Deze morgen bracht ik een bezoek aan het historische 'Telegrapgh Station'. Het ligt even buiten het centrum (ongeveer vier kilometer), maar het is een uiterst aangename wandeling door mooie natuur, eenzaam en verlaten, langs de boord van de uitgedroogde Toddrivier. Het bezoek was interessanter dan ik had gedacht. De aanleg van de telegraaflijn van Adelaide naar Darwin en zo via Indonesië en India naar Londen was een grote stap in de negentiende eeuw. Australië werd voor het eerst rechtsreeks met Groot-Brittannië verbonden. De lijn liep dwars door het Australisch binnenland en er moest om de driehonderd kilometer een station komen om het signaal te versterken. Zo is Alice Springs ontstaan. Het station is mooi gelegen aan de originele bron, genoemd naar Alice, de vrouw van Charles Todd, de ingenieur die een belangrijke rol speelde bij de aanleg van de overlandse telegraaflijn. Na de verhuis van het station naar Alice Spring zelf, werd het comples een tehuis voor halfbloed kinderen (van blanke vaders en aborignal moeders) die door hun vaders verstoten werden. Sosm werden de kinderen van de aboriginal moeders weggenomen (ontvoerd) om ze in een tehuis op te voeden naar westers model en om alle invloeden van de aboriginal cultuur uit te wissen. Alcohol moet hier een serieus probleem zijn, want de verkoop is zeer streng gereglementeerd en overal zie je borden die het verbruik in het openbaar verbieden.
Deze morgen ben ik van Melbourne naar Alice Springs gevlogen, een vlucht van ongeveer twee uur en driekwart. Alice Springs ligt in het centrum van Australië in de Northern Territory. Daarmee ben ik aangekomen in het rode hart van Australië.
In minder dan een uur vliegen zag ik het groene landschap van Victoria al snel veranderen in droger gebied en al snel in woestijn, een onherbergzaam, dor en verlaten land.
We vlogen langs grote zoutmeren en dan over heuvelruggen en steeds werd de aarde roder en droger en kon je de sinds oudsher uitgedroogde rivierbeddingen zien.
Als we Alice Springs naderden, zagen we toch wat begroeiing en bomen.
Een echte oase midden in de woestijn, dankzij de bron van Alice!
Het is een heel andere sfeer, een ander land bijna.
Nu zitten we echt in de outback van Australië.
De airport shutltlebus bracht me van de luchthaven naar de stad, ongeveer vijftien kilometer verder.
Alice Springs is een kleine stad, mooi gelegen aan de Mc Donnell Ranges en met rechte parallelle straten.
Het is een echte uitvalsbasis voor toeristen en jongeren die van hieruit de outback intrekken en Uluru of andere gebieden in de buurt bezoeken.
Het is hier echt Aboriginalland. Je komt ze overal tegen en in de stad zijn er een aantal galerijen waar ze zeer mooie, typische aboriginalart verkopen, didgeridoo's enz.
Deze avond zag ik ze op de terugweg naar mijn backpakkerslogement in groepjes rond de kampvuurtjes zitten aan de oevers van de uitgedroogde Toddrivier. De winkelstraat is hier de Toddmall, die vandaag uitestorven was, zoals je kan zien op de foto.
In Alice ligt een heuvel die men de ANZAC heuvel noemt ter herinnering aan de soldaten van Australië en Nieuw-Zeeland, die gestreden hebben in de oorlogen.
Van daar zie je de stad mooi liggen. Het weer is aangenaam zonnig, maar niet te warm.
Vandaag, zondag is de meest geschikte dag voor uitstapjes, want dan kan je met een goedkoop ticket met de trein, tram, bus, heel Melbourne en omstreken rondrijden. Vandaag had ik gepland om de twee kanten van de Port Philip Bay waaraan Merlbourne ligt, te verkennen. Aan de oostzijde ligt Brighton Beach en aan de westkant ligt Williamstown, alle twee te bereiken met de trein. 's Morgens reed ik eerst naar Williamstown, de plaats waar de eerste kolonisten zich vestigden, maar wegens gebrek aan drinkwater, trokken ze een tiental kilkometer meer noordoostwaarts, waar Melbourne nu ligt. In Williamstown lag ook de eerste haven. Ik maakte een mooie wandeling langs de kust tot aan de beach en zo naar het centrum en dan terug. In de namiddag nam ik dan de trein naar het bekende Brighton Beach, bekend omwille van de veelkleurige stranbdcabines, maar in de winter valt daar weinig te beleven en zijn er ook geen strandcabines te zien. De stranden rond Melbourne zijn weinig interessant. Rond Sydney en Adelaide zijn deze veel mooier.
