot uitsteekt, gil ik de ganse buurt bij elkaar.

    De man zelf was zich van geen kwaad bewust, vertelde ons dat hij op weg was naar Gent, “chez son cousin”, en dat hij zo bang was geweest. Hij was een hele tijd gevolgd door een auto, “Pas par la police, je vous jure!”, die hem had proberen klemrijden. Hij had de auto uiteindelijk kunnen afschudden door in het centrum kriskras rond te rijden en nu was hij verdwaald in Ronse. Oh, wat had hij een schrik gehad. “Sentez monsieur, mon coeur!” en hij nam de hand van mijn echtgenoot en legde die op zijn eigen borstkas. Toen liet ik alle achterdocht varen, ik zag dat die man écht bang was geweest en dat hij nog steeds totaal van streek was door hetgeen hem was overkomen. Ik stelde voor dat hij ons eerst naar onze auto liet gaan, wij dan langs hem zouden passeren, hij ons kon volgen en dat we hem wel naar Gent zouden loodsen. We zouden Ronse uit rijden en daarna de N60 volgen. Ik legde hem uit dat wij op een bepaald moment rechts zouden afslaan en dat hij gewoon almaar rechtdoor moest blijven rijden, tot in Gent. “Vraiment? Vous allez m'aider? Vous n'allez pas partir? Elle est où, votre voiture?” Ik toonde hem waar onze auto stond en dat hij op ons kon rekenen. Hij bedankte ons al op voorhand, zei dat het zo vriendelijk was. Hij vroeg onze beide namen, wenste ons alle geluk toe en had hij gedurfd, hij knuffelde ons allebei!

    Okee, zo afgesproken. We stapten naar onze auto en reden traagjes voorbij de geparkeerde auto van de man, om hem de tijd te geven ons te volgen. Zo reden we Ronse uit en kwamen we op de N60 terecht. Een beetje voor we moesten afslaan, deden we onze vier knipperlichten gaan, zoals we hadden afgesproken. Wij vertraagden om af te slaan en de man flashte met zijn verstralers, reed ons voorbij, stak zijn vier knipperlichten eveneens aan, knipperde naar links, dan naar rechts, ... We zagen zijn autolichten dansen in de verte, alsof ook de auto blij was de juiste weg gevonden te hebben.

    Vreemd... hoe schrik en achterdocht je denken en handelen kunnen dicteren. Omwille van deze gevoelens was de man verdwaald geraakt en dachten wij met een overvaller te doen te hebben. Alleen de slechte gebeurtenissen komen in het nieuws: Fransman klemgereden in het centrum van Ronse, beroofd en voor dood achtergelaten, of nog: allochtoon steekt rond middernacht een echtpaar neer en gaat er met hun geparkeerde wagen vandoor, terwijl hij een eerder gestolen wagen op de plaats van het misdrijf achterlaat. Maar dat een bange vreemdeling door een echtpaar geholpen werd en dat zij door hém werden aangespoord om het goede te zien in onbekenden, al is het donker en staan ze in een verlaten stad, dat lees je niet in de krant en dat hoor je niet op TV.


    Categorie:N. nieuws/columns
    17-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Twee koppen
    Wij drinken niet uit glazen
    van kristal of mondgeblazen.
    Maar stel dat het zo was,
    een verdwaalde dissonant
    zou het ragfijne glas
    enkel doen trillen.

    Neen, wij drinken uit steen.
    Het motief loopt zonder stoppen
    over onze beide koppen,
    zoals ze in elkander passen
    lijkt het net of ze zijn één.


    Categorie:A. in vrije vorm
    11-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.45
    Nee, ik verjaar niet, maar op Het Vrije Vers werden een aantal gedichten geplaatst over de iets-minder-jong-van-dagen en ik vond dat ik niet kon achterblijven. Wie graag de andere gedichten leest, klikt hier.

