Het voordeel als "New kid on
the block" is dat nog bijna niemand van de andere politieke partijen je
herkent of kent. Op een receptie als deze van vanmorgen op het Stadhuis in
Brussel stonden we als nieuwkomers in het Vlaams Parlement tussen alle
gevestigde waarden uit de Belgische politiek. Demotte en Di Rupo, Michel en
Reynders, Peeters natuurlijk met Beke op de hielen, Heinz Lambert kwam een
Duitstalig woordje meebabbelen, zelfs Bert Anciaux kwam steun zoeken voor zijn
erfenissen-plan. Kortom alle gestelde lichamen uit beide landsdelen tekenden
present. En de dames en heren schudden
elkaar beleefd de hand maar politiek blijft politiek. Zodra de ruggen gekeerd
zijn kan het steekspel terug beginnen.
Net voor Jan Peumans aan zijn
toespraak begon stonden voor ons twee van die anciens uit de vaderlandse
politiek zich vrolijk te maken over "de nationalisten". Waarop de éminence
grise van de twee verkondigde "dat het hen zou vergaan zoals alle
nationalisten uit het verleden en zij van vaandeldragers tot slippendragers
zouden worden". Het schokkende lachen van beide heren maakte het gehele
tafereel nog zieliger. Wat een niveau. Aan
de opmerkingen van deze twee olijkerds tijdens de speech van Jan maak ik liever
geen letters vuil.
Maar goed laten we positief
blijven zoals onze voorzitter altijd stelt. En in het teken van de Vlaamse feestdag
wil ik graag een toespraak van Jan Verheyen publiceren op mijn blog. Ik hoop
dat Jan me dit toestaat. Collega Kris Van Dijck wees er me vanmorgen op en
ondertussen gaat deze tekst vlot op FB en over het net. Ik heb hem ondertussen
enkele malen gelezen en Kris had gelijk over de inhoud : we zouden het
onmogelijk beter kunnen formuleren. Vandaar dat ik op deze Vlaamse Hoogdag hoop
dat U even de tijd neemt om deze toespraak eens door te nemen.
Het woord is aan Jan Verheyen :
Over Vlaanderen Jan Verheyen
Is het u ook opgevallen hoeveel mensen de laatste
weken zo trots waren? Trots om Belg te zijn. Het ging natuurlijk niet om een
plotse uitbraak van diepgewortelde patriottistische gevoelens, een soort
belgicistisch variant van het EboIa-virus, nee, het was een geval van
massa-hysterie waar allicht menig aspirant-socioloog en psycholoog binnenkort
op zal promoveren, massa-hysterie veroorzaakt door de prestaties van
de Rode Duivels op het WK Voetbal in Brazilië. Daar heeft u vast en
zeker iets over gelezen of gehoord, recentelijk. Ik zeg nu de Rode Duivels
maar eigenlijk moet het zijn onze Rode Duivels. Het zijn de Rode Duivels
als ze, zoals de afgelopen twee decennia, met anderen in de middelmatigheid een
sluimerend mediabestaan leiden.
Maar sinds de wonderlijke wedergeboorte onder
Wilmots zijn het weer onze Rode Duivels en zijn we er trots op. Dat is
massa-hysterie maar ook een vorm van collectivisme, een gevoel van verenigd
zijn. Het succes van onze Rode Duivels straalt af op ons allemaal en op de
natie - België dus. En dat creëert een gevoel van nationale trots,
chauvinisme, nog eens versterkt door het feit dat landen als België maar ook
bv. Costa Rica, Algerije of Columbia, landen die zelden of nooit een item
zijn op CNN tenzij bij uitzonderlijke rampspoed, voor één keer een positieve
hoofdrol opeisen op het internationale toneel. Soms is de identificatie zelfs
totaal: we hebben goed gespeeld, hoor je dan zon met obesitas flirtende
vijftiger roepen, terwijl hij in een te strak t-shirt in een polonaise
slingert, een literblik Jupiler in de ene hand, een opblaasbare maar al
lichtjes slap hangende drietand in de andere, het gezicht slordig
rood/geel/zwart geverfd en met een Fellaini-pruik scheef op de kalende schedel.
U kent vast het spreekwoord: succes heeft vele vaders, falen is een wees.
Al even voorspelbaar zijn de opiniestukken in
kranten waarin het sportieve succes van de Rode Duivels en het feit dat een
aantal van de spelers zowaar zinnen kan vormen in de beide landstalen
onmiddellijk wordt gezien als een symbool van het nieuwe, frisse, moderne,
speelse, veelkleurige België, een opgeluchte yes, we can, een we zijn toch
goed bezig, een voluntaristische op-de-borst-klopperij. Ook daar bestaan
termen voor, ik noem er een paar: projectie, wishful thinking,
recuperatie. Het mag dan ook geenszins verbazen dat het regeringsvliegtuig
overuren klopte om de doorgaans voetbalschuwe excellenties naar Brazilië te
vliegen om zich daar te gaan wentelen in de volksgunst. Brood en spelen,
nietwaar, en blijkt nu dat zelfs spelen alleen al volstaan.
