De Nachtwind.1927
De
nachtwind sprak met de boomen
beneden,
onder het raam.
Zij is
uit haar bed gekomen
en ging
voor het venster staan.
Zij
keek en huiverde even
en
luisterde ademloos.
De
wolken schenen te zweven,
maar
hun beeld was bewegeloos.
Hoorde
't gesprek niet, dat al te
snel en
fluisterend werd gevoerd.
Toen
heeft een zwarte gestalte
haar
een oogenblik aangeroerd
en
sprak: Kom met mij, ik voer u
voorbij
de wereld en ver
voorbij
uw laatste verlangen
en
verder, van ster tot ster;
ik
fluit, en de zwarte scharen
zijn
ruischende aan mijn zij;
zij
zullen u veilig bewaren,
kom met mij - kom met mij -
|