    45

    Ik ben geen drie maal zeven meer
    en ook geen vier maal, vijf noch zes.
    (Van tellen doen mijn vingers zeer,
    het lijkt hier wel een rekenles.)

    Het is, goddank, geen zeven keer.
    Toch nadert dit getal en des
    te vlugger ieder jaar, dus leer
    ik sedert kort wel mindfulness.

    Dat propageert het hier en nu,
    zo heb ik vrede met mijn bril,
    een grijs en ook gerimpeld “hier”.

    Het “nu” dat is een déjà-vu
    van vorig jaar, met dat verschil:
    tram vijf stopt dichter dan tram vier.

    Categorie:B. sonnetten
    10-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stanka's van Herman Grouwels (2)

    Herman Grouwels mailde mij opnieuw een reeks stanka's door.
    Dit is mijn persoonlijke top drie:

    ijsbeer en grizzly
    ’t resultaat laat zich raden:
    Coupe Chocolade

    ***

    Bruintje ving steeds bot
    mij smaakt enkel zei hij kalm:
    ’t neusje van de zalm

    ***

    drieste boekenwurm
    verslond op de boekenbeurs
    alle sterauteurs
     

    (voor meer informatie over de stanka: klik in de linkerkolom op de betreffende categorie)


    Categorie:E. stanka's
    05-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het bord

    Wanneer het bord staat volgeschreven
    met dubbel krijt en wanhoop dreigt,
    men het zo vaak heeft schoon gewreven
    hoewel men het niet proper krijgt,

    wanneer de geest niet één tel zwijgt
    terwijl de mond geen kik kan geven,
    men futloos op de knieën zijgt,
    genoeg heeft van het tegenstreven,

    zou dan het hebben van een pil,
    beschikbaar in eenieders kast,
    het weten dat men zelf beslist,

    bekomen dat men verder wil?
    Of dat een lange nagel krast
    op 't bord, wanneer het wordt gewist.


    (uit mijn bundel "Verzinnen")


    Categorie:B. sonnetten
    01-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ze huist in dozen
    ze huist in dozen
    door een vrachtwagen gebracht
    bestek en borden reeds terecht
    glazen in de nieuwe kast
    zeep en washand op de tast

    de rest is nog een labyrint
    waar geen mens zijn weg in vindt
    behalve zij die de codes kent
    met stift geschreven op elk pak

    haar kleren sprokkelt ze bijeen
    uit deze en gene mand
    ze stapelt op
    en af elkaar
    waar kan het zijn beland
    wat ze zo ijverig zoekt

    ze toont zich naakt
    aan een onbekend bad
    terwijl ze in warme wanhoop drijft
    knispert het schuim als troost:
    die dromen heb je echt gedoosd
    ze komen vast wel uit


    Categorie:A. in vrije vorm
    23-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Yeti, het verschrikkelijke sneeuwkonijn
    Opgewonden steekt ze de deur open: “Er zit een konijntje in onze tuin, dáár onder die struik. Zó een kleintje, gans alleen!” Ik beloof dat ik zal gaan kijken, van zodra ik klaar ben met de afwas. “Mag ik het ondertussen een wortel brengen en wat droog brood?” Wanneer ik buiten kom en me onder de besneeuwde struik buig, zie ik dat de wortel bijna net zo groot is als het pluizig bolletje dat ertegen ligt. Van knabbelen kan geen sprake zijn. “Zou het ziek zijn? Is het een wild konijntje, mama?” Omdat het zo'n plat snoetje heeft en zulke minuscule oortjes, gok ik dat het een ontsnapt tam konijntje is. Wat te doen? Ik vrees dat als we het in de vrieskou laten liggen, het morgen dood is. Dus besluit ik om het mee naar binnen te nemen.

