Foto
Het boek "Uit het schuim van de zee" (400 pag.) is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Prijs: 18,95 euro (te betalen na ontvangst van het boek).Tot eind mei 2013 zijn de verzendkosten ten laste van de afzender.
Wie zendt mij een mooie tekening bij de verhaaltjes?
(via email: kris.vansteenbrugge@skynet.be )
Foto

Kris VANSTEENBRUGGE
keel-neus-oorarts
Kortrijk (België)
kris.vansteenbrugge@skynet.be

Inhoud blog
  • test
  • De Twistappel (1)
  • De Twistappel (2)
  • De Twistappel (3)
  • De Twistappel (4)
  • ODYSSEUS OP AIAIA (IV)
  • ODYSSEUS OP AIAIA (III)
  • ODYSSEUS OP AIAIA (II)
  • OYSSEUS OP AIAIA (I)
  • NIET ONBELANGRIJK INTERMEZZO
  • Vrijwel geen respons.
  • Weldra
  • Europa op de eurobiljetten;
  • Koning Oidipous (12)
  • Koning Oidipous (11)
  • Koning Oidipous (10)
  • Koning Oidipous (9)
  • Koning Oidipous (8)
  • Koning Oidipous (7)
  • Koning Oidipous (6)
  • Koning Oidipous (5)
  • Koning Oidipous (4)
  • Koning Oidipous (3)
  • Koning Oidipous (2)
  • Koning Oidipous (1)
  • Michiel Noyez-Vermont.
  • Jason Popelier.
  • Luca Vanderbeke.
  • Stef Labarque.
  • Tibo Depuydt.
  • Marilou Defoort.
  • Sarah Vermeulen.
  • Julie Enghien.
  • Jordy Ameye.
  • Gaylle Prodi.
  • Kelly Lefever.
  • Ellen De Doncker.
  • Elise V.A..
  • Bram Vanderweege.
  • Michaël.
  • Laure Lemeire.
  • Giles Vroman.
  • Thomas Blondeel.
  • Nicolas Maas.
  • Jari Dujardin.
  • Jordi Debaere.
  • Julie Malfait.
  • Sofie Devriese.
  • Tekeningen.
  • De geboorte van Dionysos.
  • Kadmos.
  • Europa.
  • Io.
  • Tekening Aaron Dornez.
  • VAKANTIE!
  • Tekening Lieze Dever.
  • Hermes, het boefje (2).
  • Hermes, het boefje (1).
  • Leto.
  • Arachne.
  • Erichtonios.
  • Athena, opgestegen uit het hoofd van Zeus.
  • KROKUSVAKANTIE!
  • Hephaistos.
  • Zeus.
  • De geboorte van Aphrodite
  • Aan de kinderen van het 5e en 6e leerjaar.
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    MYTHOS
    Griekse mythologie voor kinderen
    Griekse mythologie voor jongeren van 10 tot 14 jaar (5e en 6e leerjaar; 1e en 2e ASO)
    27-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Twistappel (2)

                  (Even later verschijnt Hermes gezwind in de deuropening; Polyxena gebaart Eris dat ze nu eindelijk moet verdwijnen, wat ze ook doet)

     

    HERMES :  (enthousiast en met wijdse gebaren) Hermes, god van de handel, bode van de goden! Is hij welkom? Waar is het feest?

    POLYXENA : Geef míj maar uw mantel en uw staf en alles wat u daarbinnen niet nodig hebt.

    HERMES :  Mijn staf die hou ik liever bij, "jonge dame".

     

                  (Polyxena glundert)

     

                  Die kan ik daar misschien wel nodig hebben. Maar ik geef u mijn gevleugelde helm en sandalen (geeft zijn mantel, zijn helm en zijn sandalen).

     

                  (Polyxena ruikt er tersluiks aan, bah!).

     

                  Met die attributen voel ik wel eens te veel aandrang om te gaan vliegen, zeker als ik een glas teveel op heb. (doet zijn cadeau, een klein doosje, in de mand) À propos, er is toch wel iets stevigs te drinken hoop ik, iets wat de goden waardig is?

    POLYXENA :  Er is van alles, eerbiedwaardige god! Trappist en Duvel en Tripel van de abdij van Steenbrugge…

    DIMITRIOS :  En Ouzo, en Wortegemsen…

    POLYXENA :  En alle soorten wijn: rode en witte en rosé en… nog veel andere kleuren.

    DIMITRIOS :  En Rodenbach van 't vat!

    POLYXENA :  Kom Dimitrios, 't is al goed. Leid de god binnen in de feestzaal.

    DIMITRIOS :  (roept aan de ingang van de feestzaal) Hermes, god van de boden, eh, bode van de goden, en zelf god van de handel en van de commercie, van de leugenaars en van de dieven!

     

                  (Hermes wendt zich kwaad om en geeft een slag met zijn staf op het hoofd van Dimitrios; deze valt in zwijm; Hermes verdwijnt in de zaal)

     

    POLYXENA :  Dimitrios! Dimitrioske!

    ERIS :  (komt voorzichtig piepen) Wat is er nu weer gebeurd?

    POLYXENA :  Hermes heeft hem een klop gegeven met zijn staf. Nu zie je wat er van komt als men de goden beledigt. Misschien is Dimitrios wel dood! (buigt zich over Dimitrios)

    ERIS :  Waarom heeft Hermes hem die klop gegeven?

    POLYXENA :  Omdat hij zei dat Hermes de god is van de leugenaars en van de dieven.

    ERIS :  Maar dat is toch de zuivere waarheid: een grotere dief en leugenaar bestaat er niet in het rijk van Zeus!

     

                   (Polyxena slaat een kruisteken)

     

                  En dáárvoor slaat hij iemand groggy, iemand die de waarheid zegt! En dan beweren ze dat ík de ruziemaakster ben!

    POLYXENA :  Alstublieft, hou toch op met die taal! (kijkt weer naar Dimitrios) Ik begin toch echt te geloven dat hij dood is.

    ERIS :  Bijlange niet (ze knielt naast Dimitrios en beluistert zijn borstkas). Ziet ge wel, ik hoor zijn hart kloppen, luid en regelmatig. Luister maar.

    POLYXENA :  (buigt zich en haalt uit Dimitrios' jas een zakhorloge te voorschijn) Is het dát wat je hoort?

    ERIS :  Een zakhorloge. Onmogelijk, die moet toch nog uitgevonden worden: we zijn pas in de 15e eeuw vóór Christus!

    POLYXENA :  Dan was het tóch zijn hart?

    ERIS :  Geen twijfel mogelijk. Ik zal hem eens gauw bij zijn positieven brengen, zie. (ze buigt zich over Dimitrios en geeft hem links en rechts enkele klinkende klappen in het aangezicht)

    DIMITRIOS :  (wordt wakker, wrijft over pijnlijk aangezicht) Waar ben ik?

    POLYXENA :  Oef, wat heb je mij doen schrikken, Dimitrios.

    DIMITRIOS :  Wat heb ik dan gedaan?

    POLYXENA : Je hebt de god Hermes beledigd. Doe dat asjeblief nóóit meer, Dimitrioske.

    ERIS :  De waarheid, niets dan de waarheid heeft hij gezegd, Polyxena. Hermes is een huichelaar, een leugenaar en een rover, een doortrapte boef… Maar als ik zo rondkijk, zie ik dat er hier nog veel groter crapuul in huis is. Zie ik daar niet de lier van Apollo en de boog van zijn tweelingszus Artemis? Moordenaars zijn dat, massamoordenaars!

    POLYXENA :  (slaat de armen ten hemel) Zeus, laat haar toch ophouden!

    ERIS :  Weet ge dan niet hoe ze beiden in koelen bloede de zeven zonen en zeven dochters van Niobe, de koningin van Thebe, met hun pijlen hebben doodgeschoten, recht in het hart. En dát in opdracht van hun moeder Leto, die Titanes, dat duistere schorremorrie, die het geluk van Niobe, omwille van haar schitterend kroost, niet kon verdragen en daarom aan haar eigen schamele tweeling de opdracht gaf tot die laffe veertienvoudige moord. (wendt zich tot Polyxena) Van pure wanhoop en verdriet is die arme Niobe veranderd in een druipende steenrots, die tot in eeuwigheid blijft wenen om haar kinderen.

    POLYXENA :  Ik weet het, ik weet het. Maar is dit het ogenblik om al die gruwelijke zaken op te rakelen?

    ERIS : Ik vraag u alleen maar, Polyxena, wíe hier nu de onverdraagzame is, de ruziemaker. Ben ík het of zijn zíj het?

     

                  (er wordt weer gebeld)

     

    POLYXENA :  Doe open, Dimitrios.

     

                  (Dimitrios opent de deur en Dionysos en Hephaistos komen binnen, duidelijk aangeschoten; Dionysos heeft een fles wijn in de hand)

     

    DIONYSOS :  Mogen we binnenkomen? We hebben allebei een uitnodiging ontvangen voor het trouwfeest van ene Peleus met ene nimf Thetis, dochter van Okeanus. Ik ben Dionysos, god van de wijn en van de goede sier. En mag ik u de wijnschenker van de goden voorstellen (hij geeft Hephaistos een vriendschappelijke doch harde klop tussen de schouderbladen), mijn halfbroer Hephaistos, god van de smeden? (plots valt zijn oog op Eris) Wat staat dat lelijk vuil schepsel daar te doen?

    ERIS :  Lelijk schepsel!? Bekijk uzelf, ge zijt alle twee dronken.

    DIONYSOS :  Zééér juist. Maar als ik wil is dat bij mij morgen over. Maar dat wil ik niét, omdat ik de god ben van de wijndrinkers. Mijn halfbroer Hephaistos daarentegen drinkt om zijn verdriet te vergeten. Omdat zijn dierbare echtgenote Aphrodite hem voortdurend ontrouw is.

     

                  (Hephaistos deponeert zijn cadeau in de mand, een groot pak)

     

    ERIS :  Nogal logisch! Wie zou er met zo'n misbaksel ooit het bed willen delen? Ik weet maar al te goed dat hij haar nog nooit met één vinger heeft mogen aanraken. Laat staan, met iets anders…

    DIONYSOS :   Wie heeft dat venijn hier  uitgenodigd?

    HEPHAISTOS :   Ja, wie?

    POLYXENA :   Niemand, o hooggeplaatste goden, heeft haar uitgenodigd. Ongenood is ze hier binnengekomen. Maar ik zweer u dat ze de feestzaal niet zal betreden: Dimitrios en ikzelf staan daar borg voor.

     

                  (Dimitrios zet een stoere borst op in de richting van Eris)

     

    DIONYSOS & HEPHAISTOS : Het zij u geraden, jonge dame!

     

                  (Polyxena kijkt weer gevleid)

     

    DIONYSOS :  Kom, halfbroeder Hephaistos, laten we mijn thyrsos-staf en die zware hamer van jou aan die dame geven en ons bij de feestvierders voegen (geeft staf en hamer aan Polyxena). Waar brandt de lamp? (doet "enveloppe met inhoud" in de bus)

    DIMITRIOS :  De lamp?? (kijkt vragend naar Polyxena; deze wijst driftig in de richting van de feestzaal) Hierheen, "o hooggeplaatste goden". (roepend, bij de ingang van de feestzaal) Dionysos! God van de wijn! Hephaistos! God van de smeden!

     

                  (Dionysos en Hephaistos treden, een beetje wankelend, de feestzaal binnen; een gejoel stijgt op)

     

    POLYXENA :  (tot Eris)  Ach wat doe jij ons toch aan! 

     

                  (er wordt weer gebeld) 

     

                  Verberg je snel en laat je niet meer zien! 

     

                  (Eris gaat zich verbergen in het toilet)

     

                  Doe open Dimitrios.

     

                  (Dimitrios opent de deur; daar staan Zeus en Hera, plechtig; Dimitrios beeft op zijn benen en stottert)

     

    DIMITRIOS :  Z.z.zeus en H.h.hera, veronderstel ik.

     

                  (Zeus en Hera treden binnen; Hera duwt Dimitrios minachtend opzij zodat hij valt)

     

    POLYXENA :  Let niet op hem, o machtig opperste goddelijk paar, en treedt nader in koning Peleus' nederig paleis. Peleus en Thetis danken u dat u zich verwaardigd hebt te hunner ere van de hoge Olymposberg neder te dalen. Vertrouwt mij uw mantels en uw overtollige spullen toe. Ik zal er zorg voor dragen als voor mijn eigen leven.

    ZEUS :  (met theatraal gebaar) Treed nader mooie meid (Polyxena glundert weer) en vergeet ook mijn staf niet.

     

                  (Polyxena neemt de mantels van Zeus en Hera. Hera deponeert cadeau, een boek. Ondertussen kan Zeus niet nalaten Polyxena eens flink bij de kont te pakken; Hera heeft dat in de gaten en geeft Zeus een geweldige por in de rug)

     

    HERA :  Héla. Zal 't gaan, ja? Vrouwenzot! (Zeus deponeert gauw zijn geschenkje)

     

                  (Hera neemt Zeus bij de arm en al ruziënd neemt ze hem snel mee naar binnen)

     

    ERIS :  (komt weer te voorschijn) Daar hebt ge 't al. Die komen nog maar binnen en 't zit er al op. En dan zeggen ze van mij dat ik een ruziemaakster ben. Die Zeus, die kan met zijn poten van geen enkel vrouwelijk lijf afblijven. En erg kieskeurig is hij dan nog niet eens (Eris kijkt met een zekere minachting naar Polyxena).

    POLYXENA :  (verontwaardigd)  O, dank u, voor 't compliment.

    ERIS : Niet één vrouwspersoon, hetzij godin, hetzij nimf, hetzij sterveling, is veilig voor die geilaard. Wat al bastaards er van hem niet rondlopen: honderden, ja duizenden! Wat al trucs heeft hij niet uitgehaald om vrouwen te benaderen! Tot Leda is hij gekomen in de gedaante van een zwaan en om Europa te veroveren heeft hij zich veranderd in een stier. Stel u eens in de plaats van Akrisios, koning van Argos, aan wie het orakel voorspeld had dat zijn kleinzoon hem de dood zou aandoen. Akrisios sloot zijn eigen kind, zijn dochter Danaë op in een kerker, opdat géén man haar zou benaderen. Maar Zeus nam de gedaante aan van een gouden regen en gleed alzo tussen de traliën van Danaë's kerker en tussen haar dijen, die ze nochtans fel toegeknepen hield - althans, dat had haar vader haar toch opgedragen -. En er kwam een kind van, natuurlijk, en later doodde het kind zijn grootvader, precies zoals het orakel voorspeld had… Ach, wat een ellende heeft die onverbeterlijke smeerlap al niet in de wereld gebracht!

    POLYXENA :  Zeus behoede dit huis. Ze weet niet wat ze zegt.

    ERIS :  Ze weet het maar al te goed. Ik denk ook aan die arme Io. Toen Hera op 't punt stond haar ontrouwe echtgenoot tijdens het liefdesspel met Io te betrappen, veranderde hij Io in een koe. Maar Hera liet zich niet om de tuin leiden en ze wist precies wat er gaande was. Ze stuurde een horzel op het arme dier af. Op de vlucht voor de horzel heeft Io alzo al de wereldzeeën doorzwommen. Verschrikkelijk toch? Of níet soms? En sta mij niet zo aan te gapen. Wat ik vertel is toch geen fantasie. Dat is toch door iedereen gekend.

    DIMITRIOS :  (terzijde) Door  wie tenminste zijn middelbaar gedaan heeft…

    ERIS :    Denk toch eens aan al die bastaards die daar uit voortgekomen zijn. Hera heeft ze met nooit aflatende ijver vervolgd. Heracles is er één van, de zoon van Alcmene van Thebe. Zeus had Heracles bij haar verwekt door haar te benaderen in de gedaante van haar echtgenoot.

    DIMITRIOS :  (terzijde) Wat een gemene truc!

     

                  (er wordt weer gebeld; Dimitrios gaat snel de deur openen; daar staat Aphrodite in volle glorie; Eris vlucht in het toilet)

     

                  (stom van verbazing)  A..a..a..

    APHRODITE :  (tot Dimitrios en Polyxena)  Goedenavond.

    DIMITRIOS :  A..a..a..

    APHRODITE :  (tot Dimitrios)  Je ziet er zo verbauwereerd uit, knappe jongeling. Kom hier dat ik je tegen mijn boezem druk. (ze omhelst Dimitrios)

    DIMITRIOS :  (wankelt op zijn benen en valt achterover, murmelend)  A..a..a.. (en, rechtkrabbelend, op de knieën en met de handen smekend naar Aphrodite gericht)  A..a..a..aphrodite!

    APHRODITE :  (verder niet veel aandacht meer bestedend aan Dimitrios, tot Polyxena)  Ben ik niet een beetje laat?

    POLYXENA : Inderdaad, o allerbeminnelijkste godin van de liefde. De meeste genodigden zijn er al. Ook Hephaistos, uw echtgenoot.

    APHRODITE : Je had toch zeker niet gedacht dat ik samen met mijn echtgenoot zou gekomen zijn? Wij hebben nog nóóit iets samen gedaan. We praten zelfs niet met elkaar. Je weet toch hoe het komt dat hij mijn echtgenoot geworden is?

    POLYXENA :  In de middelbare school hebben we daar wel iets over geleerd … maar geen details.

    APHRODITE :  Dan wil ik je best de details vertellen.

    POLYXENA :  O, gaarne, allerbekoorlijkste onder de godinnen! (tot Dimitrios) Luister jij ook maar eens mee, Dimitrios. (en weer tot Aphrodite) Daar weet híj natuurlijk niets van: enkel maar lager onderwijs gedaan, ziet u…

     

                  (Dimitrios trekt een kwaad gezicht naar Polyxena)

     

    APHRODITE  (bekijkt Dimitrios, vertederd)  Jammer toch van zo'n mooie jongen  (Dimitrios zwijmelt weer van genoegen)  dat hij zo weinig ontwikkeld is  (Dimitrios kijkt weer kwaad naar Polyxena), ik bedoel hiér (ze wijst op haar voorhoofd) van bóven. Van onderen zal alles wel dik in orde zijn, veronderstel ik.

     

                  (Dimitrios zet een fiere borst op in de richting van Polyxena en knikt dan heftig bevestigend naar Aphrodite).

     

                  Wel ziehier hoe de vork aan de steel zit… Zoals jullie zeker horen te weten is Hephaistos de zoon van Hera. Ze zou hem bij zichzelf verwekt hebben. Daar heeft ze geen man voor nodig gehad.

    DIMITRIOS :  't Is raar.

    APHRODITE :  Ja, vreemd dat zoiets kan. Het zou verboden moeten worden! (vermanend) Want het is zeer slecht voor de liefde. Dat de goden zich met dergelijke praktijken inlaten! En wat gaat dat worden als de stervelingen dat gaan na-apen? Volgens Cassandra, de zieneres van Troje, zal het menselijk geslacht over 3500 jaar geen zaadcellen meer nodig hebben om zich voort te planten. Niemand gelóóft Cassandra en toch: ze heeft zich nog nóóit vergist! Waar moet dat dan met de seks naartoe? (kijkt Dimitrios aan, die Aphrodite al de hele tijd in bewonderende aanbidding staat aan te gapen)

    DIMITRIOS :  (verbauwereerd)  Ik… ik weet het niet.

    APHRODITE :  Natuurlijk dat jij dat niet weet. Jij hebt toch alleen maar…

    DIMITRIOS :  (gedeeltelijk tot de zaal) … lager onderwijs gevolgd.

    APHRODITE :  Maar toen Hephaistos geboren werd, bleek hij zo lelijk te zijn dat Hera hem niet wilde hebben.

    DIMITRIOS :  (terzijde)  Dat komt ervan…

    APHRODITE :  Ze gooide hem uit de hemel, recht in de zee. Twee nimfen redden hem van de verdrinkingsdood en voedden hem op in hun paleis op de bodem van de zee. En later verzoende hij zich met zijn moeder en werd hij weer opgenomen tussen de goden op de Olympos. Toen mijn vader Zeus, die zoals ieder gezond mannelijk wezen nogal graag een slippertje maakt, op een goede dag het gezeur van Hera over zijn liederlijk gedrag kotsbeu was, bond hij haar met kettingen aan de handen vast aan het hoge hemelgewelf, met een zwaar aambeeld aan de voeten. En Hephaistos, hoewel ze hem zo onmenselijk behandeld had, bevrijdde zijn moeder uit die hachelijke situatie. Maar daarmee haalde Hephaistos de vreselijke toorn van mijn vader Zeus over zich en voor de tweede keer werd hij uit de hemel gedonderd. Nu kwam hij echter minder zacht terecht, namelijk op de harde grond van het eiland Lemnos. Al zijn beenderen waren gebroken. De Kabiren die op Lemnos vertoefden in hun onderaardse smidsen, hebben hem zo goed en zo kwaad als het kon opgelapt en hem ook de stiel geleerd. Mijn vader Zeus heeft hem achteraf in een bui van medelijden toch weer teruggehaald en hem zelfs bevorderd tot wijnschenker van de goden. En mij, de schoonste onder alle godinnen, heeft hij hem tot bruid gegeven.

    DIMITRIOS :  (terzijde)  De gelukzak.

    APHRODITE :  Dat Hephaistos mijn echtgenoot is mag dan zíjn ijdelheid strelen, daarom hoef ík mij nog niet te laten aanraken door dat lelijk scharminkel, dat voorwerp van spot is voor al de goden op de Olympos. (tot Dimitrios) Wat denk jij daarvan, Dimitrios?

    DIMITRIOS :  D..d.. dat u gelijk hebt, o wondermooie Aphrodite.

    APHRODITE :  Wondermooi, zeg dat wel, knappe jongeling. Maar dat doet er mij aan denken dat ik, vooraleer de feestzaal te betreden, mijn haartooi nog wat moet bijwerken en mijn gezicht wat bijpoederen, en mijn wenkbrauwen, mijn oogschaduw, mijn wimpers… En nog wat intiemspray aanbrengen  (doet een "spuitbeweging" naar de oksels en naar de "intieme delen"). Mag ik misschien het toilet even gebruiken?

    POLYXENA : (angstig omdat Eris in het toilet zit, doet een beweging als om Aphrodite de weg te versperren)  Nee!  (Aphrodite kijkt onthutst)  Ik bedoel, u kunt het híer doen. D.. daar is geen spiegel. Maar hier hebt u er wel een (overhandigt Aphrodite een spiegel met handvat).

     

                  (Terwijl Aphrodite in de spiegel kijkt, komt Eris vliegensvlug uit het toilet en verdwijnt  min of meer ongemerkt achter de balie)

     

    APHRODITE :  Maar dan kan ik toch beter dit spiegeltje meenemen naar het toilet. Ik wil immers ook nog van beha en van slipje wisselen. Speciaal voor dit feest wil ik deze wonderbra en deze tanga aandoen (haalt een onooglijk bh'tje en dito slipje uit haar beauty-case) en dat kan ik toch onmogelijk doen in 't aanschijn van al die mensen hier (richt zich tot de zaal) nietwaar! (laat eventueel wat tijd aan de zaal om te reageren)

     

                  (Eris steekt even het hoofd boven de rand van de balie en duikt dan snel weer weg; Aphrodite heeft daar een glimp van opgevangen)

     

                  Hé, zit daar iemand achter de balie?

    ERIS :  (duikt weer op) Nee hoor!  (duikt weer weg)

    APHRODITE :  Ha, dan is 't goed.

    DIMITRIOS :  (terzijde, spottend) Dom blondje!

    APHRODITE :  En nu trek ik mij toch maar even terug in het toilet. Ik moet plá-ássen (met de handen aan haar kruis trippelt ze vlug het toilet binnen).

    ERIS : (te voorschijn komend) "O allermooiste Aphrodite" (ironisch). Mooi, aan de buitenkant, ja. En dan nog allemaal kitsch! Geschilderd en gepoederd, maar rót van binnen. D'r is maar één vent in de hele wereld waarmee ze niet bereid is te slapen en dat is haar eigen echtgenoot. Ik acht haar in staat om het zelfs met joú te doen, Dimitrios.

    DIMITRIOS : (kan zijn oren bijna niet geloven) Z..z..zou je dat denken?

    ERIS :  En ze noemt zich dochter van Zeus: "Mijn vader Zeus". Maar de waarheid is dat ze ontstaan is uit het schuim van de zee. Dat weet toch iedereen!…

    DIMITRIOS :  (tot het publiek en tot Eris) … die zijn middelbaar gedaan heeft.

    ERIS :  Dat behoort inderdaad tot de vaste leerstof van het middelbaar, Dimitrios. Dat de oergod Oeranos door zijn zoon Kronos ontmand werd. Kronos wierp het geslachtsdeel van Oeranos van op het Griekse vasteland ver weg in de zee, alwaar het met een plons terecht kwam in de buurt van het eiland Cyprus. Op die plaats begon het water te schuimen en uit dat schuim is ze ontstaan. En zo'n overspelig en leugenachtig schepsel is hier welkom, terwijl een rechtschapen en vredelievend persoon als ik, die nog nooit van iemand kwaad heeft gesproken…

     

                  (Aphrodite komt uit toilet, Eris verbergt zich vliegensvlug achter het gordijn)

     

    APHRODITE :  Hier doe ik dan mijn huwelijkscadeau in, en mijn beauty-case vertrouw ik jou toe, Polyxena. Draag er goed zorg voor.

    POLYXENA :  Daar sta ik borg voor, schone heiligheid.

    DIMITRIOS : (smachtend) En ik ook, "schat", eh, ik bedoel… "schone heiligheid" (knipoogt naar Aphrodite, die in de zaal verdwijnt)

     

                  (een bewonderend gefluit stijgt op uit de zaal)




    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 01/03-07/03 2021
  • 23/03-29/03 2020
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 29/09-05/10 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 24/06-30/06 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 01/09-07/09 2008
  • 23/06-29/06 2008
  • 16/06-22/06 2008
  • 09/06-15/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 25/02-02/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 14/01-20/01 2008
  • 07/01-13/01 2008

    Foto

    Het boek "Uit het schuim van de zee" (400 pag.) is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Prijs: 18,95 euro (te betalen na ontvangst van het boek).Tot eind mei 2013 zijn de verzendkosten ten laste van de afzender.
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs