 |
We zijn de 21de week van 2025
|
 |
|
 |
Mijn bibliotheek |
|
 |
19-11-2013 |
Marie Cremers 2 |
Het paradijs.1920
Zooveel
schoons heb ik genoten,
zooveel
liefs heb ik bemind.
Stilte
heeft mij overgoten
als een
nietsbegeerend kind.
Ik leef
in herinneringen:
Geurige
lente, balsemzacht,
waarin
trage wijzen zingen,
oudbekend
en lang verwacht,
leidt
mij langs de groene paden,
schemerteer
en glanzend vroom,
die
mijn voeten eens betraden
in een
zilverstille droom.
En de
oude boomen streelen
met hun
wuivend handgebaar,
en de
eerste vogels kweelen
stil en
innig, zacht en klaar.
...Maar
opeens ach! word ik wakker
en het
paradijs vervaagt.
Ik moet
werken op den akker
als het drukke leven vraagt;
|
[p. 410]
|
ik ben
in het licht getreden
uit de
zoete schemerschijn,
in het
volle menschenleven,
waar de
strijd en moeiten zijn.
Toch
leeft op de stille gronden
van mijn
ziel, gerust en vroom,
ongerept
en ongeschonden,
van
mijn jeugd de lentedroom.
Marie Cremers
.
.
1920 5
Vrijheid.
Alles
is mijn wat mijn ziel bemint,
alles
is mijn wat ik kan bevatten
in mijn
warm hart. Ik ben als een kind,
dat
speelt met de wereldsche schatten.
Ik vond
de vrijheid, die anderen laat
hun
eigen vrijheid. Ik leef als ik bewonder.
Alles
is schoon in zijn eigen staat,
de koest'rende zon als de toornende donder.
|
[p. 53]
|
Eenzaam.
Immer
zal ik eenzaam zijn
als een
top in 't blauw verloren.
Immer
zal ik eenzaam hooren
naar
mijn eigen zielsrefrein.
Met
zijn wortel vast in de aarde
en zijn
kruin in ijle lucht,
staat
een berg alleen, geducht,
boven
onrust die vervaarde.
En hij
deelt het groote leven,
woelend,
strijdend aan zijn voet,
dat hem
met zijn krachten voedt,
maar
zijn top is koel gebleven.
Want
mijn geest wil eenzaam schouwen
in zijn
eigen zaligheid, -
boven
menschensmart en strijd
eeuwige vreugden bouwen.
|
[p. 54]
|
Troost.
De
regen ruischt op volle zomerblâren
en
brengt herinnering aan verre kinderjaren,
weemoedig
als een wiegelied.
De
regen zingt zijn lied van zacht vergeten,
van
mijmeringen die geen ding meer weten
dan
vaag verdriet.
Zoo
ruischen tranen die het hart verlichten,
onhoorbaar
langs de moede aangezichten
van hen
die blind zich staarden in de zon;
zij
buigen 't hoofd berustend in de handen
en
lafenis daalt in hun zielelanden
uit
zilverklare bron.
Als
zachte handen die weemoedig streelen,
als
moeders die met kindren droomend spelen,
is 't
lied dat in de milde regen zingt,
en
brengt gelatenheid vol stillen deemoed
en van
verteedering de zachte weemoed,
die
zeeg'nend in het harte dringt.
Marie Cremers.
|
Verzen.1921 (2)
Een oude Prent.
Schapen-
en lindegeur,
stille
hoeven met groote boomen
en
roosjes van paarsroode kleur
hebben
mijn droefenis van mij genomen.
Zacht
is de avond gedaald
als een
beschermende vrede;
- als
een schaap dat zich moe heeft gedwaald
nam de goede herder mij mede.
|
[p. 395]
|
Pierrot.
Ik
duikel door 't leven:
nu lach
ik, dan huil ik,
nu
scheld ik, dan pruil ik,
nu ben
ik vroom en dan profaan.
- Waar
ga ik naar toe en waar kom ik vandaan?
Ik
duizel en struikel door 't leven.
Ik ben
geniaal waar ik 't zelf niet verwacht,
ik zeg
zotte dingen waar ieder om lacht;
ik leef
op de gis:
gaat
het raak, gaat het mis? -
Ik duikel door 't duizelend leven.
Marie Cremers.
|
HERINNERING
Het was
voorjaar, een grijze, geurige avond
de lucht
koel en fijn.
Je speelde
piano zoals alleen jij kunt,
onpersoonlijk, hevig en rein.
De tover
nam mij. Ik ging naar buiten,
't was
koud, maar ik gloeide in strakke extase,
en op het
grijze kiezel in den tuin met eikenhout en larix
zonder
bloemen, legde ik me als een dwaze
en voelde
me als een beeld. In den schemer
zag 'k
lichtende ogen, vast in de mijne;
je witte
schimmige kat schreed nader, de fijne
Angora en
zette zich langzaam op mijn borst
als een
Egyptisch ornament.
Toen kwam
de tweede, de witte kater,
de brede
goedige Koosje wat later
en zette
zich er naast op mijn hart:
een
roerloze groep als in grauwe graniet
van
versteende verrukking
waarin ik
gloeiend-koud mijn leven liet.
Marie Cremers
(1864-1960)
uit: Nieuwe Loten
(1920)
|
19-11-2013, 21:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Marie Cremers 1 |
Gedichten 1918 (5)
Door
Marie Cremers
I
Wij
zijn als boomen. - Zaden strooien
wij
achteloos, zooals het oogenblik het eischt.
Waar
zal de wind die fijne kiemen gooien?
Zij
fladderen en zinken naar zijn wil 't hun wijst.
De boom
geeft wat hij is - meer kan hij niet -
en
argeloos vergaat zijn bloem om vrucht te dragen.
Voor
wie? - waarvoor? - de vogel zingt zijn lied
zonder
naar wie zijn zang ontroert te vragen.
Wat wij
bestemden voor den een, baat vaak den ander.
Het
leven neemt en geeft wat ons niet hoort.
Wij
lachen, schreien, spelen met elkander,
en strooien zaden - naar 't de wind bekoort.
II
Rust is
slechts in de beschouwing.
Nimmer
kan het wisslend leven
met
zijn strijd en zijn benauwing
ons de
stille vrede geven,
die de wonden heelt.
|
|
[p. 188]
|
|
Niets
is mijn! Alleen het beeld
dat ik
puur uit wat daar speelt
langs
en door mij, ongewis,
in de
levenswildernis,
is als winst mij toebedeeld.
III
Een
roekloos lied zingt in mijn hart,
dat
spot met eigen leven.
De
trommels rofflen: - vreugde of smart?
Vooruit!
is het woord, als staal zoo hard,
koel en
verheven.
Niet
omzien! Voorwaarts! is het devies,
en of
ik win of dat ik verlies,
ik wil
van alle dagen
de wonden dragen.
IV
Een
twistgesprek in het gewoel
van
andrer meening is niet mijn.
Ik heb
alleen mijn stil gevoel,
dat
niet gestoord wil zijn.
Ik
luister graag,
ik
spreek niet veel.
Ik
wacht tot ik van binnen hoor
wat
zonder omweg antwoord geeft
vast en recht-door.
V
Vraag
mij niet aan de Toekomst te bouwen!
Mijn
oog ziet alleen het Heden.
Iedere
dag met zijn vreugde en rouwen
overgroeit het Verleden.
|
|
[p. 189]
|
|
Laat
mij mijn eigen kleine plicht,
die
zijn plaats heeft in de rijen
van hen
die met zekerder gezicht
voor de
komende wereld strijen.
Door
mij heen gaat de groote stroom,
die
vaart door alle leven.
Ik geef
mij over. - Kome wat koom!
- En
mijn hart zal antwoord geven.
Overgave
aan het oogenblik
is de
eenige wijsheid die ik leerde.
't
Oneindige Leven is grooter dan ik,
die alleen zijn leven begeerde
|
|
Kleine gedichten 1919 (6)
Door
Marie Cremers
De droom
Ik heb
niet één vorm,
ik heb
er duizend:
ik ben
de wolk,
ik ben
de wind,
ik ben
de trotsche orkaan die duizelt
van
eigen wanhoop
en de
mist die stille droomen mint.
Ik ben
het bloeien en ik ben het welken,
ik ben
het leven en ik ben de dood,
ik ben
het vallend blad, de frissche lentekelken,
ik ben
in eb en vloed, in nacht en morgenrood.
Ik zoek
den vrede en ik min het rustelooze;
ik ben
de hartstocht die zichzelf verteert.
Ik voel
de doorn aan alle zachte rozen,
- ik ben de Droom die immer meer begeert.
Verstand en hart
De weg
van het verstand is hard en steenig
en
wordt gebaand door moeitevolle strijd.
De weg
van 't hart als een rivier zoo lenig,
die buigend om de steilste klippen glijdt.
|
|
[p. 173]
|
|
O,
vergelijk ze niet de beide wegen!
Wie een
rivier bevaart ziet ander schoon,
dan
wie, al klauterend, de bergen is bestegen,
en iedre weg bevat zijn eigen loon.
Twijfel
Ik weet
niet waarheen mijn weg voert,
ik ga
door woestijnen.
Vreemd
staan silhouetten en lijnen,
mijn
hart is bang en ontroerd.
Welke
weg moet ik gaan?
- Geen
antwoord ruischt door de luchten.
Ik hoor
mijn beklemde zuchten.
- Is
alles waan?
Ik kan
niet verder. Ik wacht. -
Ik
wacht op het innerlijk teeken,
ik
wacht op een stem die zal spreken...
Benauwd
is de nacht.
Ik leg
mij neer in het zand;
stikkend
zwart is het zwijgen.
Ik hoor
van mijn hart het hijgen,
de
heete bodem brandt...
Het is
of een hand mij wil worgen -
...Een
koele witte veer
strijkt
op mij neer. -
Is dit de morgen?
Flitsen
Ik ken
niet anders dan mijn aardsche land,
waardoor
van tijd tot tijd de bliksemschichten
van
andere sferen aan de overkant
mij verontrusten met hun felle lichten.
|
|
[p. 174]
|
|
Dan
wijkt de sluier voor een korte wijl,
dan
wordt één oogenblik mijn horizon doorspleten,
dan
lichten alle dingen hel en ijl.
- Maar weldra lacht weer de aarde en 'k ben den
glans vergeten.
Ontoegankelijkheden
Wij
dralen aan de poorten van elkanders zielspaleizen
en
wachten tot de deuren eindlijk open gaan,
gehurkt
als Oosterlingen in berustend peinzen
- of
met de drift die vensters in wou slaan.
Daarbinnen
troont geheimnisvolle koning,
die
ongenaakbaar 't eigen leven voert,
en
slechts verschijnt ten drempel zijner woning,
wanneer
verlangen naar een gast zijn ziel ontroert.
Zoo
zijn wij beurt om beurt de onverbiddelijke vorsten,
die
schuil zich houden waar geen menschenoog ons doen bespiedt.
Wij
vragen niet wie buiten hongren, dorsten:
de klacht van andren roert ons wreed hart niet.
Purperen tulpen
O laat
mij die doode bloemen niet zien!
Begraaf
ze met zachte handen.
Hun
hart is blauwig gebroken,
hun oog
is rouwig geloken.
Ze zijn
verwrongen in stervensnood,
verwoest
en geschonden door heftige dood.
- Bedek, o bedek hun schande!
|
|
Kleine gedichten 1919 (6)
Door
Marie Cremers
De droom
Ik heb
niet één vorm,
ik heb
er duizend:
ik ben
de wolk,
ik ben
de wind,
ik ben
de trotsche orkaan die duizelt
van
eigen wanhoop
en de
mist die stille droomen mint.
Ik ben
het bloeien en ik ben het welken,
ik ben
het leven en ik ben de dood,
ik ben
het vallend blad, de frissche lentekelken,
ik ben
in eb en vloed, in nacht en morgenrood.
Ik zoek
den vrede en ik min het rustelooze;
ik ben
de hartstocht die zichzelf verteert.
Ik voel
de doorn aan alle zachte rozen,
- ik ben de Droom die immer meer begeert.
Verstand en hart
De weg
van het verstand is hard en steenig
en
wordt gebaand door moeitevolle strijd.
De weg
van 't hart als een rivier zoo lenig,
die buigend om de steilste klippen glijdt.
|
|
[p. 173]
|
|
O,
vergelijk ze niet de beide wegen!
Wie een
rivier bevaart ziet ander schoon,
dan
wie, al klauterend, de bergen is bestegen,
en iedre weg bevat zijn eigen loon.
Twijfel
Ik weet
niet waarheen mijn weg voert,
ik ga
door woestijnen.
Vreemd
staan silhouetten en lijnen,
mijn
hart is bang en ontroerd.
Welke
weg moet ik gaan?
- Geen
antwoord ruischt door de luchten.
Ik hoor
mijn beklemde zuchten.
- Is
alles waan?
Ik kan
niet verder. Ik wacht. -
Ik
wacht op het innerlijk teeken,
ik
wacht op een stem die zal spreken...
Benauwd
is de nacht.
Ik leg
mij neer in het zand;
stikkend
zwart is het zwijgen.
Ik hoor
van mijn hart het hijgen,
de
heete bodem brandt...
Het is
of een hand mij wil worgen -
...Een
koele witte veer
strijkt
op mij neer. -
Is dit de morgen?
Flitsen
Ik ken
niet anders dan mijn aardsche land,
waardoor
van tijd tot tijd de bliksemschichten
van
andere sferen aan de overkant
mij verontrusten met hun felle lichten.
|
|
[p. 174]
|
|
Dan
wijkt de sluier voor een korte wijl,
dan
wordt één oogenblik mijn horizon doorspleten,
André 
|
|
 |
02-11-2013 |
Duitsland goud 4 |


02-11-2013, 15:35
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Duitsland goud 3 |








02-11-2013, 15:33
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Duitsland goud 2 |








02-11-2013, 15:32
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Duitsland goud 1 |








02-11-2013, 15:30
Geschreven door André 
|
|
 |
01-11-2013 |
Ex Libris 23 |
1-3Oberhof 4-5 Bad Berka 6.Eisenach Hotel Kaisershof





01-11-2013, 18:26
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Ex Libris 22 |
1.Metten 6.Kronach:HotelSonne 7.Lichtenfels 8.Bisshofsheim 9.Oberhof








01-11-2013, 18:23
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Ex Libris 21 |
1-2 Rothenburg 3.Simmelsdorf 4.Streitberg 7.Arrach 8.Beratzhausen








01-11-2013, 18:18
Geschreven door André 
|
|
 |
31-10-2013 |
Ex Libris 20 |
1-2 Meersburg 3.Nonnenhorn 5.Blaubeurn 6.Ulm 7.Altdorf 8-9:Nuernberg








31-10-2013, 18:42
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Ex Libris 19 |
1.Reit im Winkl 3.Salzburghofen 4.Dachau 5.Freising 8-9Boos








31-10-2013, 18:37
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Ex Libris 18 |
1.Renchen 2.Escheck:Gasthaus zum Kreuz 3.Triberg 4.Breisach 5.Hinterzarten 6-7:Munchen 8.Garmich 9.Oberammergau








31-10-2013, 18:32
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Ex Libris 17 |
1-2 Esslingen 3.Heilnronn 4.Wallduern 5.Wildbad 7.Baden Baden:Waldhotel 9.Kork:Gasthaus Ochsen








31-10-2013, 18:26
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Ex Libris 16 |
1.Heidelberg 2.Waldbrunn 3.Weinheim 6.Grossaspach 7.Winnenden 8.Baiersbronn 9.Dornstetten 1.hotel Koenigstuhl








31-10-2013, 18:20
Geschreven door André 
|
|
 |
30-10-2013 |
Ex Libris 15 |
1.Assmannshaus:Gasthof Krone 3.Konigstein:Klostergut Retterhof








30-10-2013, 14:56
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Ex Libris 14 |
1-5 Frankfurt 7.Amorbach 8.Darmstadt 9.Reichelsheim: Gasthof"zum Deutschen Kaiser"








30-10-2013, 14:51
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Ex Libris 13 |
1.Bingen 4.Leutesdorf 5.Geisweid 7.Schwelm 8.-9.Soest








30-10-2013, 12:44
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Ex Libris 12 |
1.-2.Monschau 3.Nideggen 4.Bad Munster 5.-6.Linz 7.Arns 8.Trier 9.Bad Kreuznach








30-10-2013, 12:39
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Ex Libris 11 |
2.Münster 4.Forsbach 7.Heidgen








30-10-2013, 12:32
Geschreven door André 
|
|
 |
29-10-2013 |
Ex Libris 10 |
8.Wesel








29-10-2013, 15:40
Geschreven door André 
|
|
 |
|
 |
 |
Andrea und Cindy Herzig, Petra Frey |
 |
 |
|
 |
|
 |
|
Blog tegen de wet? Klik hier.
Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs
|