Goed geslapen in hotelletje La dame du Coeur. Als ontbijt warme croissant, warme koek met chocolade, zelfs het stokbrood heeft nog warm. Alles van de warme bakker. Met lekkere confituur. En deze keer geen abrikozen uit potjes.
Ze spreken hier aan deze kant van de Gironde anders: le matèng bijvoorbeeld. Het hotel is ook bar-tabac-bistro. 's Morgens schuiven de staminees binnen, vullen hun tiercé blaadje in, drinken een koffie, iedereen kent iedereen. Vijf mannen en een vrouw. Het is een mannenwereld, hoewel de vrouw het hoge woord voert. Ze heeft een dik achterste, ge zoudt er zo kunnen op kaarten. Een beetje slonzig zo.
Thema van de dag: de wereldbeker voetbal. Ik mag van de patron een voetbalkalender uitknippen uit de gazet van gisteren. Zo weet ik wanneer België moet spelen tegen wie.
Kolder van de dag: ik ga op aanraden van een hoogbejaarde koster monsieur le curé opzoeken voor een stempel. Nathalie wijst me de weg. Drie keer aanbellen, er wordt niet opengedaan. Ik ga achteraan kijken en een stokoude pastoor loopt er in de hof. Hij heet De Bruyne, is van Veurne en 91! Nog altijd van dienst want hij doet een zondagsmis om 10 uur. Na wat rommelen in de kast:"Je ne trouve pas l'encre. Alors, sans encre". Enfin, het resultaat is een gedrocht van een stempel. Ik vraag hem te dateren en met veel moeite zet hij een datum en zijn handtekening. De Kerk als institutie is hier op retour. Ik doe mijn inkopen voor de picknick in de overdekte markthal, zelfs op zondag open van 8.00 tot 12.00! Ik koop er paté op baskische wijze klaargemaakt. Madam zegt mij dat ik het in 1 keer ga opeten. Zo goed is de paté volgens haar en ze heeft nog gelijk ook.
Ik start om 9.30 uur en volg de voie verte langsheen de kust. Er is een stevige meewind en ik rij vlotjes 22 km per uur. Ik geniet ervan.
Ik passeer bunkers uit WO2 (atlantic wall gesigneerd door Erwin Rommel) en wat later het naturistencamping Euronat wat me de senioren- woordspeling ingeeft dat ze daar betalen met een natte euro.
Ik luister naar de hese, slepend sensuele stem van Norah Jones. Ik ben nog lang niet moe en rij aan één stuk tot over de middag. De voie verte is prachtig en bij momenten eerder iets voor mountainbikers.
Een randonneur passeert me. Op zijn fietsshirt staat STEVENS. Ik denk dat het een Vlaming is, maar het is 'mon ami en route' Patrick. Hij is Bretoen en volgt de Vélodyssée tot aan Biarritz. Daarna weet hij het nog niet. Hij kampeert wild en heeft heel weinig bagage op de fiets. Hij stinkt een beetje. Hij is 47 jaar en nog steeds single. Van beroep is hij lasser, maar momenteel werkt hij niet. Hij woont in een huisje van zijn vader in een godvergeten boerengat ergens in het mooie Bretagne. Op een of andere manier klikt het wel tussen ons en hij blijft meerijden tot aan Arès. We trakteren onszelf op 2 grimbergens.
We wisselen adressen en telefoonnummers uit. Ik heb het gevoel dat Patrick ooit aan mijn deur gaat staan.
Onze wegen scheiden: ik neem een kamer in La Petite Auberge en hij gaat ergens slapen. 's Avonds zie ik op restaurant Frankrijk winnen tegen Honduras met 3-0, tot groot jolijt van de Fransen.
Ik kruip moe in bed. Ik heb er 111 km opzitten (een record!) en mijn knie speelt wat op. We zien wel.
via Varzay, Thézac, Le Chay, Trignac, Musson, Didonne, Royan (le BAC oftewel den overzet), Le Verdon sur Mer, Soulac-sur Mer.