Vandaag was een eerder frisse dag, maar zonnig. Ik heb eerst een wandeling gemaakt door de Treasury en de Fitzroy Gardens. Twee mooie parken in Melbourne. In het laatste is de Cooks' Cottage te zien, het originele huis waar kapiteitn Cook en zijn gezin woonden. Het huis werd steen voor steen in Yorkshire (Engeland) afgebroken en hier opnieuw opgebouwd. Het laat zien hoe eenvoudig het leven was in Engeland in die tijd. Vandaar ben ik te voet naar het museum van Melbourne gegaan. Daarom een paar beelden van onderweg: de katholieke kathedraal en naast het museum het grote Exhibition Building. Het museum dat ernaast ligt is hypermodern en mooi. Het musuem is zeer divers. Eerst is er een zaal met geraamtes van voorhistoriische dieren en dan zalen met informatie over het leven in de oceaan en over inescten en spinnen die in Australië voorkomen, een afdeling over het menselijk lichaam en het brein, een afdeling over het bos ... Vanaar enkele van de mooiste exemplaren van de spinnen en insecten. Let op! In het echt zijn ze groter dan ze op de foto lijken. Je ziet ook een bordje met de maaltijd van de aboriginals. Smakelijk!!! Er was ook een zaal met de geschiedenis van Melbourne en hoe de mensen hier leefen in de negentiende eeuw. Tenslotte een mooie afdeling over de oorspronkelijke bewoners, de aboriginals, onder de naam: Bunjilaka. Je ziet wat kunst en gebruilsvoorwerpen van de aboriginals en een beeld dat herinnert aan de zwarte bladzijden uit de geschiedenis van de relaties van de Europeanen met de aboriginals. Een getuigenis van een moeder wiens kind werd ontvoerd om het in een weeshuis 'op te voeden' naar Europees model en het te ontdoen van zijn aboriginalwortels. Deze geschiedneis is te zien in de aangrijpende film: Rabbit proof fence.
Vandaag was een echte zomerse dag. De zon scheen volop en gaf heel wat warmte. Deze morgen was de eerste halte op onze tocht, opnieuw Hahndorf. Het was er nog rustig zo vroeg en het was aangenaam rondwandelen in de zon. Daarna reden we zuidwaarts naar de monding van de Murray River. We reden door prachtige landschappen tot we aan de brug kwamen over een van de vertakkingen van de Murray en die ons bracht naar Hindmarsh Island en dan even verderop naar het Coorong Natonal Park. In de verte zagen we inderdaad de opening en de oceaan. Daar stroomde de rvier vroeger in de zee, maar wegens de droogte is het waterpeil zo gezakt dat het water niet meer in de zee kan vloeien. De monding van de Murray is een geheel van meren en eilandjes. Op de kaart is dat goed te zien. Vandaar reden we terug naar het vasteland, naar Goolwa, dat lange tijd dienst deed als haven voor de schepen die vanop de Murray goederen van het binnenland aanbrachten om naar Engeland verscheept te wordren. Later is de haven verplaatst naar Port Elliot, een paradijselijke plaats die onze volgende stop was. Maar wegens het hoge aantal schipbreuken werd de haven uiteindelijk verderop verplaatst naar Granite Island, een eiland voor de kust van Victor Harbor. Dat was dan de middagstop. In Victor Harbor werkt nog (voor de toeristen) de oudste spoorweg of tram. Het is een soort tram, voortgetrokken door paarden. Vandaar dan weer noordwestwaarts naar Mac Laren Vale, een van de vijf officiële wijngebieden van South Australia. Daar bezochten we het bedrijf Hardy's-Tintara en konden we proeeven. In het proeflokaal werd ook de oudst bewaarde fles Australische wijn getoond van rond 1850. Daarnaast was er ook, in een trein, een shop en proeflokaal voor lokale producten: amandelen, Australische olijfolie, cholcolade en snoepjes, .... Alweer een heerlijke dag.
