Na hun bezoek aan het Heilig Sacrament gingen de meisjes naar huis. Toen Conchita in de keuken kwam vroeg haar moeder : Heb je de engel gezien?. Waarschijnlijk waren de andere drie meisjes dezelfde vraag gesteld geweest toen ze thuis kwamen en alle antwoorden zullen zoals dat van Conchita geweest zijn: Nee, we hebben hem niet gezien.. Na het avondeten ging Conchita naar bed. Het was rond 20u45 maar ze kon de slaap niet vatten. Ze was teleurgesteld.
Conchita: Vermits ik de slaap niet kon vatten, begon ik te bidden. En plots hoorde ik een stem die zei: Wees niet ongerust, je zal me nog terug zien..
De stem liet een diepe indruk na en Conchita bleef verder bidden. Ze bad lange tijd tot ze in slaap viel. En zo eindigde die dag, 19 juni 1961 in gebed; een opwindende dag voor Garabandal, gevuld met tegenstrijdige gevoelens en woorden tussen hoop en angst, ongeloof en verlangen.
20 juni 1961. De volgende dag was alles zowat hetzelfde, behalve dat de vijandige en achterdochtige kritieken in aantal waren toegenomen. Conchita: Vermits we op 19 juni niets gezien hadden dachten de mensen dat de engel niet meer zou verschijnen. Maar ze wisten niet wat er met ons (de meisjes) de afgelopen nacht was gebeurd. We hadden het aan niemand verteld.. Toen ze naar school stapten vernam Conchita dat de drie andere meisjes de afgelopen nacht dezelfde bevestiging hadden gekregen: Je zal me nog terug zien, en dus waren ze vervuld met vreugde. Toen ze s middags naar huis gingen voor de lunch, vroegen de meisjes ook toestemming om in de calleja te gaan bidden. Maar ze botsten op tegenstand.
Conchita: Mijn moeder, en ook de andere ouders, broers en zussen van de meisjes waren ongerust. Ze waren bang om het respect van de mensen te verliezen, om belachelijk gemaakt te worden. Mijn moeder deed heel lastig en zei Als jullie willen bidden gaan jullie maar naar de kerk, de calleja is daar niet de geschikte plaats voor. Ik smeekte mijn moeder om te mogen gaan, maar zonder resultaat. Gelukkig kwamen Loli, Jacinta en Maria Cruz net op dat moment aan en zij hadden toestemming gekregen om naar de calleja te gaan. Ze probeerden mijn moeder te overhalen
- de meisjes : Alstublieft Mevrouw. Laat Conchita meegaan. Laat haar gaan! - Aniceta : Maar waarom willen jullie je belachelijk maken? - de meisjes : We gaan ons niet belachelijk maken! We gaan bidden en zien of de engel komt. - Aniceta : Nee, Conchita gaat niet. Gaan jullie maar als jullie dat willen.
Langzaam vertrokken ze. Ik bleef heel droevig achter. Opeens veranderde mijn mama van mening en ze riep de meisjes terug. Ze zei : Als jullie doen wat ik zeg, laat ik Conchita meegaan..
Aniceta had een plan bedacht dat haar van schade en schande zou vrijwaren in het geval dat alles niet zou verlopen zoals de kinderen het dachten. Ze zei: Jullie drie gaan nu alleen naar ginder, alsof jullie gaan spelen, zonder tegen iemand iets te zeggen. En als jullie op de calleja zijn zal Conchita stiekem bij jullie komen, zodat niemand het merkt.. Loli, Jacinta en Mari Loli waren niet echt overtuigd van de oprechtheid van wat Aniceta zei. Aarzelend vertrokken ze naar de calleja. En even later voegde Conchita zich bij hen en ze knielden allen neer en begonnen de Rozenkrans te bidden.
Toen we klaar waren met bidden was de Engel nog altijd niet gekomen. We besloten om naar de kerk te gaan. Toen we opstonden zagen we een schitterend licht rond ons. We zagen niets anders dan het licht en we schreeuwden het uit van angst.. Hoewel het licht heel intens was verblindde het hen niet maar het omringde hen, isoleerde hen van alles. Hierdoor kregen ze een angstgevoel, verlaten en zwevend in mysterie, iets volledigs onbekends dat ze niet konden begrijpen.(1).
De dag ervoor, 19 juni, hadden de meisjes ervaren wat in Romeinen 9:16 staat geschreven: Het is niet hij die wenst of hij die rent. Dat wil zeggen, het hing niet hoofdzakelijk van de meisjes af of de verschijningen zouden plaatsvinden. Alles hangt af van Hem die boven alles staat. Maar tegelijkertijd verzekerde Hij hen dat wat ze gezien hadden echt was, en dat hem om een bepaalde reden was, en dat het slechts het begin was van iets grootser. Door die ervaring waren de meisjes voorbereid voor deze dag, 20 juni, voor het licht dat hen omringde. Hun geest en ogen moesten voorbereid worden op een hogere, schitterende wereld. In deze wereld van licht zouden ze elementen tegenkomen die extreem ver boven alle dingen staan die ze in hun dagelijks leven zien. Dus de angstige reactie van de kinderen is begrijpbaar. Als men zomaar uit zijn normale manier van leven wordt weggenomen is dat altijd pijnlijk.
