Managua rondrijden: ceramiekpotjes ophalen op mercado Huembes, tevergeefs een landkaart zoeken, en cadootjes voor de gastfamilie kopen. Een goeie manier om van die cordobas af te geraken. Een expresso- en capuccinomachine voor de mama en zus, cubaanse sigaren voor de broer, en de nieuwe cd van wisin y yandel voor de nicht. 's Avonds neem ik iedereen mee uit eten, zij kiezen het restaurant, en het wordt "La Plancha", iets superchique, met licht geverfde muren en mooie schilderijen, ook classieke muziek op de achtergrond. Constante bediening, drinken en salade allemaal in overvloed, en gratis, en bangelijke expresso. U raad het al, in Belgie onbetaalbaar, hier hebben we superchique gegeten met 5 personen, voor nog geen 100dollar in totaal, NICE! Ik heb nog een paar allerlaatste cordobas over, dus we gaan nog naar discotheque "chaman", waar er toch wel geen gratis bar is zekers... pinten pakken maar! Vermits een lelijke vriendin van de nicht niet binnen mag (rara waarom mag ze niet binnen), verhuizen we naar "Piratas", een bar in het centrum. Hier moet alles weer betaald worden, en veel cocktails die op het menu staan hebben ze op de koop toe niet... Maar ik krijg toch nog 2 cocktails en een shot tequila bijeen geteld met mijn kleingeld, tof tof. Tegen 2u zijn we terug thuis, en ga ik braafjes slapen
Morgen de laatste koffie, en dan richting luchthaven (shoppen in de tax-free;) )
Bedankt aan zie die mijn blog lazen, en nog veel meer bedankt aan zij die er aan meewerkten!
Mijn voorlaatste dag het kort echt heel erg snel af nu. Ik ga de familia in
San Juan de Oriente bezoeken. Iedereen die ik in het dorp ken bezoeken, souveniertjes in ontvangst
nemen, baseball spelen op straat, en met de locals een bende Amerikaanse
toeristen uitlachen, een mooie afsluiter!
s Morgens neem ik de bus naar La Paz Centro, waar enkele dagen geleden
het politiekantoor werd gesloopt, en dat is er aan te merken ook. De rust is
ondertussen echter weder gekeerd, en er lopen meer politieagenten rond dan
inwoners, ook de heropbouw van het politiekantoor is al begonnen, want er staat
enkel nog een stukje ruwbouw overeind.
Vandaaruit neem ik de bus naar Leon Viejo. De eerste hoofdstad van Nicaragua,
die door een aardbeving vernield werd, en later met as bedekt werd door een
uitbarsting van vulkaan Momtombo; een beetje zoals Pompeij, maar dan zonder begraven
mensen. UNESCO heeft het werelderfgoed verklaart, en beetje bij beetje word
alles nu opgegraven, maar veel fondsen hebben ze niet, dus erg snel gaat het
niet vooruit (laatste opgraving dateert van 2000, nu zijn ze al het opgegravene
wat aan het opkuisen).
Terug in La Paz Centro wreet ik me te pletter aan de beste quisillos van de
wereld, en neem de bus naar Managua. In Managua ga ik dan op de befaamde (en gevaarlijke)
Mercado Oriental nog wat rondhangen, wat een slecht idee is, want daar heb je
echt ales, en koop je dus ook altijd iets, behalve dat wat je nodig hebt.
In Esteli
laat ik me nog een ontspannende massage geven, en neem dan de bus naar Managua.
In Managua hang ik met de gastjongeren wat rond in Metrocentro: fotos
ontwikkelen, en stiekem op zoek gaan naar cadootjes voor de gastfamilie.
Ik bezoek in de ochtendzon het stadje, dat een immense kathedraal heeft (gezien het aantal inwoners), en neem de bus naar Esteli. Ontbijten en middageten doe ik in 1 keer (het is ondertussen al 12u) in La casita, zoiets alternatief en `gezond` en fancy, you know. Van daaruit ga ik naar Nica Sigar, u raad het, 1 van de vele sigaarfabrieken waarvoor de streek (met Esteli als hoofdstad) bekent staat. Ik koop een aangename hoeveelheid sigaren voor weinig geld, en als de cubaanse baas geen wisselgeld blijkt te hebben, geeft hij me nog eens een stevig pakket extra mee. De fabriek is best mooi om te zien, er loopt zelfs een tijger rond Tony Montana is alive!
Onderweg doe ik een klapke met de taxichauffeur, diein een wip en een gauw even langs zijn huis rijd, om me che Guevara-sigaren cado te doen, leuke jongens toch, die cubanen.
Ik lees lekker rustig de gazet in een hip koffiecafeetje, en lees dat er in La Paz Centro, waar ik overmorgen plan naartoe te gaan, een tiener is neergeschoten door de politie, zonder duidelijke redenen. Dat was op 14 september, en vandaag is het politiekantoor al volledig afgebrand en geplunderd: ANARCHIE!
Het voelt goed om weer op weg te zijn, ook al had ik een aangenaam weekend in Juigalpa, de wind herneemt zijn vat op mij, en vanuit Juigalpa, reis ik naar Ciudad Dario, waar ik het geboortehuis van (hoe raad u het) Ruben Dario bezoek. Het `museumpje` is een beetje een teleurstelling, maar het stadje zelf heeft wel iets rustgevends.
Vandaaruit rij ik verder naar Matagalpa, waar ik mijn eerste pakketje plaatselijke koffie zonder naam koop, en het bewonderenswaardige monument ter ere van de helden en martelaren van de revolutie bewonder.
Vanuit Matagalpa dan weer verder naar Jinotega, waar niet veel te zien, en ik dus enkel koffie koop, en een werkend kind wat geld toestop, die goedheid toch.
De neemt me mee tot splitsing tussen Esteli en San Rafael del Norte, van daaruit wandel ik tot San Rafael del Norte, waar ik wederom plaatselijke koffie koop, en in een klein hotelletje een nog kleiner kamertje bezet.
Het is nog steeds nationale feestdag, en dus redelijk rustig. In de voormiddag kijk ik naar de paserende stoet van de plaatselijke scholen, een vrij saaie toch aangename optocht. De boys in strakke, haast militaire uniformen; de chicks ook in militaire uniformen, maar dan wel met minirokjes en botten tot boven hun knieeen
In een cowboywinkel vind ik de hoed van m`n dromen, die wel het equivalent van de rest van mijn reis waard is, maar dat wilt eigenlijk niks zeggen.
Een rustdag! Ik ga naar de plaatselijke colruyt met de mama, kijk wat tv, lees wat, niets boeiends met andere woorden. In de krant lees ik dat er een antidrugsrazzia is geweest in de buurt waar ik in Puerto Cabezas logeerde, tof tof. Ettelijke kilos cocaine, en een bedrag dat meer waart is dan een vliegtuigticket naar Belgie worden in beslag genomen, goe werk van de politie, minder van de drughandelaren. Ook op de Corn Islands worden ettelijke `aangespoelde` kilos coke in beslag genomen Waarom ben ik daar toch al weg, ik mis al de fun!
Maar het zou mar al te toevallig zijn moest ik juist vandaag rusten, want het is een nationale feestdag! Juigalpa is zo`n beetje de cowboyhoofdstad van Nicaragua, en `s avonds is er dan ook RODEO! Best wel graaf om te zien, want sommige stieren springen toch stevig op en neer: lang leve de impotente cowboys.
Ik sta om 3u op, om de boot naar San Carlos zeker niet te missen. Die komt pas om 4u, waardoor ik dus tijd genoeg heb om rustig te genieten van miljoenen sterren, en een onweer in Costa rica, mooi toch een onweer van ver! In San Carlos probeer ik te liften tot in Juigalpa, maar zonder succes, ik pak dan maar de bus. 6 verschrikkelijke uren later kom ik eindelijk aan bij Erika thuis. Rustig wat kleren wassen, eten en een tourtje stappen in de stad. We beklimmen ook de watertoren, om een mooi zicht over de stad bij nacht te hebben, doet me denken aan die keer dat we een kraan beklommen...
Ik vind maar 1 boot naar Solentiname, om 15u... De hele dag hang ik dus wat doelloos rond in San Carlos, waar niet zoveel te zien is. Het meer van Nicaragua staat nogal hevig, we worden dan ook zeiknat! Als we op 5min van de aankomst zijn, steekt uit het niets een storm de kop op. Op de koop toe, valt de motor van ons gammele bootje uit... Op een bepaalde moment kantelt ons bootje bijna, en vrees ik even dat ik mijn rugzak kwijt ben. Gelukkig zijn we vlakbij het strand, en wordt ons bootje even later gestabiliseerd door de weelderige kustbegroeiing. Als we even het even later wagen om aan land te gaan, zie ik dat ons sloepje toch vlot 10m landinwaarts gedreven werd. En zo zijn we weer een ervaring rijker, denk je dan! Ik kan eten bij de kapitein thuis, waar ik dan ook een typisch houten beeldje koop van balsa-hout. Daar logeren 2 Costa ricanen, die illegaal het land zijn binnnengekomen, om missionariswerk te doen, mij krijgen ze helaas niet overtuigd. Mijn hangmat ophangen doe ik bij de buurman.
Om 4u vertrekt mijn logies-boot, dus pak ik men boeltje en hang mijn hangmat voor de rest van de nacht ergens onder een waterton. Om 7u wordt ik wakker van passerende schoolkinderen, blijkbaar hang ik in de achtertuin van een hotel, maar dat is allemaal geen probleem voor het personeel. Ik doe tijdens mijn ochtendwandelingetje een klapke met een sympathieke canadees, neem een douche in de comedor waar ik ontbijt, en bezoek het grote anti-piraten-fort. Na een sapje gedronken te hebben, krijg ik een lift richting San Carlos geregeld, jippie! Daar ga ik op zoek naar een boot die morgen richting Solentiname gaat, helaas zonder succes.
In Rama wacht ik 2u, om op de bus richting San Carlos te springen, een verschrikkelijke rit van 9u, misschien omdat ik moe ben Na iets te eten, vind ik meteen een lift tot in El Castillo, peurfect! (andere passagiers moeten betalen, hehe). We komen na het donker aan, en ik ben te lui om een hotel te zoeken, zeker omdat ik mijn hangmat gerust in de boot mag hangen: het zwerversbestaan: home sweet home, everywhere!
Ik wil naar San Juan del Norte, maar geen enkele boot die ik kan betalen gaat in die richting, helaas. Dan maar de boot op richting Rama, waar we 9u later (om 2u snachts) aankomen. De tocht gaat over een rivier, door de jungle, wederom onder miljoenen sterren. Mijn hangmat wiegt zachtjes mee heen en weer met die van een 20-tal andere passagiers, ik voel me thuis.
Onderweg vraag ik me af wat de eerste ontdekkingsreizigers moesten gedacht hebben toen ze eindeloze, onbekende kusten afvaardden.
Ik sta om half 6 op, om een wandeling rond het eiland te maken, prachtig! In een strakke 3u (met onderweg fruitsla als ontbijt) ben ik rond, en krijg ik nog eens ontbijt bij de familie thuis. Ik installer me op een boot richting Bluefields, en ga in afwachting van het vertrek nog even zwemmen. Na een tocht van 5u over water dat vloeibaar zilver, besprenkeld met diamanten, lijkt, kom ik in El Bluff aan. Vandaar neem ik een klein taxi-bootje tot in Bluefields, waar Ines, een maitresse van Allen, me opwacht.
De zee is nogal wild ´s nachts, en mijn maag vind dat ook, als je weet wat ik bedoel Ik lig ergens naast het roer, op de grond, waar onderweg helaas ook een blik vettige olie op valt, wel een ervaring hoor, op een tegelvloertje liggen met glijmiddel. De miljoenen sterren en de prachtige zonsopgang boven de oceaan maken veel goed!
Na 22u varen, komen we om14u eindelijk aan in BrigBay, BigCornIsland. Ik begin met iemand te praten, en mag gelijk mijn hangmat in zijn living hangen. Ik ga even verfrissen in de doorzichtige zee, wat echt wel nodig is.
Hij blijkt ook te handelen in kreeft, en goed als ik ben kan ik de aangeboden avondmaaltijd niet weigeren. Gegrilde kreeft, die vanmiddag gevangen werd niet jalours worden he papa.
Gezien kleren wassen geen talent is, neemt een onbekend, doch vriendelijk oud vrouwtje dat werk uit mijn handen. Ik kom te weten dat de boot richting Bluefields betalend is, en een dag vertraging heeft. Na veel over en weer geloop, en veel gezaag en gevraag, krijg ik echter een lift richting CornIslands geregeld. Na vlug wat bananen en brood voor onderweg gekocht te hebben, spring ik om 16u op de boot, waanzinnig!
Samen met Flor en Frank (iemand van PANA-PANA) vertrekken we naar Tee Kiam, een ander gehucht waar ook hout gekapt wordt, maar ze het vooral gebruiken om hun huizen herop te bouwen (orkaan Felix, remember). Het houtkappers kamp is best wel graaf, precies uit de films: 2 zeilen als dak, daaronder een 12-tal hangmatten over, langs en onder elkaar door. Echt chique om te zien, rock ´n roll kamperen lijkt het wel.
Flor haar avontuurlijke aard laat het idée om hier te blijven slapen toch varen, wat ik wel een beetje spijtig vind. Tegen de avond zijn we terug in Puerto Cabezas.
Samen met Flor ga ik naar Butku, een gehucht op ongeveer 2uur van Puerto Cabezas. We komen aan om 11u, en wachten tot 14u op Mateo, de baas van een houtzagerij. Het gezaagde hout wordt samengebonden tot vlotten, en zo over de rivier vervoert, pitoresk om te zien, en ik wil natuurlijk al direct op zo´n vlot de rivier afvaren. Helaas, te weinig tijd!
Flor Rodríguez komt aan op de luchthaven, een ecologe van de UCA, die hier een paar dagen komt rondrijden om interviews af te nemen over duurzame bosontginning. Vandaag moet ze alles regelen, en kan ik dus lekker op haar pc internetten op PANA-PANA, een organisatie die indianenrechten verdedigd.
´s Avonds op de markt legt 1 van Allen zijn schoonzussen uit hoe ik taco´s en enchiladas kan maken. Wederom fluisterend vertelt Allen dat hij nog een lief heeft zitten in Bluefields, waar ik misschien kan gaan logeren, joepie!
Ik voel me geweldig, gratis logies, gratis eten, en sympathieke mensen om mee te praten, fantastisch toch, dat sfeertje dat hier hangt! In de namiddag gidst Allen me langs de pier (waar ik voor vrijdag een lift probeer te regelen tot in Bluefields, momenteel gaat het, voor 500 cordobas), het strand en de malecon. Geloof me als ik zeg dat de caraiben echt zijn zoals in de boekskes! Het valt me ook op dat hier geen enkele toerist te bespeuren valt, fantastisch! De moedertaal van de locals, is hier trouwens Miskito, een taaltje dat volgens mij 1 overeenkomst heeft met het Quechua uit Ecuador, namelijk dat ik er niets van begrijp. We bezoeken ook nog de mama van Allen, maar vermist zei enkel Miskito praat, en ik niet, kijk ik gewoon wat telenovelas met een nicht. Wanneer we 's avonds rondhangen op de mercado San Jeronimo (waar zijn schoonfamilie een paar winkeltjes heeft), gaat het over relaties. Als ik hem vertel dat ik hier niet op zoek ben naar een lief, dat ik er eentje thuis heb zitten, moet hij zich inhouden. Hij vind me maar een doetje. Bijna omgeven door alleen zijn schoonfamilie fluistert hij me in mijn oor dat hij zijn vrouw bedriegt... Nou ja... en dat terwijl hij nog maar 2 jaar getrouwd is, mooi zo Allen!