Geef je e-mail adres op
voor in de maillist te komen.
08-09-2010
Badkarren :
De badkaren werden vroeger bij eb tot tegen het water en bij vloed terug tot bij de dijk getrokken door een ezel of paard. De badende mannen moesten een gesloten broek en hemdrok dragen, de vrouwen een kleed of hemd. Het gebruik van de badwagen werd op èèn uur gesteld en men betaalde hiervoor 0,50 frank per persoon.
Zwarte zeeëend tot 48cm groot broedt in 't noordelijkste deel van Europa en Azie en overwintert in Noord- Europa als winter gast en doortrekker is hij langs onze kust heel gewoon, problemen voor zeevogels zijn vervuiling door olie en plastic. Jaarlijks sterven er ruim een miljoen dieren omdat ze stukken plastic beschouwen als voedsel ( vervuiling door de mens).
Neptunea antiqua ; De noordhoren ( Wulken) de familie Buccinidae is een grote en gevarieerde familie die bestaat uit enkele honderden species. Wulken komen zowel in koude poolzeeën als in warme tropische zeeën voor, alle species zijn carnivoren die van tweekleppigen en zee-egels leven, veel van de koudwaterspecies leven in diepe wateren, de noordhoren komt in het noordelijk deel Atlanttische Oceaan de Oostzee en Noordzee voor, de noordhoren is zeldzaam als strandvondst tot 20cm groot.
Sepia-schelpen; gewone zeekat ( Sepia orbiqnyana Fe'russac) Sepia-schelpen; gedoornde zeekat ( Sepia elegans D'Orbigny ) Inktvissen zijn ook weekdieren, hun schelp ligt echter in het lichaam, na het overlijden van de dieren blijven de schelpen in het water drijven en spoelen ze soms massaal op de stranden aan, de vrij brede witte schelp van de gewone zeekat kennen we ook onder de naam zeeschuim, dit zeeschuim een brosse kalkplaat wordt vaak in vogelkooitjes op gehangen als kalkbron voor de kanaries.
Zeeballen of zeedraad. De dichte, vezelige structuur en afgeplatte,eivormige omtrek maken de determinatie vrijwel onmogelijk. Het zijn de resitente cellulosevezels van het Neptunusgras, Posidonia oceanica, die door de stromingen op de zeebodem tot een dichte bal in elkaar zijn gedraaid.
Barnsteen is een verharde hars, het is meestal afkomstig van naaldbomen, maar ook de hars van enkele bedektzadigen kan tot barnsteen verharden, in feite is barnsteen geen mineraal maar gefossiliseerde hars. In de vorige eeuw werd van gesmolten barnsteen lak en vernis van hoge kwaliteit gemaakt het meeste barnsteen is minder dan 70 miljoen jaar oud, maar er zijn soorten bekend die ouder zijn dan 100 miljoen jaar oud. ( bedektzadigen zaadplanten) Barnsteen spoelt wel eens aan, na zware storm, maar blijft zeer schaars als strandvondst. (zie ook ambergrijs)
Het vissersmonument van Zeebrugge. Het vissers kruis van Zeebrugge, onder op de gedenkplaten staan de namen van de vissers die op zee het leven verloren.
♣ Bent u op zoek naar schelpen, kom dan op 20 juli naar Heist-aan-zee de jaarlijkse rommelmarkt aan het stationplein, u vind er uitgestorven schelpen soorten pre- historische viswervels, eikapsels en nog zo veel meer, iedereen is welkom.(20 juli 2014)
Bent u op zoek naar schelpen kom dan op zondag 9 juni naar Oosthoek kermis te Heist-aan zee (moefe) IJstijd fossielen, Eocene en Pleistocene schelpen, zaagjes (cateautjes), Amber van de potvis enz...., iedereen is welkom.(9-juni 2013) Een rijke verzameling aan Flora en Fauna.
Schelpen uit de prehistorie ; (Fossiele schelpen) Klasse scaphopoda. De familie van de dentaliidae of olifantstandjes is een kleine klasse van 200 tot 400 soorten, dit zijn de primitiefste weekdieren. Ze hebben een lange, nauwe, buisvormige schelp die aan weerszijden open is, het nauwste uiteinde steekt meestal boven het zand uit waarin de meeste soorten leven. Ze hebben geen kop, ogen of kieuwen, maar wel een grote voet en een radula.
Schelpen uit de prehistorie ; Zeer slanke species met ongeveer 8 windingen, de diepe sutuur is vrijwel glad. Turritella (haustator) solanderi tot 3cm groot. (Fossiele schelpen) komt voor uit het boven- Eoceen.
Deze middelgrote familie bestaat uit ongeveer 200 species, waarvan de meeste in warme zeeën leven, het zijn zware, stevige schelpen met een lang, recht scharnier dat bestaat uit een rij van allemaal fijne, in elkaar grijpende tanden (taxodont). De schelpen hechten zich meestal vast aan rotsen, in rotsscheuren en rotsspleten door middel van een byssus van haren die als een soort anker dient. De meeste species leven in ondiep water, maar enkele hebben een zeer diepe habitat. Arca noae tot 7cm groot.
Tanden of kiezen determineren is geen gemakkelijke zaak, er is zeer weinig of niets te vinden in de literatuur of aan vergelijkings materiaal, er is zeker enige studie aan verrijst. Hier zien we enkele recente paardentanden, lings van boven naar onder zien we enkele snijtanden, verder enkele kauwtanden, de bovenkaak tanden van het paard zijn min of meer vierkant van vorm, de onderkaaktanden zijn meer rechthoekig van vorm.
Hier zien we enkele tanden of kiezen van het wilde zwijn (sus scrofa) Lings boven, zien we een stuk schedel met een grote bovenhoektand verder enkele knobbelkiezen, varkens zijn alleseters, ze leven zowel van plantaardig als van dierlijk voedsel.
Hier zien we enkele recente tanden of kiezen van het huisrund. (koeien) Een tand of een kies bestaat uit dentine of tandbeen, het email of het glazuur en cement. De tand bestaat uit een kroon en uit één of meerdere wortels, de kroon is het gedeelte, dat boven het tandvlees uitsteekt, en de wortels worden verankerd in het kaakbeen.
Zoogdieren uit de prehistorie middelhansbeenderen. ( Middelhansbeen metapode) van een ree en een hert. Het bovenste middelhansbeen dat we hier te zien krijgen is het middelhansbeen van een ree, het bot is sterk of zwaar gefossiliseerd. Het middelste middelhansbeen dat we hier te zien krijgen is een middelhansbeen van het hert, ook dat bot is zwaar gefossiliseerd. Het onderste middelhansbeen dat we hier zien is ook een middelhansbeen van een hert, dat bot is niet gefossiliseerd en komt uit een latere periode het Holoceen zo'n 10.000 jaar geleden, de zwaar gefossiliseerde beenderen komen uit het pleistoceen. Het rendier is zeer verwant met het edelhert en de reebok, het is de enige soort waarbij het wijfje hetzelfde gewei draagt als het mannetje. De bijzonder dichte vacht beschermt het rendier tegen de koude, het rendier is van zeer groot nut, de huid kan gelooid worden, het vlees is eetbaar en de botten kunnen gebruikt worden voor gebruiksvoorwerpen te maken. Rendieren leven van gras,bladeren en korstmossen.