Vandaag was hier een bijna zomrse dag op zijn Belgisch. Een diepblauwe lucht, zon en temperaturen boven de 20°. Aangezien ik de belangrijkste dingen in Adelaide heb bezocht, was het dus een ideale dag om aan de kust door te brengen. Vanmorgen nam ik de bus naar West Beach op enkele kilometer hiervandaan. Kilometers lange en mooie beach bijna voor mij alleen om te wandelen. En zo ve rik mij herinner een van de eerste keren dat ik hier ook wat duinen zie. Op een bepaald moment kon ik niet meer door, door een rivier die in de zee uitmondt en dus maar de straat op en dan de bus genomen naar de volgende beach: Henley Beach. Daar een korte wandeling gemaakt op de pier en dan met de bus een eind naar het Noorden naar Port Adelaide. Daar is de haven van Adelaide, zoals de naam het zegt. In de haven zwemmen dolfijnen, maar ik heb er geen gezien. Port Adelaide is een historische plaats met onder andere een oude vuurtoren uit de negentiende eeuw. Het was er rustig en aangenaam zitten langs het water en in de zon. Geniet maar mee van enkele beelden.
Vandaag was weer een zonnige en warmere dag dan gisteren. Deze morgen nam ik de bus die de Adelaide Mountains inreed naar Bel Air. Daar is een oud station en een groot natuurpark. Ik heb er wat in de bush gewandeld. Daarna terug naar Adelaide voor een bezoek aan de Art Gallery waar enkele Vlaamse en Hollandse schilderijen hngen van onde andere Karel Appel, Anthony Van Dijck, Vlaamse wandtapijten, ...... Wegens het mooie weer nam ik dan de bus naar de kust, opnieuw naar Glenelg en dan te voet een lange wandeling langs de luchthaven en zo terug naar Brroklyn Park waar ik verblijf.
Vandaag had ik een dagtrip geboekt naar de Barossa Valley en Hahndorf. De Barossa Valley is dé wijnstreek van South Australia met onder andere de bekende Jacob's Creek. Deze streek ligt ten Noordoossten van Adelaide. Eerst reden we door de Adelaide Hills. Een heel mooi stuk met veel bos en water. Een eerste stop was in Lyndoch voor een koffie en dan naar de Barossa Valley zelf. We reden langs mooie wijngarden en 'chateaux' en bezochten voor een wijnproeverij het bekende domein Wolf Blass. Daarna voor de lunch naar Kaesler Vinery waar we ook konden proeven. Ik heb hier al regelmatig wijn gedronken, en Zuid-Âustalië heeft er heel goede! De wijnproductie werd hier binnengebracht door Duitse Lutheranen (Pruisen) op zoek naar godsdienstvrijheid die ze hier vonden. Ze vestigden zich in de Barossa Valley en zagen dat de omstandigheden erg leken op deze in Duitsland en ze begonnen wijn te maken. Na de lunch reden we naar Menglers Hill voor een panoramisch zicht over de Barossa Valley. Daarna reden we zuidwaarts naar Hahndorf, een dorp van Duitse immigranten dat zijn Duitse naam na de eerste wereldoorlog wist te behouden, of liever, terug kreeg. Men probeert er de Duitse (Beierse) sfeer wat na te bootsen met bier, worsten, koekoeksklokken en Lederhosenmuziek. Het is een van de weinige toeristische attracties in de buurt, dus gaan alle tourbussen erheen. Van Hahndorf kwamen we langs enkele mooie dorpen en landschappen in de Adeliade Hills terug naar Adelaide.
Vandaag was het weer iets minder dan gistereren, maar in de late voormiddag waren de meeste wolken weg en was het weer mooi en zonnig, maar toch bleef het fris. In de voormiddag heb ik in de city nog een aantal dingen bezocht waar ik gisteren geen tijd voor had, vooral het zuidelijk deel van het centrum. Het stadhuis, het CPO (Central Post Office), Victoria square, de katholieke kathedraal en de centrale markt. Daarna heb ik de cityloop bus genomen, een gratis busdienst die een lus rond het stadscentrum maakt. Ik ben er af gegaan aan de Botanic Gardens voor een bezoek aan het Nationaal wijncentrum en aan Tandanya, een galerij voor de promotie van de aboriginalkunst. Dan heb ik de enige tramlijn van Adelaide genomen naar Glenelg aan de kust. Een stevige wandeling op de pier en langs het strand deden deugd.