Want ondertussen zwalpt dit land gezapig verder,
tijdelijk verenigd door Koning Voetbal, maar in de realiteit nog altijd
hopeloos verscheurd en in een diepe identiteitscrisis. De breuklijnen zijn
legio: ze lopen tussen het noorden en het zuiden, tussen arm en rijk, tussen
ondernemers en ambtenaren, en ook meer en meer tussen de zogenaamdehigh
culture en de low culture. Het zijn vaak pijnlijke tegenstellingen, en met
name in het culturele veld vaak onbegrijpelijke tegenstellingen, althans voor
mij.
Het eerste luide, krachtige signaal kwam er op 21
januari 2011 in de nasleep van de verkiezingen van 2010 tijdens de lange,
moeizame regeringsvorming. Het werd uitgezonden vanuit de KVS in Brussel, waar
enige tientallen cultuurdragers het podium beklommen om daar onder de slogan
Niet in onze naam een hoogst onduidelijk discours te brengen. Ze claimden, en
dat was wel slim, nadrukkelijk de begrippen verdraagzaamheid en
solidariteit, hier en daar struikelde zelfs iemand over het moeilijke woord
kosmopolitisch, en insinueerden in één moeite door dat die begrippen haaks
stonden op nationalisme, ergo ook op Vlaams-nationalisme en, waarom niet, nu we
toch bezig zijn, Vlaams tout court.
De gemiddelde Vlaming is immers een naar volkse
vulgariteit neigende, in te krappe trainingspakken geprangde, uit zijn neus
vretende, angstvallig door de gordijnen van zijn lelijke fermette loerende
kneuterige angsthaas zoals we die ook geportretteerd zagen in bv. Duts en
De Ronde en als typetje in nogal wat andere fictie -en humorprogrammas. Het
zijn interessante archetypes van hoe de intellectuele elite, onze
eigen gauche caviar, de Vlaming ziet.
Ik herinner me dat dat die bonte avond in de KVS
door de media werd gecoverd als een evenement van het grootste belang, en het
dient gezegd : dat was een enorme opsteker voor de deelnemende artiesten. Het
was tenslotte toch al een hele tijd geleden dat iets dat zich op een podium
afspeelde enige maatschappelijke relevantie leek te hebben de laatste keer
was, als ik het goed heb, de opvoering van De Stomme van Portici in de Munt
op 25 augustus 1830.
Dat leidde onvermijdelijk tot hubris en
een ware tsunami aan opiniestukken over de weerzinwekkende
perversiteit van nationalisme, Vlaams-nationalisme en Vlaams, en hoe klein de
stap wel is van vendelzwaaien naar uitroeiingskampen ja, geen cliché werd
geschuwd. Zelfs ik dacht toen : laten we dan toch maar zo snel mogelijk een
regering vormen, want als ik nog één opiniestuk moet lezen van een theatermaker
die meer opinies heeft dan dat er mensen in zijn zaal zitten, ga ik gillen.
En allemaal ook maar pleiten voor
een compromis, want dat bleek in deze dus het hoogste goed te zijn.
Lhistoire se repète, wat dat betreft, want 2014 begint meer en meer op een
slechte remake van 2011 te lijken. Raar, vind ik dat, want het grootste
compliment dat je kunstenaars kunt geven is net dat ze eigenzinnig zijn, dat ze
wars van toegevingen aan smaak, toegankelijkheid, commercie vooral hun eigen
ding doen. Ik daag u uit één positieve recensie over een kunstwerk of een
artiest te vinden waarin de woorden eigenzinnig en/of compromisloos niet
voorkomen. En net die mensen trokken toen de straat op om van hun leiders te
eisen wat ze zelf doorgaans met amper verholen minachting verfoeien : een
compromis begrijpe wie begrijpe kan. Eigenzinnigheid is dus in elk geval weer
iets heel anders dan consequentie.
Maar het blijft fascinerend, dat absolute
schrikbeeld voor het adjectief Vlaams in de culturele sferen. Als zelfs
pakweg Arno zich in interviews nadrukkelijk positioneert als belgicist en wel
eens aanschuift voor een bouchée à la reine in Laken, mag je aannemen dat dezer
dagen het zich outen als Vlaming of daar gewoon al niet beschaamd voor zijn
het equivalent is van het uit de kast komen van Will Ferdy in de jaren
stillekens. Overigens heeft het nog niet eens te maken met het al eerder
beschreven begrip trots. Het volstaat om in Vlaanderen geboren te worden om
Vlaming te zijn. Daar is, net als verjaren, geen verdienste aan. Het enige wat
je moet doen om te verjaren is op de dag van je verjaardag s ochtends levend
wakker worden. Het is een feitelijkheid. Vanwaar dan toch die drang van onze
culturele en artistieke intelligentsia om dat bij voorkeur te negeren of, iever
nog, beschaamd te verloochenen. Ik vermoed, het is maar een theorie, dat het
nog altijd voor een groot deel te maken heeft met het collectieve trauma dat
links heeft opgelopen op Zwarte Zondag, en de vele Zwarte Zondagen daarna. Het
begrip Vlaams, zelfs het op zich neutrale adjectief VIaams was plots
bezoedeld, gekaapt als het ware door uiterst rechts. En vanuit een bijna
Pavloviaanse reflex rechts is fout, dus Vlaams is fout en uit angst om uit
de politiek-correcte kerk te worden gebannen, RENDE |