Dag 6 had ik een heerlijke meditatie. Ik startte vandaag met de zittende meditatie
van Edel Maex, onze Vlaamse mindfulness leraar.
Hij stelde voor om de aard van onze geest te aanvaarden: ons denken
neemt ons mee op stap en dat is, ...., volkomen normaal. Wordt daar bewust van en je bent al terug,
terug bij bewust zijn. Als ik de
onderzoekers mag geloven ontstaat die stem in je hoofd maar rond je zevende
levensjaar. Mijn zoon vertelde me plots
over geesten in zijn hoofd die vanalles zeggen.
Ik vond het zo erg, vanaf nu heeft hij ook steeds zo een lastige stem
bij. Daarvoor was het tenminste stil in
zijn hoofd.
Bewust zijn is beseffen dat jij niet je denken bent, maar diegene
die die stem in je hoofd hoort en bewust is van het denken. Als je dat beseft, als je dat diep voelt, heb
je contact met jezelf, met je ware zelf.
De meditatie eindigt op een open houding aannemen. Open voor de wereld? Open voor wat er komt? Open voor alle
indrukken komende van buiten én van binnen.
Met deze open houding, mijn armen open en ontvankelijk, klaar voor een
dikke knuffel, vroeg ik: hoe kan ik permanent bewust zijn? Permanent de beelden van het universum door
mij laten stromen? Nodig haar uit, kwam
er naar boven. Nodig haar uit om
permanent door jou te stromen? Ik vroeg het en wilde een deur open zetten zodat
ze altijd binnen kan. Waar kan een mens
nu zo een deur plaatsen dacht ik? Invite
her in. In mijn hart bleek duidelijk de
meest geschikte plek. In mijn geestesoog
creëerde ik een eenvoudige deur, gemaakt van prachtig verduurd hout en deze
zwierde ik vrolijk open, ter hoogte van mijn hart: stroom door mij
bewustzijn. Altijd. Ik laat deze deur altijd open. En ik voelde vervolgens mijn lichaam helemaal
tintelen. Het startte in mijn buik en
rees omhoog tot in de puntjes van mijn vingers.
Ik weet dat als het de punten van mijn vingers bereikt, de trance diep
gaat. Ik bleef zo lang ik kon in dit
heerlijke gevoel. Nodigde haar herhaaldelijk
uit om binnen te komen. En dit lukte. Gedurende enkele minuten...
De hele verdere dag heeft er een plekje net boven mijn hart
gebrand. Dank je.
Dag 5. Gisteren ben ik op een feestje geweest. En er was alcohol. Veel alcohol, zoals vaak op de feestjes waar
ik kom. En weet je, ik drink graag. Ooit zag ik op tv een reportage over het effect
van alcohol op de hersenen. Niet over de
negatieve gevolgen, maar over het genotsgevoel dat het oproept. Met een contrastvloeistof konden ze bekijken
hoe sterk het genotscentrum reageert op alcohol. Vanuit je familiale erfenis kan je ofwel
weinig tot geen reactie vertonen in je genotscentrum na het drinken van alcohol
ofwel licht het helemaal op en reageer je heel sterk op alcohol. Hoe meer reactie, hoe leuker het is om te
drinken. Mensen die weinig stimulans
krijgen door alcohol hebben de neiging om niet veel te drinken en niet te
vatten wat daar nu eigenlijk leuk aan is.
Mensen die heel sterk oplichten, zullen graag en vaak drinken. En uiteraard meer neiging hebben om alcohol
te misbruiken. Het zal ondertussen al
wel duidelijk zijn dat ik bij de tweede groep behoor. En waar ik de avond op het feest vrolijk,
dansend en tetterend rondloop, voel ik me de dag daarna barslecht. Niet van een kater, ik heb ondertussen
ontdekt dat een paar glazen water op het einde van de avond een garantie is
voor totaal geen kater (gecombineerd met het geluk van een gedienstig en gezond
lichaam). Neen, het slechte gevoel is
vooral psychisch. Ik schaam me de dag
erna. Ik schaam me over mijn
onbeheerstheid, over mijn ongematigde beweeglijkheid en vooral over mijn
loslippigheid.
Vandaag kreeg ik van Eckhart Tolles site de quote: het leven geeft
jou de ervaring die je het meest helpt bij je evolutie naar bewustzijn. En hoe weet je of je net deze ervaring nodig
hebt? Wel, omdat het de ervaring is die
je hebt. Dus het feesten en het schamen
is mijn ervaring die ik nodig heb om te groeien naar bewustzijn? Drinken benevelt de geest, je vorm werkt niet
helemaal goed meer. Je voelt het genot
en de vreugde van het pure zijn, onbegrensd, geen interne kritische blik meer,
gewoon genieten van het moment, één met het moment, in volle overgave. Het is het genieten van deze eenheid van een
leven zonder denken. Je schakelt het
denken uit, met goed veel alcohol, en je wordt vrolijk. Het denken is zo serieus, altijd alles onder
controle willen, altijd verhalen vertellend, altijd het imago hoog houden en
hopen dat anderen je ok vinden. Zonder het
denken is het leven veel authentieker, echter, eerlijker, bewuster. Maar de bedoeling is niet onder het denken
uit te zakken, maar boven het denken uit te stijgen. Ik denk niet dat alcohol drinken onder, boven
het denken uitstijgen, valt. Zeker niet als
ik terugblik op gisteren. Maar het is wel
dat vreugdevolle leven dat ik zoek. Met een
brein dat uitgeschakeld is en ruimtevol.
Het is die leegte van het denken die ik zoek. Maar dan een leegte die ik zelf realiseer,
geen nagebootste of surrogaat. Maar mijn
denken stopt nooit, ze vertelt verhalen over vroeger, ze stoeft of vergruist
mezelf of anderen, of ze dwingt me mijn takenlijst af te werken of ze vindt wel
nog iets anders uit. Alles is goed om
maar niet te stoppen met praten en haar invloed over mij te bewaken.
Ik voel nu een rilling van bewustzijn door mijn lichaam
trekken. Kon ik haar maar eeuwig
vasthouden. Dank je.
Dag 4. Ah, de wind. Meeste mensen verwelkomen hem niet, vinden hem eerder lastig, verzetten zich tegen hem. Maar voor mij is hij een zachte vriend. Altijd bereid om me gezelschap te
houden. Ik hou van hem in al zijn
vormen. Ik hou van hem als zeewind, met
zijn zilte smaak. Ik hou van hem als
ochtendwind, vol verwachting. Ik hou vooral
van hem als herfstwind, met zijn warme streling en liefdevolle omhelzing. Als ik alleen ben tijdens mijn
ochtendwandeling, gaat vaak het denken met mijn tijd lopen. Maar dan is daar de wind. Hij strijkt langs mijn wang, beweegt wild
door mijn haar of laat speels blaadjes rond mij dwarrelen. Zelfs zijn geluid herinnert me aan wat echt
is en wat maar gedachten zijn.
De wind weeft zachte geluiden in mijn tuin doorheen de bamboe. Ze zeggen dat wind door een bamboe bos net
het geluid van een ruisende zee voorstelt, en weet je, dat is zo waar. Als ik buiten kom, komt de rust van de tuin
me tegemoet in het geluid van de zingende bladeren. Ze zingen een prachtig lied van verwelkoming
en ruisen de mensenwereld weg uit mijn gedachten. Daarnet nog, toen ik gehaast in de slaapkamer
de lakens ververste, herinnerde hij me aan het oneindige stille in ieder van
ons. (De bamboe staat onder ons slaapkamerraam.) Ik stond even stil en liet alles
van me afglijden. Voelde een rilling van
vreugde over mijn rug glijden. Wat ben
ik toch gezegend met deze vriend. Steeds
aanwezig, steeds alert om me liefdevol maar vastberaden tot innerlijke vreugde
te brengen.
Dag 3 en ik heb nog geen verslag gemaakt van het gesprek. Waarschijnlijk
omdat ik vind dat het gesprek nogal kort en bondig uitgevallen was. Het was eerst en vooral zeer moeilijk om in
meditatie te gaan. Heb weer een tijd
niet gemediteerd en dat voel ik wel. Mijn hoofd gedachtevrij en helder maken is
een hele klus. Poes zat zichzelf de hele tijd te wassen, goed wetende dat ik
nog heel ver van het doel stond. Maar
toen ze voelde dat ik er bijna was, hield ze plots op, legde haar hoofd neer en
begon heerlijk te spinnen.
Ik riep om haar, dwingeland waar ben je? Niets.
Waar ben je? Niets. Waar ben je?
Niets. Of misschien toch niet
niets, een grote grijze wolk vormde zich.
Heel groot, het benam het hele zicht.
Het hele zicht van mijn gesloten ogen.
De grijze wolk is de dwingeland, overweldigend en alles
overschaduwend. Een grijze wereld
plots. In plaats van ermee te vechten of
ervoor te vluchten of erlangs te geraken ging ik er recht in. Dook ik er helemaal in. En enige seconden later spatte de grijze wolk
open. Ze werd opengereten door een
prachtig geel zonlicht en verbrandde in dit helle aanschijn. Plots was er de stilte, het niets, ik zweefde
over de dageraad, rood-paars licht in.
Toen dacht ik: is dit alles? Is
het echt zo simpel? Gewoon met je aandacht erbij blijven en volhouden tot het
oplost? En toen was het moment
voorbij. Niks zweven meer. Boem, bang terug in mijn lichaam. Dat stomme denken ook. Zou dat een beginnende eenheidservaring
geweest zijn?
Deze nacht lag ik om 2u nog te woelen, helemaal
overgeleverd aan mijn gepieker. Ik
herinnerde de ervaring en besloot met mijn aandacht in mijn hoofd te gaan, het
uit te houden, tot het eeuwige getater zou ophouden. De eerste keer lukte het maar even, de volgende
keer, werd ik 7u later wakker.
Vrouwelijk perfectionisme alias de dwingeland in mezelf
Dag 2, het prille begin en heb er gisteren een halve nacht
van wakker gelegen. Heerlijk en
griezelig ruimte te hebben om twee dingen te kunnen doen die ik zo graag
beleef: schrijven én mediteren. Waarlijk
fantastisch, het stemt me dankbaar en maakt me super-streverig.
Deze titel wilde ik al lang gebruiken. Ok, ik geef toe dat niet enkel vrouwen
perfectionistisch zijn, maar we kunnen er toch wel wat van. Hoe komen we er in godsnaam op dat we in
alles perfect moeten zijn? Zelf ben ik
een (bijna) veertiger met twee kinderen in de lagere school. En ik doe zo mijn best. Zo mijn best om mijn voltijdse job goed te
doen en hierin nog te groeien. Zo mijn best om het huis gezellig en opgeruimd
en gepoetst te houden. Zo mijn best om
elke dag gezond én lekker eten te koken (echt, echt niet evident met twee kinderen). Zo mijn best om mijn kinderen gelukkig te
maken (opnieuw, echt niet evident want ze hebben hun uitdagingen meegekregen). Mijn best ook om mijn man te steunen en te
stimuleren. Mijn best om de huisdieren
een fijn leven te geven en ja, helemaal achteraan kom ik. Meestal bijzonder slechtgemutst omdat ik vind
dat het allemaal toch wel wat beter kon.
Dus op het einde van de dag lig ik verwijtend en zorgen makend in mijn
bed te woelen. Je kan het je voorstellen
hoever af dit ligt van het paradijselijke klaproos verhaal.
Dus ik vind het dringend tijd om eens heel goed met mijn
dwingeland te praten. Mijn
begeleidster wordt zo zenuwachtig van mijn dwingeland dat ik er niet meer durf
over te beginnen bij haar. Tja, ik kan
me wel voorstellen dat ze haar irritant vindt.
Ze is ook irritant en tegelijk onmiskenbaar aanwezig. Terwijl ik hier zit te schrijven komt de poes
er al bij. Zij ziet mediteren steeds
goed zitten. Ik zie haar vaak als ik
mediteer, ze loopt dan mee met mij, als een vurige schim, speels naast of voor
mijn voeten lopend. Zo moeiteloos als
zij in en uit trance gaat. Daar ben ik
echt nog lang niet. Het kost me zoveel
moeite het hoofd leeg te maken en de trance te laten overnemen. Goed niet langer treuzelen. Lets start meditating. Poes kijkt me meewarig aan: meditatie, huh,
for dummies zeker. Ah, dwingeland, je
bent er al, goed zo, dan kunnen we eens deftig spreken
Tijdens een heel intense en begeleide meditatie kreeg ik
steeds het beeld van een klaproos voor ogen.
Ik probeerde er langs te kijken, langs links en langs rechts. Maar het beeld verdween niet. Zuchtend besefte ik dat het zou blijven. Mijn begeleider suggereerde te vragen wat het
kwam zeggen.
Jij bent als een
klaproos, indien je het contact met je bron verbreekt, verwelk je
ogenblikkelijk. Ogenblikkelijk.
Wat is dat dan contact met DE bron vroeg ik? Toch wel wat geïrriteerd want ik had de
bedoeling dit contact met mijn intuïtie voor een andere prangende vraag te
gebruiken.
Contact met de bron is contact met je levenskracht, met je
chi, met moeder aarde, met het stromen van je innerlijk leven, met aldatis, met
het witte licht, met god als je dat wil.
Het is een contact met je bewustzijn.
Met jou dat het bewustzijn is. Het
is het contact met je ziel, met je echte zelf, dat verbonden is met alle zielen
van de hele wereld, overal.
Aahaa, mijn irritatie was ondertussen helemaal verdwenen,
het is inderdaad zo dat als ik het contact verbreek met mijn bron ik me
verloren en eenzaam voel. Alleen en
verlaten, angstig en onzeker, aan mijn lot overgelaten. Vanuit dit angstig gevoel begin ik te
piekeren, heel hard en intens, krampachtig zoekend naar antwoorden en hoe ik
van mijn angst kan af geraken. Voor mij
is de wereld zo overprikkelend, zo intens en lawaaierig. Als ik niet mediteer, niet dicht bij mijn
echte zelf blijf, duurt het maar even, voor mijn neurosen overnemen.
Ik wil wel permanent contact met de bron. Permanent bewust zijn. Permanent contact met mijn intuïtie. Permanent vol levenskracht. Permanent verbonden met aldatis. Permanent in stilte. Permanent lijkt me heerlijk.
Met hulp van deze blog wil ik het permanente bereiken. Een steun in mijn zoektocht. Een herinnering aan mijn doel. Een luisterend oor. En hopelijk een inspiratiebron en
ontmoetingsmogelijkheid voor anderen.