Vandaag was een prachtige dag. Zon van 's morgens vroeg, helder blauwe lucht en aangename temperaturen. Ideaal om de stad Adelaide te verkennen. Eerst na het ontbijt toonde pater Tony mij de school, de parochiekerk, ... en de bushaltes en hoe ik naar en van de stad kon. Nadien heb ik dat onmiddellijk uitgeprobeerd en reed ik naar de city. Heel gemakkelijk om de weg te vinden. Ik heb meteen veel gezien: de natinal library, het South-Australian museum met een mooie afdeling over aboriginal leefgewoontes en gebruiksvoorwerpen en kunst, de universiteitsgebouwen, de botanische tuinen, de site langs het het Torrens lake met onder andere het festival centre complex, de casino en het convention centre. Er was ook het Parlement van South Australia en de Saint-Peters, anglican cathedral en een mooi uitkijkpunt op Lights vision. Adelaide is niet zo groot als Melbourne en een stuk rustiger met een duidelijk afgebakend centrum, veel groen en een aangename stad om in rond te kuieren. Geniet maar mee van enkele beelden.
Deze namiddag bracht broeder Michael me naar de luchthaven voor de vlucht van 17.55 uur naar Adelaide. Het is een relatief korte vlucht van 5 kwartier naar de verrassend mooie en grote luchthaven van Adelaide (ongeveer 800 km. van Melbourne). Bij mijn aankomst stond pater Joe me op te wachten. Hij is hier patoor van twee kerken. De gemeenschap leeft in de wijk Brooklyn Park vlakbij de luchthaven. Er is hier ook een hostel voor ongeveer 34 studenten en studentinnen, maar die zijn momenteel met vakantie. Adelaide is de hoofdstad van de staat South-Australia en daarmee ben ik in de vierde staat van Australie aangekomen. Na Victoria, New South Wales en Tasmania. Als ik naar Alice Springs ga, komt daar dan the Northern Territory bij. Vanuit de lucht zag de omgeving van Adelaide er zeer groen uit. Het heeft hier precies meer geregend. Het was een mooie landing over de stad met een duidelijk afgelijnd en klein centrum. Dat was bij de landing duidelijk te zien. Adelaide is naar Australische normen een eerder kleine stad (ongeveer 1 miljoen inwoners tegenover bijna 4 miljoen in Melbourne en nog meer in Sydney). Hopelijk kan ik de komende dagen deze stad en de omgeving beter leren kennen en er wat thuis komen, alsook in de vriendelijke en zeer gastvrije gemeenschap hier.
Sinds enkele weken maak ik de maandag een langere uitstap. Twee weken was dat een georganiseerde dagtrip en vandaag was het op eigen initiatief een bezoek aan de 'Goldfields' van Victoria. In de tweede helft van de negentiende eeuw werd, na New South Wales, ook in Victoria goud gevonden. Toen trokken vele avonturiers uit onder andere Europa en China naar Australië en vooral dan de streek van de 'Golfdields' om hun geluk te beproeven. De steden zoals Ballarat en Bendiigo groeiden toen enorm. Er was veel armoede en de mensen moesten hard werken, zonder enige zekerheid op succes. Gisteren nam ik de trein vanuit het Southern Cross Station in Melbourne naar Ballarat. Het is anderhalf uur sporen voor 110 km. Het was een mooie rit door wisselende landschappen. In Ballarat wachtte een busje dat ons naar 'Sovereign Hill' bracht, even buiten Ballarat. Het is een soort attractiepark in verband met de goudzoekers en de goudkoorts van de tweede helft van de negentiende eeuw. Eerst is er een soort tentoonstelling en een film binnen en als je buiten komt, kom je eerst in het kamp van de goudzoekers. Daar kan je zien hoe en in welke moeilijke omstandigheden deze mensen leefden en werkten in de goudvelden en in de goudmijnen. Als je verder ging, kwam je in een stad, volldig nagebouwd zoals in die tijd en met acteurs in de kleding van toen. Je waant je echt in Ballarat in de tweede helft van de negentiende eeuw. Er is een tinbewerker, een kopersmid, een goudbewerker, een bank en postkantoor, hotels en theater, begrfenisondernemer, apotheker, fotgraaf, bakkers, snoepfabriekje en snoepverkoper, kledingwinkel, hoeden- en laarzenmaker, horlogewinkel en juwelier, zadelmaker, hoefsmid en koetsenfabriek. Daar kon je zien hoe de karrenwielen gemaakt worden. Heel speciaal!!! Er was ook een kaarsenmakerij, een bowling, kerken, brandweer, politie, postkoetsenkantoor, ... .... Op de heuvel zelf zag je hoe het gouderts werd bewerkt Alles werkte. In de bakker kon je pasteitjes en broodjes kopen, in de voedingwinkel de zelfgemaakte snoep, bij de kaarsenmaker kon je de ter plaatse gemaakte kaarsen kopen, .... Ik maakte ook een ritje met de koets. Een leuke dag, maar rond de middag begon het spijtig genpoeg te regenen en het heeft niet meer opgehouden. De slechtste dag die ik hier al meegemaakt heb. Echt Belgisch weer! Nadien bracht ik een bezoek aan het goudmuseum en dan bracht de bus ons terug naar het station van Ballarat. Ik ben vandaar terug gekeerd naar het centrum van Ballarat, maar wegens het zeer slechte weer heb ik dat bezoek moeten inkorten. De bus bracht me terug naar Melbourne.
Vandaag was nogal een miezerige dag. Geen weer om naar de kust te gaan. Dan maar een stadwandeling. Eerst met de tram over de Yarrarivier naar Richmond om daar de Griekse sfeer op te snuiven. Daar was echter niet veel te beleven, dan maar terug naar de city. Met de tram reden we door het Olympisch Park waar de grote cricketground van Melbourne staat, het Olympisch stadion en onder andere de Rod Laver arena, het stadion waar de 'Australian Open' tenniswedstrijden gehouden worden. Vandaar naar het meest recente en hippe park van Melbourne, genoemd naar de Aboriginals, het Birrarung Marrpark (Oever van de mistige rivier). Dan kwam ik aan het moderne centrum van Melbourne, Federation Saquare en daar de rivier terug over en langs de zuidkant loopt een nooie promenade. Aan het 'Arts center' was een mooie markt met allerlei ambachtelijke producten.
Deze week hadden we een paar heel mooie dagen. Het was dan ook een goede gelegenheid om samen met broeder Michael, de missieprocurator van de salesianen van Australië, enkele malen over en weer te rijden naar Chadstone met pakken voor in de container voor Oost-Timor. We hebben allerlei dingen opgehaald, verpakt, gelabeled en naar de cnntainer gebracht. Elke keer door de suburbs van Melbourne en steeds een andere baan. Zo hebben we deze week, denk ik, alle oostelijke en zuidelijke suburbs van Melbourne gezien. En er zijn er nogal wat op die afstand. We zijn dan ook enkele malen op bezoek geweest bij pastoors of bij een of andere familie. Vanmorgen hebben we de container weer gedeeltelijk geleegd en opnieuw gestapeld en gevuld. Deze avond heb ik dan de eucharisitieviering in de parochie opgeluisterd met gezangen uit Taizé. De mensen hebben het zeer gewaardeerd.
Vandaag was de dag van de tocht langs de 'Great Ocean Road,' een weg die begint aan de kustplaats Torqay en loopt langs de zuidwestkust van Victoria. Deze weg werd aangelegd door overlevende soldaten van de eerste wereldoorlog om hen werk te geven. Het werd een rit van ongeveer zes honderd kilometer heen en terug van Melbourne, vol prachtige zichten. We hadden een minibusje met tien personen, een ideale manier om deze kustweg te verkennen. Eerst reden we langs Geelong naar Torqay en vandaar naar de eerste stop, de bekende surfbeach: Bells Beach. Daar kregen we Bush Billy Tea en crackers met Vegemite en lamingtons. Echt Australisch! Vandaar naar het Split Point lighthouse en de 'Memorial Arch' voor de arbeiders die aan de weg werkten. Ondertussen was het al goed aan het regenen. Vandaar naar Lorne en via allerlei badplaatsen en de Otway ranges naar Kennet River waar we koala's konden zien en mooi gekleurde inlandse vogels. Vandaar via enkele prachtige uitzichtpunten verder naar Apollo Bay voor de lunch. Gelukkig was de regen toen opgehouden, maar de hemel bleeg dreigend. Na de lunch reden we naar Maits Rest voor een wandeling door het dichte regenwoud met boomvarens en enorme bomen van honderden en duizenden jaren oud. Verder door het prachtige landschap waar we ook kangaroos in het wild konden zien naar een heel ander en meer rotsig landschap. De volgende stop was Gibson steps waar we via trappen naar het strand konden afdalen en tot bij de woeste oceaan konden komen en een eerste blik op de 'twelve apostles' hadden. Bij de volgende stop konden we de 'twelve apostles' dan beter zien. Vandaar ging het dan naar Loch Ard Gorge, de plaats van een beroemde schipbrek in de negentiende eeuw voor deze kust van de Schotse cargoboot:: Loch Ard. De laatste halte was 'London Bridge' en vandaar naar Port Campbell voor het avondmaal en dan via de highway terug naar Melbourne. Zoals u zelf kan zien aan de foto's was het een hoogst interessante dag.
Vandaag begon mooi, maar naargelang de voormiddag vorderde werd het meer en meer bewolkt. Na het schillen van de aardappelen (mijn werk sinds de aardappelschilmachine in panne is gevallen) nam ik de tram naar de city en vandaar met een andere tram door de noordoostelijke suburbs vijftien kilometer van het centrum naar Bundoora. Daar is een mooi park. Een oude farm die omgevormd werd tot park, maar midden in het park is nog de oude nederzetting te bezoeken als een 'heritage village' onder de naam Cooper's settlement. Daar is ook een afgesloten gebied waar kangaroos en emu's vrij rondlopen. Erg bijzonder is het niet, maar toch een leuke uistap op zondag.
Vandaag, feest van Petrus en Paulus, was een fantastische dag. Het weer zat mee. Zon en diepblauwe lucht en een beetje fris.
Om 11.30 uur vertrok de minibus in de city voor de ecodagtrip naar Philip Island, een eiland ten zuidoosten van Melbourne, ongeveer anderhalf uur rijden.
We reden door de mooie landschappen van Victoria (farmland) tot aan Moonlit Wildlife Conservation Sanctuary, zoals er hier zo vele zijn.
Eerst kreeg elkeen de kans om een Austrlische python rond de nek te hangen en dan naar buiten in een mooie 'setting' naar de Australische dieren. Het eerste wat we zagen en hoorden was de onvermijdelijke, lawaaierige kakatoo.
We konden tot vlakbij de koala maar strelen is verboden om ze niet op te schikken uit hun slaap (20 uur per etmaal).
Daarna naar de dingo, een soort Australische, wilde hond, of beter wolf. Vandaar naar de wombat, de dichtste verwant van de koala. De eerste keer dat ik de wombat zo goed kon zien, want normaal is het een nachtdier en het verblijft in onderaadse gangen. Maar deze leefde overdag, dus konden we hem eindelijk eens goed zien. Vandaar door de 'bush' op zoek naar de wallabis en de kangaroos. Eerst waren ze schichtig, maar na een tijdje kwamen ze dichterbij en kwamen ze uit je hand eten en kon je ze zelfs strelen. Uniek! Na de lunch vertrokken we naar Philip Island dat met een brug aan het vasteland verbonden is Na enkele minuten sloegen we af en over een brug naar Churchill Island. Daar bezochten we een 'Heritage Farm', een boerderij van de eerste kolonisten zoals ze hier in de 19de eeuw leefden. We zagen er schapen scheren en honden die de schapen moesten drijven. Heel interessant en een prachtige omgeving: weiden, schapen, exotische planten en bomen en overal de zee. Vandaar ging het naar een van de bekendste en meest beruchte surfstranden van Australië: Woolamai Beach. Prachtig strand en woeste oceaan met grote, schuimende golven. Vandaar naar Point Grant voor een parchtig zicht over de ocean en de ondergaande zon en de Nobbies, kleine eilandjes voor de kust waar zeevogels nesten en de zeeleeuwen rusten. Vandaar ging het dan tenslotte naar de Penguin Parade. Een strand waar elke avond honderden kleine pinguins na enkele dagen en vele kilometers in de oceaan te hebben gezwommen op zoek naar voedsel, terug aan land komen en naar hun nesten gaan. Een ongelooflijk schouwspel hoe die kleine pinguins in groepen uit de branding opduiken en al waggelend over het strand de duinen in trekken. Wonder hoe die kleine pinguins van ongeveer 20 cm. groot, na een tocht tot in Tasmanië en soms verder, op de juiste plaats uit de zee komen, het strand oversteken en in de duinen terug naar hun nest gaan. Grappig om ze vlakbj te zien, blijkbaar ongestoord door de menselijke aanwezigheid. Een mooie afsluiter van alweer een fijne dag. En zoals beloofd, prachtige beelden. Van de inguins mochten we echter geen foto's nemen, maar je kan ze zien op internet (Pinguin Parade of Philip Island).
Deze week is een eerder kalme week geweest. Veel opzoekingswerk en studie van de mogelijkheden om naar Alice Springs te gaan en het rode hart van Australië te verkennen. Het was ook zoeken naar een, voor Australische normen, goedkope verblijfplaats in Alice Springs. Alles is nu hopelijk geregeld. Deze middag was ik, samen met de Libanese priester van de Maronitische ritus, uitgendoigd voor de lunch bij de Libanese zusters die hier een grote school hebben en een ouderlingentehuis en een kinderkribbe. Het was een echte Libanese maaltijd: lekkere sla met koude frieten als voorgerecht. Daarna brood met rauw vlees: lever, steak en een soort zelf gemaakte filet américain. Als hoofdgerecht kikkererwten met kip en hele uien en veel saus (een soort soep, maar geen soep!). Als dessert Libanees gebak, fruit en Libanese koffie. Heel lekker, enkel het rauwe vlees is nogal ongewoon voor ons. Ik ben mijn camera vergeten meenemen, dus deze keer geen foto's. Maar morgen hoop ik er een hele hoop te hebben van mijn daguitstap naar Philip Island. Australië is zodanig groot dat ze hier alle fruit en groenten hebben, van appels tot de meest exotische vruchten en dat alles in één en hetzelfde seizoen en de groenten zijn soms reusachtig groot, net zols de spinnen en sommige insecten, vleermuizen en hagedissen. De wortelen en de aardappelen zijn immens groot en op de markt zag ik reuzechampignons.
Zaterdagavond ben ik teruggevlogen naar Melbourne na een onvergetelijk verblijf van 10 dagen in Tasmanië.
Ik ben de saleziaanse gemeenschap van Glenorcky zeer dankbaar en erkentelijk voor hun gastvrijheid en vriendschap en alles wat ze voor mij hebben gedaan.
Zondag was een rustige dag. 's Morgens was er de eucharistieviering in de parochie. Het was juist een mis verzorgd door de leerkrachten en kinderen van de parochieschool.
Daarna was er tijd voor de was en de strijk.
Gisteren was een fantastisch mooie dag. Ik was al een hele tijd niet meer in Melbourne geweest, dus een hele voormiddag stadsbezoek en in de namiddag met de tram naar Saint Kilda beach voor een wandeling aan het strand.
Je kan op de foto's zien hoe de Grieken en de Chinezen hier hun massale aanwezigheid benadrukken.
Vandaag was weer een topdag. Deze keer was het father Lawrie die me meenam voor een dagtrip. Hij bracht me naar zijn favoriete plaats: Bruny Island, een eiland voor de zuidoostkust van Tasmanië, even ten zuiden van Hobart. We hadden weer geluk met het weer. De hele dag stralende zon en blauwe lucht. In de zon was het redelijk warm. We reden door Hobart in zuidelijke richting naar Kettering (ongeveer 40 km. ten zuiden van Hobart), waar we de ferry namen naar Bruny Island. Na ongeveer 15 minuten varen kom je in een heel andere wereld terecht. Prachtige natuur en zo goed als ongerept: stranden, duin, weiden, zee, ... We reden zuidwaarts, ongveer 40 km. langs mooie landschappen en verlaten stranden. We kwamen aan de baai waar Kapitein Cook voor het eerst aan land kwam op zzoek naar zoet water en dan in Adventure Bay, waar hij uiteindelijk landde voor hij naar Botany Bay in Sydney ging op het Australische vasteland. In Adventure Bay stapten we op een 'jetty' (speedboat voor ongeveer 30 man) die ons langs de kust voer. We zagen albatrossen en adelaars in vrije vlucht, allerlei andere zeevogels, zeerobben in de zee en met tientallen rustend op de rotsen, witte walabi's, en alles in een natuurlijke habitat. Ongelooflijke natuurpracht zoals je het enkel ziet op televisie in documentaires. Hier en daar hield de boot stil en we genoten van de professionele uitleg. Na de bootocht van drie uur reden we terug over het eiland naar de ferry en zo terugv naar Hobart. Deze avond werd ik getrakteerd bij de Italiaan in Hobart. Hieronder enkele foto's van een onvergetelijke dag.