    Vijf minuten later ligt ons konijnenjong in het hooi, in een plastic box. Ik bel een bevriende dierenarts op en vraag wat en hoe. Hij raadt aan een spuit te gebruiken voor het voeren (zonder naald, zo slim zijn we wel) en melk te geven waar we koffieroom aan hebben toegevoegd omdat ze goed vet moet zijn. Silke gaat naar de apotheek en komt thuis met een spuit van 25 ml! Net niet groot genoeg om ons konijntje een bad in te laten nemen...

    Silke voert het zo goed als ze kan, terwijl ik het piepkleine dier vasthou. Er wordt al gefantaseerd over later, wanneer het groot zal zijn. Misschien is het een vrouwtje voor Yoda? Of een kleine broer? En of ze een naam mogen kiezen? Ik gekscheer: “Laten we het Yeti noemen, het verschrikkelijke sneeuwkonijn.” Yeti wordt het! We laten hem achter op een zachte handdoek, dicht bij de chauffage. Al snel loopt Yeti naar een hoekje van de keuken en gaat liever bewegingloos op de koude grond liggen. We denken dat het geen kwaad kan hem vrij te laten, tot we hem plots eerst half, met spartelende achterpootjes, en nadien volledig zien verdwijnen onder een kast! Ongelooflijk, hij heeft zich door een smalle spleet gewurmd. Mijn man moet een plank uitbreken om Yeti te bevrijden. We zetten hem dan maar terug in de box (het konijn, niet de man).

    Wanneer we 's avonds aan het eten zijn, schiet plots de verstraler aan in de tuin. De bewegingssensor heeft iets geregistreerd: twee lange oren rennen in de sneeuw. Verschrikt kijken we elkaar aan. Dat zal toch niet... Ach, er lopen hier wel vaker konijnen. Toch zijn we er niet gerust in. De volgende dag gaan we zoeken op internet. We vinden foto's van een jong konijntje en een jong haasje. Nadat we ze aandachtig hebben bekeken en alle uitleg hebben gelezen is er geen twijfel mogelijk: we hebben een haasje in huis gehaald. Hazenjongen liggen blijkbaar niet in een hol, maar op de vlakke grond, alleen of met twee. De hazenmoeder komt de jongen slechts één à twee keer per dag zogen. Yeti heeft – zoals veel haasjes – een klein wit vlekje bovenop zijn kopje. We besluiten dat we hem bij valavond terug zullen leggen op de plaats waar we hem vonden, in de hoop dat zijn moeder terugkomt. De dag duurt lang voor de kinderen. Wanneer Silke met Yoda in haar armen de keuken binnenkomt, lijkt hij wel een reus! Wat een kanjer, in vergelijking met “ons” babyhaasje.

    Eindelijk is het halfzes. We gaan naar buiten, maken een bedje van stro en leggen Yeti erop, die aanstalten maakt om het op een lopen te zetten. Het lukt mij hem vast te houden tot hij gekalmeerd is. Wanneer ik mijn handen wegtrek, blijft hij roerloos liggen. We “haasten” ons weg en dan wordt het bang afwachten. Tijdens het avondeten kijkt Silke steeds naar buiten. Wanneer ze haar lege bord naar het aanrecht draagt, gilt ze het uit: “Oh, dáár lopen ze, alletwee! De mama en Yeti!!” In een oogwenk staat de hele familie voor het raam. Inderdaad, we zien twee silhouetten in de sneeuw: een grote langoor en een kleintje erachteraan. De moeder stopt steeds even tot het kleintje haar heeft ingehaald. Onze zoon spurt naar boven, waar zijn telescoop staat. Luttele tellen nadien roept hij: “Ik heb ze in het vizier!” We snellen de trap op en bedelen om het schouwspel te mogen gadeslaan. Met tranen in de ogen zien we om beurt hoe groot - en ondersteboven - de liefde tussen moeder en kind is, hoe er "ongehaast" in onze tuin gespeeld wordt, tot de dieren uiteindelijk het hazenpad kiezen.

