Nee, ik verjaar niet, maar op Het Vrije Vers werden een aantal gedichten geplaatst over de iets-minder-jong-van-dagen en ik vond dat ik niet kon achterblijven. Wie graag de andere gedichten leest, klikt hier.
45
Ik ben geen drie maal zeven meer en ook geen vier maal, vijf noch zes. (Van tellen doen mijn vingers zeer, het lijkt hier wel een rekenles.)
Het is, goddank, geen zeven keer. Toch nadert dit getal en des te vlugger ieder jaar, dus leer ik sedert kort wel mindfulness.
Dat propageert het hier en nu, zo heb ik vrede met mijn bril, een grijs en ook gerimpeld hier.
Het nu dat is een déjà-vu van vorig jaar, met dat verschil: tram vijf stopt dichter dan tram vier.
Categorie:B. sonnetten
10-03-2010
Stanka's van Herman Grouwels (2)
Herman Grouwels mailde mij opnieuw een reeks stanka's door. Dit is mijn persoonlijke top drie:
ijsbeer en grizzly t resultaat laat zich raden: Coupe Chocolade
***
Bruintje ving steeds bot mij smaakt enkel zei hij kalm: t neusje van de zalm
***
drieste boekenwurm verslond op de boekenbeurs alle sterauteurs
(voor meer informatie over de stanka: klik in de linkerkolom op de betreffende categorie)
Categorie:E. stanka's
05-03-2010
Het bord
Wanneer het bord staat volgeschreven met dubbel krijt en wanhoop dreigt, men het zo vaak heeft schoon gewreven hoewel men het niet proper krijgt,
wanneer de geest niet één tel zwijgt terwijl de mond geen kik kan geven, men futloos op de knieën zijgt, genoeg heeft van het tegenstreven,
zou dan het hebben van een pil, beschikbaar in eenieders kast, het weten dat men zelf beslist,
bekomen dat men verder wil? Of dat een lange nagel krast op 't bord, wanneer het wordt gewist.
(uit mijn bundel "Verzinnen")
Categorie:B. sonnetten
01-03-2010
Ze huist in dozen
ze huist in dozen door een vrachtwagen gebracht bestek en borden reeds terecht glazen in de nieuwe kast zeep en washand op de tast
de rest is nog een labyrint waar geen mens zijn weg in vindt behalve zij die de codes kent met stift geschreven op elk pak
haar kleren sprokkelt ze bijeen uit deze en gene mand ze stapelt op en af elkaar waar kan het zijn beland wat ze zo ijverig zoekt
ze toont zich naakt aan een onbekend bad terwijl ze in warme wanhoop drijft knispert het schuim als troost: die dromen heb je echt gedoosd ze komen vast wel uit
Categorie:A. in vrije vorm
23-02-2010
Yeti, het verschrikkelijke sneeuwkonijn
Opgewonden steekt ze de deur open: Er zit een konijntje in onze tuin, dáár onder die struik. Zó een kleintje, gans alleen! Ik beloof dat ik zal gaan kijken, van zodra ik klaar ben met de afwas. Mag ik het ondertussen een wortel brengen en wat droog brood? Wanneer ik buiten kom en me onder de besneeuwde struik buig, zie ik dat de wortel bijna net zo groot is als het pluizig bolletje dat ertegen ligt. Van knabbelen kan geen sprake zijn. Zou het ziek zijn? Is het een wild konijntje, mama? Omdat het zo'n plat snoetje heeft en zulke minuscule oortjes, gok ik dat het een ontsnapt tam konijntje is. Wat te doen? Ik vrees dat als we het in de vrieskou laten liggen, het morgen dood is. Dus besluit ik om het mee naar binnen te nemen.
Vijf minuten later ligt ons konijnenjong in het hooi, in een plastic box. Ik bel een bevriende dierenarts op en vraag wat en hoe. Hij raadt aan een spuit te gebruiken voor het voeren (zonder naald, zo slim zijn we wel) en melk te geven waar we koffieroom aan hebben toegevoegd omdat ze goed vet moet zijn. Silke gaat naar de apotheek en komt thuis met een spuit van 25 ml! Net niet groot genoeg om ons konijntje een bad in te laten nemen...
Silke voert het zo goed als ze kan, terwijl ik het piepkleine dier vasthou. Er wordt al gefantaseerd over later, wanneer het groot zal zijn. Misschien is het een vrouwtje voor Yoda? Of een kleine broer? En of ze een naam mogen kiezen? Ik gekscheer: Laten we het Yeti noemen, het verschrikkelijke sneeuwkonijn. Yeti wordt het! We laten hem achter op een zachte handdoek, dicht bij de chauffage. Al snel loopt Yeti naar een hoekje van de keuken en gaat liever bewegingloos op de koude grond liggen. We denken dat het geen kwaad kan hem vrij te laten, tot we hem plots eerst half, met spartelende achterpootjes, en nadien volledig zien verdwijnen onder een kast! Ongelooflijk, hij heeft zich door een smalle spleet gewurmd. Mijn man moet een plank uitbreken om Yeti te bevrijden. We zetten hem dan maar terug in de box (het konijn, niet de man).
Wanneer we 's avonds aan het eten zijn, schiet plots de verstraler aan in de tuin. De bewegingssensor heeft iets geregistreerd: twee lange oren rennen in de sneeuw. Verschrikt kijken we elkaar aan. Dat zal toch niet... Ach, er lopen hier wel vaker konijnen. Toch zijn we er niet gerust in. De volgende dag gaan we zoeken op internet. We vinden foto's van een jong konijntje en een jong haasje. Nadat we ze aandachtig hebben bekeken en alle uitleg hebben gelezen is er geen twijfel mogelijk: we hebben een haasje in huis gehaald. Hazenjongen liggen blijkbaar niet in een hol, maar op de vlakke grond, alleen of met twee. De hazenmoeder komt de jongen slechts één à twee keer per dag zogen. Yeti heeft zoals veel haasjes een klein wit vlekje bovenop zijn kopje. We besluiten dat we hem bij valavond terug zullen leggen op de plaats waar we hem vonden, in de hoop dat zijn moeder terugkomt. De dag duurt lang voor de kinderen. Wanneer Silke met Yoda in haar armen de keuken binnenkomt, lijkt hij wel een reus! Wat een kanjer, in vergelijking met ons babyhaasje.
Eindelijk is het halfzes. We gaan naar buiten, maken een bedje van stro en leggen Yeti erop, die aanstalten maakt om het op een lopen te zetten. Het lukt mij hem vast te houden tot hij gekalmeerd is. Wanneer ik mijn handen wegtrek, blijft hij roerloos liggen. We haasten ons weg en dan wordt het bang afwachten. Tijdens het avondeten kijkt Silke steeds naar buiten. Wanneer ze haar lege bord naar het aanrecht draagt, gilt ze het uit: Oh, dáár lopen ze, alletwee! De mama en Yeti!! In een oogwenk staat de hele familie voor het raam. Inderdaad, we zien twee silhouetten in de sneeuw: een grote langoor en een kleintje erachteraan. De moeder stopt steeds even tot het kleintje haar heeft ingehaald. Onze zoon spurt naar boven, waar zijn telescoop staat. Luttele tellen nadien roept hij: Ik heb ze in het vizier! We snellen de trap op en bedelen om het schouwspel te mogen gadeslaan. Met tranen in de ogen zien we om beurt hoe groot - en ondersteboven - de liefde tussen moeder en kind is, hoe er "ongehaast" in onze tuin gespeeld wordt, tot de dieren uiteindelijk het hazenpad kiezen.
Bevrijd van het schuldgevoel een baby en zijn moeder te hebben gescheiden en dankbaar dat we de hereniging met eigen ogen mochten meemaken, gaan we slapen.
Categorie:N. nieuws/columns
22-02-2010
Stanka's van Herman Grouwels
Herman Grouwels stuurde mij een mailtje met drie door hem geschreven stanka's. Ik vind ze bijzonder geslaagd en ik plaats ze dan ook met veel plezier op deze weblog. Dank je wel, Herman!
Een bange giraf kwam tot een moedig besluit: k steek mijn nek wel uit.
***
Mijn kip is van slag Haan Kuk ging met pensioen en Tok werd kapoen
***
Langoren weten Voor de jachthond en t baasje Zijn zij het haasje
Categorie:E. stanka's
18-02-2010
Master Yoda
Wij zijn konijnminded. Dat komt door Yoda. Neen, niet de groene Jedi-meester maar ons dwergkonijn dat door onze zoon, die een hevige fan is van de Star Wars-saga, met die naam gedoopt werd. Yoda is pikzwart, tenzij hij in de rui is, dan komen er grijzige plukken tevoorschijn, in zijn vacht en op mijn vloer. Ook loopt hij op sokjes rond: het uiteinde van zijn pootjes is grijs. Een week voor Yoda bij ons zijn thuis vond, haalde ik een soortgenoot uit onze diepvries. Ik kan er niets aan doen, ik eet (neen át) graag konijn. Maar het idee om Luke of Prinses Leia gaar te stoven terwijl Yoda in huis rondsprong kon ik niet verkroppen. Ik weet niet meer of dat laatste konijn ons heeft gesmaakt, maar het bevroren exemplaar houden als speelkameraad voor Yoda was geen optie. Dan maar in de pot, overgoten met bier. En toen het op ons bord lag, onuitgesproken beloven dat we het écht nooit meer zouden doen.
Daar was het dan: ons lévend exemplaar. Die eerste dag plaatsten we een rechthoekige plastic schaal op de grond in de keuken. Yoda zat in het midden en veroerde niet (in die zin leek hij op de diepvriesvariant), wij zaten een meter of drie van hem vandaan. We beloerden elkaar. Daar bleef het bij, dus zetten we hem na enkele uren met schaal en al terug in zijn hok, zodat hij kon bekomen van de schrik. Dit scenario herhaalde zich de volgende dagen, met dat verschil dat hij op een bepaald moment met zijn voorpoot jes en zijn halve romp over de schaal hing... om het knabbeltje dat wij daar hadden gelegd te kunnen bereiken. Van zodra hij er zijn tanden in had gezet, verschanste hij zich terug in zijn fort. Beetje bij beetje wende hij echter aan onze aanwezigheid tot hij op een dag op verkenning trok in de keuken en later ook in de woonkamer.
Dat is ondertussen twee jaar geleden. Als ik op internet foto's zie van dwergkonijntjes, ben ik ervan overtuigd dat één van Yoda's voorouders een slippertje heeft gemaakt met een groter konijn, want al is Yoda geen Vlaamse Reus, een dwerg kun je hem ook niet noemen. En een hond evenmin. Als je hem roept én meneer heeft zin, dan komt hij aangehuppeld. Zoniet, dan draait hij gewoon zijn achterste naar je. (Kiss my ass!) We kochten een zwart konijnenleibandje met oranje worteltjes erop, om Yoda uit te laten in de tuin. Wisten wij veel dat zo'n leiband eerder dient om het konijn te gaan laten wandelen met zijn baasje, dan omgekeerd. Kom Yoda, kom, en ja hoor, hij komt. Kom op konijntje, doe maar wiebele, wiebele, huppel, doe maar huppele alsof... Huppele? Nee hoor, hij beslist dat hij nú gaat zitten of... dat hij gewoon terugkeert.
Toch is hij aanhankelijk, zeker tegenover onze dochter. Silke is overigens de enige die hem op eender welk moment zonder problemen kan oppakken, wat handig is wanneer hij als een volleerde Zwarte Piet pepernoten begint rond te strooien. Als zij een boek leest of aan de computer zit, dan ligt Yoda aan haar voeten. Van zodra zij rechtstaat, springt hij op als een duiveltje uit een doosje en volgt haar. Gaat ze naar het toilet of naar haar kamer, dan zit hij aan de glazen deur te wachten tot ze terugkomt. Duurt het hem wat te lang, dan gaat hij liggen, met zijn snoet naar de deur om zijn beminde te zien komen. Zit ze in de sofa, dan springt hij naast haar of waarom niet direct op schoot? Ze is zijn favoriet en hij ook wel de hare. Want Jojo, Snozzel, Giorgios, Giorgeliniarus (!), Keutelbol, Zwartzak en Flapoor zijn geen soortgenoten van Yoda, maar wel alle koosnaampjes waarmee zij hem verwent.
Categorie:N. nieuws/columns
13-02-2010
Grind
Er knerpen kiezels in mijn hoofd. Ik wankel in het knarsend grind op zoek naar rust die ik niet vind in taal, in denken. Licht gedoofd
omdat de schemer mij belooft dat hij zal troosten wie hem mint en ramen dicht opdat de wind geen schilfer uit mijn denkpad rooft.
Het duister kent dit broze huilen om struikelstenen, hobbels, kuilen en sust me tot ik in mijn dromen
geen lanen afgezoomd met bomen, geen knusse, kronkelige stegen, maar 't gaan beschouw en niet de wegen.
in zoveel brokken donker heb ik het licht nooit eerder geschopt alweer veeg ik ze met mijn voet bij- 1 tel op de tast de lagen wrevel in de breuk/vlak/ken en bedenk dat kleven een hels karwei wordt
deze keer maak ik een lamp van m+o+z+a+ï+e+k met een schakelaar (klik)
AAN
Categorie:A. in vrije vorm
06-02-2010
Stanka !!
Voor meer informatie over deze (door mij bedachte) nieuwe versvorm en nog meer voorbeelden: klik op de categorie "Stanka's" in de linkerkolom.
De regels in het kort: de stanka is een persiflage op de haiku, is natuurgerelateerd (breed opgevat) en heeft een verrassend of humoristisch element, liefst in de laatste regel. Hij telt drie regels, bestaande uit 5-7-5 lettergrepen. De laatste twee regels rijmen.
*** pluimstaart eet gezond dus alleen in hoge nood wit eekhoorntjesbrood
***
drie maal kraait de haan de kippen in het gelid bij de boer aan 't spit
***
puber krokodil verlaat boos moeders moeras gaat op reis, als tas
Categorie:E. stanka's
03-02-2010
Mindfulness
Mindfulness. Zegt het u iets? Ik las er artikels over en dacht dat het wel iets voor mij kon zijn. Dus schreef ik me in voor een cursus. Gedurende acht weken komt een groepje stresskippen één maal per week bij elkaar, onder leiding van de Grote Afkickkip en de andere dagen maken ze een uurtje per dag vrij om te oefenen. Oefenen? Inderdaad, we krijgen huiswerk: we moeten leren leven in het hier en nu, we moeten zijn. Ik vind dat geen onzin, anders had ik me niet ingeschreven. Ik vind het eigenlijk zo waar, zo poepsimpel, dat ik het gevoel heb dat ik zelf de grondlegger ben van die theorie. Maar de praktijk lijkt een ander paar mouwen.
Telkens ik dergelijk artikel of een boek over dit thema las, zat ik te knikken: ja, hoor, this is it baby, this is THE way of living. Van zodra het boek uit was, werden echter ook de prachtige inzichten terzijde gelegd. Vandaar dat ik op cursus ben gegaan. Ik heb op het intakeformulier plechtig aangekruist dat ik elke dag van de acht weken zal oefenen (anders mocht ik niet deelnemen). Volgende zaterdag wil ik natuurlijk niet als een gieter afgaan als de Grote Afkickkip op haar rustige en begripvolle manier aan ons allen vraagt of we flink gemediteerd hebben.
Zondag is het niet gelukt. Megadrukke dag, feestje elders, bezoek thuis, de was en de plas en doodop in bed, met iets van een beginnend schuldgevoel. Maar, zoals ik zaterdag gehoord had: elke dag, elk momént is een nieuwe mogelijkheid, je kan steeds herbeginnen, vriendelijk tegenover jezelf. Dus stelde ik vriendelijk mijn hoop op de volgende dag.
Maandag. Half tien 's avonds. Een ineengezakte pudding beslist dat uitstel uit den boze is. Er wordt puddingsgewijs gemediteerd, basta. Onze CD/DVD-speler werd onlangs vervangen door een Blu-ray versie, dus moet het schijfje in een ander laatje dan hetgeen waar ik het laatste decennium een vertrouwensrelatie mee had opgebouwd. De natuur heeft mij stiefmoederlijk bejegend, ik ben geen nerd en heb jammer genoeg niet het excuus een beauty te zijn. Wat ik ook probeer, ik krijg het ding niet aan de praat, ondanks het gegoochel met drie afstandsbedieningen. Hop, daar schiet de televisie ongevraagd aan (ik zwéér dat hij uitstond!) en op het TV-scherm duikt een lijstje op: Track 1 Track 2 Track 3. Ik kies voor track 3, de bodyscan, het langste nummer: 42 minuten zaligheid waarmee ik mijn schuld van gisteren probeer in te lossen.
Daar klinken de belletjes al! Snel spring ik de zetel in, ga languit liggen en luister naar de kalmerende stem van de vrouw die mij zegt dat ik okee ben, dat alles okee is, dat niets moet, dat ik nu enkel mag zijn. Zucht... ja, zijn... ja, okee... oww... als die TV de hele tijd aan blijft staan, dan branden die letters weer in op het scherm. Foert, dan is het maar zo. Ja, ik voel mijn adem, ja, in mijn buik, ja... die letters branden in!!! Ik huppel van de zetel naar de TV om die uit te schakelen, waarop ook mijn mindful-dame prompt het hazenpad kiest. Even een andere afstandsbediening proberen? Dit knopje in? Of uit? De CD even herladen? Of moet die versterker toch op DVD en niet op CD? Een Blu-ray is toch een soort DVD? Nee? Groempf.
Hondserdanhondsmoe en kattigerdankattekoleirig kruip ik onder de dekens, mét kersenpitkussen, zónder meditatie. Ik ben helemáál niet okee! En die Blu-ray speler ook niet! En die stomme TV evenmin. Ik verfoei de buitenlandse beurs die mijn man - degene die opstandige toestellen wél getemd krijgt - heeft opgeslokt. Knarsetandend eis ik mijn CD-speler terug. Wat een gesukkel, wat ben ík een sukkel.
Eén troost: de volgende zeven zaterdagen mag ik sukkel-onder-de-sukkels zijn. En halverwege de ochtend is er pauze, met koekjes! Geloof me, het zijn gaat je veel beter af met een chocolaatje of koekje in de mond.
Categorie:N. nieuws/columns
31-01-2010
Gedicht van de Stad Ronse 2010
Op 28 januari nam ik deel aan de feestelijke avond georganiseerd door de werkgroep Gedichtendag van de Cultuurraad van de stad Ronse. We werden verwelkomd in een witte tent op de markt, waar we een bekertje glühwein of groentensoep aangeboden kregen. Telkens er voldoende mensen waren, werd een groepje gevormd om de poëziewandeling te starten "in, op en onder het stadhuis". In de statige inkom werden gedichten voorgedragen, in verschillende burelen (zelfs in het bureau van de burgemeester), in de gemeenteraadszaal mochten we plaatsnemen aan de lange tafel en werd er met veel verve een fabel van Jean de la Fontaine voorgelezen. Heel gedurfd: in "De hond die de maaltijd bracht aan zijn baas" werd het verbrassen van het belastinggeld door de schepenen en hun zakenvrienden op de korrel genomen! In een ander lokaal kregen we een aangrijpend toneelstukje te zien dat het drama van Sabine Dardenne en Laetitia Delhez verbeeldde. We mochten ook een kijkje nemen in het kille "cachot" waar het toepasselijke gedicht Gevangenis te horen was.
Het "streepje muziek" en bijhorend drankje ging aan de twee laatste groepen voorbij gezien de voortschrijdende tijd. Er waren immers enorm veel deelnemers, een 240-tal (men heeft op een bepaald moment de inschrijvingen moeten stopzetten). Toen we in de zaal kwamen waar de prijsuitreiking plaats zou hebben, zat deze inderdaad al goed vol. Gezien mijn nominatie kreeg ik een plaatsje vlak bij het podium. Na een verwelkomingswoord door de burgemeester, maakte kinderboekenschrijfster Brigitte Minne op een heel aparte manier de namen bekend van de winnaars in de categorie kinderen jonger dan 12 jaar: Liam Decaluwé en Ismaël Rabhioui. De winnaars in de categorie jeugd (12 tot 18 jaar) waren Jana Dupont, Wouter Persoons en Lies Cansse. Toen was het de beurt aan de categorie volwassenen. Omdat tijdens de inleiding door voorzitter Marc De Turck een regel uit één van mijn genomineerde gedichten werd geciteerd en ook het woord "druppelsgewijs" viel, begon er bij mij een belletje te rinkelen... maar nog vóór ik de kans had goed en wel te beseffen wat dat gerinkel kon betekenen werd mijn naam reeds vernoemd en werd ik op het podium gevraagd.
Uit het juryverslag:
"Hoe 'door de tijd beslagen... herinneringen' op de grens van het nu-en-latermoment weer opwellen tot breekbare onzekerheden over wat de toekomst nog kan ontvouwen. Die 'gedichte' gedachte heeft de jury weten te boeien en vrijwel unaniem - "vanuit een buikgevoel" - ervan overtuigd de inzending "Druppelsgewijs" te bekronen als Gedicht van de Stad Ronse 2010 in de categorie der volwassenen."
Ik mocht toen mijn gedicht voordragen en nadat ik vermeld had dat ik kort tevoren ook een melodie bedacht had voor dit gedicht, mocht ik het ook zingen. Omwille van de emotie klonk mijn stem wat beverig (vond ik), maar het enorme applaus overtuigde mij ervan dat het publiek het toch kon waarderen.
De andere genomineerden waren Patrick Maroye, Cyrius Deheyt en Cyriel Gladines. Alle winnende en genomineerde gedichten, alsook de in het stadhuis voorgedragen gedichten werden gepubliceerd in een fraai bundeltje dat gratis werd uitgedeeld aan alle aanwezigen en dat eveneens kan worden afgehaald op de dienst cultuur van de Stad Ronse.
Na de prijsuitreiking werd het woord gegeven aan Pjeroo Roobjee, die gedichten van Hugo Claus voordroeg, af en toe onderbroken door een stukje saxofoonmuziek van Ben Sluijs. Daarna kwam de eregast van de avond voor de microfoon te staan: Jan Decleir. Die bracht met veel overtuigingskracht een gedeelte uit de monoloog "Gilles!", eveneens van Claus. Het was een feest hem bezig te horen: wat een acteur!
Tijdens de receptie was er ruimschoots gelegenheid om kennis te maken met mensen uit de cultuurraad, om te praten over gedichten, om te bedelen om een handtekening van Jan Decleir (welke échte Vlaming kan zeggen dat hij géén fan is van Decleir?) en om.... jawel, op de foto te mogen staan met hem, terwijl ik mijn trofee in handen hield: een staande koperen plaket, met daarop de alom bekende versregel van Lucebert "alles van waarde is weerloos" en de vermelding "Ronse gedichtendag 2010".
De nacht was kort, maar de herinneringen zullen duren... al zullen ook zij een waas krijgen en "druppelsgewijs" minder scherp worden.
Categorie:N. nieuws/columns
27-01-2010
Morgen: gedichtendag 2010
Druppelsgewijs
door de tijd beslagen krijgen herinneringen een waas zoals het lang ongebruikte glas dat achter in de kast staat
weet je nog of je zoet of bitter dronk? of het tikken van twee glazen klonk? of daarbij ogen straalden, stemmen streelden?
je slaat breekbare gedachten tegeneen en wat je toen zo zeker wist tracht je nu opnieuw te weten
elk heden heb je slechts te leen over de grens van het moment ligt het druppelsgewijs vergeten
Dit is één van mijn twee genomineerde gedichten in de wedstrijd van de Stad Ronse n.a.v. gedichtendag, met als thema "Over de grens". Om de gezongen versie te beluisteren, klik hier.
Categorie:A. in vrije vorm
25-01-2010
Stanka !
Voor meer informatie over deze nieuwe versvorm (een persiflage op de haiku): zie mijn bericht van 11 januari.
De regels in het kort: de stanka is natuurgerelateerd (breed opgevat) en heeft een verrassend of humoristisch element, liefst in de laatste regel. Hij telt drie regels, bestaande uit 5-7-5 lettergrepen. De laatste twee regels rijmen.
***
een olifant plast vijftig liter daags, dat is dus geen kattenpis
***
de kameleon ook zonder baard niet herkend als geheim agent
***
jong kroostrijk gezin moeder wil niet aan de pil sloot vol kikkerdril
Categorie:E. stanka's
21-01-2010
Genomineerd in gedichtenwedstrijd Ronse
Ik kreeg bericht dat allebei mijn inzendingen werden genomineerd in de gedichtenwedstrijd editie 2010 georganiseerd door de Stad Ronse. Het thema was "Over de grens", wat ook het thema is van gedichtendag dit jaar.
Op 28 januari zijn de "Muzen in de stad": om 18u30 begint een poëziewandeling "in, boven en onder het stadhuis", om 20u30 start de academische zitting waar de winnende gedichten worden bekendgemaakt. Daarna brengen Jan Decleir en Pjeroo Roobjee een gevarieerd programma, begeleid door saxofonist Ben Sluijs. Aansluitend volgt een receptie.
Indien u zelf aanwezig wenst te zijn, moet u reserveren bij de Dienst Cultuur, tel. 055/23.28.01 of op cultuur@ronse.be Deelname is 5 euro per persoon.
Om de gezongen versie te beluisteren, klikt u hier.
Categorie:B. sonnetten
13-01-2010
Gebed aan de computer
Aangespoord door het voorbeeld van twee dichters op Het Vrije Vers schreef ook ik een pastiche op "Gebed aan de schrijfmachine" door Gerrit Achterberg.
Gebed aan de schrijfmachine
Machine, die het lied bevat, dat aan mijn vingers moet ontvallen: vergeef hun een voor een en allen het in u aangerichte kwaad.
Mogen zij zich tot vuisten ballen en samenvouwen in gebed over uw toetsen en getallen en leren uwe blinde wet.
(Gerrit Achterberg)
Gebed aan de computer
Computer, die gedichten kent waar ík nog geen idee van heb, vergeef me dat ik tranen dep en bid dat gij een inval zendt.
Mijn vuisten slaan op uw klavier want inspiratie is ver weg en wat ik op uw toetsen leg, is slechts mijn hoofd, geen schrijfplezier.
(Vera De Brauwer)
Categorie:C. gedichten op rijm
12-01-2010
Stanka !
Voor de regels waaraan een stanka - een persiflage op de haiku - moet voldoen: zie de tekst van gisteren.
de ooievaar vliegt bij vieze luier van 't kind liefst met tegenwind
***
duizend keren tik hooggehakt blijft ze een stoot oma duizendpoot
***
werkmier zijn is zwaar de baas heeft het veel leuker als mierenneuker
Categorie:E. stanka's
11-01-2010
Ik hou niet van haiku's.
Ik hou niet van haiku's. Ik kan begrijpen dat sommigen er wél van kunnen genieten, maar ik dus niet. Zeventien lettergreepjes waarin je je ei kwijt kan. Dat moet een héél klein eitje zijn, met een dooiertje van niets. En die eitjes hebben allemaal dezelfde kleur want elke haiku wordt verondersteld een intense natuurervaring te verwoorden. Als je die ervaring moet samenballen in drie uitgerokken gedachtestreepjes moet het inderdaad wel héél intens en compact zijn. Vandaar dat er zo vaak diezelfde geconcentreerde regendruppels in voorkomen, en bloesems, en wind, en vogeltjes... De haiku is in oorsprong een Japanse dichtvorm. Japanners hebben hun eigen taal, hun eigen schrift en een héél andere manier van communiceren, van kijken naar de dingen. Ik heb me laten wijsmaken dat vragen op zulke manier gesteld worden dat er steeds een positief antwoord mogelijk is, want een negatief antwoord is onbeleefd en dus uit den boze.
Men heeft die Japanse dichtvorm zo goed en zo kwaad als het kon naar het Nederlands vertaald, zodat men ook Nederlandstalige haiku's kon maken. Stel dat Japanners onze Belgische biefstuk/friet zouden willen vertalen. Frieten zijn te typisch Belgisch (vergelijk het met ons schrift), dus nemen ze in plaats daarvan iets Japans... eureka: rijst! En dan dat biefstuk, zo atypisch Japans (dat zou dan onze veel directere manier van communiceren kunnen voorstellen)... daar nemen ze toch gewoon vis voor? Een vis die ook in onze wateren voorkomt natuurlijk, het is immers een vertaling van ónze biefstuk/friet: de haring! Ziezo: haring/rijst, de Japanse versie van biefstuk/friet.
Persoonlijk vind ik het geen grote kunst in het Nederlands zeventien lettergreepjes ineen te knutselen die over de natuur gaan. Om me te amuseren heb ik er een persiflage van gemaakt: de stanka. De naam is ontleend aan het welriekend karakter van mijn eerste stukje dat de haiku op de humoristische korrel nam. Het is me er helemaal niet om te doen een kruistocht te beginnen tegen haiku's of hun schrijvers (elk doet zijn ding). De stanka is niet meer dan de light verse haiku.
Maar... dit lachertje heeft wél regels. De stanka is natuurgerelateerd (breed opgevat) en heeft een verrassend of humoristisch element, liefst in de laatste regel. Hij telt drie regels, bestaande uit 5-7-5 lettergrepen. De laatste twee regels rijmen.
De "oerstanka":
geurend naar lente omploegd veld op zijn paasbest na de kar met mest
Andere voorbeelden:
bij drie promille ging ze joelend uit haar dak de mug die hem stak
vader paard vermoedt dat vrouwlief hem heeft verschalkt want hun veulen balkt
Categorie:E. stanka's
08-01-2010
Zwijgrecht
waarover zwijgen we? dat waarvoor in het woordenboek van ons gevoel geen woord te vinden is? dat waarvoor we met alle woorden die ons ter beschikking staan kunnen duelleren?
wie gebruikt als eerste zijn tong voor de taal en niet om er zijn wonden mee te likken waar de stilte reeds als een pleister op ligt
ja? jij? zweeg je iets?
Categorie:A. in vrije vorm
Ik ben geboren in 1964 en studeerde af als licentiate Romaanse Filologie aan de Universiteit Gent. Mijn hobby's zijn vooral lezen, wandelen en het schrijven van gedichten. Omdat ik zelf liefst toegankelijke gedichten lees waarin ik de gedachten of gevoelens kan herkennen, probeer ik ook in die trant te schrijven. Soms schrijf ik in vaste vorm (vooral sonnetten), soms in vrije vorm. Liefst van al laat een gedicht mij achter in de overtuiging dat het op geen enkele andere manier kon geschreven worden.