Weinig bands slagen erin hun progrock zo succesvol te vermengen met moderne invloeden als het Poolse Satellite. Sinds het uitstekende Evening Games (2004) een hechte band, blijft drummer en toetsenist Wojtek Szadkowski de centrale drijvende kracht. Deze oudgediende van Collage bezit de gave van de melodische inventiviteit, zoals ook het vierde studioalbum Nostalgia overvloedig illustreert. Zo heeft opener Every Desert Got Its Ocean alle troeven van een klassieker in spe: pakkende thema's, vernuftige overgangen, en zoals steeds Robert Amirians doorleefde zang. Ook op het eerste gehoor simpele ballads (Afraid Of What We Say, I Want You To Know) groeien in zijn handen uit tot spektakelstukken; de eerste middels een broeierige instrumental tot een symfonische finale, de tweede tot een showcase voor weidse, etherische gitaren. Maar in het tweede deel (tracks vijf tot zeven) lijkt de elastiek eruit, en klinkt de band op automatische piloot. We hebben het allemaal al eerder en beter gehoord. Slachtoffer van het eigen succes? Het maakt van Nostalgia een wat onevenwichtige oefening, maar dankzij de eerste helft klassesongs en de Gilmouriaanse lyriek van gitarist Saharan Kubeisi slaat de balans alsnog in de positieve richting door.
Personeel: Robert Amirian: vocals Saharan Kubeisi: guitar, acoustic guitar Jarek Michalski: bass guitar Wojtek Szadkowski: drums, keyboards, acoustic guitar e.a.
Satellite: Nostalgia is een uitgave van Metal Mind Productions, 2009
Met de kracht van de overtuiging timmert de Britse symfoband Pendragon intussen al dertig jaar aan de weg. Ik ben een fan, misschien niet van het eerste, maar dan toch van het tweede uur. In de vroege dagen bleef men nogal eens steken in een voorspelbaar neoproggeluid, maar sinds The Masquerade Overture (1996) is men een bank opgeschoven. Toegegeven, bandleider Nick Barrett propte soms drieënveertig ideeën in één song. En het beste nummer (The King Of The Castle) moest je zelfs zoeken op de bonus-CD. Maar je hoorde dat het beste nog moest komen. Believe (2005) bewees het gelijk: de songs waren sterker, met pakkende melodieën, en gitaarspel waar David Gilmour niet voor zou blozen. Toetsenist Clive Nolan had een bescheidener rol, maar compenseerde met effectiviteit. Was Believe de plaat waar ik Pendragon mee in mijn hart sloot, dan is Pure (2008) de schijf die de band definitief doet doorstomen naar de hoogste regionen.Barrett klonk nooit zo goed, als zanger en als gitarist. Wat een wervelend gitaarspel is dit! Nieuwe drummer Scott Higham voegt aan het vertrouwde bandgeluid een flinke dosis dynamiek toe. Nolan speelt in functie van het geheel en bewijst hiermee dat hij één van de intelligentste keyboardspelers in de huidige symfoscene is. Bassist Peter Gee verankert de hoogstaande composities met fundamenten waar je een huis op kunt bouwen. Mede dankzij de verrassende productie van Karl Groom (Threshold) klinkt Pendragon steviger dan gewoonlijk en heeft men met Indigo en The Freak Show enkele toekomstige klassiekers in huis. Pure is een heerlijke plaat, verslavend, wereldklasse. Pendragon is eindelijk een topband geworden.
Personeel: Nick Barrett: vocals, guitars, keyboard programming Peter Gee: bass guitar Clive Nolan: keyboards, backing vocals Scott Higham: drums, backing vocals
Pendragon: Pure is een uitgave van Toff Records/Insideout, 2008
De Britse supergroep UK was eigenlijk de voortzetting van King Crimson, dat in 1974 abdiceerde. UK zou het door zijn hybride karakter amper twee studioalbums volhouden. Je had immers de rockers John Wetton en Eddie Jobson, en de jazzjongens Bill Bruford en Allan Holdsworth. Wetton ging vervolgens de powerrockband Asia stichten, en Bruford en Holdsworth begonnen hun eigen groep, richting jazzrock. En toetsenist Jobson? Enkele solo-uitstapjes, filmmuziek en productiewerk. Tot vandaag. Dertig jaar na Danger Money haalt Jobson Trey Gunn weg bij King Crimson, voegt drie jonge wolven toe, en UKZ kan van start (de Z zou voor Zealots staan). De naam maakt er geen geheim van waar de mosterd gevonden werd, maar de om en bij de twintig minuten durende EP Radiation is zeker geen inspiratieloos epigonenwerk. Integendeel: als de straks te verschijnen eerste langspeler van dezelfde kwaliteit is als dit geboortekaartje, dan mogen we ons opmaken voor een nieuwe sensatie. Het instrumentale middendeel van het titelnummer is meteen een eerste hoogtepunt: een drumles voor de ver gevorderden, een gitaarsolo op zijn Holdsworths, en uiteindelijk de elektrische viool waarmee Jobson naam heeft gemaakt. Maar de band toont ook zijn lichtere kant met de ballad Houston, waarin zang en gitaar (denk nu aan Robert Fripp) de melodielijnen uitzetten. Met TU-95 zijn we opnieuw in King Crimson-vaarwater terechtgekomen; een complex, gelaagd instrumentaal stuk met een episodische opbouw en een tegendraadse ritmiek. Jobson c.s. geven bij deze een veelbelovend visitekaartje af. Dit is overtuigende progrock voor de 21ste eeuw.
Personeel: Aaron Lippert: vocals Trey Gunn: 10-string touch guitar Eddie Jobson: keyboards, electric violin Alex Machacek: guitar Marco Minnemann: drums, percussion
UKZ: Radiation is een uitgave van Globe Media Arts, 2009