    Bevrijd van het schuldgevoel een baby en zijn moeder te hebben gescheiden en dankbaar dat we de hereniging met eigen ogen mochten meemaken, gaan we slapen.


    Categorie:N. nieuws/columns
    22-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stanka's van Herman Grouwels
    Herman Grouwels stuurde mij een mailtje met drie door hem geschreven stanka's. Ik vind ze bijzonder geslaagd en ik plaats ze dan ook met veel plezier op deze weblog. Dank je wel, Herman!

    Een bange giraf
    kwam tot een moedig besluit:
    ‘k steek mijn nek wel uit.

    ***

    Mijn kip is van slag
    Haan Kuk ging met pensioen
    en Tok werd kapoen

    ***

    Langoren weten
    Voor de jachthond en ‘t baasje
    Zijn zij het haasje


    Categorie:E. stanka's
    18-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Master Yoda
    Wij zijn konijnminded. Dat komt door Yoda. Neen, niet de groene Jedi-meester maar ons dwergkonijn dat door onze zoon, die een hevige fan is van de Star Wars-saga, met die naam gedoopt werd. Yoda is pikzwart, tenzij hij in de rui is, dan komen er grijzige plukken tevoorschijn, in zijn vacht en op mijn vloer. Ook loopt hij op sokjes rond: het uiteinde van zijn pootjes is grijs. Een week voor Yoda bij ons zijn thuis vond, haalde ik een soortgenoot uit onze diepvries. Ik kan er niets aan doen, ik eet (neen át) graag konijn. Maar het idee om Luke of Prinses Leia gaar te stoven terwijl Yoda in huis rondsprong kon ik niet verkroppen. Ik weet niet meer of dat laatste konijn ons heeft gesmaakt, maar het bevroren exemplaar houden als speelkameraad voor Yoda was geen optie. Dan maar in de pot, overgoten met bier. En toen het op ons bord lag, onuitgesproken beloven dat we het écht nooit meer zouden doen.

    Daar was het dan: ons lévend exemplaar. Die eerste dag plaatsten we een rechthoekige plastic schaal op de grond in de keuken. Yoda zat in het midden en veroerde niet (in die zin leek hij op de diepvriesvariant), wij zaten een meter of drie van hem vandaan. We beloerden elkaar. Daar bleef het bij, dus zetten we hem na enkele uren met schaal en al terug in zijn hok, zodat hij kon bekomen van de schrik. Dit scenario herhaalde zich de volgende dagen, met dat verschil dat hij op een bepaald moment met zijn voorpoot jes en zijn halve romp over de schaal hing... om het knabbeltje dat wij daar hadden gelegd te kunnen bereiken. Van zodra hij er zijn tanden in had gezet, verschanste hij zich terug in zijn fort. Beetje bij beetje wende hij echter aan onze aanwezigheid tot hij op een dag op verkenning trok in de keuken en later ook in de woonkamer.

    Dat is ondertussen twee jaar geleden. Als ik op internet foto's zie van dwergkonijntjes, ben ik ervan overtuigd dat één van Yoda's voorouders een slippertje heeft gemaakt met een groter konijn, want al is Yoda geen Vlaamse Reus, een dwerg kun je hem ook niet noemen. En een hond evenmin. Als je hem roept én meneer heeft zin, dan komt hij aangehuppeld. Zoniet, dan draait hij gewoon zijn achterste naar je. (“Kiss my ass!”) We kochten een zwart konijnenleibandje met oranje worteltjes erop, om Yoda uit te laten in de tuin. Wisten wij veel dat zo'n leiband eerder dient om het konijn te gaan laten wandelen met zijn “baasje”, dan omgekeerd. “Kom Yoda, kom,” en ja hoor, hij komt. Kom op konijntje, doe maar wiebele, wiebele, huppel, doe maar huppele alsof... Huppele? Nee hoor, hij beslist dat hij nú gaat zitten of... dat hij gewoon terugkeert.

