Wanneer de stilte je 's nachts zomaar wekt, weet je even niets meer. Je weet niet meer wat je de afgelopen dag gedaan hebt, hoe laat het is, waarom je überhaupt wakker bent en wie er in duivelsnaam naast je ligt. Even weet je niet meer wat te doen. Je beweegt, of toch niet. Je draait je om en kijkt in het kwijlende slaapgezicht van je geliefde. Of niet. Je weet niet, het waarom niet en het gegeven niet, maar je grist desalniettemin een verfrommeld stuk papier en een potlood van het kastje naast het bed, en begint te schrijven...
12-07-2011
Waargebeurd op dinsdag
Over de definitie van soaked
Vandaag begon best goed. Laat, maar goed. En droog, zeer droog. Eenmaal uit mijn bed gestuiterd, gedoucht - oh, zinvolheid op een dag als deze - en normaal aangekleed, liet ik mijn kamer voor wat die was en verhuisde ik naar beneden om me nog maar een dag zinloos maar gezellig met mij pctje bezig te houden. So far so good, de echte ellende begon pas om ongeveer 16u. De aankondiging van, aka donkere wolken.
Toen was er dat tijdstip waarop ik wel degelijk iets te doen had en zeulde ik mezelf dan ook overeind om mn fiets te pakken. Uit voorzorg nam ik mijn regenjas mee, waarschijnlijk onnodig maar toch wel handig. Als ik hem thuis had gelaten had ik achteraf gezien hetzelfde effect bereikt.
Bij de kapper was het zoals altijd; ik werd als een hond gewassen met een douchekop in een bakje én ik was getuige van een zorgvuldig onnavolgbaar gemaakt relaas over de nieuwste roddels van de klant voor mij - en bezweek dan ook direct voor de verleiding van de uitnodiging om te staren in het niets, die dat soort monologen wel vaker bij me opwekt. Toen het eenmaal mijn beurt was, liet ik die arme jongen wijselijk met rust, wel nadat ik hem mijn deel van de familieroddels had bijgebracht, dit zijnde niet veel, en het verlekkerde vooruitzicht op een vakantie aan zee. Hierna verveelden wij elkaar met wanhopige blikken door de ruiten. Ja, ik was met de fiets, welkom in België. Afgezien van een ordinair gillend mens dat ook de deur een uur te vroeg besloot plat te walsen en een gekwelde blik van mijn kapper, gebeurde er tijdens mijn kappersbezoek niets noemenswaardig. Ik deed hem de groeten van mijn moeder, hij deed ze terug. Veel geluk op mijn weg naar huis.
Eenmaal buiten ik was toen al nat, want ik heb één keer de aanblik van een haardroger afgewezen, en god zij dank onthoudt mijn kapper dat soort dingen begon het echter pas goed te gieten, dit alles terwijl ik mijn uiterste best deed om in minder dan een half uur de oortjes van mijn mp3-speler door mijn jas te wurmen, dat ding aan te krijgen, mijn jas opnieuw - maar dan goed - dicht te ritsen en mijn sleutel te zoeken. De foto van mijn wanna-have haircut heb ik maar verfrommeld en in mijn tas gepropt. Om tijd te sparen, uiteraard. Nu staat er natuurlijk een mooie inktvlek op de binnenkant van mijn meeneemgereedschap. Dat het met mijn natte kop niet veel zin had om een kap op te zetten, verdrong ik als een herinnering aan een nachtmerrie, simpelweg omdat ik het niet wilde weten. Uiteindelijk was het verschil tussen de binnenkant en de buitenkant van mijn muts zo miniem, dat ik me afvroeg of de kapper het op een akkoordje met de weergoden had gegooid.
Vervolgens ging ik een vriend van taekwondo van toen de club nog bestond, that is te vereren met een zeer kort bezoekje om hem een geleend fietslampje terug te geven. Diepzinniger dan wanhoop vanwege het weer en een reply met de woorden jup, just my luck, is onze conversatie in die vijf seconden niet geweest.
Toen ik eenmaal mijn weg terug naar de apotheek zocht, besloten de weergoden mij nog een beetje extra te pesten, waardoor ik volkomen doorweekt en koud op mijn bestemming nog geen kilometer van de vorige aankwam. Dankzij de compassievolle, maar toch ietwat nerveuze apotheker ontving ik één derde van wat ik nodig had, de rest mag ik morgenochtend gaan halen. Oh juich. Hopelijk heeft mijn regenjas dan meer zin om waterdicht te zijn. Sorry, winkelvloer en werknemer die moet dweilen.
Ik hoef u niet te vertellen dat het, toen ik voor de derde keer dat anderhalve uur ergens buitenkwam, nog harder regende dan ervoor, wat ervoor zorgde dat ik mezelf - een kwartier later - thuis aantrof in een toestand die schreeuwde en smeekte om een handdoek. Aangezien ik, dankzij mijn kapperbezoek, boven mijn romp volledig vol hing met kleine haartjes, besloot ik eens efficiënt te zijn en enkel mijn schouders en hoofd onder de douche te houden. Uiteraard had ik net een droge broek aangetrokken, waarvan de linkerpijp netjes werd meegewassen toen ik mijn kop in de douchecabine stak. Een broekspijp die nu trouwens nog steeds koud is, omdat het hier onder tafel toch wel een beetje tocht. Ik heb heel veel zin in morgen nog zo'n dag. Dit is een relaas van een gebeurtenis die om één of andere reden in verschillende maar gelijkaardige versies, meermaals in mijn repertoire voorkomt. Ik ben vervloekt. Een goede avond!