Toen de meisjes terug in hun normale toestand waren, alsof er niets was gebeurd, was het al 21u30 en dus besloten ze om toch maar niet naar de kerk te gaan. Ze konden moeilijk praten over wat ze net hadden ervaren en het effect op hen. Ze besloten om het aan niemand te vertellen. Ze ontweken ook de vragen die hun families stelden en ze gingen met het geheim naar bed. Maar al snel beseften ze dat ze het niet verborgen zouden kunnen houden. Ze moesten het verzoek van de parochiepriester inwilligen: Als ze iets zagen, moesten ze het hem onmiddellijk zeggen. En ze wilden gehoorzamen. Maar hoe? Hij woonde in Cossio, zes kilometer verder langs een gevaarlijk pad. Hun ouders zouden hen niet alleen laten gaan. Ze moesten het hen wel vertellen, en dat deden ze ook, op de morgen van 21 juni.
21 juni 1961. De informatie werd strikt persoonlijk aan Eerwaarde Valentin doorgegeven. De verwachtingen van de mensen in het dorp liepen hoog op. Het eerste uitzonderlijke fenomeen op de calleja had geen getuigen gehad, maar op de avond van 21 juni 1961 zou daar verandering in komen.
Conchita: Nadat we die avond onze taken hadden gedaan (2) vroegen we aan onze ouders toestemming om naar deze plaats te gaan waar de Engel verschenen was. Toen we naar de calleja liepen vroegen we aan een vrouw, Clementina Gonzalez dat ze met ons mee mocht gaan als ze wou. Maar dat deed ze niet omdat ze haar twijfels had en ze ging een andere vrouw halen, Concesa genaamd. Toen andere mensen zagen dat zij met ons meeging, waren er meer en meer mensen die ons volgden. Toen we op de calleja kwamen begonnen we de Rozenkrans te bidden. Toen we dat gedaan hadden was de engel nog altijd niet gekomen. De mensen lachten en riepen:bid nog eens. En dat deden we. En toen verscheen de Engel. Zoals de priester ons had gevraagd, vroegen we de Engel wie hij was en waarom hij gekomen was. Maar hij antwoordde ons niet.
De hemel volgt zijn eigen ritme en zijn mysteries worden normaal gezien niet onmiddellijk onthult. Men moet zich voorbereiden, wachten en waardig zijn.De mensen die daar die nacht voor het eerst waren om de meisjes hun extatische toestand te zien werden aangeslagen afgevoerd. Ze wisten niet of ze moesten schreeuwen of wenen. Een raar gevoel kwam over hen. Ze waren onder de indruk van de gelaatsuitdrukkingen van de meisjes. Toen de meisjes terug in hun normale toestand waren zagen ze dat er een aantal mensen weenden en andere sloegen zichzelf op de borst. Iemand riep: Oh mijn kinderen, als jullie de Engel terugzien, vraag hem dat hij ons vergeeft omdat we niet geloofden!. Een vrouw zei tegen de tante (Aurelia) van Conchita: Heb jij de engel gezien?. Aurelia antwoordde: Nee, ik heb hem niet gezien. Maar als je hier niet in gelooft, dan geloof je niet in God!.
OPMERKING: Clementina Gonzalez vertelt een andere versie dan Conchita over dit gebeuren. Dit kan worden verklaard doordat Conchita in extase was en pas achteraf van een getuige had gehoord wat er gebeurd was. Volgens Clementina gebeurde het als volgt:
Toen de meisjes op de calleja aankwamen en begonnen te bidden kwamen er nog andere mensen aangelopen, waaronder Angelita, Aurelia (tante van Conchita), enz
Diegene die enkel uit nieuwsgierigheid waren opgedaagd begonnen te lachen en te praten toen ze zagen dat de meisjes aan het bidden waren maar dat de engel niet verscheen. Maar ze waren zeer onder de indruk toen de meisjes in extase raakten. Ze konden het gezicht van de meisjes niet zien omdat ze achter hen stonden. Ze besloten om voor de meisjes te gaan staan maar Angelita, die het als eerste probeerde kwam bevend terug. Ze had een mysterieus obstakel gevoeld dat haar verhinderde om verder te gaan. Uiteindelijk rekten ze zich uit en konden ze de zijkant van het gezicht van de meisjes zien en ze konden horen wat ze zeiden. Clementina was zeer opgewonden over dit spektakel en ervan overtuigd dat het iets was dat van God kwam zei ze: Conchita, mijn kind, bidt tot Onze-Lieve-Vrouw van de Berg Carmel
Bidt tot het Heilig Hart om ons te helpen
Laat hen zeggen wat ze van ons verlangen.. Wat was hier aan de hand? De rest van de aanwezigen deelden haar opwinding niet en bleven lachen. Het was op dat moment dat ze zei (en niet de tante van Conchita!) :O kinderen! Als je hier niet in gelooft, dan geloof je niet in God!.
Men kan zich voorstellen hoe het nieuws als een lopend vuurtje door het dorp ging. Er werd over niets ander gepraat op de avond in juni, een avond van genade!
Toelichting:
(1) Prudencio Gonzalez was één van de dorpsbewoners die het verhaal van de meisjes niet serieus nam. Op die avond kwam zij net de berg af met een kudde schapen toen ze de meisjes zag staan. Het maakte een grote indruk op haar. Om verder te kunnen moest ze tussen de meisjes lopen en daarbij raakte ze de schouders van één van hen aan. Later verklaarde ze dat ze daarbij de indruk had gekregen dat ze iets raadselachtigs aanraakte. De schouder voelde niet zacht en warm aan, maar eerder stijf, warm en bibberend.
(2) Dit is belangrijk! De Hemel zegt ons om altijd onze plichten te vervullen.
|