    Toch is hij aanhankelijk, zeker tegenover onze dochter. Silke is overigens de enige die hem op eender welk moment zonder problemen kan oppakken, wat handig is wanneer hij als een volleerde Zwarte Piet pepernoten begint rond te strooien. Als zij een boek leest of aan de computer zit, dan ligt Yoda aan haar voeten. Van zodra zij rechtstaat, springt hij op als een duiveltje uit een doosje en volgt haar. Gaat ze naar het toilet of naar haar kamer, dan zit hij aan de glazen deur te wachten tot ze terugkomt. Duurt het hem wat te lang, dan gaat hij liggen, met zijn snoet naar de deur om zijn beminde te zien komen. Zit ze in de sofa, dan springt hij naast haar of waarom niet direct op schoot? Ze is zijn favoriet en hij ook wel de hare. Want Jojo, Snozzel, Giorgios, Giorgeliniarus (!), Keutelbol, Zwartzak en Flapoor zijn geen soortgenoten van Yoda, maar wel alle koosnaampjes waarmee zij hem verwent.


    Categorie:N. nieuws/columns
    13-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Grind

    Er knerpen kiezels in mijn hoofd. 
    Ik wankel in het knarsend grind 
    op zoek naar rust die ik niet vind 
    in taal, in denken. Licht gedoofd 

    omdat de schemer mij belooft 
    dat hij zal troosten wie hem mint 
    en ramen dicht opdat de wind 
    geen schilfer uit mijn denkpad rooft. 

    Het duister kent dit broze huilen 
    om struikelstenen, hobbels, kuilen 
    en sust me tot ik in mijn dromen 

    geen lanen afgezoomd met bomen, 
    geen knusse, kronkelige stegen, 
    maar 't gaan beschouw en niet de wegen. 


    Om de gezongen versie te beluisteren, ga naar http://veradebrauwer.punt.nl/


    Categorie:B. sonnetten
    10-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uit
    UIT

    in zoveel brokken donker
    heb ik het licht
    nooit eerder geschopt
    alweer veeg ik ze met mijn voet bij-
    1
    tel    op    de    tast
    de lagen wrevel
    in de breuk/vlak/ken
    en bedenk dat kleven
    een hels karwei wordt

    deze keer maak ik een lamp
    van m+o+z+a+ï+e+k
    met een schakelaar
    (klik)

    AAN




    Categorie:A. in vrije vorm
    06-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stanka !!
    Voor meer informatie over deze (door mij bedachte) nieuwe versvorm en nog meer voorbeelden: klik op de categorie "Stanka's" in de linkerkolom.

    De regels in het kort: de stanka is een persiflage op de haiku, is natuurgerelateerd (breed opgevat) en heeft een verrassend of humoristisch element, liefst in de laatste regel. Hij telt drie regels, bestaande uit 5-7-5 lettergrepen. De laatste twee regels rijmen. 

    ***
    pluimstaart eet gezond
    dus alleen in hoge nood
    wit eekhoorntjesbrood

    ***

    drie maal kraait de haan
    de kippen in het gelid
    bij de boer aan 't spit

    ***

    puber krokodil
    verlaat boos moeders moeras
    gaat op reis, als tas


    Categorie:E. stanka's

    Foto

    Ik ben geboren in 1964 en studeerde af als licentiate Romaanse Filologie aan de Universiteit Gent.
    Mijn hobby's zijn vooral lezen, wandelen en het schrijven van gedichten. Omdat ik zelf liefst toegankelijke gedichten lees waarin ik de gedachten of gevoelens kan herkennen, probeer ik ook in die trant te schrijven. Soms schrijf ik in vaste vorm (vooral sonnetten), soms in vrije vorm. Liefst van al laat een gedicht mij achter in de overtuiging dat het op geen enkele andere manier kon geschreven worden.
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs