Kepie Transports Intercommunaux (de la) Ville (de) Bruxelles of Intercommunaal Vervoer Te Brussel
Kepie Transports Intercommunaux (de la) Ville (de) Bruxelles of Intercommunaal Vervoer Te Brussel Deze kepie is van een buschauffeur van de Brusselse vervoersmaatschappij , hij
droeg deze tijdens expo 58.
DE CAMPUS SAFFRAANBERG, waarvan de Koninklijke School voor Onderofficieren (KSOO) deel uitmaakt, is gelegen nabij de prachtige stad Sint-Truiden. Voorheen werden er voornamelijk beroepsonderofficieren-technici van Defensie opgeleid, maar sedert september 2007 werd het vormingsaanbod uitgebreid met zowel technische als niet-technische richtingen voor Nederlandstalige en Franstalige jongens en meisjes.
De onderofficierenscholen van Zedelgem en Dinant hielden op te bestaan. Deze leerlingen werden, samen met de militaire basisopleiding geïntegreerd in de Koninklijke School voor Onderofficieren. Na het beëindigen van hun volledige vorming zullen ze als militair personeel tewerkgesteld worden binnen Defensie.
De diensthoofddeksels van de
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
(met dank aan Laurens)
Heel wat spoormannen kunnen aan hun diensthoofddeksel onderkend worden. Zijn vorm, zijn kleur en zijn karakteristieke tekens trekken van verre de aandacht en de reizigers zijn heel gelukkig er een te ontdekken wanneer zij in moeilijkheden verkeren.
Het dragen van het voorgeschreven diensthoofddeksel is verachtend gedurende de volledige dienstprestatie voor de bedienden die rechtstreeks in contact komen met het publiek en die een toezichts-, politie-, of overheidsopdracht vervullen.
Deze bedienden dragen eveneens de dienstkleding.
Dit geldt ook voor de bedienden die niet verplicht zijn de dienstkleding te dragen doch tussenbeide komen in de treindienst, alsook de bedienden die niet met het publiek in contact komen en die hun dienst in de stations, hun aanhorigheden of in volle baan verrichten.
Ook de machinisten en de locomotiefstokers moeten een hoofddeksel dragen.
Naargelang van hun vorm, worden de diensthoofddeksels in vijf soorten onderverdeeld :
De cilindervormige kepie
De kepie type Ā« autobestuurder Ā»
De platte pet
De muts van blauw lijnwaad
De strohoed.
De stationschef draagt de amarantkleurige kepie met vergulde ster.
Zijn adjuncten dragen de blauwe kepie met amarantkleurige band en met verzilverde ster.
De blauwe cilindervormige kepie wordt gedragen door de bedienden van de beweging, de treindienst, de politie, de factage en door het toezichtpersoneel.De kepie van de toezichtbedienden is versierd met een naadbiesje dat de kenmerkende kleur heeft van de dienst waartoe zij behoren.
De grijskleurige kepie, type Ā« autobestuurder Ā» wordt gedragen door de autobestuurders, de blauwkleurige door de deurwachters en de boden.
Het aantal en de kleur van de galons, de chevrons en de ster die de kepie versieren, worden bepaald door de rang die de bediende in de administratieve hiƫrarchie bekleedt.
De platte pet van blauw weefsel voor de enen, van grijs voor de anderen, wordt door de arbeidersboden en de arbeiders gedragen. Een of twee biesjes in de kenmerkende kleur van de dienst, zijn langs elke zijkant bevestigd. Het aantal en de kleur van de galons en de biesjes worden door de administratieve betiteling van de bediende bepaald.
De muts van blauw lijnwaad, met of zonder klep, wordt gedragen door de machinisten en de stokers, wanneer zij met de locomotief rijden, en door de ambachtsmannen.
De spoorleggers mogen, bij erg warm weder, een strohoed dragen.
Met uitzondering van de muts van blauw lijnwaad, zijn de diensthoofddeksels versierd met een metalen gevleugeld wiel dat verguld of verzilverd is.