§9. Koning Oidipous (9)
- Ga de koe halen en breng ze hier, sprak de godin. En volg
de raad die ik u dan verder zal geven.
Gedwee ging Kadmos de koe halen. Ze was rustig op dezelfde
plaats blijven liggen. Athena stond hem op te wachten. Vóór haar stond een
ploeg.
- Span de koe voor de ploeg en ploeg deze akker om, zei ze.
Wat gij daarna met de koe doet laat ik over aan uw geweten.
Kadmos deed hetgeen hem was opgedragen. Toen de akker
helemaal omgeploegd was, slachtte hij de koe. Hij maakte een brandstapel met
wat droge takken en hij offerde de koe aan Athena.
Dat offer was de godin zeer welgevallig. Ze gaf Kadmos nu de
opdracht de tanden van de draak te trekken en deze te zaaien in de omgeploegde
grond. En nadat Kadmos deze taak had volbracht schoten uit de grond gewapende
krijgers omhoog: één uit elke tand. Woeste mannen waren het en dat maakte
Kadmos wel bang. De mannen begonnen ruzie te maken en ze gingen elkander te
lijf en ze doodden elkander in een bloedig gevecht. Dat duurde tot er nog
slechts vijf overbleven. Toen vielen alle vijandigheden stil en de mannen
gedroegen zich nu onderdanig tegenover Kadmos en ze verklaarden zich bereid hem
is alles te helpen. Samen met deze vijf Gezaaide Mannen bouwde Kadmos ter
plekke een burcht, die naar hem Kadmeia zou heten, en hij stichtte er een
stad: het roemrijke Thebe, waarvan hijzelf de eerste koning was.
|