Inhoud blog
  • 15. De inhoud van de extases
  • 14. De toeschouwers
  • Nog even geduld....
  • 13. De eerste studies
  • 12. Serieuze woorden
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Links
  • Medjugorje
  • Drie In Eén God
  • Marypages
  • Garabandal
    Verschijningen en boodschappen van Onze-Lieve-Vrouw
    07-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11. De mysterieuze oproepen

    3 juli 1961
    Uiteraard gingen de eerste gedachten van de meisjes bij het ontwaken op die maandagmorgen direct naar de Maagd en ze haastten zich naar de plaats waar Zij verschenen was.
    Conchita: “We waren heel blij dat we onze Hemelse Moeder gezien hadden. Het eerste dat we maandagmorgen deden was naar de cuadro gaan bidden. Alleen wij met ons vieren”.

    Samen en alleen. De dorpsbewoners hadden veel te doen. Ze moesten naar afgelegen velden reizen. De meisjes moesten hetzelfde doen. Hoewel, sinds de gebeurtenissen van de vorige avond moeten ze begrepen hebben dat het gebed niet zomaar één van de dagelijkse bezigheden was. Het zou het belangrijkste moeten zijn en het verdiende hun grootste aandacht.

    Samen alleen. Onder de blauwe zomerhemel, omringd door stilte en rust. Wat een mooi ochtendgebed! Conchita: “Na het gebed in de cuadro gingen we terug naar huis om te doen wat onze ouders ons hadden opgedragen. En dan gingen we naar school. In de klas zagen we onze schooljuffrow Serafina Gomez. Ze begon te wenen en kuste ons en zei : “Wat een geluk hebben jullie….etc..”. Toen we de klas verlieten praatte iedereen over hetzelfde. Iedereen was zeer onder de indruk en blij. En ze geloofden. En onze families ook. Loli’s vader Ceferino zei: “Er is nooit zoiets gebeurd”.

    De ouders van Mari Cruz deelden niet in hun enthousiasme. Wat de familie van Conchita betrof : “Mijn moeder geloofde zonder enige twijfel. We hebben die zondag heel veel gepraat. “

    "Op hetzelfde uur als de dag ervoor zeiden onze families dat we de rozenkrans moesten gaan bidden in de cuadro. En we zeiden : “We werden nog niet geroepen”. Ze vroegen: ‘Maar hoe worden jullie geroepen?’. En we antwoordden dat het als een inwendige stem was, we hoorden het niet met onze oren, en we werden niet bij onze naam genoemd. Het is een VREUGDE (1). Er zijn drie oproepen. De eerste is een heel kleine vreugde. De tweede is wat groter. Bij de derde worden we heel opgewonden en voelen we een grote gelukzaligheid. En dan komt Ze. Na de tweede oproep rennen we al naar buiten, naar de plaats van de verschijning. Als we na de eerste oproep zouden gaan zouden we lang moeten wachten, want tussen de eerste en tweede oproep is een lange wachttijd”.

    Hier maken we voor het eerst kennis met een verbazingwekkend en ongewoon fenomeen dat eigen is aan Garabandal: de interne oproepen van de zieners. Eerwaarde Ramon Maria Andreu zegt hierover: “Het fenomeen van de inwendige oproepen waaruit de extasen voortkwamen gebeurden als volgt. Ze zeiden dat er altijd drie oproepen waren. Deze konden op hetzelfde moment plaatsvinden als ze samen waren; of ze konden op hetzelfde moment plaatsvinden als ze niet samen waren; of ze konden op een verschillend moment plaatsvinden zelfs als ze samen waren; ze konden bij alle vier plaatsvinden, of enkel bij één of bij een paar van hen. Het woord ‘oproep’ werd door de meisjes zelf gebruikt die zeiden: ‘Vandaag deed de Maagd geen oproep aan mij. Vandaag deed ze een oproep aan mij. Ik heb al één oproep gekregen…’. Het is niet eenvoudig om de aard van de oproepen te beschrijven. De meisjes omschreven ze als een innerlijke vreugde, een duidelijke vreugde die altijd aanwezig was. Het was alsof de Maagd in de eerste oproep zei: ‘Jacinta!’ en in de tweede: ‘Jacinta, kom!’ en de derde: ‘Jacinta, ren, ren, ren!’. Maar zonder hoorbare woorden. De kinderen verborgen de oproepen en als men hen hier niet om had gevraagd of de kinderen ze in sommige gevallen niet spontaan hadden vernoemd, zouden ze niet zijn opgemerkt”.

    Conchita: “We vertelden onze families over de oproepen. Ze waren verbaasd vermits ze dit nooit hadden gezien of gehoord! Na ons gesprek met hen kregen we een oproep en we vertelden het hen. We waren alle vier tesamen. Er waren heel wat mensen bij ons en sommigen geloofden het niet, misschien omdat ze er voor de eerste keer bij waren. Ze spraken met Eerwaarde Valentin en stelden voor om twee van ons in Loli’s huis te zetten en de andere twee in mijn huis. En Eerwaarde Valentin vond dit een goed idee”.

    En zo geschiedde, Loli en Jacinta werden in Loli’s huis gezet, Conchita en Mari Cruz in Conchita’s huis.

    Conchita: “Ze scheidden ons om te zien of we alle vier op hetzelfde moment zouden samenkomen. En na een half uur kregen we de tweede oproep. En we kwamen alle vier op hetzelfde moment aan in de cuadro. En de mensen waren verbaasd. Zodra we in de cuadro waren verscheen de Maagd met het Kindje Jezus, maar zonder de Engelen. De Maagd glimlachte, en het Kindje ook. En het eerste wat we zeiden was: ‘Waar zijn Sint Michaël en de andere Engel?’. En de Dame glimlachte nog meer. De mensen en onze ouders hadden ons voorwerpen gegeven die we aan de Maagd moesten geven om ze te kussen. En Ze kuste ze allemaal. Vermits we graag spelletjes speelden met het Kindje Jezus, raapten we keitjes op. En ik stopte ze in de zoom van mijn kleed, Loli stak de hare in haar mouwen en Jacinta gaf ze aan Hem. Maar Hij nam ze niet. Hij lachte alleen maar. De Dame vertelde ons heel veel. Maar we mochten er niets over zeggen”.

    Er vallen hier veel verbazingwekkende zaken op:

    1. Het miraculeus samenvallen van de tijdstippen van de oproepen bij de vier kinderen, ondanks dat ze niet allemaal bij mekaar waren.

    2. Het feit dat de engelen, die hun missie hadden volbracht om de weg voor te bereiden en de Dame de eerste keer te begeleiden, zich hadden teruggetrokken zodat alle aandacht kon gericht worden op de persoon waar het echt om draaide.

    3. De aanwezigheid van de toeschouwers die meer toenadering zochten tot de aanwezigheid van Maria door Haar voorwerpen aan te bieden die Ze kuste zodat zij ze later konden koesteren als zoete afstraling van Haar moederlijke welwillendheid.

    4. De normale reactie van de kinderen tegenover een mooi Kind, door het spelen van spelletjes om hun affectie voor Hem te tonen.

    Maar wat meer aandacht verdient is : “De Dame vertelde ons heel veel”…alhoewel Ze de kinderen niet toeliet om te herhalen wat Ze gezegd had, voorlopig toch niet. Ze verdroeg veel kinderachtige dingen van de zieners. Welke moeder zou dat niet doen? Maar ze verheft hen boven hun kinderlijke manier van handelen. Ze is niet zomaar gekomen. Ze is ook niet gekomen om haar vriendelijkheid te tonen door het verlenen van een aantal gunsten zoals het kussen van voorwerpen. Bovenal is ze gekomen om te helpen en de weg te wijzen, niet volgens onze ideeën of plannen, maar volledig volgens de plannen van God. Daarom sprak ze over veel dingen die avond. Daarom zou ze blijven spreken op vele andere avonden. Bepaalde zaken, die iedereen of vele mensen aanbelangden, zouden op het gepaste tijdstip bekend gemaakt worden; andere zaken zouden voor eeuwig persoonlijke geheimen blijven voor de zieners.

    Op die maandag, de tweede verschijning van Maria, Koningin en Moeder, hadden de oproepen voor de eerste keer plaatsgevonden. En er gebeurde nog iets dat nog nooit was gebeurd in de geschiedenis van de Katholieke Kerk en dat daarom uniek zou worden voor Garabandal. De kussen van genade!

    We hebben reeds gezien dat Conchita zei: “De mensen en onze ouders hadden ons voorwerpen gegeven die we aan de Maagd moesten geven om ze te kussen. En Ze kuste ze allemaal”. Doorheen de loop van dit verhaal zullen nog veel voorbeelden naar voor komen van de Maagd’s verborgen vrijgevigheid. Om dit beter te begrijpen kijken we naar de getuigenis van Eerwaarde Ramon Maria Andreu en het verslag dat hij drie maanden na het begin van de gebeurtenissen in Garabandal had geschreven:

    “Stenen waren ook een veel voorkomend voorwerp in de visioenen van de kinderen. Het waren kleine stenen, de grootte van een bonbon. Ze raapten ze van de grond terwijl ze in extase waren of soms brachten ze ze op voorhand mee. Ze gaven ze aan de Maagd die ze kuste, en daarna gaven ze de stenen aan de mensen als geschenk of teken van vergeving. Het werd meermaals opgemerkt dat de Maagd zelf de kinderen om meer stenen vroeg. De Maagd wist ook welke stenen Zij reeds gekust had. Op een dag had één van de kinderen een pot met stenen zodat de Maagd ze kon kussen. Toen ze één ervan aan de Maagd wou geven om te kussen zei het meisje: ‘Wat? Welke werd reeds gekust? Oh! Die is van André!’.”

    Het was een bewezen feit dat, ondanks de massa voorwerpen die de kinderen door de Maagd hadden laten kussen, de kinderen nooit een fout maakten toen ze de voorwerpen aan de juiste persoon teruggaven. En ze deden dit met hun gezicht naar omhoog geheven, zonder de mensen te zien en soms stonden de mensen zelfs achter hen of bleven ze opzettelijk op een afstand. In al deze gevallen was het duidelijk dat iemand de handen van de kinderen stuurde.

    Maar de Maagd kuste niet alleen steentjes en religieuze voorwerpen. Ze kuste ook voorwerpen die niet geschikt leken voor Haar lippen. Een bevestigd verhaal hierover is het volgende: Op een dag was Conchita in de keuken van haar huis terwijl ze wachtte op het moment van de verschijning. Er waren heel wat mensen bij haar. Op een tafel lagen de voorwerpen die ze aan de Maagd ging geven om te kussen. Iemand had er een poederdoos van een dame bij gelegd. Conchita en de aanwezigen aanvaardden dit niet. Hoe zou de Maagd een voorwerp kunnen kussen dat enkel dient voor ijdele doeleinden? Maar, de poederdoos bleef liggen. Op het moment van de extase zagen de aanwezigen tot hun verbazing dat het meisje, zonder er naar te kijken, als eerste voorwerp de poederdoos nam en ze aan de Maagd aanreikte. Onder de aanwezigen waren er ongetwijfeld gemengde gevoelens: verrassing en twijfel. Was het wel echt de Maagd die verscheen? Men dacht niet dat Zij zo’n voorwerp zou kussen. Zodra de extase voorbij was vroeg men Conchita om een verklaring hiervoor. En ze zei dat de Maagd onmiddellijk de poederdoos had gevraagd om te kussen en dat Ze zei dat het iets was dat aan haar Zoon toebehoorde. Het meisje wist niet meer te vertellen. Maar de persoon die de poederdoos had meegebracht wist er meer van en verklapte het geheim: Tijdens de Spaanse burgeroorlog (1936 – 1939) toen priesters geëxecuteerd werden en moesten onderduiken was de poederdoos gebruikt geweest om de Hosties voor de Communie rond te brengen, en vooral naar de gevangenen die geëxecuteerd gingen worden. En aldus had het als pyxis (2) gediend.

    Naast religieuze voorwerpen waren er waarschijnlijk het meest huwelijksringen die als voorwerp gekust werden. Het is niet moeilijk om te begrijpen waarom de Maagd deze voorwerpen kuste. Er heerst een grote crisis binnen het gezinsleven. Onder niet-Katholieken zijn echtscheidingen in een alarmerend tempo gestegen. Maar zelfs in Katholieke gezinnen gebeurt het meer en meer. De Maagd kwam niet alleen voor Garabandal, of niet alleen voor Spanje. Ze kwam voor al haar kinderen en als er waren die bekeerd moesten worden omwille van het kwaad dat ze gedaan hebben, dan waren er ook anderen die gewaarschuwd moesten worden zodat ze niet in hetzelfde kwaad zouden vervallen. Met Haar kus gaf de Maagd op voorhand aan wat de Kerk wou voorkomen en later zou verkondigen in het document Gaudium et Spes (3).

    In verband met de kussen van de Maagd zijn er twee belangrijke zaken:

    Ten eerste is er een bevestiging. Het is zeker dat Conchita meer dan eens in de naam van de Maagd gezegd heeft: “Jezus zal wonderen doen, voor en na het Grote Wonder (4), door middel van voorwerpen die door Haar gekust werden. En de personen die deze voorwerpen in geloof gebruiken zullen in dit leven het vagevuur ondergaan”.

    Ten tweede is er een anekdote die ons helpt begrijpen dat deze kussen enkel toegeschreven werden aan Maria’s moederlijke rol. Het gebeurde jaren later op 18 juni 1965, een belangrijke datum in de geschiedenis van Garabandal. Op die dag was het dorp bedolven onder een stroom van vreemdelingen die aanwezig wilden zijn op een speciale verschijning die in december van het voorgaande jaar was aangekondigd. Eén van deze vreemdelingen, die zonder twijfel geen gekust voorwerp bezat en er één wou, overhandigde een rozenkrans aan Conchita. Het meisje dat wist dat op die dag enkel de H. Michaël ging komen wou het niet aanvaarden en zei tot de man:

    Conchita: “De engel kust niet”
    Man : “Waarom niet?”
    Conchita lachte en zei: “Alleen de Maagd kust. De Engel is daar niet de geschikte persoon voor.”

    Toelichting:
    (1) Hier probeert Conchita ons in haar povere woordenschat uit te leggen wat geen menselijke tong op gepaste manier kan uitdrukken. Ze slaagt er niet in om ons te vertellen wat deze oproepen eigenlijk zijn; ze informeert ons zo goed ze kan over het effect dat ze hebben. Het gaat hier om een directe communicatie tussen God en de ziel, zonder tussenkomst van tekenen of woorden.

    (2) Doosje waarin de Hostie naar een zieke wordt gebracht.

    (3) Een document van het Tweede Vaticaans Concilie van 7 december 1965. Eén van de belangrijkste teksten is de definiëring van het huwelijk. Het wordt niet langer omschreven als een contract maar als een verbond, een ‘intieme gemeenschap van leven en van echtelijke liefde”.

    (4) Komt in een latere aflevering ter sprake


    06-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tot morgen!

    Jammer, geen verhaal vandaag. Maar morgen zijn we er weer!
    En vergeet niet.... volgende maandag is het een heel speciale dag!


    05-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10. Moeder en lerares

    Conchita schreef in haar dagboek : “We keken naar Haar terwijl we de rozenkrans baden. En ze bad samen met ons om ons op de juiste manier te leren bidden.”

    Het eenvoudig bidden van de rozenkrans wat vandaag de dag zo onderschat wordt, heeft een buitengewone en mysterieuze kracht om zielen via Maria naar God te leiden; het verkrijgt van Hem alle genaden die de wereld nodig heeft. We proberen ons voor te stellen dat we naar de Maagd luisteren die samen met de jonge meisjes het Onze Vader en het Glorie Zij de Vader bidt. Alles was een gebed van liefde, van lofzang en van smeekbedes. Toen de Maagd het Ave Maria bad met de kinderen was dit volgens Conchita niet enkel een oefening om te leren bidden, maar ook een opdracht. De vier meisjes hadden, net zoals andere kinderen en zelfs de volwassenen, de slechte gewoonte gehad om snel te bidden, zonder de woorden goed uit te spreken. Maria toonde hen dat men zo niet tot God zou mogen spreken. Achteraf, toen de meisjes hun les geleerd hadden, begeleidde de Maagd hen nog enkel bij het zeggen van de Gloria (Eer aan God in den hoge…).

    Conchita: “Toen we de rozenkrans gebeden hadden zei Ze dat ze ging vertrekken. En we zeiden dat ze nog een beetje moest blijven omdat ze nog niet lang bij ons was. En Ze lachte en zei dat Ze op maandag zou terugkeren. Dan vertrok ze, wat ons droevig stemde.”.

    Dit verbaast ons niet. In Hemelse tijd gaat alles vlug voorbij maar in de duisternis van de hel gaan de uren langzaam.

    Conchita: “Toen Ze weg was kwamen de mensen ons omhelzen en vroegen ze ons wat Zij gezegd had. Een aantal mensen geloofden niet dat we zoveel gepraat hadden. Hoe kon de Maagd zoveel met ons praten en luisteren?”

    Wij mensen hebben altijd de gewoonte om onze zwakke opvattingen op alles toe te passen, zelfs als het zaken van God betreft. Hoe konden ze zeggen dat de kinderen teveel gepraat hadden! Alsof God en de Maagd arrogante personen zijn waar men enkel heel formeel en met veel protocol naartoe kan gaan om enkel over serieuze zaken te praten (1).

    Zie Jesaja 55:8-9 : “Mijn plannen zijn niet jullie plannen, en jullie wegen zijn niet Mijn wegen. Want zo hoog als de hemel is boven de aarde, zo ver gaan Mijn wegen jullie wegen te boven, en Mijn plannen jullie plannen.”

    En Matteüs 11:25 : “In die tijd zei Jezus ook : Ik loof u, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat u deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt gehouden, maar ze aan eenvoudige mensen hebt onthuld”.

    Conchita: “Maar de meerderheid geloofde, want ze zeiden dat het was zoals een moeder die haar dochter lange tijd niet gezien had, en haar alles te vertellen heeft. Dus ons, die Haar nooit hadden gezien, had ze zoveel te meer te vertellen. Trouwens, ze is onze Moeder in de Hemel. Ze brachten ons naar de sacristie en een priester, Francisco Odriozola (2) ondervroeg ons één voor één. En achteraf vertelde hij de mensen wat wij gezegd hadden. Zo eindigde deze zondag 2 juli. Een heel vrolijke dag want we hadden de Maagd voor het eerst gezien. Maar wij zijn altijd bij Haar, wanneer we maar willen.”

    Conchita had haar dagboek die dag niet beter kunnen beëindigen. Zij is altijd bij ons. En wij kunnen bij Haar zijn, wanneer we maar willen. Door geloof en liefde, door toewijding en navolging. Niets is belangrijker dan dat, zelfs belangrijker dan de verschijningen zelf, die zinloos zouden geweest zijn als ze ons niet naar die bestemming zouden leiden.

    “Gezegend zijt Gij die geloofd heeft”, werd tegen Maria gezegd bij het Bezoek (Lukas 1:45). Wij, haar kinderen, bewijzen haar weinig lof als we niet, boven alles, naar het geloof streven.

    2 juli 1961…De dag van de Heer,…zondag. De dag van een nieuw Bezoek door de Maagd.

    Nu nog wordt elk jaar te Lourdes op 11 februari in nagedachtenis van de 2de juli in Garabandal gezegd: “Vandaag verscheen de glansrijke Koningin van de Hemel op aarde. Vandaag bracht ze Haar volk woorden van verlossing en tekenen van vrede. Vandaag vieren de engelenkoren en de gelovigen, jubelend van vreugde, haar Onbevlekt Mysterie.”

    Toelichting:
    (1) Sinds het begin was dit één van de voornaamste redenen waarom bepaalde intellectuelen tegenstanders waren van de gebeurtenissen te Garabandal: de lengte en de kinderlijkheid van de gesprekken die de ziensters met hun onzichtbare gesprekspartners hadden. Hoe kan men beweren dat kinderzaken van minder belang zijn dan volwassenenzaken in de ogen van God?

    (2) Deze priester was afkomstig uit Santander, later werd hij Kanunnik van de kathedraal. Hij zou één van de personen worden die het meest betrokken waren in het onderzoek naar Garabandal. Zijn naam zal altijd verbonden zijn met de geschiedenis van deze gebeurtenissen.


    04-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.9. Zoals Jij zijn er geen twee.

    Conchita had in haar dagboek een beschrijving van de H. Maagd genoteerd :

    “De Maagd verschijnt in een wit gewaad, een blauwe mantel en een kroon van gouden sterren. De voeten zijn onzichtbaar, de handen zijn geopend en aan de rechterhand hangt een scapulier:het scapulier is bruin. Haar haar is lang, donker en kastanjebruin van kleur, golvend met een scheiding in het midden. Het gezicht is wat lang evenals de neus die heel fijn is. De mond is heel mooi met volle lippen. Haar gezicht is gebruind, maar veel lichter dan dat van de engel. Anders. De stem, heel mooi, een ongewone stem. Ik kan het niet uitleggen. Er is geen enkele andere vrouw die op de Maagd lijkt, niet van stem of wat dan ook. Soms draagt Ze het Kindje in Haar armen. Hij is heel klein zoals een pasgeboren baby, met een rond gezicht, dezelfde kleur als de Maagd. Hij heeft een heel kleine mond en halflang haar. Hij is in een soort blauwe tuniek gekleed.”

    Rekening houdend met de beperkte uitdrukkingsmogelijkheden van een jong meisje uit een afgezonderd dorpje kunnen we stellen dat de beschrijving verbazend is. Het visioen moet echt heel wonderbaarlijk geweest zijn dat ze zo’n uitgebreide beschrijving geeft. Het is begrijpelijk dat de menselijke taal niet geschikt is om zo’n wonderbaarlijke dingen die zo ver buiten onze ervaringen liggen te beschrijven : “Ik kan het niet uitleggen. Er is geen enkele andere vrouw die op de Maagd lijkt, niet van stem of wat dan ook.”.

    De kinderen van Garabandal kunnen praten over hoe het haar van de Maagd er uit zag, over de kleur van Haar kledij, de positie van Haar handen, enz.. maar ze kunnen ons nooit de volledige bevalligheid van Haar persoon, de charme van Haar glimlach, de straling van licht in Haar verschijning, de hemelse melodie in Haar stem, de pracht van Haar goedheid, Haar puurheid of Haar liefde beschrijven. Een uniek wezen waarin de natuur en de gratie maximaal verenigd zijn en van Haar een onovertrefbaar wonder van perfectie maken. Geen wonder dat Zij beschouwd wordt als het beeld van het Paradijs en dat de uren samen met haar voor de zieners als minuten leken, en dat de plaats waar de verschijningen het meeste plaatsvonden een stukje hemel genoemd werd.

    Om de ontmoeting van de kinderen van Garabandal met de Koningin en Moeder van de Hemel beter kunnen voor te stellen, volgt hierna een verklaring van Isabel de Daganzo, een schilderes uit Santander:

    “Dit is een samenvatting van mijn gesprekken met Conchita van 7 tot 15 november 1967. Met haar hulp, en die van de Allerheiligste Maagd wou ik iets schilderen dat de hemelse scènes goed zou voorstellen. Ik toonde Conchita verschillende sketches waaronder één van Onze Lieve Vrouw van Garabandal. Ze had mij vroeger al geholpen om deze te maken. Hieruit ontstond het schilderij dat heden in de Kapel van de H. Michaël te Garabandal vereerd wordt en waarvan een massa kaartjes werden gemaakt die over gans de wereld zijn verspreid.”.

    Conchita: “Je Maagd is goed, maar je moet de mantel gratieuzer maken. Er waren geen wolken, alleen licht. Soms lachte Ze zodat dat haar tanden zichtbaar waren. Haar haar was meer golvend. De bloemen op haar gewaad waren in wit geborduurd. Het scapulier bestond uit één stuk en was iets groter.”.

    Isabel: “Wat betekende het oog in de eerste verschijning? Was het zoals dit?” (ik maakte een tekening).

    Conchita: “Nee, het had niet zo’n vorm. Het was een normaal oog, met wimpers, bruin van kleur. En ik weet niet wat het betekende. Het was één groot licht en het helderste licht was hier.” (Conchita maakte een schets en zonder aarzelen wist ze de exacte afstand tot de Maagd aan te duiden).

    Ze voegde er nog aan toe : “Er gebeurde heel veel tijdens de verschijning die dag. Er was onder andere een regen van sterren. Wij, Loli, Maria Cruz, Jacinta en ikzelf zagen het.

    Isabel: “Waar kwamen de sterren vandaan? Uit Haar handen?”

    Conchita: “Nee, nee, ze kwamen van boven, alsof het regende.”

    Isabel : Eén van mijn schilderijen was de Maagd bovenop een rode wolk, ik had dit ooit in een boek gelezen.

    Conchita: “We hebben de Maagd nooit op een rode wolk gezien. Op een dag, toen we niet in extase waren, was er wel een rode wolk die ons alle vier bedekte en ons bang maakte.”

    Isabel : Een ander schilderij toonde de Dame bovenop een ster met een lange staart, met de vier ziensters op hun knieën aan Haar voeten.

    Conchita: “Ja, op een keer kwam er een heldere ster met een lange staart voorbij, maar ze passeerde, ze stopte niet aan de voeten van de Maagd. En we waren niet met vier, alleen Loli en ik. Dat was op de feestdag van Onze Lieve Vrouw van de Pilaar “(1).

    Op een ander schilderij stond Onze Lieve Vrouw omringd door engelen als de Koningin van de Engelen.

    Conchita : “Ik zag de Maagd niet omringd door engelen. Maar ik weet niet of de anderen Haar zo zagen.”.

    Isabel : “Hoe zegende en kuste de Maagd je? Op deze manier?” (En ik toonde haar een ander schilderij)

    Conchita: “Ze zegende ons niet, maar ze kuste ons inderdaad wel. Ze daalde af naar onze hoogte. En als we Haar soms niet konden aanraken, tilden we mekaar op.”(2)

    De laatste vraag die Isabel aan Conchita stelde was: “Is er iets dat ik zou kunnen schilderen dat angst zou kunnen veroorzaken?”

    Conchita: “Nee. Wat ik gezien heb en wat angst zou kunnen veroorzaken is de Kastijding (3) en daar mag ik je niets over vertellen. Trouwens, verschrikking en angst zijn niet zo geschikt om zielen aan te moedigen”.

    Toelichting:
    (1) Toen Jakobus het evangelie verkondigde belandde hij rond 40 na Christus in Zaragossa in het Noordoosten van Spanje. De Spanjaarden moesten echter niet veel weten van de blijde boodschap, wat Jakobus triestig stemde. Toen verscheen de Maagd aan hem en Ze gaf hem een houten beeldje van Haar en een zuil in versteend hout. Ze zei dat hij ter ere van Haar een kerk moest bouwen en dat het beeldje en de zuil op het altaar geplaatst moesten worden. Vandaar de naam “Onze Lieve Vrouw van de Pilaar”. De feestdag is 12 oktober.

    (2) Wat een Moeder hebben wij in de Hemel! Hoe ze met de allerhoogste zachtheid naar ons afdaalt om ons op te kunnen tillen zodat we minder ongelukkig zouden zijn.

    (3) Eén van de straffen die de mensheid zal treffen. Dit komt later in het verhaal ter sprake.


    02-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.8. Ontmoeting van Liefde

    Heel veel eeuwen geleden gebeurde er iets heel moois. Het begon als volgt :

    In die dagen ging Maria in grote haast naar de berg (Lukas 1:39). Dit was één van de prachtige momenten uit het leven van Maria: het Bezoek aan haar nicht Elizabeth die in blijde verwachting was van Johannes de Doper. De feestdag en de liturgische herdenking van deze gebeurtenis werd binnen de Katholieke Kerk elk jaar gevierd op 2 juli (1).

    2 juli 1961
    Op deze dag had een plaats binnen de Katholieke Kerk meer dan zo maar een feestdag of liturgische herdenking. Op 2 juli 1961 zou het bergdorpje San Sebastian de Garabandal een prachtige herhaling meemaken van Maria’s Bezoek. Zoals een moeder die niet langer meer kon wachten omdat haar kinderen in gevaar waren, ging Zij opnieuw in grote haast naar de berg. Waarom? Opdat Zij samen met ons zou kunnen leven en ons bijstaan! Net zoals ze geleefd en bijstand verleend heeft in het dorp en huis van Elizabeth.

    In dit hedendaags Bezoek waren de voetstappen van de Pelgrim Maagd (2) subtieler dan in het oude Bezoek; en alleen de engelen wisten waar Zij heenging en dat Zij ons kwam bezoeken. De pracht van het licht van de allermooiste zou helder schijnen in het duister te San Sebastian de Garabandal, waar de mensen amper hun brood konden verdienen, laat staan begrijpen wat een engel daar kwam doen.

    Het was een feestelijke zomeravond en het was het uur om de Vespers (3) te bidden. En zoals gewoonlijk werd het gebed beëindigd met de woorden die de Maagd had gesproken toen ze Elizabeth begroette:

    “Hoog verheft nu mijn ziel de Heer,
    Verrukt is mijn geest om God, mijn Verlosser.
    Zijn keus viel op zijn eenvoudige dienstmaagd.
    Van nu af prijst ieder geslacht mij zalig.
    Wonderbaar is het wat Hij mij deed,
    De Machtige, groot is Zijn Naam!
    Barmhartig is Hij tot in lengte van dagen
    voor ieder die Hem erkent.
    Hij doet zich gelden met krachtige arm,
    Vermetelen drijft Hij uiteen,
    machtigen haalt Hij omlaag van hun troon,
    eenvoudigen brengt Hij tot aanzien.”
    (Lukas 1:46-52)

    Op dat uur was in Garabandal niemand de Vespers aan het bidden. Het was bijna 18u op die lange namiddag van de prille maand juli en de verwachtingen en nieuwsgierigheid waren hoog gespannen in het dorp. Sommige mensen kuierden door de straten, andere gingen naar de kerk; maar allen wilden ze zo dicht mogelijk bij de kinderen zijn als het uur zou komen dat…. Tja…wie wist wat ze moesten verwachten?

    Nadat om 15u een Rozenkrans was gebeden waren de meisjes richting Cossio gegaan om te zien of één van Conchita’s broers die ze verwachtten, op komst was. Onderweg kwamen ze een grote menigte tegen. Conchita : “Ze hielden ons tegen en gaven ons geschenken, snoep, rozenkransen, en nog veel meer”. De bestuurder van een wagen had de kinderen herkend toen ze bijna in Cossio waren en bracht hen terug naar Garabandal.

    Conchita: “Toen we in het dorp kwamen stond er een grote menigte te wachten. Er waren tien of elf priesters, dokters, een abt en er stonden heel veel wagens. We gingen naar de calleja om de rozenkrans te bidden. Nog voor we daar aankwamen verscheen de Maagd aan ons, met een Engel aan elke zijde. Eén ervan was de H. Michaël. De andere herkenden we niet. Hij was gekleed zoals de H. Michaël. Het leken wel tweelingen.”.

    Hier wordt voor de eerste keer de naam H. Michaël vermeld. En zo kennen we ook de identiteit van de Engel die de kinderen de voorbije dagen bezocht had. Vandaag begeleidde hij de Koningin; zijn missie om Haar aan te kondigen en de weg voor te bereiden bereikte haar hoogtepunt met Haar bezoek. Hoewel zijn naam voor de ziensters geen speciale betekenis had, is hij van grote betekenis voor ons. Wat er in Garabandal begon te gebeuren kan niet zonder gevolgen blijven vermits God de moeite deed om Zijn hoogste aartsengel ervoor in te zetten. De Katholieke leer heeft de H. Michaël altijd als de leider van de hemelse geesten voorgesteld. Hij is het werktuig dat God gebruikt voor Zijn grote werken. Hij is de engel die van hierboven voor alle uitverkorenen zorgt, de Beschermer van de Kerk. Hij is het die als Prins van de Hemelse Legerscharen de grote strijd tegen de machten van de hel leidt.

    In het laatste boek van de Heilige Schrift, de laatste bladzijden van het verhaal van de Redding, verschijnt de H. Michaël als de engel van de laatste en beslissende strijd. We kunnen onszelf afvragen of we nu het laatste hoofdstuk van de geschiedenis in gaan. De tijd waarin Satan zal toegestaan worden om de naties te misleiden komt klaarblijkelijk dichterbij. Veel vroegere Christelijke naties zijn afvallig geworden, zichzelf officieel atheïstisch verklarend of ze negeren God als het hen best uitkomt. Paus Leo XIII had in 1884 blijkbaar al mysterieuze en dwingende redenen om na iedere doordeweekse mis het gebed: “Heilige Aartsengel Michaël, verdedig ons in de strijd…” in te stellen.

    Sinds een aantal jaren, bijna sinds de gebeurtenissen te Garabandal, vond men het gepast om die post-Missam gebeden (na de Mis) af te schaffen. Maar dit laat niemand toe om te denken dat de gebeden tot de heilige Aartsengel mogen verwaarloosd worden alsof de strijd al gewonnen is. De huidige toestand binnen de Kerk en de tekenen des tijds verkondigen het tegengestelde! (4)

    Vele jaren later vertelde Jacinta dat ze niet wisten dat de Engel van de verschijningen de H. Aartsengel Michaël was tot de H. Maagd het hen op 2 juli 1961 vertelde.

    Vraag: “Weet je wie de andere engel was die de H. Maagd begeleidde?”

    Jacinta: “De H. Gabriël”

    Vraag :”Ben je daar zeker van?”

    Jacinta : “Heel zeker”.

    Nu moeten de Dame (de vijand van de draak) en de Engel van de Laatste Strijd een beslissende actie in ons teweeg brengen. Men moet daarom heel veel aandacht besteden aan wat Zij vragen.

    Conchita: “Aan de rechterzijde van de Engel, op dezelfde hoogte als de Maagd, zagen we een groot oog. Het bleek het oog van God te zijn.”.

    Volgens politiechef Juan Seco riepen de vier meisjes tesamen: “De Maagd!”. En even later hoorde men Conchita zeggen: “Oh. Wat een oog!”.

    Het mysterieuze oog moet opgevallen zijn door een uitzonderlijk licht. Volgens de politiechef hadden de meisjes voor het eerst tranen in de ogen, waren ze meer verstijfd dan voordien en waren ze heel erg bleek “zoals een gezicht van was”. Maria Cruz weende het meest en een dokter greep haar onderkaak om haar gezicht proberen weg te draaien zodat ze niet zo zou staren. Ondanks de kracht die hij gebruikte lukt hem dat niet. Er werd een gekraak gehoord en iedereen dacht dat hij de kaak van het meisje gebroken had.

    Conchita : “Die dag spraken we lang met de Maagd. En zij sprak met ons. We vertelden haar alles”. Op een bepaald moment toonde Loli haar tanden; later bleek dat de Maagd gezegd had dat die heel mooi waren. Nadien opende Conchita haar mond en draaide haar lippen op een ongewone manier; later bleek dat ze de Maagd een slechte tand wou tonen. Bij een andere gelegenheid moet de Maagd hen over Eerwaarde Valentin gevraagd hebben. Hijzelf had dit gehoord toen de kinderen antwoordden. De kinderen spraken ook over de politiewachten en zeiden dat ze hen beschermden tegen de menigte om de verhinderen dat hen iets overkwam.

    De kinderen vroegen ook aan de Maagd om haar Kroon te tonen; en Zij moet hen verzoek ingewilligd hebben vermits de toeschouwers aan de gebaren van de kinderen konden zien dat ze iets in hun handen namen dat van boven hen kwam en dat ze aan mekaar doorgaven. Conchita durfde nog meer: Zij vroeg de Maagd om haar één van de sterren in haar Kroon te geven om ze op haar hoofd te zetten zodat alle aanwezigen ze zouden zien en in de verschijningen zouden geloven. Het bleek dat de Maagd antwoordde: “Zij zullen geloven”.

    En zo waren deze eenvoudige kinderen in een intiem gesprek verwikkeld, heel vertrouwd, met de Koningin van de Hemel. Want Zij die een Koningin is, is ook een Moeder. Boven alles een Moeder! Niet zomaar een moeder, maar DE MOEDER. Het is Zij die het recht van het moederschap in zich draagt.


    Toelichting:
    (1) De feestdag van het Bezoek van Maria aan Elizabeth werd oorspronkelijk gevierd op 2 juli, maar omdat deze dag nà de feestdag van de geboortedag van Johannes de Doper (24 juni) viel, heeft men hem in 1969 verplaatst naar 31 mei. Op sommige plaatsen wordt het feest echter nog gevierd op 2 juli.

    (2) Onder de mooie titel van De Pelgrim Maagd (een voorstelling van de H. Maagd in pelgrimskleren) wordt de Maagd Maria op 2 juli gevierd in Sahagun (Provincie van Leôn, Spanje). In deze stad zijn de kerk en het mooie standbeeld van de Maagd een paar van de zeldzame overblijfselen van een oud Franciscanerklooster.

    (3) De Vespers of avondgebed is een kerkdienst in de Katholieke Kerk en wordt gebeden om 17-18u. Vespers komt van het Latijn vespera dat avond betekent. De basis van de Vespers is de dankzegging voor wat God die dag gegeven heeft en voor wat men in Zijn naam heeft mogen doen.

    (4) Toen Conchita vernam dat het gebed tot de H. Michaël aan het einde van de Mis afgeschaft werd zei ze: “Hoe ongelukkig! Nu dat het zo hard nodig is!”


    01-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.7. De engel spreekt…

    Op maandag 26 en dinsdag 27 juni 1961 was er geen verschijning. De meisjes begonnen te vrezen dat het voorbij was zoals Conchita zegt : “We waren heel bedroefd omdat we dachten dat we nooit nog iets zouden zien.”.

    De reden van de komst van de Engel was dan ook enkel om mee te delen wat er te lezen stond in het geschrift dat onder hem te zien was, maar de kinderen hadden daar geen aandacht aan besteed. De teleurstelling en de met afschuw vervulde reactie die zich uitten in de bedreigende woorden van de menigte tijdens de voorbije 2 dagen waarop ze verlangden om iets te zien, droegen bij tot de neerslachtigheid van de meisjes. Er was enkel gebeden en de menigte was niet precies gekomen om te bidden. Ze gingen huiswaarts en zeiden:”Het is duidelijk! Vermits we hier met velen zijn en de mensen van Garabandal dit niet gewend zijn, durven ze die dingen niet meer in onze aanwezigheid doen.”.

    28 juni 1961
    De vier meisjes bleven hun werk doen zoals gewoonlijk; naar school gaan en het Heilig Sacrament bezoeken, maar ze konden het lijden dat ze voelden niet verbergen. Dat lijden moet heel duidelijk geweest zijn vermits de mensen van het dorp van mening waren dat ze hen moesten troosten. Woensdag 28 juni was een normale schooldag. Conchita : “Toen we buitengingen en de mensen zagen dat we bedroefd waren, weenden ze en kusten ze ons en zeiden: “Bidt heel veel zodat hij terugkomt!”. Toen de avond viel gingen we naar de calleja en deden wat we altijd gedaan hadden. De mensen baden de Rozenkrans met meer geloof dan ooit zodat hij aan ons zou verschijnen. En op het einde verscheen hij aan ons en lachte ons toe als nooit tevoren.”

    De meisjes stelden hem veel vragen, vooral dat hij hen zou zeggen waarom hij gekomen was. De enige reactie die ze kregen waren glimlachjes (1). Ze kregen geen verklaring maar wel zo’n gelukzaligheid dat de extase die van 21u tot 22u duurde slechts een minuut of minder leek te duren voor hen. Zo blij waren ze.

    De Engel verscheen niet op donderdag 29 maar wel op vrijdag 30 juni. Misschien was het tijdens de verschijning op deze dag, de laatste vrijdag van de maand van het Heilig Hart dat Jacinta onze Heer zag “staan op wat een kleine witte wolk leek te zijn, en Hij toonde een helder rood hart aan de linkerzijde van Zijn borst, waaruit witte en gouden stralen kwamen”. Hij sprak niet tot het meisje. Maar met een gebaar van Zijn linkerhand bood Hij haar Zijn hart aan terwijl Hij haar met zijn rechterhand teken deed dat ze dichterbij moest komen. Jacinta gehoorzaamde en was overweldigd door de schoonheid en de glans van zijn gewaden en zelfs nog meer door Zijn persoon. Zijn schittering was heel superieur aan wat ze bij de Engel gezien hadden, en zelfs superieus aan wat ze later bij de Maagd zouden zien.

    Jacinta’s visioen gebeurde in de calleja terwijl de drie andere meisjes die naast haar geknield zaten een verschijning van de H. Aartsengel Michaël aanschouwden. Het visioen duurde slechts een paar ogenblikken (zo leek het toch voor haar), maar liet een onuitwisbare indruk op haar hoewel ze het jarenlang geheim hield. In het visioen waren er twee dingen die een bijzondere indruk op haar maakten: hoe Jezus er uit zag en zijn majestueuze houding. Zijn blik drong door tot in het binnenste van haar ziel. Ze zou het niet lang kunnen volhouden hebben! Desondanks was de Heer’s blik “vol van immense liefde”. Wat Zijn hoogste majestueuze houding betreft mag men niet vergeten dat Jezus de Heer is voor wie iedereen in de hemel, op aarde en onder de aarde moet knielen.

    29 juni 1961
    Faustino Gonzalez was een veeboer en herder uit de oude stad Obesa in de regio van Rionansa. De dingen die in het dorp gebeurden waren uiteraard een gespreksonderwerp tussen Faustino en de andere mannen die in de omliggende schuren woonden. Op 29 juni, de laatste donderdag van de maand en de feestdag van de HH. Petrus en Paulus, besloten ze om gaan kijken wat er aan de hand was. Ze waren met tien of elf and door hun primitieve kledij en manier van reizen leken ze er meer op uit om de spot te drijven dan toewijding te zoeken. Ze hadden waarschijnlijk niet kunnen denken dat de hemel zich zou bezig houden met wezen zoals de kinderen van Aniceta, Ceferino, Simon en Escolastico.

    In het dorp verzamelden de mensen op de calleja op het gebruikelijke uur. De herders zorgden ervoor dat ze op de eerste rij stonden zodat ze goed kunnen zien wat er gebeurde om zich te vermaken. Op die dag zette een oude vrouw uit het dorp het bidden van de Rozenkrans in. De meisjes namen hun plaats in binnen de Cuadro. Gedurende een tijdje ging het bidden door zonder dat er iets gebeurde; het leek alsof de Engel geen haast had. De herders, die niet echt gekomen waren om te bidden, amuseerden zich door de vrouw die in het gebed voorging gade te slaan. Haar gezicht toonde zo’n berouw, zo’n toewijding, dat ze in lachen uitbarstten. Maar hun lach werd abrupt afgebroken want met een plotse ruk opwaarts van hun hoofden gingen de vier meisjes in extase. Later bekende Faustino Gonzalez aan Dokter Ortiz uit Santander: “Bij het zien van die transformatie, het gadeslaan van hun gezichten, ervaarden we zo’n emotie dat we in tranen uitbarstten, hoewel we zo hard als steen waren.”.

    De terugkeer naar de schuren in de warme lucht van de avond gebeurde heel anders dan wanneer ze de heenreis hadden gemaakt. Later konden ze over niets anders meer praten dan over wat ze hadden gezien en gehoord. Ze konden niet slapen en één van hen stelde voor om er niet meer over te praten en de rozenkrans te bidden, zelfs als zou het niet meer zijn dan eerherstel voor de belediging tegenover God en de Maagd doordat ze wat er gebeurde in het belachelijke trokken. Ze gingen allen akkoord en in de eenzaamheid van de bergnacht, onder het geluid van het geloei van de koeien kon men in de stal voor de eerste keer ooit een rozenkrans horen van mannen die de onverklaarbare aanwezigheid van God van dichtbij hadden gevoeld. Die nacht moet zijn sporen nagelaten hebben bij de herders vermits anderhalve maand later, toen hij zijn eerste tocht naar Garabandal maakte, Celestino Ortiz aangenaam verrast was door de houding van die landelijke mannen die de rozenkrans baden terwijl ze de meisjes begeleidden. Hij sprak hierover met één van hen en kreeg dit antwoord: “Degene onder ons die vee hoeden in de bergen komen op zaterdag altijd de rozenkrans bidden met de meisjes. We hoeden het vee die dag eerder dan op andere dagen zodat we de rozenkrans niet missen. Ze zijn duizend keer meer waard dan diegene die we in de kerk gebeden hebben”.

    1 juli 1961
    Conchita: “Op die dag kwamen er heel veel mensen opdagen vermits het de dag van de Maagd was. Misschien zou Ze aan ons verschijnen.”.

    Op het gewone uur waren de meisjes in de Cuadro en de talrijke toeschouwers de Rozenkrans aan het bidden. En uiteindelijk verscheen de Engel. Maar deze keer bleef het niet bij glimlachen alleen. Deze keer, eindelijk… SPRAK HIJ! En zijn belangrijkste woorden waren : “Ik kom jullie het bezoek van de Maagd aankondigen, als Onze Lieve Vrouw van de Berg Carmel, en Zij zal morgen, zondag, aan jullie verschijnen.”.

    De meisjes waren buiten zichzelf van vreugde en riepen tesamen uit: “Laat haar nu meteen komen!”. De Engel glimlachte. Eindelijk werden de verschijningen van de Engel duidelijk. Hij was gekomen om hen voor te bereiden. En men kon veronderstellen dat wat hij kwam voorbereiden uitermate belangrijk was vermits de inleiding zo lang en intensief was geweest.

    De meisjes, overgelukkig met de geweldige aankondiging die ze zonet hadden ontvangen, spraken vol van geluk met de persoon die ze al zo dikwijls haden gezien maar waarmee ze nog nooit hadden gesproken. Ze hadden zo veel te vragen en te zeggen. En de Engel sprak vrijuit. Conchita schreef later: “Die dag sprak hij met ons over veel zaken.’. Het grootste deel van die zaken zullen altijd een geheim blijven vermits ze enkel diegenen die aan het gesprek deelnamen aanbelangden. De Engel was zonder twijfel voor iedereen gekomen of tenminste voor velen; maar bovenal voor die vier jonge meisjes met wie de Heer ongetwijfeld speciale plannen van liefde en genade had.

    De meisjes spraken met de Engel over de talrijke gebeurtenissen die tijdens de vorige ontmoetingen hadden plaatsgevonden. Zoals de angst die ze de eerste dag hadden gevoeld. Nu ze hier terug over nadachten en alles duidelijk was geworden lachten de meisjes uitbundig samen met de Engel. Na zo veel ontmoetingen en zoveel uren dat ze samen waren geweest was er een aangename vertrouwdheid tussen de vijf.

    De belangrijkste vraag die de meisjes aan de Engel stelden ging over het opschrift dat de Engel de laatste dagen had meegebracht. Hij antwoordde : “De Maagd zal het jullie vertellen”. Zoals met zoveel zaken moesten ze geduld hebben. God brengt alles in een ordelijke manier. Zijn ritme valt zelden samen met het onze en dat brengt ons zo dikwijls in de war. Het gesprek met de Engel duurde twee uur maar Conchita verklaarde later dat het voor hen slechts twee seconden leek te duren. De Engel vertrok met de woorden : “Morgen zal ik samen met de Maagd komen.”. Dit maakte de meisjes bedroefd (2).

    Toen ze terug in hun normale toestand kwamen waren ze heel verrast toen ze zagen dat het al donker was, vermits ze net uit een wereld van licht kwamen. De mensen die het lange gesprek gevolgd hadden stelden meteen vragen aan de meisjes over wat er gebeurd was en wat de Engel gezegd had. De meisjes verklaarden wat ze konden, zo goed ze konden. Hun arme dorpswoordenschat en beperkte uitdrukkingsmogelijkheden waren niet geschikt om te praten over dingen waar zelfs de meest geleerde breinen moeilijk zouden over kunnen praten. Hier rekening mee houdend, kunnen we beter begrijpen hoe we de beschrijving die de meisjes van de Engel gaven moeten interpreteren :

    “Hij was gekleed in een lang, loshangend blauw gewaad met een gordel. Zijn vleugels waren nogal lang, heel mooi, rose van kleur. Zijn gezicht was noch lang, noch rond; zijn neus was prachtig; zijn ogen donker; en het gelaat gebruind. Zijn handen waren fijn met korte nagels;zijn voeten konden niet gezien worden.”.

    Deze beschrijving lijkt niet tegenstrijdig te zijn met de traditonele voorstelling van de engelen in onze Katholieke Kerk. Het interessantste was dat ondanks zijn voorkomen van een kind de meisjes zeiden: “Hij gaf een indruk van grote kracht”. Inderdaad, ook al kunnen ze een kind-achtige verschijning aannemen om hun complete onschuld te tonen, de Engelen van de Heer zijn schepsels van een hogere aard, vol van kracht en licht, dicht bij de Allerhoogste en machtige uitvoerders van Zijn bevelen (3).

    Welke bevelen kwam de Engel uitvoeren bij de mensen in de Calleja in Garabandal?

    Op dat moment was hij de weg aan het voorbereiden…

    Er ging iemand komen!

    Toelichting:
    (1) Dit is opvallend. Bernadette Soubirous die O.L.V. te Lourdes zag in 1858 (de kinderen in Garabandal wisten niets van Lourdes af) zei in een brief in 1861:” Ze sprak geen woord tot de derde keer dat Ze aan mij verscheen.”. En in Lourdes waren er veel minder verschijningen dan in Garabandal.

    (2) De meisjes wilden niet zo lang wachten om de Maagd te zien.

    (3) Jaren later werden de ziensters ondervraagd om te zien hoe zij zich de verschijningen van de Engel herinnerden. Hier volgen een aantal vragen die aan Jacinta werden gesteld, en haar antwoorden:

    Onderzoeker: “Welke indruk maakte de Engel op jou? Leek hij enkel op een mooi kind of iemand belangrijk en sterk met een geweldige missie?”

    Jacinta
    : “Ik weet niet hoe ik die vraag moet beantwoorden. Hij verscheen steeds als een kind hoewel we enorm respect voor hem voelden toen we voor hem stonden.”
    (Dit betekent dat ondanks ze hem zagen als een jong en klein iemand, ze de indruk had van in de aanwezigheid te zijn van iemand van groot belang, veel groter dan de meisjes)

    Onderzoeker
    : “Hoe konden jullie genieten van die vele uren met hem als hij niet tot jullie sprak?”
    (Volgens Conchita sprak de Engel niet in het begin, maar pas vanaf 1 juli 1961)

    Jacinta: “We waren maar een moment bij hem. Het was vlug voorbij.”

    Onderzoeker; “Dat was jullie indruk. Maar de getuigen verklaren dat jullie extases soms heel lang duurden

    Jacinta: “Dat is mogelijk. Ik herinner me enkel dat we de tijd goed doorbrachten.;het leek heel kort voor ons. Wij waren de enigen die spraken. Soms vertelden we hem dingen, andere keren stelden we hem vragen. Dan antwoordde hij ons met gebaren. Bijvoorbeeld, als we zeiden: “Wil je dat we meer bidden”, dan knikte hij met zijn hoofd alsof hij wou zeggen: “Ja”. Dat deed hij ook toen we vroegen: “Wat wil je van ons…dat we betere mensen worden?”



    Archief per week
  • 22/09-28/09 2008
  • 15/09-21/09 2008
  • 08/09-14/09 2008
  • 01/09-07/09 2008
  • 25/08-31/08 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 26/09-02/10 2005

    Contact

    Webmaster
    Mario


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs