The Cynically Insane
Inhoud blog
  • de wassende zin
  • licht of duisternis
  • waarom
  • omdat je nog steeds bent
  • het eerste woord
  • thuis
  • ...
  • herfst
  • slot
  • trein
  • blauw
  • één teen over de rand is beter dan tien op het land
  • De god, de Vader en nog enkelingen
  • uit de oude doos
  • zakman
  • (uit de oude doos)
  • ongeveer
  • groeipijnen (uit de oude doos)
  • spreken is zilver, zwijgen is fout
  • niets, dan de waarheid
  • Horen, zien en zwijgen
  • koppig
  • zondagochtend
  • °
  • foal play
  • *
  • zon
  • En ik zei dat ik het niet wou
  • Poker

    23-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.blauw

    Vandaag ben ik windstil. Geen briesje, geen wolkje aan de lucht. Ik zoek de hemel af op zoek naar een streepje met de kleur die ik rond je pupil vond. Maar zelfs de lucht, het oneindige blauw, doet onder, onder voor jou.

     

    Het is zo bizar, dat jij er gewoon bent, dat je er eigenlijk al was, maar dat ik je niet zag. Ik zag het blauw niet, noch de vorm van je lippen, het bolletje op je neuspunt, dat had ik niet gezien. En toch stond je zo vaak naast mij, voor mij, achter mij, maar ik was blind. Ik dacht dat enkel liefde blind maakt, maar blijkbaar doet onwetendheid dat ook.

     

    De avond was mooi, herinner je je die? Die avond dat we toevallig samen aan een tafel belandden en een nacht inzetten die zijn gelijke niet kent. Ik had het gevoel dat ik je kende, dat ik al wist wie je was, bij iedere zin die je zei, voelde ik instemming, alsof we nooit anders hadden gedaan dan praten en ik je verhaal al honderden malen eerder had gehoord. Ja, meer zelfs, alsof jouw verhaal ook het mijne was. Maar toch merkte ik niet wat iedereen rond ons al had bedisseld, ook jij bleef verdoofd. Misschien was er toen te veel wind, en waren we doof voor elkaars woorden. Ook al hoorden we ze, de zachte melodie, dat samenspel van klanken tussen ons, dat had ik niet gehoord. Doof, ja, doof waren we ook.

     

    Het duurde nog even, ik zag je wel, hier en daar, en jij zag me ook. Glimlachen, wuiven, een vluchtige kus op de kaak, meer was er niet.

    Waarom de wind plots ging liggen, de nevel optrok en ik je zag zoals ik je nu nog steeds zie: de man die de wind temt, die sluiers mist uit mijn ogen haalt en het oneindige blauw in zijn ogen draagt, waarom, hoe dat is gebeurd: ik weet het niet.

     

    Ik keer terug naar het moment, voor je deur. We waren gewoon samen huiswaarts gefietst, we moesten toch dezelfde kant uit. De zomerse ochtendzon kwam stilaan boven de einder uit, het water in het kanaal kleurde goud, en weerspiegelde de roze bonte vlekken uit de lucht. Het was eigenlijk zo romantisch, maar we leken het opnieuw niet te zien. We fietsten en we lachten en ik zou gewoon naar huis gegaan zijn. Jij sloot de deur achter je, ik sprong opnieuw op de fiets, maar plots was je daar, achter me. Ik voelde het al voor ik me had omgedraaid. Die kus, die was alles, alles wat we niet hadden gezien, gehoord, wat we niet hadden durven voelen. Die kus ontnam me adem en wind. En zo maakte jij me windstil. Zelfs nu nog, een jaar later, ben ik nog steeds windstil, en jij… jij bent mijn oneindig blauw. Ik vind het niet in de lucht, niet vandaag… ik vond het ook niet in de oceaan, nergens het blauw van jou. Daar zeg ik het al, het is blauw van jou. De lucht heeft je niet, de oceaan evenmin, ik heb je nu, en jij hebt mijn blauw.

     

     

    23-10-2009, 02:54 geschreven door L&E

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.één teen over de rand is beter dan tien op het land

    Het mooiste wat ons gegeven is, is de roep naar het onbekende, de lonk van mogelijk gevaar; de lokeend, het risico zichzelf voorbij te lopen en te vallen in het ravijn dat men zo vaak heeft aanschouwd, met besef dat een teen over de rand een kortstondige vlucht in ijle onwetendheid en vrijheid kan betekenen. Rede zal ons vaak behoeden de teen over de rotskant te duwen, maar de hang naar risico leeft in ons hart en fluistert diep vanbinnen dat één teen over de rand soms beter is dan tien tegen op het land.

    En zo is het mooiste wat ons gegeven is, de teen uit te steken, en misschien nog één, tot de hele voet zweeft boven landloze luchtmassa. Als we dan de stap vooruit nemen, eerder dan de sprong te wagen, zweven we. En hoewel het steeds sneller dichterbijkomend vooruitzicht te vergruizelen en versplinteren bij de impact van de rivier van waanzin die diep in het ravijn schuimig kolkt, de kans bestaat dat wij even vliegen en duiken in de waan en zin van onberekendheid.

    De kans, hoe klein ook, bestaat… en zwemmen zullen we.

    23-10-2009, 02:43 geschreven door L&E

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Mijn hart

    Mijn meester

    Maakt zich

    Los van mij

     

    Jouw hart

    Bedeesder

    Stilaan

    Vast aan mij

     

    Mijn hart

    Mijn meester

    Jouw hart

    Bedeesder

    Maakt zich nu meester

    Maakt zich bedeesder

    Meestal

    Meester

    Van mij

    23-10-2009, 02:05 geschreven door L&E

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Alleen

    Het is toch maar alleen

    Maar het is meer

    Het is teveel

     

    Het is jezelf

    Het is je hoofd

    Je hart

    Je handen

    Je geloof

     

    Je bent veel meer

    Al één en toch

    Met twee

    Vind je jezelf dan nog?

    23-10-2009, 01:55 geschreven door L&E

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    De weg is stil
    de nacht volop
    de lichten kil
    ik loop voorop


    loop jij daar ook
    daar achteraan
    ik hoor je wel
    ik denk je naam

    ik wil je wenken
    hoor ik me denken
    maar wat als jij t
    toch niet bent

    dan loop ik alleen
    ik loop vooraan
    en bij iedere stap
    denk ik je naam

    23-10-2009, 01:55 geschreven door L&E

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    26-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De god, de Vader en nog enkelingen

    Het was een begin. Ieder einde is ook eigenlijk een begin. En dit was een begin, omdat alles plots zo eindig leek. Vriendschappen verschrompelen als mensen plots de wereld onder hun voeten verliezen. Of zo leek het toch. Dan komt het cliché boven water, dat wie meer vrienden heeft dan vingers, best eens nakijkt of zijn definitie van vriendschap wel overeenstemt met wat vriendschap hoort te zijn.

    Daar waren ze, de enigen die het nog konden opbrengen, om nog maar eens de scherven bijeen te vegen. De scherven van grootmoe’s porselein dat op de keukenvloer lag, en de scherven van het frêle meisje dat tussen de brokstukken van roosbebloemde soepborden zat.

    “Wat moet ze nog, de frêle, wat rest haar nog? Hoeveel keer nog, zal ze moeten vegen? Heeft ze dan niets geleerd?”

    Het waren vragen die in hun ogen te lezen vielen, en ze las, ze las gretig wat hun blik haar vertellen wou. En lezend verloor ze zichzelf opnieuw. Tranen vielen op de vloer, de kleine plasjes weekten het vuil los, ze wreef er afwezig in. Huilen zou opluchten, de ziel schoonmaken, maar het maakte enkel haar keukenvloer wat schoner. Leeg, op tranen na, er leek niets meer te zijn, behalve leegte, ook al was alles er nog steeds. Het huis was er nog, de enkelingen - haar buffer tegen de wereld en zichzelf - zij waren er ook, de wereld, die was er nog. Haar oma’s porselein was er in zekere zin nog, haar oma, die was er niet meer, haar vader, die was er nog, maar had er even goed niet kunnen zijn en hij, hij was er zeker nog, want ze had zijn gezicht nog net gezien voor ze zijn voordeur achter zich dicht trok, vechtend om hem geen tranen te gunnen. Hollend om haar gehuil niet aan zijn oren te laten komen.

    Maar ze wist het niet, ze wist niet wat er nog was, of beter, ze wilde het niet meer weten.
    Op de terugweg, huiswaarts, kruisten vijf auto’s haar pad, tien fel oplichtende ogen die haar aantrokken om hen te omhelzen. De ogen van verdoemden, de ogen van verlossing, van eindig zijn en einde aan alles wat ze toch niet meer wou weten. Maar ze verzette zich, hoe de frêle ook probeerde, zoveel moed had ze niet, zich los te rukken van de wereld. Niet dat ze niet dapper kon zijn, ze kon sterk zijn, dat had ze ooit al zelf gevoeld, dat had ze ook gelezen in de ogen van de enkelingen, zelfs in de ogen van de vele anderen. Maar wat haar tegenstond, wat haar weerhield een deel te worden van de verdoemden, was het gevoel. Het gevoel dat opgeven nooit een optie is. Als zij opgaf, zouden de enkelingen troost zoeken in elkaars armen en de rest van de wereld gelijk geven. Ze zouden zien hoe zwak ze wel was, hoe troosteloos en moedeloos zij eigenlijk diep in haar schulp wel was. De glanzende schulp, die zoveel ontzag kon opwekken, zoveel glimlachen kon creëren, die zo vaak eerder de wereld een leukere plaats had gemaakt. Haar wereld, en ja, zelfs zijn wereld. Maar ze kon haar schulp niet meer aanzien, ze wierp ze af en was enkel nog moedeloos, troosteloos, een zwakke, weke, slak, niet bestand tegen het zout dat ze opgeworpen kreeg. Niet bestand tegen wat een normaal bestaan is. Ze had nooit geleerd om hard te zijn. Ze had enkel geleerd zich een schulp aan te meten. Een keizerin zonder kleren, zo zou zij zich gevoeld hebben als ze verlossing had gezocht in remsporen en krakende, vermorzelde botten. Dan had zij zich blootgegeven aan de wereld.

    Nu zat ze daar, bang hert te wezen, de kleine ravage aanschouwend. Zelfs ravage maken, kon ze niet met hardheid. Ze had de borden met een barst gekozen.
    Armen onder haar oksels, ze liet zich gedwee naar de sofa escorteren. Ze had geen kracht meer.

    Het is bizar hoe een leven op een halve dag zo leeggezogen kan zijn. Het was nochtans allemaal mooi begonnen: zon in het gezicht en goede moed. Gelukzalig zij die in de ochtendzon geen donkere wolk voor ogen hebben. Maar de ironie van het leven wil, dat enkel zij met een donkere wolk, de eenvoud van de ochtendzon appreciëren, mochten ze er gewoon maar een glimp van opvangen.

    Dus daar was: de zon, de moed en de kracht om verder te timmeren aan een toekomst, startend met vandaag. Wie niet beseft dat één seconde later de toekomst al opnieuw één seconde later is, leeft niet bewust.

    De dag ging voorbij, aan het tempo van een normale dag, geen tergend trage secondewijzer, noch voorbijrazende uren. Tijd is enkel relatief op momenten dat tijd er toe doet.
    Als wachtende loop je zelf de tijd voorbij: wachten is tijdrovend. Maar laten wachten is tijd roven. Zo gaat het altijd.

    Toen kwam de Boodschap, de eerste van twee. De telefoon. Het was de grote, de almachtige, de Vader. Hij vroeg zich af hoe ze het stelde. Ze stelde het goed, dat zei de frêle met schulp en glimlach om de lippen. Ze was zich niet bewust dat glimlachen haar vijf minuten later plots onmogelijk zou lijken. Ze genoot niet van opkrullende mondhoeken, van het pentagram van schoonheid op haar gelaat. Ook dat is ironie.

    Hij bracht de Boodschap, zoals hij dat op tal van punten in haar leven had gedaan. Altijd met even veel almacht, haar achterlatende met evenveel onmacht. Gij zijt mijn lichaam, dat ik voor u breek. Ziedend als een struik die brandt, startte hij zijn monoloog:

    “Je bent niets, stof, dat ben je. Je hebt niets, je kan niets, niets. Je bereikt niets, je maakt alles kapot. Je eindigt eenzaam, als stof, waaiend in de wind.”

    Ze aanhoorde, verbijsterd, hoe zijn woede in de kronkels van haar oor een baan zochten en haar hart in tweeën brak. Afwijzing van de Vader betekent dat de hemelpoort voor jou gesloten blijft. Een mens komt zo’n dingen liever niet te weten voor hij dood is. Nog een klap in het oor, de lijn werd verbroken, en ze zat, alleen met de echo, naar haar voeten te kijken.

    Maar ze had hem nog. Dat dacht ze; de Vader kan zich ook vergissen, eenzaam was ze niet. Ze had hem, de jonge god, hem had ze nog. Substitutie voor de Vader, dat zijn die jonge goden eigenlijk altijd. En dus ging ze door met de dag, en nam een loopje met de tijd. Want tijd was te lang blijven stilstaan. De Boodschap had niet alleen de frêle versteend, maar evenzeer de tijd. Hoe ze ook probeerde, tijd haalde haar niet meer in. Ze wou al onder een sterrenhemel zitten, en sterke armen rond haar voelen. Ze wou al bij nachte zijn en de jonge god aanschouwen in het bleke licht van de maan.

    Maar de jonge god bleef stil. En de tijd bleef achter haar aan hinken. Ze zocht verademing, vertier, een manier om de echo uit haar oren te verwijderen, geluid dat de Boodschap zou overstemmen. Ze belde één van de enkelingen, twee andere enkelingen waren er ook. Ze zaten te keuvelen, er was wijn, en bovenal: er was geen Boodschap. Niet veel later was de frêle er ook, met schulp en schuldgevoel, dat zij verdronk in het glas dat ze aan haar lippen zette.

    De echo verstilde maar de zoete smaak van druiven riep een ander gevoel op. De lust zette zich vast in haar onderbuik. Ze wilde zich verliezen in het jonge godenlijf. Ze wilde zijn geur in haar neus en zijn zoute zweet op haar tong. Ze wachtte niet op zijn lokroep, maar volgde die van haar lichaam. Ze belde hem, liet hem geen keuze, ze zou komen. Hij stemde toe en ze verdween in de nacht, haar zin achterna.

    Daar stond hij, in het deurgat, verlicht door de kleine lamp op het bijtafeltje, als een aureool rond zijn blonde krullen. Ze wierp zich op hem, kuste zijn lippen, zo gretig. Maar zijn lippen bleven stijf.

    “Je kust me niet.”

    Het was eruit voor ze goed en wel besefte wat het wegblijven van een kus betekent. Hij nam plaats op de bank, de aureool verdween, schaduw viel op zijn gelaat. De jonge god was weg, ze zag enkel een koud, stenen afgietsel.

    “Het lukt met niet. Ik kan het niet. Het was zo mooi, maar dat is het niet meer. Dit is het einde.”

    Woorden die de lust in haar onderbuik verjoegen. Misselijkheid nam zijn plaats in. Haar hart, alvast in tweeën, was makkelijker in scherven te slaan. De goden in haar bestaan hadden haar verlaten.
    En zo wierp ze haar schulp af, die haar zo goddelijk had geleken. Goden gaan niet in zee met een sterveling.

    De Boodschap en de Boodschap, twee afwijzingen, één klap. Ze verwachtte nog een derde, toen ze de enkelingen smeekte haar te komen helpen en vreesde dat ook zij haar zouden verraden. Maar enkel goede dingen komen in drievoud. De enkelingen kwamen en zaten met haar op de bank. Ze ruimden de scherven op en droogden de tranen van de keukenvloer. Ze lieten haar tranen zout smaken op haar lip. Het was niet het zout waarnaar zij had verlangd, maar het was zout. Het prikte haar weke slakkenlijf. En net toen ze dacht dat bitterheid de overhand zou nemen, besefte ze dat ze - ondanks het verlies van de Vader en de god - toch nog steeds de enkelingen had. De enkelingen die haar bij de oksels namen en op haar voeten zetten. En zo was dit einde een begin. Want zij zag: zij waren de echte goden, Godinnen, zij waren de echte. Wie heeft nood aan een vader of substituut als hij Moeders heeft?

     

     

     

     

     

     

    26-08-2009, 18:44 geschreven door L&E

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    13-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.uit de oude doos
    Vertwijfeld staart ze naar het raam, een hoofd vol luchtbellen, glanzend, maar ongrijpbaar. Haar ogen fonkelen in het zonlicht en onthullen een deel van haar mystiek. Haar lippen vormen toonloze woorden, die zweven in de lucht, als rookcirkels, voor ze uiteengerukt, zich nestelen, diep in de groeven van zijn oor.
    Hij schudt het hoofd, verjaagt de beelden die voor zijn ogen draaien. Bedachtzaam zoekt zijn blik de hare. Onbeantwoord. Moedeloos vervalt hij in zijn ordinaire patroon. De twijfel en angst worden weggespoeld uit zijn ogen. De vage onrust die zijn voorhoofd overwoekert, ebt langzaam weg. Zijn zwijgende lippen tuiten zacht. Een vage glimlach overspoelt zijn vermoeide, getergde gelaat.
    Een traan laat een spoor na op zijn mouw. Haar ogen, de diepe donkere meren
    waarin hij ooit eeuwenoude wezens zag zwemmen, lopen langzaam over. Haar lichaam schokt bij een gesmoorde snik. Ze bereidt zich voor op een zondvloed, die de afscheidsbrief, geschreven in het strand van haar hand met brute kracht verpulvert.
    Morgen is het zand weer gewoon zand, waarop zij zich vlijt en verdiept geraakt in het ritme van haar getij. Dan is ze al vergeten hoe hij haar haren tussen zijn vingers liet glijden en zacht fluisterde dat zij het enige was wat bestond.

    13-08-2009, 18:25 geschreven door L&E

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    31-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zakman

    Gisteren kwam ik zakman tegen,
    onbeholpen in de regen,
    zeven zakken, maar geen kap:
    zakman werd kleddernat.

    Ik vraag me af wat hem toch drijft,
    jaren door dezelfde straten.
    Een zwerver die terplekke blijft,
    kan die zijn wortels niet loslaten?

    Vandaag kom ik zakman tegen,
    slenterend langs dezelfe wegen,
    maar twee zakken bij de hand:
    eeuwig triest, eeuwig passant.

    Een broodje slaat hij kordaat af:
    medelijden is een straf.
    Als hij levenslang blijft lopen,
    moet ik hem misschien schoenen kopen.

    31-07-2009, 17:05 geschreven door L&E

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.(uit de oude doos)
    de vrouw beweegt
    en mengt zich
    in de alledaagse dag

    ze rent
    en danst
    en vergeet
    wat ze had verwacht

    vergeet wat hij zei
    hoe hij zei
    en wat ze had gehoord

    vergeet zijn geur
    hoe hij klonk
    en wat hij had verwoord

    ze koopt een brood
    wat wortelen
    en een bussel prei

    en ze vergeet
    wat hij zei
    wat hij zei
    over mij

    31-07-2009, 16:58 geschreven door L&E

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ongeveer

    ongeveer
    is niet precies
    het is slechts wat kan zijn

    maar ik weet niet
    precies
    wat precies zou moeten zijn

    dus denk ik maar
    dat ongeveer
    ongeveer precies zal zijn

    31-07-2009, 16:57 geschreven door L&E

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    30-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.groeipijnen (uit de oude doos)

    Waar is de tijd?
    De tijd dat onbezonnenheid onschuldigheid en jeugdigheid uitstraalde. Het moment dat een vluchtig genomen keuze een traan naliet op je wang, geen dode vlek op je indentiteit.
    Wanneer ben ik het kwijt geraakt? Het onbewust mijn neus achterna lopen.
    Wat blijft er over? Denkrimpels op mijn voorhoofd, kraaienpoten, waar tranen ooit hun val tegemoet gingen, en een twijfelvonkje in ogen die pogen zelfzekerheid uit te stralen.
    Nu is het zeker: ik ben het kind voorbij geëvolueerd.
    Leven van dag tot dag, wachtend op de toekomst, is voorbij. De toekomst van toen is nu. En de toekomst van nu zal terugblikken op het verleden van dan.
    Mijn vage glimlach bij de onschuld en onzekerheid van toen verandert met de jaren langzaam in een bemoedigende glimlach om het besef van vandaag.
    Groeipijnen die vroeger mijn enkels en rug 's nachts lam legden, leggen nu af en toe mijn hart lam.
    En dan is er nu al een bemoedigende glimlach... omdat alles mooi is en schoonheid blijft, ook al evolueert het.
    Groeipijnen hebben een zekere schoonheid, want ze doen je appreciëren dat dingen veranderen, dat jij verandert en meer nog: dat je vooruit moet kijken. Want je bent er nog niet... je bent er nog lang niet.

    30-07-2009, 10:45 geschreven door L&E

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.spreken is zilver, zwijgen is fout
    Help!
    Wat een stapel woorden ligt hier nu toch voor mij?
    Ik hoef ze maar te pakken,
    maar ik kan er echt niet bij.
    En dus zit ik hier zwijgend,
    met wat rommel in mijn hoofd.
    En jij, jij bent geen prater...
    ons gesprek is uitgedoofd.

    30-07-2009, 10:34 geschreven door L&E

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    28-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.niets, dan de waarheid

    Een schrijver laat graag in zijn ziel kijken. Zou dat emotioneel exhibitionisme zijn? Zijn lezers dan emotionele voyeurs? Een gepubliceerd auteur krijgt er zelfs geld voor, dan moet hij wel een emotioneel prostituee zijn. Was ik dat maar ook. Ik schrijf voor mezelf maar laat de wereld meelezen, laat ze binnenkijken in mijn ziel. Is dat wel gepast? Is dat een noodzaak tot definiëring: “AUB, plaats mij in een hokje.”

    Het moet ergens wel zo zijn, want ik werd er nog op aangesproken. Onlangs.
    Door iemand die me niet kende, nog wel. Die maar zo zijn beeld had gevormd. Dat ik donker ben, dat zei hij. Ik geloofde hem niet.

    Ik kende hem niet, kende slechts zijn nachtelijk alter ego. Hij hoorde Yvan te zijn, maar was eigenlijk gewoon Tom in de dagelijkse omgang. Yvan was ik op een onchristelijk uur tegen het lijf gelopen in een bruine kroeg, op een blauwe maandag. Ik was Eva, of dat zei ik toch tegen hem. Het was de start van een bizar gesprek over appels, erfzonde en verschrikkelijke Russische tirannen. Russen zijn onbetrouwbaar, zei Yvan, behalve een White Russian. Maar Eva vond die even onbetrouwbaar. Alcohol vermeng je niet met room. Tenzij je een vloeibare hartaanval in je lijf wil gieten.

    Jantje kwam erbij staan. Hij was de barman en bracht gratis drankjes, een geste die ik op blauwe maandagen in bruine kroegen altijd weet te appreciëren. Jantje was twee meter groot en wist zelf niet goed waar hij het achtervoegsel “-tje” aan verdiend had. Ik dacht dat ik het wel wist. Hij bloosde namelijk te vaak voor een man die de dertig al voorbij is. Het gaf hem een kinderlijke aanblik die niet bij zijn gestalte paste. Maar Eva zei niet wat ik dacht, ze is immers niet zo’n flapuit als ik. Ze wou hem de gêne besparen: wie weet was hij dan wel zo rood aangelopen dat de rest van zijn lichaam aan bloedarmoede zou gaan lijden.

     Jantje, Yvan en Eva, ze keuvelden. Eva zou een slangenbezweerster zijn, dat beweerde ze toch. Yvan en Jantje beweerden goede minaars te zijn. Wat dat met slangenbezweren te maken heeft ging mijn petje te boven. Eva leek het wel te begrijpen, want ze lachte hartelijk en nipte van haar rum-cola.

    Jantje verdween opnieuw achter de bar en Yvan stak van wal. Een gretige lofzang over rood krullend haar en groene ogen en hoe de eerste vrouw die kwaliteiten ook bezat, net als de Eva van het 3de millennium. De Eva die eveneens slangen bezweert. Het was een bizarre hobby voor iemand in een Belgisch stadje, maar het intrigeerde hem.

    Hij intrigeerde mij niet, maar Eva wel. Het was een helse innerlijke strijd. Eva gaf hem mijn nummer, dat doet ze wel vaker. Maar ik gaf een ultimatum. Hij zou me bellen, de volgende dag, om 18.23 stipt. Eva wou blijven, maar ik ging naar huis. Eva ging mee, ze had weinig keus.

    De volgende dag werd mijn nieuwsgierigheid geprikkeld. Eva was verdwenen, met de roes van de nacht. Maar ik vroeg me af:

    “Zou hij bellen? Stipt dan nog?”

    Hij belde niet. Het verbaasde me niet. Eva sliep, ik liet haar doen, ze hoefde het niet te weten.

    Twee uur later volgde een brief. Het was eigenlijk een sms, maar het leek wel een brief. Nog nooit hadden zoveel woorden mijn gsm-scherm gevuld. Het duurde minuten voor ik uitgelezen was. Verontschuldigingen voor het verstrijken van het ultimatum en mooie woorden aan Eva’s adres. De eerste vrouw, de slangenbezweerster. En of hij het mocht goedmaken, bij een etentje. Waar hij de echte ik, de vrouw achter Eva, wou leren kennen en hij gewoon ook  Tom zou zijn. Ik vroeg me af wie Tom was, of hij ook dag en nacht verschilde met Yvan, zoals Eva en ik dat deden. Ik stemde toe.

    Op een klein terrasje, zat Tom. Ik was te laat, Eva nooit, de flapuit altijd. Ik nam plaats naast hem, bestelde een glas witte wijn en vroeg me af wat ik in godsnaam zou vertellen tegen hem. Mijn stoel wankelde op de kasseien, ik hoopte dat het mijn eigen onvastheid zou maskeren.

    “Ik ken je al beter dan je denkt. Je bent een donker mens.”

    Ik bleef woordenloos zitten. Waar doelde hij op?

    “Ik heb je blog gelezen, ik kreeg het doorgestuurd van een gemeenschappelijke kennis. Je bent lyrisch, maar donker. Je hebt een zware geest.”

    Dat zei hij, zomaar, zonder me een gesproken woord te gunnen. Ik besefte: mensen lezen, gretig wat je blootlegt. En ze oordelen, veroordelen, bepalen welk etiket je verdient. Wat hij niet besefte is dat ik naast Eva en flapuit ook gewoon een schrijvend meisje ben. Dat de dingen die op papier komen slechts een klein onderdeel van mijn brein zijn, soms biografisch, soms autobiografisch, soms compleet verzonnen of gedroomd. Maar nooit zijn die dingen de perfecte waarheid.
    Ja, die waarheid, die voor hem anders is dan voor mij. Dat besefte hij niet. Dat zelfs de waarheid van Yvan anders is dan die van Tom. Dat had hij nog niet beseft. En net daarom weet ik, als hij dit leest. Dat dit geenszins de waarheid is. Als hij zichzelf al herkent. In het verhaal, dat nooit waarheid was, maar zo waar kan zijn.

    28-07-2009, 23:45 geschreven door L&E

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Horen, zien en zwijgen

    Ze opende het dakraam en stak haar hoofd naar buiten. De frisse avondwind deed haar gezicht aangenaam tintelen.
    Ergens boven het planfond van donkere wolken doorkliefde een vliegtuig de lucht.
    Ze zag het niet, hoorde het slechts, en stelde zich voor dat het lage, vage gebrom deel uitmaakte van wat ze zag. Ze hield zich voor dat het geluid vanuit de ziel van het geheel, aarde en hemel, kwam. Alsof alles rondom haar kreunde, kreunde als een oude, gebroken man die het gewicht van een viriele kleuter moet torsen. Alles rondom haar was moe, moe van leven. Maar zij was wakker, alert en energiek, en zo keek ze het slapende dorp aan.
    Ze kneep haar ogen tot spleetjes en liet delen van het straatlicht langs haar wimpers naar binnen glippen. Ze had die verdomde elektrische lintverlichting nog nooit zo betoverend gevonden.
    Het gebrom werd zachter, tot het niet langer haar oren bereikte en voor ze besefte dat stilte, zelfs daar, geen stilte is, weerklonk de galm van de kerkklok. De zuiverheid ervan verbaasde haar. En toen hoorde ze het… de echo.
    De echo van de klok, die haar, in de duizenden malen voorheen, nooit was opgevallen. Geluid geboren na geluid, als een eeneiige tweeling. Het overviel haar en ze schrok licht van het besef. Ze luisterde ietwat geschokt, als een kind dat plots ontdekt dat het knopje naast de voordeur een geluid tot leven wekt. Een elfde klokslag stierf en luttele tellen later stierf de schuchtere broer.
    Stilte stroomde opnieuw binnen in haar oorschelpen. Een stilte, ontdekte ze, gemaakt van geluid: het zachte ritselen van bladeren, een spel tussen wind en boom.
    De volmaaktheid stemde haar gelukkig. En ze wist dat ze altijd van deze plek zou houden. Dat het meisje en de vrouw die op dezelfde plaats, maar in een andere tijd en levensfase, het hoofd uit het venster hadden gestoken, dit gemeen hadden: een deel van hun hart was deze plek, die door de jaren en evolutie beetje bij beetje was veranderd. Ondanks de boom minder, het huis meer en de gedoofde lantaarnpaal bleef alles toch hetzelfde voor hen, voor haar. Ze voelde dat ze hier thuis was, omdat alles wat ze zag en hoorde, aanvaard werd door de troostende, liefdevolle rust die op haar neerdaalde.
    Liefde verspreidde zich razendsnel, via haar bloed door haar ledematen, richting haar hersenen. En alsof het geheel begreep dat zij begreep, alsof alles instemde met haar gemoed en haar liefde de wereld rondom had geraakt, zo plots begon het te regenen.
    En ze voelde zich groots in haar klein zijn, als een kind van de wereld, met een plek in haar hart en een huilbui van duizenden tranen.

    28-07-2009, 00:46 geschreven door L&E

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    24-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.koppig

    een schuimkopje
    op de golven
    stervend
    op dorstig zand

    net nog was het jeugdig
    koppig
    maar niet tegen zand bestand

    energiek op
    volle snelheid
    rent als een kind
    zichzelf voorbij

    maar het breekt algauw
    zijn kopje
    breekt door eigen razernij

    24-07-2009, 16:11 geschreven door L&E

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zondagochtend

    Fris
    Monter
    Een hoentje
    Een vis
    In 't water
    Geen kater
    De dag is nog jong

    24-07-2009, 00:58 geschreven door L&E

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    19-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.°

    Alles wat gebeurt
    gebeurt vanaf vandaag
    wat voorbij is
    een oud verhaal
    spinsel der tijd
    ongrijpbaar
    nooit houdbaar
    vervlogen
    beschimmelde woorden
    die ik van de keukenvloer schraap
    humus voor kiemende emotie
    vandaag

    19-07-2009, 00:00 geschreven door L&E

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    10-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.foal play

    Soms moet je het doen. Gewoon even schoppen tegen alles, de tafel, de deur, de schoenen waar je net over struikelde, de wereld die je voor de voeten loopt.

    En dan ben ik even verschoppeling, ik zet mezelf buiten spel. Naast de zijlijn is het makkelijker alles te overzien, zonder er deel van te hoeven uitmaken.

    Vuil spel, dat zie je makkelijker, als je er even niet in staat.


    10-07-2009, 01:42 geschreven door L&E

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    04-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.*

    Het lichaam heeft een geheugen. De huid vertoont zich als betere verhalenverteller dan eender welk goed onderhouden brein. De huid vertelt zijn verhaal zonder schroom, gêne of opsmuk aan ieder die het aankijkt.
    De keuze voor make-up is dan ook niet zo onbegrijpelijk. Alle kleine ,ongewenste verhaallijnen vervagen onder een dikke laag verf. Zoals wij graag onze verhalen vertellen, details uitvergroten, als waren zij belangrijker dan de grote lijnen, de rode draad, die wij soms liever en vaak onbewust tot de duisternis van de vergeetput veroordelen, zo houden wij anderen graag, niet enkel een spiegel, maar ook een schilderij voor.
    Maar handen liegen niet. Langzaam gaan aders opzetten en verdwijnt de vlezigheid er rond, tot enkel been en bloedvat overblijven. Het vel, bevlekt, geschonden, met blauwe banen erin, ze zijn het landschap gevormd door leven.
    Ook een hals is eerlijk. Elasticiteit is niet iets wat een mens met ouderdom placht te associëren, niet met karakter en al zeker niet met lichaam. Zoals de gedachten vaker dan op vroege leeftijd gehoopt, diep geworteld raken, en vaak geen zijlingse beweging meer tolereren, zo druipt ook huid langzaam af… Het verkiest niet langer te strijden tegen wetmatigheden waar het niet tegen kan winnen. Zwaartekracht wint… Halsstarrig als ze is.

    04-07-2009, 00:00 geschreven door L&E

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    23-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zon

    De zon helpt, op een dag als vandaag. De loomheid van een te korte nacht past onder de druk van de geworpen stralen. De radio krijst, de buren beklagen het zich waarschijnlijk, maar klagen niet. Druk bevolkte volkswijken, daar is men al wat gewoon. De kraaiende, hese mannenstemmen en huilende gitaren zijn draaglijker dan het krijsen van een kind, en het geluid verdwijnt naar de achtergrond, samen met het tikken van de keukenklok boven het aanrecht in de aanpalende woningen. Hier en daar durft een vogel het op te nemen tegen de menselijke arrogantie zelf een vogel te kunnen zijn. De esthetische simpelheid van de lustige merel overtreft immers altijd de hoogmoed dat mensen meer in de natuur kunnen zijn dan enkel mens.

    De zon, ja, ze schijnt vandaag hard haar best te doen, en de koele vlucht van wind tussen kleine stadstuintjes en met groen aangeklede, maar triest kleine koertjes doet een jong, naar zuiderse teint neigend lichaam al snel vergeten dat ook hier de natuur de overhand heeft. De rode neus en schouders en de pijn, leveren altijd het bewijs. Zij het te laat… De hoogmoed.

    Toch geeft de zon meer dan enkel pijnlijk ongemakkelijke slaappatronen en daarom helpt zij altijd.

    Het leven buiten lijkt ieder makkelijker dan een leven binnen, maar toch binnen beschutting van muren of hoog opgroeiende sparren en struikgewas. Geen mens, hetzij degenen die ooit nog de doorvaart van triomfantelijke Amerikaners op groen reuzen van oorlogsgeweld door de Vlaamse straten hebben meegemaakt, verkiezen nog de straat boven hun beschutte buitenlucht.

    Ook ik niet. Hier wordt men bekeken, noch aangesproken. Hier past het geschreven woord, de wereld van een ander.

    En zo helpt de zon mij vandaag, ze helpt mij opnieuw een draad op te pikken die ik kwijt was geraakt. Ze helpt mij lezen. De wereld van een ander past opnieuw in mijn hand, mijn eigen wereld met moeilijk draai vinden op mijn matras lijkt nu zo ver van mijn bed.

    Het zachte vlees in de groeven van mijn arm, het krijgt een lichte zilveren fonkel en de tintel van geteisterde pigmenten, alles voelt meer aangenaam dan onverstandig. Zo helpt de zon mij vandaag, niet na te denken over wat best en beter is. Nee, bewust naïef geniet ik, zonder zonnemelk, zonder hoofdbescherming, zonder pottenkijkers, van het moment, van een andere wereld, van de warmte en vergeet ik even aan later te denken, zoals de merel die op het dak de zon bezingt.

    23-06-2009, 00:00 geschreven door L&E

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Archief per week
  • 30/08-05/09 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 09/11-15/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     

    Gastenboek

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs