Om 4u vertrekt mijn logies-boot, dus pak ik men boeltje en hang mijn hangmat voor de rest van de nacht ergens onder een waterton. Om 7u wordt ik wakker van passerende schoolkinderen, blijkbaar hang ik in de achtertuin van een hotel, maar dat is allemaal geen probleem voor het personeel. Ik doe tijdens mijn ochtendwandelingetje een klapke met een sympathieke canadees, neem een douche in de comedor waar ik ontbijt, en bezoek het grote anti-piraten-fort. Na een sapje gedronken te hebben, krijg ik een lift richting San Carlos geregeld, jippie! Daar ga ik op zoek naar een boot die morgen richting Solentiname gaat, helaas zonder succes.
In Rama wacht ik 2u, om op de bus richting San Carlos te springen, een verschrikkelijke rit van 9u, misschien omdat ik moe ben Na iets te eten, vind ik meteen een lift tot in El Castillo, peurfect! (andere passagiers moeten betalen, hehe). We komen na het donker aan, en ik ben te lui om een hotel te zoeken, zeker omdat ik mijn hangmat gerust in de boot mag hangen: het zwerversbestaan: home sweet home, everywhere!
Ik wil naar San Juan del Norte, maar geen enkele boot die ik kan betalen gaat in die richting, helaas. Dan maar de boot op richting Rama, waar we 9u later (om 2u snachts) aankomen. De tocht gaat over een rivier, door de jungle, wederom onder miljoenen sterren. Mijn hangmat wiegt zachtjes mee heen en weer met die van een 20-tal andere passagiers, ik voel me thuis.
Onderweg vraag ik me af wat de eerste ontdekkingsreizigers moesten gedacht hebben toen ze eindeloze, onbekende kusten afvaardden.
Ik sta om half 6 op, om een wandeling rond het eiland te maken, prachtig! In een strakke 3u (met onderweg fruitsla als ontbijt) ben ik rond, en krijg ik nog eens ontbijt bij de familie thuis. Ik installer me op een boot richting Bluefields, en ga in afwachting van het vertrek nog even zwemmen. Na een tocht van 5u over water dat vloeibaar zilver, besprenkeld met diamanten, lijkt, kom ik in El Bluff aan. Vandaar neem ik een klein taxi-bootje tot in Bluefields, waar Ines, een maitresse van Allen, me opwacht.
De zee is nogal wild ´s nachts, en mijn maag vind dat ook, als je weet wat ik bedoel Ik lig ergens naast het roer, op de grond, waar onderweg helaas ook een blik vettige olie op valt, wel een ervaring hoor, op een tegelvloertje liggen met glijmiddel. De miljoenen sterren en de prachtige zonsopgang boven de oceaan maken veel goed!
Na 22u varen, komen we om14u eindelijk aan in BrigBay, BigCornIsland. Ik begin met iemand te praten, en mag gelijk mijn hangmat in zijn living hangen. Ik ga even verfrissen in de doorzichtige zee, wat echt wel nodig is.
Hij blijkt ook te handelen in kreeft, en goed als ik ben kan ik de aangeboden avondmaaltijd niet weigeren. Gegrilde kreeft, die vanmiddag gevangen werd niet jalours worden he papa.
Gezien kleren wassen geen talent is, neemt een onbekend, doch vriendelijk oud vrouwtje dat werk uit mijn handen. Ik kom te weten dat de boot richting Bluefields betalend is, en een dag vertraging heeft. Na veel over en weer geloop, en veel gezaag en gevraag, krijg ik echter een lift richting CornIslands geregeld. Na vlug wat bananen en brood voor onderweg gekocht te hebben, spring ik om 16u op de boot, waanzinnig!
Samen met Flor en Frank (iemand van PANA-PANA) vertrekken we naar Tee Kiam, een ander gehucht waar ook hout gekapt wordt, maar ze het vooral gebruiken om hun huizen herop te bouwen (orkaan Felix, remember). Het houtkappers kamp is best wel graaf, precies uit de films: 2 zeilen als dak, daaronder een 12-tal hangmatten over, langs en onder elkaar door. Echt chique om te zien, rock ´n roll kamperen lijkt het wel.
Flor haar avontuurlijke aard laat het idée om hier te blijven slapen toch varen, wat ik wel een beetje spijtig vind. Tegen de avond zijn we terug in Puerto Cabezas.
Samen met Flor ga ik naar Butku, een gehucht op ongeveer 2uur van Puerto Cabezas. We komen aan om 11u, en wachten tot 14u op Mateo, de baas van een houtzagerij. Het gezaagde hout wordt samengebonden tot vlotten, en zo over de rivier vervoert, pitoresk om te zien, en ik wil natuurlijk al direct op zo´n vlot de rivier afvaren. Helaas, te weinig tijd!
Flor Rodríguez komt aan op de luchthaven, een ecologe van de UCA, die hier een paar dagen komt rondrijden om interviews af te nemen over duurzame bosontginning. Vandaag moet ze alles regelen, en kan ik dus lekker op haar pc internetten op PANA-PANA, een organisatie die indianenrechten verdedigd.
´s Avonds op de markt legt 1 van Allen zijn schoonzussen uit hoe ik taco´s en enchiladas kan maken. Wederom fluisterend vertelt Allen dat hij nog een lief heeft zitten in Bluefields, waar ik misschien kan gaan logeren, joepie!
Ik voel me geweldig, gratis logies, gratis eten, en sympathieke mensen om mee te praten, fantastisch toch, dat sfeertje dat hier hangt! In de namiddag gidst Allen me langs de pier (waar ik voor vrijdag een lift probeer te regelen tot in Bluefields, momenteel gaat het, voor 500 cordobas), het strand en de malecon. Geloof me als ik zeg dat de caraiben echt zijn zoals in de boekskes! Het valt me ook op dat hier geen enkele toerist te bespeuren valt, fantastisch! De moedertaal van de locals, is hier trouwens Miskito, een taaltje dat volgens mij 1 overeenkomst heeft met het Quechua uit Ecuador, namelijk dat ik er niets van begrijp. We bezoeken ook nog de mama van Allen, maar vermist zei enkel Miskito praat, en ik niet, kijk ik gewoon wat telenovelas met een nicht. Wanneer we 's avonds rondhangen op de mercado San Jeronimo (waar zijn schoonfamilie een paar winkeltjes heeft), gaat het over relaties. Als ik hem vertel dat ik hier niet op zoek ben naar een lief, dat ik er eentje thuis heb zitten, moet hij zich inhouden. Hij vind me maar een doetje. Bijna omgeven door alleen zijn schoonfamilie fluistert hij me in mijn oor dat hij zijn vrouw bedriegt... Nou ja... en dat terwijl hij nog maar 2 jaar getrouwd is, mooi zo Allen!
Om 4u30 vertrekt mijn bus, rechtstreeks tot Puerto Cabezas. De zonsopgang in de bergen overstijgt de anale pijnen van de busreis, als het licht zachtjes opstijgt van achter de bomen, en dromerige nevelslierten in de valleien opklaren. Ik kan alleen maar dromen van hoe de zonsopgang boven de atlantische oceaan zal zijn. Onderweg passeren we een riviertje, waarin een aantal mensen gedoopt worden, bangelijk pitoresk, net een bijbeltafereel! Gezien de geweldige staat waarin onze bus verkeerd, moet de motor aan elk riviertje afgekoeld worden, handig, kan ik even m´n benen strekken en poep laten rusten. Ik leer ook Allen kennen, een boekhouder die in Puerto Cabezas woont, maar in een klein dorpje werkt. Hij wijst me op de heuvels, waar enkel kale bomen op staan, het resultaat van Orkaan Felix die hier bijna exact een jaar geleden passeerde. Allen lijkt me een sympatieke vent, zeker wanneer hij me bij aankomst (17u) uitnodigd om bij hem te komen logeren, wat ik als gierige rugzak-zwerver zeker weet te apprecieren. Mijn gastheer komt vandaag thuis, na een maand weg te zijn geweest naar zijn werk; donderdag vertrekt hij terug voor een maand... en dat terwijl hij een vrouw (Anielka) en kind van 10maanden heeft!
ps: na een busrit van 14uur, en nog een busrit van 12,5u, heb je toch wel het gevoel dat je alles aankan qua transport, zeker als ooit op een bus van hier gezeten hebt, en dan nog op niet verharde wegen, in de zon!
Rond 9u zit ik eindelijk op de bus richting Boaco. Daar aangekomen koop ik een hangmat voor 55cordobas, die nog goed van pas zal komen, alvorens op de bus richting Rio Blanco te stappen (jaja, ik passeerde Matiguas). Vanuit Rio Blanco spring ik dan op de bus richting Siuna, waar ik tegen 23u aankom. Gierig en avontuurlijk als ik ben, besluit mijn hangmat tussen een bende zielsgenoten op te hangen, in de busterminal, het is uiteindelijk toch maar voor een nachtje. De voeding vandaag was alles behalve, een droog broodje met water hier, een stukje watermeloen daar, en als avondeten een blikje "tonijn met groenten", lelijk, maar het stilt te honger!
Siuna ligt trouwens in "Las Minas", volgens mijn reisgids het wilde westen van Nicaragua, met guerilleros die overvallen doen op alles dat passeerd. Hier lig ik dan, in een hangmat, op een busterminal, in oorlogsgebied. Gelukkig is mijn boek gepubliceerd in 2001, en is alles hier momenteel terug rustig, 15 jaar geleden, werd in deze streek de revolutie stevig uitgevochten, waardoor de stad Puerto Cabezas van 5000 inwoners steeg tot 30.000, mijn doel voor morgen...
Las piedrecitas, een rustig familieparkje at the edge of town, en met een uitzicht over Laguna de Asososca, een waterreservoir voor Managua. Het uitzicht over al dat moois wordt echter verhinderd door een omheining en planten... Gelukkig vind deze meesterinbreker een gat in de omheining, en kom ik toch nog tot mooie uitzichplaatsjes! Museum Las Huellas de Acahualinca, is helaas al gesloten voor vandaag, dus trek ik maar meteen verder naar Parque de la Paz, waar een heleboel geweren en zelfs een tank zijn ingecementeerd. Knap om te zien, volgens al de locals wel beregevaarlijk vanaf 17u, volgens mij uiteraard niet. 's Avonds nodigd de gastbroer me eindelijk uit om pinten te gaan pakken met zijn maten, dolle pret!
Morgen plan ik mijn reis naar de Atlantische kust aan te vangen, en probeer ik al zeker in Siuna aan te komen, een uitdaging!
Een dag zonder plan, is een dag zonder avontuur. Wachten om de oma naar de luchthaven te brengen, wachten tot ze moet inchecken, wachten op Flor van de UCA om af te spreken... Kortom, een saaie dag! Tegen dat ik ga slapen voel ik me dan ook redelijk miserabel. De gastvrouwen hebben geen zin om uit te gaan, wel om 'de wereld te veroveren'. Klinkt spannend, maar wilt eigenlijk gewoon zeggen 'tv kijken en gaan slapen'.
Kwestie van niet te negatief te klinken, de plannen: eerst plande ik om naar de atlantische kust te gaan, door de rio coco af te varen, maar gezien ik daar heb afgesproken op 2 september, zou ik daar nooit op tijd geraken. Daarom ga ik proberen met de bus de tocht te maken, wat maar een dag zou duren, hoezee!
Laat het avontuur beginnen...maar dan wel met een beetje vertraging, de vrouw waarmee ik men reisje naar Puerto Cabezas regel (aan de atlantische kust), komt niet opdagen. Joder mujer! Morgen nog eens proberen, en vooral blijven hopen. Kwestie van niet heel de dag te wachten op morgen, bezoek ik de Loma de Tiscapa, van waaruit je een mooi uitzicht over de stad hebt. Er is ook een museumpje over Sandino, met de nadruk op '-je'. Op weg naar huis kom ik 'toevallig' langs de nieuwe kathedraal, die ik dan ook maar bezoek, raar ding... 's Avonds sleep ik gastzus en -nicht mee naar de cinema, naar Elisabeth: the golden age, een historische film, absoluut geen cliche-hollywood. Uiteraard zitten we alleen in de zaal.
Kleren wassen, tv kijken, en internetten, het kan niet alle dagen iets te maken hebben met een vulkaan, een surfboard of een eiland.
Vandaag is tevens de dag dat ik afscheid neem van de rest van de groep, die vertrekt namelijk morgenvroeg weer naar huis huis.
Besluit van de dag: vanaf nu heb ik alle vrijheid om te doen wat ik wil Besluit van de week: ik ga stoppen met al die besluitjes, want ik word ze zelf ook een beetje beu Besluit van de eerste maand: laat het echte avontuur beginnen!
Terugkeer naar Managua, op de bus, op de boot, in de taxi, en nog eens op de bus. Moraal van de verhaal, vlotte verbinding tot 'thuis'.
Besluit van de dag: wa wilt ge dat ik nu besluit vandaag? We hebben verdorie bijna niks gedaan! Oja, mss dat het openbaar vervoer hier wel vlot gaat, maar dat had u al wel door.
Na het ontbijt ontvluchten we de toeristen richting Altagracia, een saaie plek volgens de reisgids, rust verzekerd! We vinden een klein hottelletjes, gerund door een sympathieke familie, zeker een aanrader. Op aanraden van Don Mario wandelen we langs het mooie strand naar Ojo de Agua, een stuk rivier dat is ingericht als zwembad, paradise!Ons hottelletje is ook ontdekt door 2 Zwitsersen, en een Nederlandse (die zitten echt overal die Hollanders) schipper op pensioen.
Besluit van de dag: mijn reisgezellin haar gedrag is een beetje omgeslagen de laatste dagen, de lokroep van het thuisfront komt dichtbij. En misschien maar best ook, want heel leuk is het niet om te reizen met iemand die meer slechte dan goeie dingen ziet.
Na het ontbijt vertrekken we richting Rivas, en van daaruit naar San Jorge, om daar de boot te nemen naar Moyogalpa, op het eiland Omotepe. Op de boot vallen we in een volgende teleurstelling: het plekje waarvan wij dachten dat het toeristloos zou zijn, blijkt een topbestemming te zijn, ook voor die groep van 5 domme Amerikaanse grieten. We belanden uit puur financiele redenen met hen in een minibusje tot Merida. Gezien dat dorpje enkel bestaat uit dat ene hotel, hebben we geen keuze. Tijdens het eten dringt een debiele Engelsman zich aan ons op, en voor we het weten vergezeld hij ons op onze wandeling naar de waterval van San Ramon. Wat hij hier doet is ons niet duidelijk, want over heel Latijns Amerika heeft hij niets positiefs te vertellen.
Bij terugkomst in het hotel ontmoeten we gelukkig 2 gezellige Nederlanders, die er voor een jaartje op uit zijn (www.reisomdewereld.eu), en waar we gezellig u raad het al- een pint mee drinken.
Besluit van de dag: waarom reizen we? Waar zijn we naar op zoek? Wat doen we hier, we hebben alle mogelijke luxe thuis? Wat wil ik?
Er zijn er die op 4 dagen een mening vormen over een land, zoals Richard de Engelsman. Er zijn er die 4 weken naar Latijns Amerika komen om hun 2e taal, het Spaans te oefenen, om dan vooral toeristenbestemmingen te bezoeken, en Engels te praten, zoals de Amerikanen. Er zijn er die volgens een vooropgesteld schema reizen, Latijns Amerika door, zoals de 2 Hollanders. Er zijn er die 14 maanden rondtrekken, daar waar het gras het groenste is, zoals een Duits koppel.
We nemen een shuttle-busje naar Maderas, een strandje met surfgolven. Ik wou wel eens checken wat die surflessen van ettelijke jaren geleden nog waard zijn, blijkt niet zo heel veel. Het was wel een troost dat zelfs goede surfers niet al te goed op hun plank bleven staan, allemaal door de golven, niet met mijn talent te maken,hehe.
Tegen het vallen van de avond zijn we San Juan de Sur al kotsbeu, veel te toeristisch voor ons, zeker in vergelijking met onze verblijfplaatsen van de afgelopen weken.Helaas realiseren we ons dat pas nadat we de komende nacht in het hotel al betaald hebben.
Besluit van de dag: na het surfen heb ik het aangename gevoel van geschuurde tepeltjes en buik, en uiteraard ook een lichtjes verbrande rug en schouders, mannelijk als ik ben had ik uiteraard geen zonnecreme nodig.