71 km (1014-1085), 10.30-17.30 uur Zonnig, maar daarna overtrokken. Meewind en tegenwind
MP3: Franse liedjes, Madonna
------------------------------------------------
Mijn kamergenoot in de jeugdherberg geeft een autistische indruk, ik begrijp hem niet want hij praat in zichzelf én hij heeft stinkvoeten. Hij slaapt zijn roes uit en ik ben al helemaal vertrekkensklaar als ie nog in bed ligt.
Saintes is echt wel de moeite van een bezoek waard. Ik doe wat aan sightseeing en het is tegen 10.30 eer ik aanzet. Het fietsen verloopt steeds vlotter en ik krijg 'het op en af' steeds beter onder de knie. Ik hoor al fietsend prachtige liedjes. Ik ken de titels niet, maar wel de melodie en flarden teksten zoals 'Que reste-t-il de ma jeunesse? ' of 'Non, je ne regrette rien' of 'Poupée de cire, Poupée de son'.
En dan komt Renée in beeld. Ze staat uit haar raam mij nauwlettend gade te slaan als ik mijn kaart aan het bekijken ben, met van die twinkelende oogjes zodat je niet anders kan dan een praatje slaan. Renée is 93 jaar, maar kan zeker 15 jaar liegen. Ze heeft onlangs haar been pijn gedaan bij een val en loopt nu met een looprek. Zij woont nog altijd in haar huisje, ze krijgt alle hulp die ze nodig heeft, zegt ze en ze zingt nog elke dag de liedjes van vroeger. Ik laat haar eens meeluisteren op mijn MP3. Dat vindt ze leuk.
Zij heeft vijf dochters en ze weet niet meer hoeveel kleinkinderen. Op mijn vraag hoe zij zo oud is geworden, geeft ze onmiddellijk antwoord:"Je suis toujours contente et optimiste. Marc, la
vie est trop belle pour se plaindre."
Ik neem een mooie foto van haar, ik toont de foto en zij is kinderlijk blij. Op de foto glimlacht ze niet, maar kijkt waardig en ernstig. Ik neem afscheid. Ze wenst mij goede reis, bedankt mij voor de babbel en zegt gedecideerd:"Maintenant, je veux me reposer parce que c'est l'heure."
Ik kom aan in Royan. Ik zie de zee en denk aan een fietstocht met de KSA in noord-frankrijk toen ik 14 was. Een van de jongens had nog nooit de zee en hij riep het uit toen hij de zee voor het eerst zag. De tijden zijn veranderd.
Ik trakteer mezelf voor de 1000 km met een heel lekker gerecht: moules plancha à l'espagnol et une tarte citron meuringeé. In het bar-restaurantje hangen overal Braziliaanse en Franse vlaggetjes. Van de kok hoor ik dat Nederland gewonnen heeft van Spanje met 5-1. En er zijn nogal wat Hollanders onderweg naar Spanje...
De overzet verloopt heel vlot.
Bij het zien van de mensen op het strand en op de dijk verdwijnt bij mij het pelgrimsgevoel. In Soulac al helemaal. Ik vind een hotelletje 'en route' en boek vlug in want het is zaterdag.
Na mijn dagelijks telefoontje met Hilde wandel ik nog tot aan de dijk. Massa's herinneringen komen bij mij op van het huisje van papa en mama aan zee.
Er staat een stevige wind, een noordoostenwind. Dat valt mee want ik moet richting zuid zuidwesten.
Deze morgen afscheid genomen van Stéphanie. Zij te voet naar Aulnay, ik drie keer verder met de fiets naar Saintes. We hebben afgesproken mekaar een mailtje te sturen wanneer elk van ons de tocht heeft volbracht. Als echte pelgrims, verbonden in eenzelfde lot.
Geen wolkje aan de lucht. Dat wordt bakken, makker.
De landschappen worden steeds weidser, de dorpjes liggen te slapen. Zeker over de middag is er geen kat meer te zien. Stilte alom. Ik rij via een sentier forestier door het bos van Aulnay. Ik heb een sanitaire stop in een tabac-bar-bistro (het was gelukkig geen Franse WC). In Aulnay prachtige romaanse kerk Saint Pierre de la Tour. De grafzerken zijn apart, in feite zijn het sarcofagen op pootjes.
Ik bak zowat op de fiets en ik rij non-stop door om wat verkoeling te hebben.
Onderweg dan toch picknick in de schaduwaan een weggetje, ogenschijnlijk doodlopend. Paar minuten later word ik bijna omvergereden door een camionette die razendsnel de 'sluipweg' doorvlamt. Sint-Jacob is bij mij, maar voor hetzelfde geld lag ik nu tot moes aan de kant van de weg. Die camionette reed veel te snel, maar het was ook dom van mij om me daar te zetten picnicken.
In Mazeray drink ik een groot glas cola en een grote fles spuit na elkaar op. Drinken, drinken, drinken.
In het café hangt en staat het vol met rekwisieten van Marilyn Monroe. Ik waan me in de fifties. Spijtig dat die jukebox 'en panne' is. Ik zou er anders een singletje opleggen. Ik denk aan mijn schoondochter Sylvie en aan de vintage rage die er tegenwoordig is.
En dan gebeurt het! Het moment van de dag. Niet te geloven. Precies op de kruising van de A10 bij Saintes met mijn D127 tussen Annepont en Taillebourg klok ik af op 1000 km, precies op die brug. Dus daarom was het dat Nathalie mij voortdurend omweggetjes presenteerde en altijd maar opnieuw de route zat te herberekenen.
Om mijn 1000 km precies op die brug te laten komen zodat ik later dat makkelijk zou kunnen terugvinden. Fier als een gieter heb ik selfies genomen. Ik heb niet voor niets jarenlang naar targets gewerkt, targets zitten er als het ware ingebakken en dit was er toch een die ik niet licht zal vergeten. Nathalie genoot van mijn blijdschap ze maar lichte euforie. Mijn Nathalie verdient alle respect en ik schaam me dat ik haar deze morgen nog uitgescholden heb voor 'prutsding'. 1000 x excuus, Nathalie.
Ik kijk nu al uit waar je de 2000 km passage zult laten plaatsvinden.
Enfin, alle gekheid op een stokje. Zo te zien ben ik al een heel eind opgeschoten, maar nog niet halfweg. En het zwaarste stuk moet nog komen.
De laatste 15 km fiets ik toch supergemotiveerd tot Saintes waar ik een bed vind in de jeugdherberg. 's Avonds eet ik al mijn picnic eten op omdat het anders in zo een hitte zou bederven.
Morgen fiets ik naar de zee en steek ik met de overzet de Gironde over om aansluiting te vinden met de via anglicana.. de route die de Engelse pelgrims in de Middeleeuwen vroeger namen.
Aangenaam fietsen naar Melle (ligt niet alleen bij ons, maar ook tussen Poitiers en Saintes). Ik heb slaapplaats in een gîte, maar daarover straks meer. Het eerste dorpje Ligugé heeft ook Sint-Martinus als patroonheilige. Ik doe inkopen bij bakker Brichet; zijn vrouw en ik geraken aan de klap. Zij verlapt mij een cake van 7 euro. De cake van bakker Brichet heeft in een prijskamp voor beste regionaal product de eerste prijs weggekaapt, met speciale felicitaties van president Hollande. "Il est faut, mais c'est quand même une honneur quoi". Ik zeg haar dat ik voor de commerce ben en dat ik haar cake koop uit sympathie voor haar en de bakker, maar niet voor de president. "Très juste, monsieur. " We begrepen elkaar...
Twee brieven gepost: naar broer Luc en collega Koen. Onderweg kom ik Nico Bruin tegen. Hij is ook Rotterdammer. Heel Rotterdam is precies aan het fietsen. Nico is 73 jaar en in feite op terugweg van de Katharenroute. Hij is een 'echte Hollander': reist met een tentje en hij eet heel die tocht alleen brood. En waarschijnlijk ook kraantjeswater. Nico is er trots op dat hij op 6 weken slechts 400 euro uitgegeven heeft. Ik heb hem niet gezegd hoeveel ik al heb uitgegeven op 2 weken. Ik zet mezelf ook niet op water en brood. Daar ben ik teveel Bourgondiër voor.
Ik rij verder door het bos van Saint-Sauvant en heb een picknick met de vogeltjes. De cake van de bakker is wel lekker en is klaargemaakt met cognac.
Bij de gîte tref ik een jonge knappe Quebecoise. Zij stapt vanuit Parijs naar Compostella, met een zware rugzak van zeker 15 kilo. Waar loopt die rugzak met da meiske naartoe? Stéphanie spreekt met grappig accent, eigen aan die Franse Canadezen. Ze is al 6 jaar in Parijs en werkzaam in de filmindustrie. We geraken aan de praat en plots haalt ze een videocamera boven en begint ze me te interviewen, terwijl de camera draait. Ze stelt mij allerlei vragen zoals waarom ik die tocht naar Compostella doe, over het geloof, over de Kerk, ... man, man, straks kom ik nog in een of andere uitzending op de Franse tv. Stéphanie zegt me wel dat dit niet zo is, maar je weet het maar niet, met al die media.
We zijn laat gaan slapen, maar elk in zijn eigen kamer.
Vrienden, ook dat is bedevaarten: weerstaan aan de verleiding. Een ware beproeving....☺☺☺
Ach, vrienden waar is de tijd, van de bevrijding. Tiralalatiralalatira. Waar is onze jeugd? Vanavond ben ik voor 1 keer te vroeg geboren...
Alles bij elkaar heb ik tot op vandaag een mooi leven gehad (thuis, gezin, werk, politiek, vrienden, gezondheid, ...) en hierin is mijn huwelijk met Hilde mijn beste beslissing ooit. Toen ik dat aan Stéphanie kreeg ze zowaar tranen in haar ogen.
Wat komt er nu binnen? Is dit een of ander modellenbureau? Ik wrijf mijn ogen nog eens goed uit (ben pas aan het ontbijten). Ik ben inderdaad omringd door allemaal knappe, jonge Françaises.
Ze zijn op schoolreis, denk ik, want een tafel verder zitten de leerkrachten. Die houden al dat jong geweld met een streng en uitgestreken gezicht in de gaten.
Regarder, mais pas toucher, hoor ik Hilde zeggen. Ik eet braaf mijn stokbrood met confituur op.
Even later komen ook Natasja en Franky erbijzitten en we besluiten om 10 uur Poitiers te bezoeken: er zijn nogal wat kerken te bezoeken.
Onderweg komen we een cybercafé tegen en ik werk nu eindelijk mijn blog eens bij.
That's all, folks. Het is een rustdag. De details van de citytrip bespaar ik jullie. Morgen zet ik mijn tocht verder, richting Melle.
VAN HARTE DANK AAN IEDEREEN DIE REAGEERT OP MIJN BLOG.
Slecht geslapen vannacht. Ik begon mij allerlei ongedierte voor te stellen, vlooien in de matras, ...
Wakker geworden om half acht. Hans was al weg en in zijn haast heeft hij zijn 2 drinkbussen laten staan. Hij heeft dan ook een strak plan.
Ik wil vandaag naar Poitiers. Slechts 40 km. Tijd om een handwasje te doen en de dingen op orde te stellen. Ondertussen dondert en bliksemt het. Ik zit lekker in mijn caravantje. Ik kan er blijven tot 12 uur.
Eerst een stempel gaan halen in het Office de Tourisme. Aurélie die mij de tip van de camping gaf, was er niet.
Daarna de Sint-Jacobskerk bezocht. Bekend is het standbeeld van de pelgrim Sint-Jacobs.
Ik reserveer telefonisch mijn volgende slaapplaats: de jeugdherberg in Poitiers.
En route passeer ik 'La bataille de Poitiers':de veldslag waarbij Kael Martel de invasie van de Moren uit Spanje definitief heeft tegengehouden.
Met zicht ôp die vlakte heb ik een picnic: beschuit met boursin en saucisson en veel limonade.
Ik voel toch dat ik er gisteren er een beetje over ben gegaan; ik heb geen force in de benen of waren het de twee biertjes van gisteravond. Als dat al niet meer mag...
Onderweg luister ik naar Franse liedjes; plots de Connemara en ik denk terug aan de trouw van Jeroen en Sylvie. Jeroen op tafel met een serviette in de hand: overgelukkig.
En daarna "Gueule de Métèque" van Moustaki: ik denk aan mijn studententijd en aan de doop van Hilde in de Zovlast.
Op het ritme van Shania Twain fiets ik verder en kom ik aan de jeugdherberg.
Een andere fietser komt aan het onthaal naast mij staan en ik zeg - waarom weet ik niet - simpelweg "Goeiemiddag". "Amai", zeg de fietser,"Ligt het er zo dik op dat gij weet dat ik Vlaming ben?".
Ik maak kennis met Frank en Natasja; ze zijn een dag later dan ik vertrokken vanuit Gent en hebben onder andere ook in de gîte in Beauvais verbleven waar ze mijn geschrijf in het gasten boek hebben gelezen.
Sindsdien zijn ze voortdurend aan het uitkijken:"Waar zou Mark nu zijn? Zou dat Mark zijn?".
Ze wonen in de buurt van de Visserij en ze hebben mij dus ingehaald met hun tandem. We praten over van alles en nog wat en spreken af om morgen een toeristische stop in POitiers te houden.
Daarna zullen onze wegen zich scheiden want zij nemen de weg naar Angoulême, terwijl ik afbuig naar Saintes.
Ik eet een kleinigheid in het restaurant van de JHB en ga voor mijn doen vroeg slapen; het is een goed bed en slaap goed door, met oordopjes. Ik hoor niets van de bende jonge gasten die veel lawaai maken.
via Veigné, Sorigny, Thilouze, Saint-Epain, Nouâtre, Marcilly-sur-Vienne, Pussigny, Dangé Saint Romain, Antran
Start : 9.00 - 18.00
95 km (708-803)
Afwisselend bewolkt en zonnig, drukkend warm
Mp3 : Graceland, Reggae van Bob Harley, een beetje DePré Historie
---------------
Na de afmattende inspanningen van gisteren slaap ik als een blok tot 7 uur. Een F1 ontbijt. Kan er misschien een andere soort confituur gegeven worden dan altijd maar die abrikozengelei? Of hoort dit bij de boetedoening?
Deze keer bel ik vóóraf om een slaapplaats : een caravan op een camping in Châtellerault is vrij. Ik moet maar 4,5 euro betalen. Het is mij om het even. Ik vertrek met een gerust gevoel, maar ook met minstens 85 km voor de boeg. Als Nathalie haar zotte kuren niet boven haalt. Ik heb er ondertussen al 700 km opzitten. Bijna een derde van de tocht zit er op... Ik zit al ver : ik kom een verkeersbord tegen met ' Chinon ' op. Doet mij terugdenken aan die mooie reis naar de wijnstreken van Frankrijk jaren terug. Niet slecht hé, voor een oude vent van 60. Door al dat fietsen heb ik mij sinds lang niet meer zo vitaal gevoeld. "Voel je je nu niet alleen?", hoor ik sommige van jullie vragen. Helemaal niet. Meer nog, om eerlijk te zijn MOET je in feite zo'n tocht alleen doen. Met 2 of in groep heb je nooit dezelfde mate van "bezinning en zelfonderzoek".
Terug naar de tocht. Inkopen voor een picknick aan de oevers van de Indre. Er dreigt een onweer, maar ik lap het aan mijn laars. De laatste 20 km beginnen door te wegen. Ik ben blij als ik aan de camping ben. De caravan heeft alles wat nodig is. Het bed is bedenkelijk. Is het een vlooienbak? Het ruikt muf. Voor zo weinig geld mag je niet veel verwachten. Ik spurt nog vlug achter wat eten voor de avond. Ondertussen is er een jonge 'pelgrim' uit Rotterdam aangekomen. Hans is 21 jaar en maalt er per dag vlotjes 100 km door. Hij heeft een strak plan. Hij moet wel want hij heeft een vliegticket klaarliggen in Santiago. Ik trakteer hem op een biertje en we eten samen couscous en een magreb gerecht waarvan de saus later op mijn maag blijft liggen. Ik probeer hem politiek België uit te leggen... Hans is een brave jongen, hij gaat vroeg naar bed en staat vroeg op. Hij heeft een strak plan hé. Ben blij dat ik dat niet heb. Ik heb al genoeg strakke plannen gehad.